direct naar inhoud van Regels
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.bprecreatieterrein-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen van de gemeente Sluis.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde objecten als vervat in het GML - bestand NL.IMRO.1714.bprecreatieterrein met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/ of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.6 bebouwing

een of meer gebouwen en / of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.7 bedrijf

een bedrijf dat het bedrijfsmatig verstrekken van verblijfsrecreatie tot doel heeft.

1.8 bedrijfsmatige exploitatie

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een gezamenlijk beheer en exploitatie van recreatiewoningen, gericht op het bieden van recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden.

1.9 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.10 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.

1.11 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.14 bewoonbaar vloeroppervlak

de oppervlakte van de ruimten in de recreatiewoning, gemeten binnen de afgewerkte omtrekwanden (in voorkomende gevallen binnen de balustrade) onder aftrek van de in de ruimte uitspringende onderdelen van het gebouw zoals schoorsteenstoelen, kanalen en kasten, doch zonder aftrek van plinten en vast meubilair zoals aanrechten en verwarmingslichamen. Vloeroppervlak waarboven minder dan 1,5 m hoogte aanwezig is wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.

1.15 bijgebouw

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.16 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.17 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.18 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.19 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.20 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.21 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.22 bouwwerken voor recreatief nachtverblijf

een constructie van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.23 centrale voorzieningen

gebouwen ten dienste van verblijfsrecreatieve bedrijfsuitoefening, zijnde sanitaire voorzieningen, kantines, kantoren, recepties, zalen, parkwinkel, beheerloodsen, bowling, overdekte zwembaden, wellness huisvesting ten behoeve van personeel en een bedrijfswoning.

1.24 dagrecreatie

vrijetijdsbesteding gedurende de dag zoals sport en spel, wandelen, paardrijden of het

houden van een evenement; er is daarbij geen sprake van verblijfsrecreatie.

1.25 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.26 dakopbouw

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.

1.27 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.

1.28 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.29 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.30 hoofdverblijf

een gebouw of een deel van een gebouw dat fungeert als de vaste woonplaats van de betrokkene, hetgeen kan blijken uit de gemeentelijke basisadministratie of andere bewijsmiddelen

1.31 horecabedrijf

een bedrijf gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en / of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.32 kampeermiddelen

tenten, vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

1.33 kwetsbare objecten
  • a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen en woonwagens die als beperkt kwetsbaar object zijn aangemerkt.
  • b. bebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    • 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    • 2. scholen;
    • 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen.
  • c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in elk geval behoren:
    • 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object of;
    • 2. complexen, waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt, en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per object, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd.
  • d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen van het jaar.
1.34 landschaps- en natuurdeskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake het landschapwaarden, cultuurhistorische waarden en / of natuurwaarden.

1.35 NEN

door de Stichting Nederlands Normalisatie - instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan.

1.36 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.37 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.

1.38 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.39 natuur- en landschapsdeskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake het landschapwaarden, cultuurhistorische waarden en / of natuurwaarden.

1.40 parkwinkel

kleinschalige zelfbedieningswinkel waar levensmiddelen van uiteenlopende aard en huishoudelijke artikelen verkocht worden voor bezoekers van het park.

1.41 permanente bewoning

het recreatief verblijf gebruiken als hoofdverblijf waarbij  het gebruik van een gebouw door eenzelfde persoon of eenzelfde huishouden op een wijze die ingevolge het bepaalde in de artikelen 24 tot en met 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving in de basisadministratie van de gemeente Sluis.

1.42 peil
  • a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
1.43 recreatiewoning

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.

1.44 Staat van Horeca activiteiten

de Staat van Horeca bedrijven die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.45 standplaats

een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.

1.46 verblijfsrecreatie

het kortdurend verblijf van één of meerdere personen met overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarbij in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning.

1.47 woning

een hoofdgebouw met daarbij behorende bijgebouwen, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.

2.2 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.

