direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Rozenbloemhof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1719.1bp10rozenbloemhof-vg01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;

met daarbij behorende:

  • b. aan-, uit- en bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. tuinen en erven.

5.2 Bouwregels

 

5.2.1 hoofdgebouwen

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming worden opgericht, hiervoor gelden de aanduidingen op de verbeelding en de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' mogen enkel aaneen gebouwde woningen worden opgericht, met een bebouwingspercentage van maximaal 60% van het perceel;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – patio' mogen enkel patiowoningen worden opgericht, met een bebouwingspercentage van maximaal 75% van het perceel;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen enkel vrijstaande woningen worden opgericht, met een bebouwingspercentage van maximaal 40% van het perceel;
  • d. hoofdgebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • e. het hoofdgebouw dient met de voorgevel naar de openbare weg te worden opgericht;
  • f. de naar de openbare weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw dient in de voorste bouwgrens gerealiseerd te worden;
  • g. het aantal woningen mag maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal bedragen;
  • h. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan aangegeven op de verbeelding;
  • i. de hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' mogen in de zijdelingse perceelsgrens worden opgericht;
  • j. de afstand van de hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – patio' bedraagt ten minste aan één zijde minimaal 3 meter;
  • k. de afstand van de hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' bedraagt aan weerszijden minimaal 2,5 meter;
  • l. de hoofdgebouwen dienen te worden afgerond met een kap;
  • m. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding – patio' en 'vrijstaand' dient per hoofdgebouw tenminste 1 parkeerplaats op eigen terrein te worden gerealiseerd.

5.2.2 aan-, uit- en bijgebouwen

Voor het oprichten van aan- en bijgebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en bijgebouwen mag niet meer dan 75 m² per perceel bedragen, met dien verstande dat het maximale bebouwingspercentage genoemd onder 5.2.1 onder a. en b. niet wordt overschreden;
  • b. aan-, uit- en bijgebouwen dienen op minimaal 3 meter achter de voorgevel van de hoofdgebouwen te worden gebouwd;
  • c. aan-, uit- en bijgebouwen mogen in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd, dan wel minimaal 1 meter daaruit;
  • d. de goot- en bouwhoogte van aan-, uit- en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' mag niet meer dan 3,5 meter bedragen;
  • e. de goot- en bouwhoogte van aan-, uit- en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - patio' mag niet meer dan 3,2 meter bedragen;
  • f. de goothoogte van aan-, uit- en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mag niet meer dan 3,5 meter bedragen;
  • g. de bouwhoogte van aan-, uit- en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mag niet meer dan 6 meter bedragen.

5.2.3 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel van de hoofdgebouwen mag maximaal 1 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen achter de voorgevel van de hoofdgebouwen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. voor de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 1 meter mag bedragen op de gronden vóór (het verlengde van) de naar een openbare weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen van een vrijstaande woning op minimaal 1 meter uit de zijdelingse perceelsgrens ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand', met dien verstande dat:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld gehandhaafd blijft;
  • b. de verkeersveiligheid niet in het geding komt;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden belemmerd.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 algemene gebruiksregels

Tot een gebruik, in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in ieder geval bedoeld:

  • a. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting, het kweken en/of telen van verdovende middelen voor zover dit het voorzien in de eigen behoefte te boven gaat;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve een van aan-huis-gebonden bedrijf.

5.5.2 aan-huis-gebonden beroep

De uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen als ondergeschikte activiteit bij het hoofdgebouw is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van het perceel tot ten hoogste 40 m², wordt gebruikt voor het aan-huis-gebonden beroep;
  • b. de woning blijft voldoen aan de bepalingen ingevolge of krachtens de Woningwet;
  • c. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens bewoner van de woning;
  • d. er wordt geen afbreuk gedaan aan het woonkarakter van de buurt;
  • e. er vinden geen verkeersaantrekkende activiteiten plaats of er wordt geen onaanvaardbare parkeerdruk veroorzaakt, zodat extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit die verband houdt met dat aan huis gebonden beroep alsmede goederen die ter plaatse in het kader van het aan-huis-gebonden beroep zijn vervaardigd;
  • g. er ontstaat geen ernstige of onevenredige hinder voor het woonmilieu en er vinden geen activiteiten plaats waarvoor een milieuvergunning of een melding op grond van milieuwetgeving verplicht is;
  • h. er is geen sprake van buitenopslag.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 aan-huis-gebonden beroep in bijgebouw

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep in bijgebouwen mits:

  • a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van het perceel tot ten hoogste 40 m², wordt gebruikt voor het aan huis gebonden beroep;
  • b. de woning blijft voldoen aan de bepalingen ingevolge of krachtens de Woningwet;
  • c. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens bewoner van de woning;
  • d. er wordt geen afbreuk gedaan aan het woonkarakter van de buurt;
  • e. er vinden geen verkeersaantrekkende activiteiten plaats of er wordt geen onaanvaardbare parkeerdruk veroorzaakt, zodat extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit die verband houdt met dat aan-huis-gebonden beroep alsmede goederen die ter plaatse in het kader van het aan huis gebonden beroep zijn vervaardigd;
  • g. er ontstaat geen ernstige of onevenredige hinder voor het woonmilieu en er vinden geen activiteiten plaats waarvoor een milieuvergunning of een melding op grond van milieuwetgeving verplicht is.

5.6.2 aan-huis-gebonden bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve van de uitoefening van

een aan-huis-gebonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij het hoofdgebouw en/of bijgebouw passende in een woonomgeving mits:

  • a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van het perceel tot ten hoogste 40 m², wordt gebruikt voor het aan-huis-gebonden bedrijf;
  • b. de woning blijft voldoen aan de bepalingen ingevolge of krachtens de Woningwet;
  • c. degene die de activiteiten uitvoert, tevens bewoner van de woning is;
  • d. er geen afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de buurt;
  • e. er geen verkeersaantrekkende activiteiten plaatsvinden of er wordt geen onaanvaardbare parkeerdruk veroorzaakt, zodat extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden;
  • f. er geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit die verband houdt met dat aan-huis-gebonden bedrijf alsmede goederen die ter plaatse in het kader van het aan huis gebonden bedrijf zijn vervaardigd;
  • g. er geen ernstige of onevenredige hinder ontstaat voor het woonmilieu en er geen activiteiten plaatsvinden waarvoor een milieuvergunning of een melding op grond van milieuwetgeving verplicht is.