Plan: | Bestemmingsplan Kleine Kernen Noordenveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1699.2013BP039-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Bestemmingsplan Kleine Kernen Noordenveld met identifcatienummer NL.IMRO.1699.2013BP039-vg01 van de gemeente Noordenveld;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de uitoefening van een beroep, het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, welke activiteiten door de beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een op de verbeelding blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
de gevel van een gebouw, die gesitueerd is tegenover de voorgevel van het betreffende gebouw;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door het houden van dieren;
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de waarde van een gebied in stedenbouwkundige zin, die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, een goede hoogte- en breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en de samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend kortdurend logies en ontbijt voor maximaal vijf personen, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw of is gevestigd in een van de bestaande bijgebouwen en wordt uitgeoefend door de gebruiker van het betreffende perceel;
een inrichting of instelling, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen, dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden werkactiviteiten daaronder niet begrepen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
een lager gelegen gebied waardoor een beek stroomt;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist, tenzij in de regels anders is bepaald;
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met in de bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten, die samen een geïntegreerde eenheid (bouwkarakteristiek waarbij woon- en stalgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn) vormen;
een constructie, die met plastic of een in gebruik daarmee overeenkomend materiaal is afgedekt, ter vervroeging of verlenging van het teeltseizoen van tuinbouw- of fruitteeltproducten. Hieronder wordt tevens verstaan een draagluchthal;
een stuk grond beplant met fruitbomen;
bos of bebossing gericht op houtproductie, natuurbehoud, recreatie en/of kwaliteit van het landschap, waarbij de verschijningsvorm als bos primair is;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping;
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
het in open lucht tijdelijk opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;
de buitenzijde van de daadwerkelijke wanden van een bouwwerk. Voor bouwwerken die niet of niet aan alle zijden door wanden omsloten worden, wordt de loodrechte projectie van de dakrand op het maaiveld als buitenwerkse gevelvlak aangemerkt;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;
een vorm van recreëren die zich beperkt tot één dag waarbij overnachting niet is toegestaan, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld kamperen en dergelijke waarbij men zich voor meerdere dagen van huis begeeft;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of een overkapping;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een samenhangend netwerk van gebieden, dat voldoende robuust is voor een duurzame verbetering van de omstandigheden voor de wilde flora en fauna en voor natuurlijke leefgemeenschappen;
een al dan niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ingericht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, dat in beginsel behoort tot het perceel waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat kan blijken uit de (oorspronkelijke) kadastrale gegevens en de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
de afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of perceel, of van de openbare ruimte;
een ondergeschikte grondgebonden uitbouw met een beperkte omvang in breedte, hoogte, diepte en een overwegend transparante verschijningsvorm en uitstraling, waardoor het stedenbouwkundig aanzicht niet wezenlijk wordt beïnvloed;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
een afzonderlijke, niet tot een bepaalde woning behorende, stalling voor motorvoertuigen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken;
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;
een woning of een ander gebouw of object waarvoor ingevolge artikel 82 van de Wet geluidhinder bij Algemene Maatregel van Bestuur de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting is aangegeven;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
een horizontale snijlijn van gevelvlak en dakvlak, zijnde de laagste lijn van het dak die representatief kan worden geacht voor de (toegestane) hoofdmassa;
een agrarisch bedrijf waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen, tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
het houden van dieren van soorten, in het bijzonder evenhoevigen (runderen, varkens, schapen, geiten), maar ook paarden en pluimvee. Hobbydieren worden niet voor de productie en dus ook niet voor economisch gewin gehouden, maar voor educatieve of recreatieve doeleinden of uit pure liefhebberij. Het houden van hobbydieren is voor de houder een nevenactiviteit, die niet kan worden uitgeoefend naast het bedrijfsmatig houden van genoemde diersoorten;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
één gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat naar constructie en inrichting geschikt is voor de permanente huisvesting van één persoon, een gezin of een hiermee gelijk te stellen groep personen;
de hoofdvorm van het gebouw wordt bepaald door het bestaande gevelvlak, de goothoogte, de nokhoogte en de dakvorm;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
een inrichting die gericht is op het verstrekken van alcoholvrije dranken, dan wel van kleine etenswaren, zoals lunchroom, ijssalon, koffie-/theehuis en die qua exploitatievorm en openingstijden aansluit bij winkelvoorzieningen;