2.3 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot / de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien een bouwwerk met betrekking tot deze constructiedelen over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten:

  • a. indien zich aan de voorgevelzijde een goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de hoogte aan de voorgevelzijde;
  • b. indien zich – in geval van een lessenaarsdak – aan de voorgevelzijde van het gebouw geen goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de laagste hoogte.
2.4 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.6 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en / of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 vloeroppervlakte

de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.3

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. opgaande beplantingen ten behoeve van een adequate groene omzoming van recreatieterreinen;
  • b. groen en water;
  • c. waterberging en waterafvoermogelijkheden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaam verkeersverbinding': tevens een langzaamverkeersverbinding;
  • e. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Aanlegverbod

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen;
  • c. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het planten, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting.

3.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod uit lid 3.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, mits in overeenstemming met het voorgaande bestemmingsplan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

3.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar:

  • a. een inrichtingsplan en/of beeldkwaliteitsparagraaf is overlegd;
  • b. naar het oordeel van burgemeester en wethouders het inrichtingsplan en de beeldkwaliteitsparagraaf zoals genoemd onder a past binnen de beoogde kwaliteitsdoelstellingen zoals deze zijn vastgelegd in de rapportage Ruimtelijke kwaliteit recreatieterreinen die als bijlage 2 bij deze regels is opgenomen.

Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.4

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens voor detailhandel;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens voor dienstverlening.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2': tevens een horeca gelegenheid uit categorie 2 van de Staat van Horeca activiteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens voor een parkeerterrein;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in een recreatieappartement;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - bezoekerscentrum': tevens een bezoekerscentrum;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - onthaalkamer': tevens een onthaalkamer;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
    • 1. gebouwen en overkappingen ten behoeve van dagrecreatieve voorzieningen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde;
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

4.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van dagrecreatieve voorzieningen, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk   
hoofdgebouwen, waaronder recreatieappartementen, en overkappingen     6 m   10 m   zie maatvoeringsaanduiding en anders 100% van het bouwvlak  
aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   3 m   5 m   40 m2  
erfafscheidingen       1,25 m    
nutsvoorzieningen       3 m    
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m    
speelvoorzieningen       8 m    
vlaggenmasten       10 m    
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m    

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning':
    • 1. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatieappartement is niet toegestaan;
    • 2. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
    • 3. een recreatieappartement op de beganegrond is niet toegestaan;
    • 4. het aantal recreatieappartementen bedraagt ten hoogste 5.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - onthaalkamer': zijn voorzieningen ten behoeve van een parkeeronthaal toegestaan, zoals sanitaire voorzieningen, fietsverhuur en ondergeschikte horeca uit categorie 1a van de Staat van Horeca activiteiten.

Artikel 5 Recreatie - Verblijfsrecreatie Adornis

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.6

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Adornis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

5.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   100   3 m   5 m   75 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak      
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 100;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
5.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
5.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 6 Recreatie - Verblijfsrecreatie Cassandria-Bad

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.7

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Cassandria-Bad' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

6.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

6.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   200   3 m   5 m   75 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak      
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 200;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.

6.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
6.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 7 Recreatie - Verblijfsrecreatie De Bonte Hoeve

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.8

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie De Bonte Hoeve' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

7.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouw-
werken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   300   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 300;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • h. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • i. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
7.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
7.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 8 Recreatie - Verblijfsrecreatie De Elzenhof

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.20

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie De Elzenhof' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' tevens voor verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch': tevens voor agrarisch;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

8.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

8.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaats voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   81   3 m   5 m   70 m²     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen          15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m²   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 81;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
8.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
8.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 9 Recreatie - Verblijfsrecreatie De Hoogte

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.9

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie De Hoogte' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' tevens voor verblijfsrecreatie kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoningen' tevens voor verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • e. een bedrijfswoning;
  • f. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

