direct naar inhoud van Artikel 5 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Sluis Cavelot
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.004bpcav10-VG01

Artikel 5 Recreatie - Verblijfsrecreatie

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een verblijfsrecreatief terrein met ten hoogste 440 recreatiewoningen, waarvan ten hoogste 3 recreatiewoningen voorzien zijn van voorzieningen voor medische verzorging;
  • b. ter plaatse van de aanduiding centrum tevens voor de volgende functies in een gezamenlijke omvang van ten hoogste 2.000 m²:
    • 1. dienstverlening, beheer en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie;
    • 2. ondergeschikte horeca behorende tot categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
    • 3. ondergeschikte detailhandel;
    • 4. een zwembad met bijbehorende faciliteiten, zoals kleed- en doucheruimten, in een gezamenlijke omvang van ten hoogste 400 m²;
  • c. ter plaatse van de aanduiding welness tevens voor de volgende functies in een gezamenlijke omvang van ten hoogste 1.500 m²:
    • 1. voorzieningen voor persoonlijke verzorging;
    • 2. aan de recreatieve bestemming ondergeschikte zorgactiviteiten behorende tot categorie I van de Staat van Zorgactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van verkeer - 1: tevens voor een ontsluitingsweg met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. realisatie en instandhouding van groen en water met recreatief medegebruik met landschapswaarden in de vorm van landschappelijke groenelementen, duinen en waterpartijen met een omvang van ten minste 16 ha;
  • g. bij deze functies behorende voorzieningen zoals sport- en spelvoorzieningen, steigers, vlonders, terrassen, een entreemarkering, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen en waterberging.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

5.2.1 Toelaatbare bebouwing
  • a. op deze gronden mogen worden gebouwd:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' recreatiewoningen;
    • 2. gebouwen ten behoeve van functies zoals genoemd in lid 5.1 onder b en c;
    • 3. gebouwen ten behoeve van functies zoals genoemd in lid 5.1 onder e en g;
    • 4. aan- en uitbouwen;
    • 5. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen, zijnde.
  • b. recreatiewoningen worden vrijstaand gebouwd, met dien verstande dat op gronden met de specifieke bouwaanduiding – 2 het toegestaan is hoofdgebouwen aaneen te bouwen;
  • c. bouwlagen van hoofdgebouwen beneden peil zijn niet toegestaan, uitgezonderd ondergrondse afvalcontainers, reinwaterkelders en het in lid 5.1 onder b sub 4 genoemde zwembad;
  • d. ten behoeve van functies zoals genoemd in lid 5.1 onder b en c zijn ten hoogste 1 terras en 1 steiger of vlonder toegestaan;
  • e. per recreatiewoning is ten hoogste 1 steiger of vlonder toegestaan;
  • f. recreatiewoningen worden gebouwd op een bouwperceel van ten minste 300 m²;
  • g. op gronden gelegen op een hoogte van meer dan +4 m NAP zijn geen bouwwerken toegestaan;
  • h. bijgebouwen zijn niet toegestaan.

5.2.2 Afstanden
  • a. de afstand van recreatiewoningen tot de weg en de daarbijbehorende fiets- en wandelpaden en bermen bedraagt ten minste 1,5 m;
  • b. de afstand van bouwwerken tot de bestemming water bedraagt ten minste 5 meter, uitgezonderd:
    • 1. vlonders en steigers;
    • 2. bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'brug';
    • 3. bouwwerken ter plaatse van de gronden met de specifieke bouwaanduiding - 1;
  • c. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet geldt ter plaatse van gronden met de specifieke bouwaanduiding - 2.

5.2.3 Goot- en bouwhoogte
  • a. de goothoogte van recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • b. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 12 m;
  • c. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding – 1 geldt in afwijking van het bepaalde in artikel 1.22 de kruin van de dijk aan de Scheldestraat als peil;
  • d. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - 2 geldt voor recreatiewoningen:
    • 1. een goothoogte van ten hoogste 6 meter;
    • 2. een bouwhoogte van ten hoogste 12 meter;
  • e. ter plaatse van de aanduiding centrum geldt voor bouwwerken, niet zijnde recreatiewoningen:
    • 1. de goothoogte bedraagt ten hoogste 6 m;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 12 m, met dien verstande dat voor ten hoogste 25% van de totale lengte van de gevel aan de straatzijde een bouwhoogte van ten hoogste 15 m is toegelaten voor een architectonisch accent;
  • f. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,25 m;
  • g. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • h. de bouwhoogte van straatverlichting bedraagt ten hoogste 5 m;
  • i. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 6,5 m;
  • j. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 7,5 m;
  • k. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