een inrichting die geheel gericht is op het verstrekken van maaltijden, die ter plaatse kunnen worden genuttigd dan wel afgehaald kunnen worden, en waarbij het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is, zoals snackbar, afhaalcentrum, (fastfood) restaurant;
een inrichting die gericht is op het verstrekken van (sterke) dranken, het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansen en het verhuren van zalen aan (besloten) gezelschappen, zoals café, bar, zalenverhuurbedrijf;
een inrichting die geheel gericht is op het ten gehore brengen van muziek en het gelegenheid geven tot dansen, in combinatie met het verstrekken van dranken die ter plaatse kunnen worden genuttigd, zoals dancing/discotheek;
een inrichting die in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig nachtverblijf aanbieden, eventueel gecombineerd met het verstrekken van maaltijden en dranken, zoals hotel, logies, pension;
lijnvormige beplanting bestaande uit bomen en struiken op overwegend eenzelfde hoogte als het omringend landschap;
het telen van hout gericht op uitsluitend de productie als onderdeel van een agrarisch bedrijf;
iemand die beroepsmatig tuinen aanlegt en verzorgt;
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen, die een duurzame (gemeenschappelijke) huishouding voer(t)(en) of wil(len) voeren, waar bij een gemeenschappelijke huishouding sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan (kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen);
een terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen voor recreatief nachtverblijf;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een (publieksgerichte) baliefunctie, en dient als zelfstandige kantoorruimte;
een dakafdekking in een gebogen vorm dan wel onder een hoek vanaf 15° met het horizontale vlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw onmiddellijk onder de kap;
beeldbepalende en/of waardevolle bebouwing welke past bij de omgeving;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groenten, vruchten, bloemen of planten;
het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 15 kampeerplaatsen;
een verhard terrein, al dan niet met keerwanden, ten behoeve van opslag van landbouwgewassen en/of producten;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of op detailhandel en groothandel in ter plaatse geproduceerde producten;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht moet worden genomen;
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur;
landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurlijk waardevolle elementen in het landschap, zoals onder andere houtopstanden, houtsingels, houtwallen, moerasjes, poelen en steilranden;
niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat in feitelijk opzicht is ingericht als tuin ten dienste van de woonfunctie, maar dat planologisch een agrarische bestemming heeft;
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
het bedrijfsmatig verlenen van maatschappelijke diensten aan consumenten door middel van een rechtstreeks contact; de maatschappelijke diensten hebben betrekking hebben op (sociaal-)medische, (sociaal-)culturele of openbare dienstverlening en daarmee naar de aard gelijk te stellen dienstverlening;
educatieve, (sociaal-)medische, (sociaal-)culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen, kinderopvang en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen);
een aarden put bekleed met folie die geheel of gedeeltelijk is ingegraven en wordt omgeven door een grondwal ten behoeve van de opslag van drijfmest;
een constructie van beton, hout of staal bekleed met folie of beton, dan wel een gemetselde constructie die geheel of gedeeltelijk is ingegraven ten behoeve van de opslag van mest. Onder een mestsilo wordt niet begrepen een mestkelder, zijnde een volledig ondergrondse bak, die is gecombineerd met een gebouw;
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkómen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, (bodem)verontreiniging, licht en/of trilling;
aangewezen omgevingsgebied van de molen, voorzover die van invloed is op het goed kunnen functioneren van de molen als werktuig en/of als monument, waarbinnen onder andere een onbelemmerde windvang en/of het zicht op de molen beschermd worden;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
de hoogste lijn van een dak;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand;
een al dan niet door middel van een afscheiding afgezonderd terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en/of berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
de bewoning van een recreatiewoning als hoofdverblijf;
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning die (tevens) door derden mag worden bewoond en die niet wordt beschermd tegen de milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
een gebruik van gronden voor dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van voet-, fiets- en ruiterpaden, picknickplaatsen, parkeervoorzieningen, de inrichting van visoevers en daarmee gelijk te stellen voorzieningen, dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
een permanent aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of een daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat of die het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar als recreatieverblijf gebruikt en bewoond te worden;
een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven delen van een bestemmingsvlak of een bouwperceel met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bestemmingsvlak of één bouwperceel;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een richtafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