9.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoning   1   3 m   6 m   90 m2     3 m  
standplaats voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   265   3 m   5 m   70 m²     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen          15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m²   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
9.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 1;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 265;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • h. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • i. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • j. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • k. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
9.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
9.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 10 Recreatie - Verblijfsrecreatie De Lange Strink

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.10

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie De Lange Strink' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch': tevens voor agrarische activiteiten;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. een bedrijfswoning;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

10.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

10.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   155   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 155;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
10.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
10.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie De Meidoorn

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.11

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie De Meidoorn' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

11.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

11.2.2 maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   261   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
11.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 261;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
11.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
11.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 12 Recreatie - Verblijfsrecreatie De Ploeg

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.12

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie De Ploeg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens een parkeerterrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

12.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

12.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogt e van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   152   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
12.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 152;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
12.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
12.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 13 Recreatie - Verblijfsrecreatie De Vlier

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.13

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie De Vlier' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
13.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

13.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

13.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoning   26   4 m   8 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

13.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen is niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens permanente bewoning is toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 26;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • g. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
13.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 13.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie Privaatdomein Mettenije

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.14

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Privaatdomein Mettenije' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
14.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

14.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

14.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   80   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
14.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
14.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 80;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • h. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
14.5 Afwijken van de gebruiksregels
14.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 15 Recreatie - verblijfsrecreatie De Winne

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.15

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - verblijfsrecreatie De Winne' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. een bedrijfswoning;
  • f. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
15.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

15.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

15.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouw-
werken onderling  
recreatiewoningen   21   3,5 meter   9 m   80 m2     3 m  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   15   3 m   5 m   50 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1   3 m   3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvl ak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

15.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 21;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 15;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • h. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
15.4 Afwijken van de gebruiksregels
15.4.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.3 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.
15.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 15.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie De Woordhoeve

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.16

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie De Woordhoeve' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. een bedrijfswoning;
  • f. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.

 

16.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

16.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

16.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoningen   3   3 m   7 m   90 m2     3 m  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   85   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwv lak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
16.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 3;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 85;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • h. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • i. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • j. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • k. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
16.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
16.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.
16.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 16.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 17 Recreatie - Verblijfsrecreatie De Wulpen

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.17

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie De Wulpen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. een bedrijfswoning;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch': tevens voor agrarische activiteiten;
  • f. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
17.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

17.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

17.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   257   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvl ak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
17.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
17.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 257;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • h. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
17.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
17.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 18 Recreatie - Verblijfsrecreatie Den Molinshoeve

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.18

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Den Molinshoeve' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kampeermiddelen': uitsluitend voor verblijfsrecreatie in kampeermiddelen;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • e. een bedrijfswoning;
  • f. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
18.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

18.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

18.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddele n en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   90   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddele n en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvl ak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
18.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
18.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 90;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
18.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
18.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 19 Recreatie - Verblijfsrecreatie Dusarduijn

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.19

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Dusarduijn' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
19.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

19.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

19.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   66   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
19.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
19.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 66;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
19.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
19.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 20 Recreatie - Verblijfsrecreatie Golepolder Haventje

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.21

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Golepolder Haventje' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
20.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

20.2.1 Toelaatbare bebouwing
  • a. op deze gronden mogen worden gebouwd:
  • b. binnen het bouwvlak:
  • c. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

20.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouw-
werken onderling  
recreatiewoning   17   4 m   8 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

20.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 17;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • g. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
20.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 20.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie Groede Bad

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.23

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Groede Bad' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • e. een parkwinkel;
  • f. een bedrijfswoning;
  • g. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • h. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
21.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

21.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

21.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoningen   39   3 m   6 m   90 m2     3 m  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   1100   3 m   5 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   2 per bouwvl ak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

21.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
21.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. het aanbieden van faciliteiten voor verblijfsrecreatie anders dan door middel van een bedrijfsmatige exploitatie is niet toegestaan;
  • c. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • d. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • e. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 39;
  • f. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 1100;
  • g. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • h. de oppervlakte voor een parkwinkel bedraagt ten hoogste 150 m²;
  • i. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • j. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • k. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.

