direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum - 1
Plan: Kern Rijssen 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRC2010000-0401

Artikel 5 Centrum - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Centrum - 1” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande aantal (bedrijfs-)woningen;
  • b. dienstverlening;
  • c. (sociaal-)medische instellingen;
  • d. sociaal-culturele instellingen;
  • e. bestaande religieuze instellingen;
  • f. bestaande bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorgingen en begeleid wonen voor jongeren, al dan niet in samenhang centrale voorzieningen;
  • g. bestaande onderwijsinstellingen en kinderopvang;
  • h. bestaande openbare dienstverlening, waaronder politie, brandweer en gemeenteopslag;
  • i. bestaande sportvoorzieningen;
  • j. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • k. ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • l. verblijfsgebied met bijbehorende voorzieningen;
  • m. de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande bedrijven;
  • n. het behoud van de uitwendige hoofdvorm van gebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';

een en ander met bijbehorende bebouwing, (on)bebouwde terreinen, parkeervoorzieningen en overige voorzieningen ten behoeve van de bestemming.

5.2 Bouwregels

De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte, met dien verstande dat voor zover geen aanduiding is opgenomen de bouwhoogte maximaal 11 m mag bedragen, dan wel de bestaande grotere bouwhoogte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient ruimte te zijn voor een onderdoorgang met een minimale hoogte van 2,5 m;
  • d. de voorgevels van hoofdgebouwen dienen in de bouwgrens aan de wegzijde te worden opgericht;
  • e. hoofdgebouwen dienen te worden georiënteerd op, en de etalages en/of hoofdingang te worden gesitueerd ter plaatse van, de aanduiding 'gevellijn' voor zover deze aanduiding is opgenomen;
  • f. gebouwen ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen worden gerealiseerd in ten hoogste 1 bouwlaag en mogen in afwijking van het bepaalde onder a zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties en lichtmasten maximaal 8 m mag bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

het bepaalde in artikel 5.2 sub d ten behoeve van een overschrijding van de bouwgrens met maximaal 0,50 m voor wat betreft de toevoeging van etalages en/of ingangen onder voorwaarden dat:

  • de afwijking noodzakelijk is met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 5.1 voor de vestiging van en/of het gebruik van een bedrijf en/of instelling zoals vermeld in de categorieën 1 en 2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' (bijlage 1);
  • b. het bepaalde in artikel 5.1 voor de vestiging van en/of het gebruik voor een bedrijf en/of instelling dat niet in de categorieën 1 en 2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' (bijlage 1) is vermeld, mits het desbetreffende bedrijf of de instelling wat aard en omvang betreft vergelijkbaar is met de genoemde bedrijven en/of instellingen in de categorie 1 en het bedrijf en/of instelling geen blijvende onevenredige afbreuk doet aan het heersende woon- en leefmilieu;
  • c. het bepaalde in artikel 5.1 voor de bouw van nieuwe woningen voor zover de woningbouw past in de gemeentelijke woningbouwprogrammering.