direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Egchel Hook
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0032-VG01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis;
  • b. tuinen en erven;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. bescherming en behoud van bestaande natuurwaarden, zoals aanwezig ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
  • e. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is maximaal het aangegeven aantal nieuwe woningen toegestaan;
  • b. er mag geen bebouwing worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
  • c. splitsing van een bouwperceel ten behoeve van nieuwbouw van een tweede woning is niet toegestaan;
  • d. de voorgevel van een hoofdgebouw dient te worden gebouwd in de naar de hoofdweg gekeerde zijde van het bouwperceel of maximaal 5 meter daaruit, met dien verstande dat voor vrijstaande woningen een maximale afstand van 10 meter geldt;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt:
    • 1. bij vrijstaande woningen minimaal 2 meter aan beide zijden;
    • 2. bij twee-aan-een gebouwde en geschakelde woningen 2 meter aan één zijde, tenzij de niet-woningscheidende gevel in de zijdelingse perceelsgrens gebouwd wordt;
  • f. de diepte van de hoofdbebouwing mag niet meer dan 12 meter bedragen;
  • g. de diepte van de hoofdbebouwing in één bouwlaag mag niet meer dan 18 meter bedragen, mits over minimaal tweederde van de breedte van het perceel de afstand tot de achterste perceelsgrens minimaal 5 meter bedraagt;
  • h. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  • i. erkers mogen voor de voorgevelrooilijn gerealiseerd worden, mits deze ondergeschikt zijn aan de hoofdbebouwing, een maximale diepte van 1,5 meter hebben, de breedte niet meer dan 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt en de afstand tot de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' tenminste 3,5 meter bedraagt.

5.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. er mag geen bebouwing worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
  • b. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken op het achterefgebied mag maximaal 75% bedragen, met dien verstande dat niet meer dan 200 m² van het achtererfgebied bebouwd mag worden;
  • c. ze dienen minimaal 3 meter achter de voorgevel van de woning geplaatst te worden, tenzij het een garage betreft. In dat geval mag de afstand van de garage tot de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' niet minder dan 5 meter mag bedragen;
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 3,3 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • f. de oppervlakte per overkapping mag niet meer dan 30 m² bedragen, met dien verstande dat een overkapping achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw gerealiseerd wordt.
  • g.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,5 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter.
  • c. per bouwperceel is maximaal 1 niet-overdekt zwembad toegestaan.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Afwijking hoeksituaties

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3onder a. voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen op hoeksituaties van wegen, mits:

  • a. gelegen naast de woning, op ten minste 3 meter achter de voorgevel van de woning en voor de denkbeeldige lijn door de voorgevel van het om de hoek gelegen woning, tot een hoogte van 2 meter;
  • b. dit geen onevenredige afbreuk doet aan het stedenbouwkundige beeld ter plaatse;
  • c. de verkeersveiligheid ter plaatse gewaarborgd blijft;
  • d. de belangen van rechthebbenden van aan het bouwperceel aanliggende gronden niet onevenredig worden geschaad.

5.4.2 Afwijking overkapping

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.3 onder b voor het plaatsen van een overkapping voor de voorgevel van het hoofdgebouw, mits:

  • a. de afstand tot de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' tenminste 3,50 meter bedraagt;
  • b. de overkapping niet tegen de voorgevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • b. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • c. kamerverhuur;
  • d. Bed & Breakfast;
  • e. seksinrichtingen.