21.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
21.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.
21.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 21.6 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 22 Recreatie - Verblijfsrecreatie Halve Maentje

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.22.

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Halve Maentje' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
22.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

22.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
    • 1. recreatiewoningen met bijbehorende aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde;
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

22.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk   bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk   inhoud van een bouwwerk   afstand tussen gebouwen en bouwwerk-
en onderling  
recreatiewoning   11   4 m   6 m   60 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning   1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
22.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 11;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • g. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.

Artikel 23 Recreatie - Verblijfsrecreatie Het Gemaal

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.24

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Het Gemaal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
23.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

23.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

23.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouw-
werken onderling  
recreatiewoning   30   4 m   8 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
23.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 30;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • g. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
23.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 23.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 24 Recreatie - Verblijfsrecreatie Het Schorre

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.25

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Het Schorre' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
24.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

24.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

24.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouw-
werken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   92   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
24.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
24.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 92;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
24.5 Afwijken van de gebruiksregels
24.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 25 Recreatie - Verblijfsrecreatie Hof het Zuiden

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.26

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Hof het Zuiden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
25.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

25.2.1 Toelaatbaarheid bouwwerken

op deze gronden mogen worden gebouwd:

25.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   170   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

25.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.

25.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 170;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
25.5 Afwijken van de gebruiksregels
25.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 26 Recreatie - Verblijfsrecreatie Hoogduin

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.27

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Hoogduin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
26.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

26.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

26.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   454   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
26.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 454;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. de oppervlakte voor een parkwinkel bedraagt ten hoogste 150 m²;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
26.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving.

Artikel 27 Recreatie - Verblijfsrecreatie Le Rivage

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.28

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Le Rivage' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
27.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

27.2.1 Toelaatbare bebouwing

27.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouw-
werken onderling  
recreatiewoning   80   4 m   8 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

27.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 80;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • g. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
27.4 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
27.4.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.3 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 28 Recreatie - Verblijfsrecreatie Nieuwenhoven

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.29

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Nieuwenhoven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens voor een recreatiewoning;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. een bedrijfswoning;
  • f. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
28.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

28.2.1 Toelaatbare bebouwing

28.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouw-
werken onderling  
(recreatie)woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen'   2   4 m   8 m   90 m²     3 m  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   117, en ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf' het aangegeven aantal   3 m   5 m   75 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak      
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
28.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 28.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
28.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens permanente bewoning mag plaatsvinden;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 2;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 117, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwwerken, voor recreatief nachtverblijf' ten hoogste het aangegeven aantal is toegestaan;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • h. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • i. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • j. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • k. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
28.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
28.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 28.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.
28.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 28.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 29 Recreatie - Verblijfsrecreatie Nieuwvliet-Bad Oost

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.30

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Nieuwvliet-Bad Oost' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca uit ten hoogste categorie 2': tevens horeca uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca activiteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel;
  • g. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • h. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
29.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

29.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

29.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwer k    afstand tussen gebouwen en bouw-
werken onderling  
recreatiewoningen   zie maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen   3 m   7 m   90 m2     0 of 3 m  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf' het aangegeven aantal   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
hotel       12 m        
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' bedraagt het maximum bebouwingspercentage het percentage zoals aangegeven op de verbeelding.

