Plan: | Lage Zwaluwe West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1719.BpLageZwaluweWest-VS01 |
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Binnen de bestemming wonen is gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, kan uitsluitend worden toegestaan, indien ontheffing ex artikel 13.5 wordt verleend.
Ter plaatse van de aanduiding 'opslag' mogen (delen van) gebouwen uitsluitend worden gebruikt voor de niet bedrijfsmatige opslag van goederen en de stalling van voertuigen, fietsen, gereedschappen en hobbymatig houden van vee.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.
Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag binnen het betreffende bouwvlak(deel) het aantal woningen niet meer bedragen dan aangeduid.
Ter plaatse van de volgende bouwaanduidingen zijn uitsluitend de aangeduide woontypen toegestaan, waarbij de volgende afstand van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens in acht genomen dient te worden:
Binnen het bouwvlak dient de afstand van het hoofdgebouw zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens aan beide zijden minimaal 3 m te bedragen. De afstand van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens dient aan minimaal één zijde minimaal 3 m te bedragen.
Het hoofdgebouw is via een aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw geschakeld aan een ander hoofdgebouw. De afstand van het hoofdgebouw, aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen dient aan minimaal één zijde minimaal 3 m te bedragen.
Het hoofdgebouw maakt deel uit van een blok van twee direct aaneengebouwde hoofdgebouwen. Binnen het bouwvlak, dient de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens aan ten minste één zijde minimaal 3 m te bedragen.
Het hoofdgebouw maakt deel uit van een blok van meer dan twee aaneengebouwde hoofdgebouwen.
Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' binnen een deel van een bouwvlak, mag per bouwperceel maximaal het aangegeven percentage van de gronden binnen dat vlak worden bebouwd.
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende situerings- en maatvoeringseisen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.3.2 en/of 13.3.3 teneinde binnen een bouwvlak een ander woontype en/of meer woningen toe te staan dan ingevolge de bouwaanduiding voor het woontype, respectievelijk de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.3.5 onder b. en/of 13.3.6 onder e. teneinde een grotere goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.3.5 onder b. teneinde een grotere goothoogte van hoofdgebouwen ten behoeve van accenten in de bebouwing toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 13.2.2., teneinde binnen een woning en/of bijgebouwen de uitoefening van een publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:
Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en/ of werkzaamheden te verrichten:
Het onder 13.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 13.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waardevolle bomen.