direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Vleumingen te Gendt
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.78-OH01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen en/of de uitoefening van een beroep aan huis, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis, met een maximum van 45 m²;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'erf', voor erf;

met de daarbij behorende:

  • c. tuinen;
  • d. verhardingen o.a. voor parkeervoorzieningen;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. duikers.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. uitsluitend toegestaan zijn de woningtypen, zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. vrij: vrijstaand;
    • 2. tae: twee-aaneen;
    • 3. aeg: aaneengebouwd;
  • c. er zijn maximaal 12 woningen toegestaan;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt:
    • 1. bij vrijstaande woningen minimaal 1 m¹ aan beide zijden;
    • 2. bij twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen 1 m¹ aan één zijde;
  • e. de goot- bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.

6.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in een bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'erf’ worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw bedraagt buiten het bouwvlak maximaal 60 m² ter plaatse van de aanduiding ‘erf’, met dien verstande dat:
    • 1. minimaal 50% van de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘erf’ onbebouwd dient te blijven;
    • 2. ondergrondse bouwwerken, overkappingen en erkers, gelegen buiten het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding ‘erf’ niet meegerekend worden bij de bepaling van het gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken;
  • c. de goothoogte voor met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mag niet hoger zijn dan de eerste volledige bouwlaag boven het peil;
  • d. de bouwhoogte voor met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 5,5 m¹, met dien verstande dat de bouwhoogte minimaal 1,5 m¹ onder de nok van het hoofdgebouw gelegen dient te zijn. Doorgetrokken schuintes zijn wel toegestaan;
  • e. de maximale goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt 3,5 m¹ en de maximale bouwhoogte bedraagt 5,5 m¹.

6.2.3 Erkers

Voor het bouwen van erkers op de gronden, die niet zijn gelegen binnen een bouwvlak of ter plaatse van de aanduiding ‘erf’ gelden de volgende regels:

  • a. de breedte van een erker bedraagt aan de voorzijde maximaal 65% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw en aan de zijgevel maximaal 50% van de breedte van de zijgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de maximale hoogte van een erker bedraagt het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • c. de maximale diepte van de erker bedraagt 25% van de diepte van de gronden, met een maximum van 2 m¹;
  • d. erkers op hoeken van een hoofdgebouw zijn niet toegestaan.

6.2.4 Bouwwerk, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m¹ bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevel maximaal 1 m¹ mag bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bij hoekwoningen, aan de zijde van het zijerf dat grenst aan de openbare weg of het openbaar groen, tot 1 m¹ voor de voorgevel maximaal 1 m¹ bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m¹ bedragen.

6.2.5 Overkappingen

Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3 m¹ bedragen;
  • b. het bebouwde oppervlakte mag niet meer dan 20 m² bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage van het gehele perceel mag niet meer bedragen dan 50%, met dien verstande dat het hoofdgebouw niet meegerekend wordt;
  • d. de overschrijding voor de voorgevel mag niet meer bedragen dan 1,5 m¹.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het wonen in vrijstaande bijgebouwen;
  • b. kamerbewoning;
  • c. seksinrichtingen.