29.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen' aangegeven aantal;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 3;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • h. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': zijn geen centrale voorzieningen toegestaan;
  • j. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • k. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
29.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 29.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 30 Recreatie - Verblijfsrecreatie Nooitgedacht

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.31

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Nooitgedacht' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. een bedrijfswoning;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
30.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

30.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

30.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   gootho ogte van een bouww erk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   234   3 m   5 m   75 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak      
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   2 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
30.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
30.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 234;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
30.5 Afwijken van de gebruiksregels
30.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 31 Recreatie - Verblijfsrecreatie Paarlhof II

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.32

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Paarlhof II' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. een bedrijfswoning;
  • f. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
31.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

31.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

31.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoningen   12   3 m   6 m   90 m2     3 m  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   141   3 m   5 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvl ak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
31.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
31.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. het aanbieden van faciliteiten voor verblijfsrecreatie anders dan door middel van een bedrijfsmatige exploitatie is niet toegestaan;
  • c. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • d. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • e. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 12;
  • f. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 141;
  • g. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • h. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
31.5 Afwijken van de gebruiksregels
31.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.
31.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 31.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 32 Recreatie - Verblijfsrecreatie Pèse Schorre

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.33

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Pèse Schorre' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
32.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

32.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

32.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogt e van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouww erk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoningen   47   4 m   7 m   100 m2     3 m  
recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2'   25   4 m   7 m   130 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
32.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 72;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • g. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
32.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 32.2.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 33 Recreatie - Verblijfsrecreatie Roompot Breskens

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.34

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Roompot BreskensRecreatie - Verblijfsrecreatie - Roompot Breskens' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum': tevens voor een sportcentrum met een overdekt zwembad;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg': tevens een vulpunt voor lpg;
  • f. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • g. een parkwinkel;
  • h. een overdekt zwembad;
  • i. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • j. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
33.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

33.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

33.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1': recreatiewoningen inclusief aan- en uitbouw en veranda   210   3 m   7 m   90 m2     3 m  
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2': standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   403   3 m   5 m   90 m2     3 m  
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 3: standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   65   3 m   5 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1' bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2' bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 3' bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
33.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
33.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 275;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 492;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • h. de oppervlakte voor een parkwinkel bedraagt ten hoogste 150 m²;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
33.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.2 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving.
33.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 33.2.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 34 Recreatie - Verblijfsrecreatie Schippers

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.35

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Schippers' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
34.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

34.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

34.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   175   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouw vlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
34.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
34.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 175;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
34.5 Afwijken van de gebruiksregels
34.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 35 Recreatie - Verblijfsrecreatie Schoneveld

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.36

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Schoneveld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca activiteiten;
  • e. een parkwinkel;
  • f. een overdekt zwembad;
  • g. een bedrijfswoning;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaam verkeersverbinding': uitsluitend een langzaamverkeersverbinding;
  • i. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • j. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
35.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

35.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

35.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoningen   312   3 m   7 m   90 m2     3 m  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   572   3 m   5 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen en ten behoeve van het sportcentrum     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouw vlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
35.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 35.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
35.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 312;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 572;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • h. de oppervlakte voor een parkwinkel bedraagt ten hoogste 150 m²;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
35.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
35.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 35.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.
35.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 35.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

 

Artikel 36 Recreatie - verblijfsrecreatie Sincfal

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.37

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - verblijfsrecreatie Sincfal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
36.2 Bouwregels
36.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

36.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoning   37   3 m   8 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
36.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens permanente bewoning mag plaatsvinden;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 37;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • g. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
36.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 36.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 37 Recreatie - Verblijfsrecreatie Village Scaldia

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.38

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Village Scaldia' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
37.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

37.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

37.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwer k    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoning   130   4 m   8 m   75 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
37.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 130;
  • e. uitsluitend verblijfsrecreatie met een bedrijfsmatige exploitatie is toegestaan;
  • f. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • g. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
37.4 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
37.4.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 37.3 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.
37.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 37.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 38 Recreatie - Verblijfsrecreatie Vogelenzang

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.39

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Vogelenzang' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • c. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. een bedrijfswoning;
  • e. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • f. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
38.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

38.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

38.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogt e van een bouwwerk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   218   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvl ak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
38.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
38.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 218;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
38.5 Afwijken van de gebruiksregels
38.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.

