Plan: | Den Tol, Heeswijk-Dinther |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1721.BPDenTol-vg01 |
Het wijzigingsplan Den Tol, Heeswijk-Dinther met identificatienummer NL.IMRO.1721.BPDenTol-vg01 van de gemeente Bernheze.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van gronden van archeologische waarde en gronden met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m2 en dieper dan 1,0 meter, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van de vergunningverlener in voldoende mate zijn vastgesteld, waarbij advies wordt ingewonnen van een senior-archeoloog over de aard van het uit te voeren onderzoek.
Indien uit het in lid 3.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan de vergunningverlener één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Indien uit het in lid 3.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 3.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd.
Het overleggen van een rapport, zoals bedoeld in lid 3.2.1, is niet noodzakelijk indien de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring worden begeleid door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door de vergunningverlener bij de vergunning te stellen kwalificaties. En voor aanvang van deze werken of werkzaamheden advies wordt ingewonnen van een senior-archeoloog over de aard van de archeologische begeleiding.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 3.1 bedoelde gronden grondbewerkingen dieper dan 1,0 m onder het maaiveld uit te voeren.
Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien door de werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Het in artikel 3.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het wijzigingsplan Den Tol, Heeswijk-Dinther'.