Plan: | Wonen Holten, De Kol |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPHW2014001-0401 |
het bestemmingsplan 'Wonen Holten, De Kol' met identificatienummer NL.IMRO.1742.BPHW2014001-0401 van de gemeente Rijssen-Holten;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
meer dan twee aaneengebouwde woningen in een rij, al dan niet geschakeld; waarbij voor seniorenwoningen als uitzondering geldt dat deze ook in een carré van vier mogen worden gebouwd.
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (een van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn en geen betrekking hebbend op detailhandel of horecagerelateerde activiteiten, die op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
educatieve voorzieningen - inbegrepen kinderdagopvang en tussen- en naschoolse opvang, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk in de vorm van een overkapping bestaande uit maximaal drie wanden waarvan maximaal twee tot de constructie zelf behoren;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de bouwgrens die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;
de bouwperceelgrens die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen en voorzieningen van openbaar nut.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde.
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en (on)bebouwde gronden.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd;
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat per woning minimaal de geeïste hoeveelheid parkeerplaatsen op grond van Parkeerbalans De Kol worden gerealiseerd dan wel dat in het openbaar gebied de benodigde parkeerplaatsen worden gerealiseerd.
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven.
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3 kan slechts worden verleend, mits:
De voor 'Wonen - Bergzicht' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat per woning minimaal de geeïste hoeveelheid parkeerplaatsen op grond van Parkeerbalans De Kol worden gerealiseerd dan wel dat in het openbaar gebied de benodigde parkeerplaatsen worden gerealiseerd.
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven.
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3 kan slechts worden verleend, mits:
De voor 'Woongebied - Blokken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat per woning minimaal de geeïste hoeveelheid parkeerplaatsen op grond van Parkeerbalans De Kol worden gerealiseerd dan wel dat in het openbaar gebied de benodigde parkeerplaatsen worden gerealiseerd.
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven.
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3 kan slechts worden verleend, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.1 kan slechts worden verleend, mits:
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 16.1.1 een omgevingsvergunning verlenen van voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 16.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 16.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 16.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 16.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 16.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Wonen Holten, De Kol'.