Artikel 39 Recreatie - Verblijfsrecreatie Wielewaal

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.40

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Wielewaal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': verblijfsrecreatie in kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
  • d. horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. een bedrijfswoning;
  • f. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • g. centrale voorzieningen voor dienstverlening, beheer, sanitair voorzieningen voor gezamenlijk gebruik en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
39.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

39.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

39.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogt e van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwe rk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoning   1   4 m   8 m   90 m2     3 m  
standplaats voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   122   3 m   5 m   70 m²     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvl ak   5 m   9 m   200 m²   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

39.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 39.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
39.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 1;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 56;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • h. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • k. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
39.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
39.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 39.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.
39.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 39.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 40 Recreatie - Verblijfsrecreatie Wijk de Brabander

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.41

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Wijk de Brabander' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
40.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

40.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

40.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogt e van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwe rk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoning   200   6 m   10 m   90 m2     0 of 3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

40.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 200;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
40.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 40.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 41 Recreatie - Verblijfsrecreatie Zeekraalstraat

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.42

41.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Zeekraalstraat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
41.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

41.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

41.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogt e van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwe rk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoning   41   3 m   8 m   90 m2     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
41.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens permanente bewoning mag plaatsvinden;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 41;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • g. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
41.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 41.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 42 Recreatie - Verblijfsrecreatie Zomerdorp het Zwin

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.43

42.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Zomerdorp het Zwin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie': verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • c. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
42.2 Bouwregels
42.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. binnen het bouwvlak:
  • b. op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde worden gebouwd.

42.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogt e van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouww erk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -1'   142   4 m   8 m   90 m2     0 of 3 m  
recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -2'   92   4 m   8 m   130 m²     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning    1     3 m   15 m2     3 m  
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
42.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 234;
  • e. per recreatiewoning is 1 onoverdekt zwembad toegestaan voor eigen gebruik;
  • f. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
42.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 42.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

Artikel 43 Recreatie - Verblijfsrecreatie Zonneweelde

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.44

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Zonneweelde' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

43.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

43.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

43.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoo gte van een bouwwer k    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   357   3 m   5 m   70 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak      
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvlak   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
43.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 43.2.1. voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
43.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 357;
  • e. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • f. een onoverdekt zwembad is toegestaan;
  • g. de oppervlakte voor een parkwinkel bedraagt ten hoogste 300 m²;
  • h. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • i. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.

Artikel 44 Recreatie - Verblijfsrecreatie Zwinhoeve

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.45

44.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie Zwinhoeve' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

44.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

44.2.1 Toelaatbare bebouwing

op deze gronden mogen worden gebouwd:

44.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoogte van een bouwwerk    bouwhoogt e van een bouwwerk    oppervlakte van een bouwwerk    inhoud van een bouwwe rk    afstand tussen gebouwen en bouwwerken onderling  
recreatiewoning   2   3 m   6 m   90 m2     3 m  
standplaatsen voor
kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda  
460   3 m   5 m   70 m²     3 m  
bijgebouw bij een recreatiewoning en/of kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3   15 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvl ak   5   9   200 m²   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        
44.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 44.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
44.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 2;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 460;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • h. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • i. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • j. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
44.5 Afwijken van de gebruiksregels
44.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 44.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • e. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de waterbeheerder van de afvalwaterketen over de afvoercapaciteit van het riool.
44.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 44.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

 

Artikel 45 Verkeer

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.46

45.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met doorgaande rijstroken, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens voor een parkeerterrein;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, ondergrondse faunapassages en de daarbij behorende voorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, verkeersgeleiding, informatievoorziening, reclame-uitingen en water.
45.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. de oppervlakte van een nutsvoorziening mag ten hoogste 15 m2 bedragen en de bouwhoogte van een nutsvoorziening mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 46 Verkeer - Beschermde dijk

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.47

46.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer – Beschermde dijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met doorgaande rijstroken, alsmede voet- en fietspaden;
  • b. het behoud van dijken en behoud,  herstel en ontwikkeling van aanwezige en potentiële natuur-, landschaps-, en cultuurhistorische waarden;
  • c. extensief agrarisch gebruik in de vorm van beweiding en voederwinning;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, verkeersgeleiding, informatievoorziening en water.
46.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 10 m.
46.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
46.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Verkeer – Beschermde dijk zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen;
  • c. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het planten, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting;
  • e. het afbranden van de vegetatie.

