Artikel 4 Centrum - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Centrum - 2” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. detailhandel;
-
b. wonen, met dien verstande dat:
-
1. het aantal woningen binnen deze bestemming niet meer mag bedragen dan 24 waarvan het aantal woningen dat niet bedoeld is voor bijzondere woonvormen als bedoeld in lid 1.28 onder d, niet meer mag bedragen dan 10;
-
2. wonen alleen is toegestaan op de verdiepingen;
-
c. horeca, overeenkomstig categorie 1 tot en met 2, zoals vermeld in de bij deze regels behorende 'Categorie-indeling horecabedrijven' (Bijlage 1), met dien verstande, dat het bruto vloeroppervlak per horecavestiging niet meer mag bedragen dan 350 m2;
-
d. horeca, overeenkomstig categorie 1 tot en met 3, zoals vermeld in de bij deze regels behorende 'Categorie-indeling horecabedrijven' (Bijlage 1) , uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3', met dien verstande, dat het bruto vloeroppervlak per horecavestiging niet meer mag bedragen dan 350 m2, dan wel het op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande bruto vloeroppervlak;
-
e. het behoud van de uitwendige hoofdvorm van gebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
-
f. water- en groenvoorzieningen;
-
g. wegen en paden;
-
h. ondergrondse parkeervoorzieningen;
-
i. verblijfsgebied met bijbehorende voorzieningen;
-
j. een en ander met bijbehorende bebouwing, (on)bebouwde terreinen, parkeervoorzieningen, en overige voorzieningen ten behoeve van de bestemming.
4.2 Bouwregels
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:
-
a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
-
c. hoofdgebouwen, etalages en/of de hoofdingang dienen te worden georiënteerd op de gevellijn ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn';
-
d. gebouwen ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen worden gerealiseerd in ten hoogste 1 bouwlaag en mogen in afwijking van het bepaalde onder a zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
-
e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties en lichtmasten maximaal 8 m mag bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2 sub a ten behoeve van een overschrijding van het bouwvlak met maximaal 0,50 m voor wat betreft de toevoeging van etalages en/of ingangen onder voorwaarden dat:
-
a. de afwijking noodzakelijk is met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel;
-
b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
-
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken als horecabedrijven in de vorm van bar-dancings, nachtclubs en discotheken;
-
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken als horecabedrijven in een hogere categorie en/of in afwijking van de categorieomschrijving, zoals vermeld in de bij deze regels behorende 'Categorie-indeling horecabedrijven' (Bijlage 1).
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
a. het bepaalde in artikel 4.1 voor de vestiging van en/of het gebruik van een bedrijf en/of instelling zoals vermeld in de categorieën 1 en 2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' (Bijlage 2);
-
b. het bepaalde in artikel 4.1 voor de vestiging van en/of het gebruik voor een bedrijf en/of instelling dat niet in de categorieën 1 en 2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' (Bijlage 2) is vermeld, mits het desbetreffende bedrijf of de instelling wat aard en omvang betreft vergelijkbaar is met de genoemde bedrijven en/of instellingen in de categorie 1 en het bedrijf en/of instelling geen blijvende onevenredige afbreuk doet aan het heersende woon- en leefmilieu;
-
c. het bepaalde in artikel 4.1 ten behoeve van de vestiging van dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen, mits:
-
1. de vestiging qua omvang past binnen de structuur van de bebouwing;
-
2. het aan detailhandel gerelateerde dienstverlening betreft, waarvoor in ieder geval een baliefunctie wordt vereist;
-
d. het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van nieuwe woningen voor zover de woningbouw past in de gemeentelijke woningbouwprogrammering.