25.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
-
a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
b. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
c. de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan:
-
1. de plaats en de bouwhoogte van gebouwen en andere bouwwerken;
-
2. de plaats van gebouwen in die zin dat de hoofdgebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;
-
3. de plaats van bijgebouwen die zijn gelegen binnen een afstand van 3 m uit de perceelgrens;
-
4. de grootte en inhoud van de zelfstandige woonruimte noodzakelijk vanuit een oogpunt van de mantelzorg.
25.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het bebouwingsbeeld en de verschijningsvorm van karakteristieke panden, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.2, onder a en b, voor het verhogen van de maximale goothoogte met 30% en/of een afwijkende kapvorm.
25.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.5.1 Verbod
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden op de niet-bebouwde gronden uit te voeren:
-
a. het aanleggen en verharden van wegen, paden, of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het egaliseren, afgraven, vergraven en ophogen van gronden;
-
c. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van waterlopen en kolken en het draineren van gronden;
-
d. het verwijderen of beschadigen van bos, houtwallen, struwelen, weg- en erfbeplatingen;
-
e. het aanbrengen van boven- en ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
25.5.2 Uitzonderingen op verbod
Het in artikel 25.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
-
a. die het normale onderhoud betreffen;
-
b. die reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
-
c. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet 1998;
-
d. die worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld beheersplan.
25.5.3 Strijd met bestemming
De werken of werkzaamheden, zoals genoemd in 25.5.1, zijn in strijd met de bestemming, indien daardoor de waarden, zoals bedoeld in 25.1, onevenredig worden aangetast.