46.3.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 46.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

46.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 46.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke, cultuurhistorische en / of natuurwaarden:

  • a. niet worden aangetast of;
  • b. niet significant worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en indien nodig mitigerende en zonodig compenserende maatregelen worden getroffen.

46.3.4 Advisering

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 46.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige of aan de voorwaarde als bedoeld in lid 46.3.3 wordt voldaan.

Artikel 47 Water

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.48

47.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. niet-gemotoriseerd verkeer te water;
  • b. wateraanvoer en -afvoer en de waterberging;
  • c. ontwikkeling van natuurwaarden en aanleg van (natuurvriendelijke) oevers;
  • d. de ontsluiting van aangrenzende percelen;
  • e. extensieve dagrecreatie met bijbehorende voorzieningen;
  • f. bruggen en dammen.
47.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.

Artikel 48 Waarde - Archeologie 1

48.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 1 aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologisch waardevolle terreinen.

48.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 48.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    • 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  • c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    • 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste  50 m²;
    • 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan  40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
48.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
48.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 1 zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 40 cm, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • d. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • e. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • f. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • g. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren dieper dan 40 cm onder het bestaande maaiveld.

48.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van 48.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. werken en / of werkzaamheden die normaal beheer of onderhoud betreffen;
  • b. werken en / of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden of ontgrondingsvergunning;
  • c. een oppervlakte beslaan van ten hoogste  50 m²;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

48.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 48.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de activiteiten door een archeologische deskundige.

 

Artikel 49 Waarde - Archeologie - 2

49.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie - 2 aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

49.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 49.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    • 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  • c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    • 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
    • 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan  40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
49.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
49.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 2 zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan  40 cm, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het graven, verbreden en dempen van sloten , vijvers en andere wateren dieper dan 40 cm onder het bestaande maaiveld.
  • c. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • e. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • f. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • g. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • h. het verdiepen en afgraven van de zeebodem.

49.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van 49.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. werken en / of werkzaamheden die normaal beheer of onderhoud betreffen;
  • b. werken en / of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden of ontgrondingsvergunning;
  • c. een oppervlakte beslaan van ten hoogste  500 m²;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

49.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 49.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de activiteiten door een archeologische deskundige.

Artikel 50 Waarde - Archeologie 3

50.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologisch waardevolle terreinen.

50.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 50.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    • 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  • c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    • 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste  1.000 m²;
    • 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan  40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
50.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
50.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 3 zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 40 cm, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • d. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • e. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • f. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • g. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren dieper dan 40 cm onder het bestaande maaiveld.

50.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van 50.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. werken en / of werkzaamheden die normaal beheer of onderhoud betreffen;
  • b. werken en / of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden of ontgrondingsvergunning;
  • c. een oppervlakte beslaan van ten hoogste  1.000 m²;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

50.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 50.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de activiteiten door een archeologische deskundige.

 

Artikel 51 Waarde - Archeologie - 4

51.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie - 4 aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

51.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 51.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    • 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  • c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    • 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2.500 m²;
    • 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan  40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
51.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
51.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 2 zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan  40 cm, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het graven, verbreden en dempen van sloten , vijvers en andere wateren dieper dan 40 cm onder het bestaande maaiveld.
  • c. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • e. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • f. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • g. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • h. het verdiepen en afgraven van de zeebodem.

