direct naar inhoud van Artikel 14 Water
Plan: Kom Haalderen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.28-OH01

Artikel 14 Water

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterberging;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden', behoud, beheer en bescherming van natuurwaarden;
  • c. waterhuishouding;
  • d. waterlopen en waterpartijen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. infiltratievoorzieningen;
  • g. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  • h. duikers.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 m¹ bedragen.
14.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.4.1 Omgevingsvergunningsplichtige activiteiten

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ophogen, anders dan door bemesting;
  • b. werken uitvoeren, welke tot een blijvende verlaging dan wel verhoging van de gemiddelde grondwaterstand van meer dan 0,5 m aanleiding kunnen geven;
  • c. hoog opgaand geboomte, houtgewas en beplantingen - geen struik- of stamboomgaarden zijnde - te vellen, te rooien of te beschadigen voor zover dit niet reeds is geregeld in, dan wel is uitgesloten van regeling in de Boswet, dan wel aan de bevoegdheid van de gemeente is onttrokken overeenkomstig het gestelde in de Boswet;
  • d. bovengrondse- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur aan te brengen;
  • e. te ploegen, spitten en maaien;
  • f. te werken met chemische middelen.
14.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 14.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
14.4.3 Verlening

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 14.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.