10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- gebouwen ten behoeve van woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep tot ten hoogste 30% van de gebruiksoppervlakte en een maximum van 50m2;
- gebouwen ten behoeve van woningen in combinatie met de uitoefening van een bedrijf aan huis tot ten hoogste 40% van de gebruiksoppervlakte met een maximum van 50m2, uitsluitend voor zover het de uitoefening betreft van een bedrijf voorkomend op de als bijlage bij deze regels opgenomen lijst van bestaande bedrijven aan huis;
- ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur', gebouwen ten behoeve van de pension/kamerverhuurbedrijf;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied-woongebouw', woongebouwen;
- ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning', zorgwoningen en/of wooneenheden in combinatie met een op de bewoners gerichte zorgfunctie;
- ter plaatse van de aanduiding 'volkstuinen', volkstuinen;
- ter plaatse van de aanduiding ‘garage’: garageboxen;
- gebouwen ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden;
- (gebouwen ten behoeve van) nutsvoorzieningen;
- tuinen, erven en terreinen;
- woonstraten en paden;
- groenvoorzieningen en waterlopen;
- parkeervoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Het bestaande systeem van ontsluiting door middel van wegen en paden, behoudens verbetering met het oog op een betere verkeersdoorstroming, de verkeersveiligheid en/of vermindering van geluidsoverlast, blijft gehandhaafd met uitzondering van de toepassing van eventuele wijzigings- of uitwerkingsbevoegdheden.
Ter plaatse van de aanduiding 'groen' wordt de groene inrichting gehandhaafd (basisgroenstructuur).
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld en/of verkeerveiligheid, nadere regels stellen aan:
- de plaats van gebouwen of delen van gebouwen hoger dan 3 meter binnen een gebied bedoeld in artikel 10 lid 2 onder e;
- de plaats van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeers- verblijfsdoeleinden;
- de plaats van bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte van 6m2 en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 meter.