51.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van 51.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. werken en / of werkzaamheden die normaal beheer of onderhoud betreffen;
  • b. werken en / of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden of ontgrondingsvergunning;
  • c. een oppervlakte beslaan van ten hoogste  2.500 m²;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

51.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 51.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de activiteiten door een archeologische deskundige.

Artikel 52 Waterstaat - Waterkering

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.50

52.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming - bestemd voor:

  • a. bescherming en veiligstelling van de waterstaatkundige functie van de primaire en regionale waterkering;
  • b. water en bijbehorende voorzieningen voor de waterhuishouding.
52.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 52.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op bouwwerken ten behoeve van de verkeersgeleiding.
52.3 Afwijken van de bouwregels
52.3.1 Hogere bouwwerken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 52.2 onder b ten behoeve van het bouwen van hogere bouwwerken, met inachtneming van het volgende:

  • a. de omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de omgevingsvergunning wordt verleend, indien het belang van de waterstaatskundige functie van de primaire en regionale waterkering door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering.

52.3.2 Uitbreiding bestaande bebouwing

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 52.2 onder c ten behoeve van het uitbreiden van bestaande bouwwerken, met inachtneming van het volgende:

  • a. de omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de waterstaatskundige functie van de primaire en regionale waterkering door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering.
52.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
52.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waterstaat – Waterkering zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen;
  • c. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het planten, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting.

52.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 52.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. werken en werkzaamheden die noodzakelijk zijn ten behoeve van de instandhouding van de waterkering;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

52.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 52.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waterstaatskundige functie van de primaire en regionale waterkering niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

52.4.4 Advisering

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 52.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de beheerder van de waterkering of aan de voorwaarde als bedoeld in lid 52.4.3 wordt voldaan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.51

Artikel 53 Antidubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen, waarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist, buiten beschouwing.

Artikel 54 Algemene bouwregels

54.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van het bestemmingsplan worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  • b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  • c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
54.2 Bestaande maten

Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:

  • a. de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
  • b. de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als tenminste toelaatbaar worden aangehouden;
  • c. in geval van herbouw is het bepaalde onder a en b slechts van toepassing, indien de herbouw binnen hetzelfde bouwvlak plaatsvindt en er geen belemmeringen zijn met betrekking tot milieu en natuur;
  • d. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken zoals opgenomen in 59.1 niet van toepassing.

54.3 Afstanden van woningen tot wegen

Ingeval van herbouw van een (bedrijfs-, dienst-)woning elders op een bestemmingsvlak of bouwvlak mag de afstand van de woning (inclusief aan- en uitbouwen) tot de as van de weg - ter beperking van geluidhinder - niet worden verkleind.

Artikel 55 Algemene gebruiksregels

De algemene gebruiksregels luiden als volgt:

  • a. het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels.
  • b. het bevoegd gezag wijkt af van het bepaalde onder a, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.

Artikel 56 Algemene aanduidingsregels

56.1 Vrijwaringszone - Dijk
56.1.1 Aanduidingsomschrijving

De voor 'Vrijwaringszone - Dijk' aangewezen gronden zijn - behalve voor de daar voorkomende bestemmingen - mede aangeduid voor waterstaatkundige voorzieningen.

56.1.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 56.1.1 genoemde bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de hoogte van bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 meter;
  • c. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) en geldende bouwregels mag uitsluitend worden gebouwd, als het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

56.1.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 56.1.2, onder c met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
  • b. de waterstaatkundige belangen worden door de bouwactiviteiten niet onevenredig geschaad;

alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad.

56.2 Veiligheidszone - Bevi

Ter plaatse van de aanduiding Veiligheidszone - Bevi zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.

Artikel 57 Algemene afwijkingsregels

57.1 Geringe afwijkingen

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
  • c. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 58 Algemene wijzigingsregels

58.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.52

Artikel 59 Overgangsrecht

59.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwen luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
59.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

Artikel 60 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam Regels van het bestemmingsplan 'Verblijfsrecreatieterreinen Sluis'.