5.5.2 Beroep en bedrijf aan huis
  • a. het gebruik van woonbebouwing voor bedrijven aan huis en beroepen aan huis, als genoemd in bijlage 1 of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven en beroepen, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is derhalve rechtstreeks toegestaan, mits:
    • 1. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
    • 2. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening;
    • 3. de woonfunctie van het perceel primair blijft c.q. in overwegende mate aanwezig blijft
    • 4. degene die gebruiker van de woning is, ook degene is die het aan huisverbonden beroep of bedrijf uitoefent;
    • 5. maximaal 40% van de begane grondvloeroppervlakte en de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven met een maximum van 25 m² bij bouwpercelen tot 750 m², 35 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1500 m² en 45 m² bij bouwpercelen vanaf 1.500 m²;
    • 6. het gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren c.q. geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
    • 7. het gebruik mag geen dusdanige verkeersaantrekkende activiteiten betreffen die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • b. bedrijvigheid die vergunnings- of meldingsplichtig is bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving niet toegestaan, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet aantast;
  • c. activiteiten die in de regel worden uitgeoefend in winkelpanden of op een industrieterrein zijn niet toegestaan in woningen;
  • d. internetverkoop is slechts dan toegestaan indien er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en de te verkopen producten niet ter plaatse bezichtigd en afgehaald kunnen worden;
  • e. er mag geen verstoring plaatsvinden in de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur;
  • f. er geen detailhandel plaatsvindt, behoudens een beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis gebonden beroep/bedrijf.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.1onder b voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijbehorende bouwwerken bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er mag geen tweede woning ontstaan en om dit te voorkomen mogen ten behoeve van de inwoning maximaal 3 van de 4 volgende voorzieningen worden gerealiseerd: keuken, badkamer, toilet, achteringang;
  • b. per woning kan maar éénmaal gebruik worden gemaakt van de inwoningsregeling;
  • c. een eigen voordeur aan de voor- of zijgevel is niet toegestaan;
  • d. alle bijbehorende bouwwerken/verbouwingen dienen te voldoen aan de ten tijde van de aanvraag geldende eisen van het bouwbesluit en de bouwverordening;
  • e. ten behoeve van de inwoning mag geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen worden aangelegd. Hiervoor moet gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande aansluiting;
  • f. de omgevingsvergunning is persoonsgebonden en vervalt van rechtswege op het moment dat de behoefte aan mantelzorg komt te vervallen;
  • g. het gedeelte dat ten behoeve van inwoning wordt aangewend, dient aansluitend aan de woning een onderlinge verbinding te hebben met de woning, niet zijnde een verbinding buitenom.

5.6.2 Kamerverhuur

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.1onder c voor het gebruik als kamerverhuur, met dien verstande dat:

  • a. het gebruik geen overlast voor het woonmilieu oplevert en geen onevenredige afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • b. het gebruik naar de aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming is;
  • c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.

5.6.3 Bed & Breakfast

het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.1onder d voor het gebruik als Bed & Breakfast als ondergeschikte nevenactiviteit, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de woning waarin het bed & breakfast wordt aangeboden dient een voor wonen bestemd hoofdgebouw te zijn;
  • b. de exploitanten van het bed & breakfast moeten hoofdbewoner zijn en er daadwerkelijk wonen;
  • c. de kamers waarin bed & breakfast wordt aangeboden maken deel uit van het hoofdgebouw of van een vrijstaand of aangebouwd bijbehorend bouwwerk, niet zijnde een bergzolder of een niet- benoemde ruimte;
  • d. alleen bijgebouwen die op niet meer dan 15 meter afstand van de woning liggen mogen worden gebruikt voor bed & breakfast;
  • e. het ontbijt wordt in de slaapkamer of in een gezamenlijke ruimte genuttigd;
  • f. overnachting en of logies in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden arbeid valt niet binnen de omschrijving bed & breakfast;
  • g. de woning dient minimaal een inhoud te hebben van 450 m³ en een bewoonbare oppervlakte van minimaal 120 m²;
  • h. maximaal 25% van het bewoonde oppervlak mag ingericht worden voor deze voorziening, met dien verstande dat maximaal vier slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers worden gerealiseerd;
  • i. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
  • j. de parkeerbalans in de directe omgeving mag niet nadelig worden beïnvloed;
  • k. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • l. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering mag de bed & breakfast-voorziening niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • m. de maximale verblijfsduur is 5 dagen per geboekt verblijf.


5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.7.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden':

  • a. het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen;
  • b. het ontginnen, het bodemverlagen, het afgraven, het ophogen en het egaliseren;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het vellen en/ of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben.

5.7.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in 5.7.1 is niet van toepassing:

  • a. voor normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. voor werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. voor werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
  • d. voor werken en werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning kunnen worden uitgevoerd;
  • e. voor het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstanden;
  • f. voor het periodiek kappen van hakhout voorzover betreffende de normale uitoefening van het, op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, bestaande bodemgebruik.

5.7.3 Toelaatbaarheid

Voor zover het bepaalde in 5.7.2 niet van toepassing is, zijn de werken of werkzaamheden als bedoeld onder 5.7.1 slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in 5.1 genoemde waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast.