direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Bedrijventerrein Rijssen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRB2009000-0501

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die hierna zijn aangegeven:
    bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie:   ter plaatse van de aanduiding:  
    1 of 2   'bedrijf tot en met categorie 2'  
    1, 2 of 3.1   'bedrijf tot en met categorie 3.1'  
    1, 2, 3.1 of 3.2   'bedrijf tot en met categorie 3.2'  
    1, 2, 3.1, 3.2 of 4.1   'bedrijf tot en met categorie 4.1'  
    1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 of 4.2   'bedrijf tot en met categorie 4.2'  
  • b. bedrijven die hierna zijn aangegeven:
    bedrijven:   ter plaatse van de aanduiding:  
    autospuiterij   'specifieke vorm van bedrijf - autospuiterij'  
    bouwnijverheid   'specifieke vorm van bedrijf - bouwnijverheid'  
    volumineuze detailhandelsbedrijf   'detailhandel volumineus'  
    gasontvangststation   'nutsvoorziening'  
    interieurbouw   'specifieke vorm van bedrijf - interieurbouw'  
    kringloopbedrijf   'specifieke vorm van bedrijf - kringloopbedrijf'  
    machinehandel   'specifieke vorm van bedrijf - machinehandel'  
    metaalproductiebedrijf   'specifieke vorm van bedrijf - metaalproductiebedrijf'  
    meubelspuiterij   'specifieke vorm van bedrijf - meubelspuiterij'  
    puinbreekinstallatie   'specifieke vorm van bedrijf - puinbreker'  
    recyclingbedrijf   'specifieke vorm van bedrijf - recyclingbedrijf'  
    reïntegratiecentrum   'specifieke vorm van bedrijf – reïntegratiecentrum'  
    transportbedrijf   'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf'  
    vervoersbedrijf   'specifieke vorm van bedrijf - vervoersbedrijf'  
    voorzieningen voor sport en sportieve recreatie, in de vorm van sportscholen, squashbanen, tennisbanen en fitnesscentra   'sport'
     
    vuurwerkopslag   'specifieke vorm van bedrijf - vuurwerkopslag'  
    verkooppunt motorbrandstoffen met LPG   'verkooppunt motorbrandstoffen met LPG'  
    verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG   'verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG'  
  • c. kantoren behorende bij en gebonden aan bedrijven,
  • d. wegen met een rijbaanbreedte van ten hoogste 7,5 m, met bijbehorende paden en bermen, ter ontsluiting van bedrijven en voorzieningen,
  • e. parkeervoorzieningen,
  • f. watergangen en waterpartijen, en
  • g. bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen,

een en ander met uitzondering van:

  • 1. detailhandelsbedrijven, behoudens onder a en b bedoelde;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi':
    • a. kantoren met een brutovloeroppervlakte van meer dan 1500 m² per object, behoudens bestaande kantoren;
    • b. kinderopvang;
  • 3. bedrijven die krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, welke inrichtingen als zodanig zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende bijlage 3 Inrichtingen wet geluidhinder; deze uitzondering geldt niet voor een puinbreker ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - puinbreker';
  • 4. bedrijven die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kunnen veroorzaken vanwege risicobronnen die buiten de perceelsgrens van de betreffende bedrijfslocatie waarop die risicobronnen aanwezig zijn, een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar, behoudens de bestaande, zodanige bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi';
  • 5. bedrijven die inrichtingen zijn, genoemd in bijlage C of D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994, zoals dat laatstelijk is gewijzigd.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. niet voor bewoning bestemde gebouwen, ten dienste van de bestemming, zoals bedrijfsgebouwen en nutsgebouwen,
  • b. één bedrijfswoning met daarbij behorende bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en op de direct daaraan grenzende gronden, en
  • c. andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeerstekens, luifels, erf- of perceelafscheidingen, technische installaties en reclamezuilen.
5.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd, op een afstand van ten minste 5 tot de naar de weg gekeerde perceelsgrens en ten minste 3 m tot de overige perceelsgrenzen van de bij het betreffende bedrijf behorende gronden;
  • b. een bouwvergunning als bedoeld in artikel 44, lid 1 van de Woningwet, voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat ten behoeve van de betreffende bedrijfs- of andere vestiging waar de gebouwen worden gebouwd, op eigen terrein of elders, in parkeergelegenheid wordt of zal worden voorzien overeenkomstig de normering als vermeld in de van deze regels deel uitmakende bijlage 4 Parkeernormen;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 660 m³ bedragen;
  • d. de goothoogte en bouwhoogte van een vrijstaande bedrijfswoning mogen niet meer dan 6,5 m respectievelijk 10,5 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen en bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder e, mag van de gebouwen die het dichtst bij de weg staan met de voorzijde daarop gericht, en die overwegend kantoorruimten bevatten:
    • 1. langs de Nijverdalseweg, de Morsweg en de Reggesingel, de bouwhoogte maximaal 18,5 m bedragen,
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - maximum bouwhoogte kantoren' de bouwhoogte maximaal 15 m bedragen, (vervallen als gevolg van uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State van 28 maart 2012, nr. 201011984/1/R1), en
    • 3. elders dan bij 1 en 2 bedoeld, de bouwhoogte maximaal 3,5 m meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • g. van bijgebouwen mag bij elke bedrijfswoning de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 50 m² en de goothoogte niet meer dan 3,5 m bedragen;
  • h. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
erf- of perceelafscheidingen   2 m  
reclamezuilen   18 m  
lichtmasten, technische installaties en overige andere bouwwerken   12 m  
5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Ontheffing gebouwen buiten bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.2.2, onder a, ten behoeve van het bouwen van bergingen, fietsenstallingen en andere ondergeschikte dienstgebouwen buiten bouwvlakken:

  • a. uitsluitend op gronden die direct grenzen aan gronden met de bestemming 'Groen' en achter de voorgevelrooilijn,
  • b. tot bij elke bedrijfsvestiging een gezamenlijke oppervlakte van 100 m²,

mits de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering is aangetoond.

5.3.2 Ontheffing afstand tot overige perceelsgrenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.2.2, onder a, voor zover betreft de afstand van ten minste 3 m tot de overige perceelsgrenzen van de bij een bedrijf behorende gronden, ten behoeve van het bouwen tot in die perceelsgrenzen, voor zover het betreft grenzen met de bestemmingen 'Groen' en 'Water', mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de bereikbaarheid van en veiligheid op het betreffende perceel in geval van calamiteiten;
  • b. de verkeersveiligheid in de omgeving van het betreffende perceel;
  • c. de belangen en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Opslag buiten gebouwen

Voor opslag buiten gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van opslag tot wegen met bijbehorende paden en bermen mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • b. de vanaf peil gemeten hoogte van opslag mag niet meer bedragen dan de ter plaatse geldende maximale bouwhoogte van gebouwen.
5.5 Ontheffing van de gebruiksregels
5.5.1 Ontheffing ander soort bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.1, onder a, omtrent toegelaten bedrijven, ten behoeve van andere bedrijven, mits het betreft bedrijven die gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die ter plaatse zijn toegestaan krachtens lid 5.1, onder a.

5.5.2 Ontheffing detailhandel en aflevercentra

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.1, onder 1, ten behoeve van het vestigen van detailhandelsbedrijven in brand- en explosiegevaarlijke goederen,volumineuze detailhandelsbedrijven en aflevercentra, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de verkoopvloeroppervlakte van detailhandelsbedrijven in brand- en explosiegevaarlijke goederen en volumineuze detailhandelsbedrijven mag per vestiging niet meer dan 1500 m² bedragen;
  • b. de brutovloeroppervlakte van aflevercentra mag per vestiging niet meer dan 1500 m² bedragen.
  • c. een ontheffing wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat ten behoeve van de betreffende bedrijfs- of andere vestiging waar het volumineuze detailhandelsbedrijf wordt gebouwd, op eigen terrein of elders, in parkeergelegenheid wordt of zal worden voorzien overeenkomstig de normering als vermeld in de van deze regels deel uitmakende bijlage 4 Parkeernormen.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Wijziging van 'Bedrijventerrein' naar 'Kantoor'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijventerrein', voor zover betreft gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' of 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen in de bestemming 'Kantoor', waar zijn toegestaan kantoren met publiekgerichte dienstverlening respectievelijk kantoren zonder publiekgerichte dienstverlening, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. kantoren zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi';
  • b. voldaan dient te worden aan overige relevante natuur- en milieuregelgeving en gemeentelijk beleid, waaronder in ieder geval wordt verstaan dat bij het beoordelen van risicosituaties, aanvullend op de beoordeling van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico, ook de mogelijke effecten en beheersbaarheid van een calamiteit wordt betrokken;
  • c. voldaan dient te worden aan de eisen uit de beeldkwaliteitsplannen 'Plaagslagen' en 'bedrijventerrein Noord en Noordermors, Rijssen'.
5.6.2 Wijziging verwijderen aanduidingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat een aanduiding als bedoeld in lid 5.1, onder b, uit het plan wordt verwijderd, indien vast is komen te staan dat op de betreffende gronden de bij de betreffende aanduiding vermelde bedrijfsactiviteiten niet meer worden uitgeoefend.