5.2.4 Oppervlakte en inhoud
  • a. de gewogen gemiddelde inhoud van recreatiewoningen bedraagt ten minste 400 m³, met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud van een recreatiewoning op een bouwkavel met een omvang van ten hoogste 550 m², ten minste 260 m³ en ten hoogste 600 m³ bedraagt;
    • 2. de inhoud van een recreatiewoning op een bouwkavel met een omvang van ten minste 550 m² en ten hoogste 750 m², ten minste 350 m³ en ten hoogste 900 m³ bedraagt;
    • 3. de inhoud van een recreatiewoning op een bouwkavel met een omvang van ten minste 750 m², ten minste 350 m³ en ten hoogste 1.300 m³ bedraagt;
  • b. het oppervlak van een gebouw als bedoeld in 5.2.1 sublid a onder 2 bedraagt ten hoogste het in 5.1 onder b en c genoemde oppervlak;
  • c. de oppervlakte van terrassen bedraagt:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding centrum ten hoogste 250 m²;
    • 2. ter plaatse van recreatiewoningen met een inhoud van ten hoogste 350 m³, ten hoogste 25 m²;
    • 3. ter plaatse van recreatiewoningen met een inhoud van ten hoogste 600 m³, ten hoogste 40 m²;
    • 4. ter plaatse van recreatiewoningen met een inhoud van ten hoogste 900 m³, ten hoogste 60 m²;
    • 5. ter plaatse van recreatiewoningen met een inhoud van ten hoogste 1.300 m³, ten hoogste 100 m²;
  • d. de oppervlakte van steigers en vlonders bedraagt:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding centrum ten hoogste 250 m²;
    • 2. ter plaatse van de overige gronden ten hoogste 15 m²;
  • e. de oppervlakte van een reinwaterkelder bedraagt ten hoogste 150 m²;
  • f. de oppervlakte van overige nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogte 25 m².

5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Bouwen hogere erfafscheiding

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.2.3onder g voor het toestaan van een hogere erfafscheiding ten behoeve van een centrumgebouw of een gebouw voor zorg- en welness voorzieningen, met in achtneming van het volgende:

  • a. na ontheffing bedraagt de bouwhoogte ten hoogste 2 meter;
  • b. ontheffing wordt slechts verleend voor erfafscheidingen ter plaatse van de gronden met de aanduiding centrum;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van naastgelegen percelen.

5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. permanente bewoning van recreatiewoningen is niet toegestaan;
  • b. het aanbieden van faciliteiten voor verblijfsrecreatie voor meer dan 50 recreatiewoningen, anders dan door middel van een bedrijfsmatige exploitatie, is niet toegestaan;
  • c. het gebruik van (een deel van) de gebouwen als seksinrichting is niet toegestaan.
  • d. het in gebruik hebben van een verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van de functie horeca zoals genoemd in lid 5.1 b onder 2, groter dan 200 m² is niet toegestaan;
  • e. het in gebruik hebben van een verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van de functie detailhandel zoals genoemd in lid 5.1 b onder 3 groter dan 120 m² is niet toegestaan;
  • f. het in gebruik hebben van vloeroppervlak ten behoeve van zorgactiviteiten zoals genoemd in lid 5.1 c onder 2, groter dan 250 m² is niet toegestaan.

5.5 Ontheffing voor gebruik
5.5.1 Groter oppervlak horecafunctie

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.4onder d voor het toestaan van een groter verkoopvloeroppervlak ten behoeve een horecafunctie, met in achtneming van het volgende:

  • a. na ontheffing bedraagt het verkoopvloeroppervlak ten hoogste 400 m²;
  • b. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van naastgelegen percelen.

5.5.2 Groter oppervlak detailhandel

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.4onder e voor het toestaan van een groter verkoopvloeroppervlak ten behoeve detailhandel, met in achtneming van het volgende:

  • a. na ontheffing bedraagt het verkoopvloeroppervlak ten hoogste 240 m²;
  • b. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van naastgelegen percelen.

5.5.3 Andere horeca-categorie

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.1 b onder 2 voor het toestaan van een restaurant behorende tot categorie 1b, met dien verstande dat ontheffing niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van naastgelegen percelen.

5.6 Aanlegvergunning
5.6.1 Aanlegverbod zonder aanlegvergunning

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend het afgraven, egaliseren, ontginnen en ophogen, waarbij het grondverzet groter is dan 50 m3.

5.6.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 5.6.1is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de realisatie van de bestemming;
  • b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij de bouwregels in acht zijn genomen;
  • c. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

5.6.3 Voorwaarde voor aanlegvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.6.1zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschapswaarden, zoals genoemd in lid 5.1 onder g bedoeld, niet onevenredig worden aangetast.

5.6.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 5.6.1winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de landschapsdeskundige, over de vraag zoals genoemd in lid 5.6.3.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen op de plankaart de bestemming ter plaatse van de aanduiding welness wijzigen in de bestemming Maatschappelijk-Kliniek met de aanduiding bouwvlak, ten behoeve van de realisatie van een zelfstandig gebouw voor zorgactiviteiten, met in achtneming van het volgende:

  • a. de omvang van de zorgactiviteiten, inclusief de in lid 5.1 sublid c onder 1 genoemde activiteiten, bedraagt ten hoogste 500 m²;
  • b. de zorgactiviteiten die middels deze wijzigingsbevoegdheid mogelijk worden gemaakt behoren tot ten hoogste categorie II van de Staat van Zorgactiviteiten;
  • c. wijziging leidt niet tot een toename van het in lid 5.1 sublid c genoemde oppervlak;
  • d. de bouwhoogte van het gebouw bedraagt ten hoogste 12 m, met dien verstande dat voor ten hoogste 25% van de totale lengte van de gevel aan de straatzijde een bouwhoogte van ten hoogste 15 m is toegelaten voor een architectonisch accent;
  • e. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • g. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.