de lijn die, behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of aan de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf, waaronder tevens is begrepen een erotische massagesalon, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
een vrij in het open veld staande schuur, uitsluitend bedoeld voor het stallen van vee, de opslag van machines, agrarische producten en/of niet agrarische producten;
de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan conform het gestelde in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening;
de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer, die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen, bochten en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
het voor het hoofdgebouw gelegen gedeelte van het erf, voor zover gelegen voor de voorgevel en het verlengde daarvan tot aan de naar de weg gekeerde perceelgrens;
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig in het plan aangeduide, dan wel door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
de voorgevel, het voorerf en het dakvlak aan de voorzijde van een gebouw, alsook de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) gekeerd is naar de weg of openbaar toegankelijk gebied;
een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning;
voorzieningen ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer en waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit;
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten, met dien verstande dat zelfstandige fiets- en voetpaden, brandgangen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voor openbaar verkeer openstaande paden hier niet onder worden begrepen;
een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, krachtens aard en indeling geschikt en uitsluitend bestemd voor de huisvesting van één huishouden;
de waarde van een gebied voor de woonfunctie, die wordt bepaald door de situering van om die woonfunctie liggende functies en bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het uitzicht, de mate van privacy en het voorkómen of beperken van hinder;
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
een terrein bestaande uit meerdere standplaatsen;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten door reisbureaus, uitzendbureaus, reclamebureaus, architectenbureaus, kapperszaken, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven, kantoren en praktijkruimten;
het naast het hoofdgebouw gelegen gedeelte van het erf, voor zover gelegen naast de zijgevel tot aan de aan die zijde gelegen perceelgrens;
de gevel van een gebouw, niet zijnde de voor- of achtergevel;
een (voormalige) boerderij met de bijbehorende gebouwen met een zorgfunctie als hoofdtak, waar personen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking, psychiatrische cliënten en/of zorgbehoevende ouderen met een zorg- of hulpvraag terechtkunnen voor dagbesteding, opvang en/of arbeidstraining, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn, waarbij die personen begeleid agrarische activiteiten verrichten;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, luchtbehandeling- en liftinstallaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/of de buitenzijde van overige niet-ondergeschikte bouwonderdelen, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Alle maten zijn in meters (m) en voor:
Op de verbeelding wordt altijd gemeten vanuit het hart van de lijn.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
In de bestemming zijn houtteelt en opgaande vormen van boom- en fruitteelt, alsmede de aanleg van nieuwe (grootschalige) boselementen niet begrepen.
Voor het bouwen van een gebouw geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Het gebruik van de gronden bij (bedrijfs)woningen voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 3.6.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft die het normale onderhoud tot doel hebben.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het realiseren van natuurgebieden ter uitwerking van de ecologische hoofdstructuur, mits:
De voor 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Het onder g genoemde en als zodanig aangeduide doeleind 'bed & breakfast' is nevengeschikt aan het wonen maar dient wel in combinatie met het wonen te worden uitgeoefend.
De rijksmonumenten en de provinciale monumenten zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. De overige behoudenswaardige bebouwing is aangeduid als 'karakteristiek'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen geldt de volgende algemene bouwregel:
Voor het bouwen van een bedrijfsgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
a. Inpandige opslag
Het gebruik van de bedrijfsgebouwen voor de inpandige opslag van caravans, boten en daarmee gelijk te stellen goederen is toegestaan.
b. Aan huis verbonden werkactiviteiten
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten in een bedrijfswoning en in een plattelandswoning is toegestaan, met dien verstande dat:
c. Bed & breakfastvoorziening
Het gebruik van de bedrijfswoning en de plattelandswoning voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
d. Paardenbakken
Het gebruik van de gronden bij de bedrijfswoning en de plattelandswoning voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de bedrijfswoning wijzigen ten behoeve van het toestaan van wonen, anders dan ten behoeve van het agrarisch bedrijf, mits:
Na wijziging wordt de betreffende woning aangeduid als 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' en zijn de bouwregels van lid 4.2.3, 4.2.4 en 4.2.5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de oppervlakte van de woning, inclusief de bijbehorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen, niet wordt meegerekend met de oppervlakte van het agrarisch bouwperceel en met dien verstande dat ten behoeve van het agrarisch bedrijf de bouw van een nieuwe bedrijfswoning niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan, voor zover het betreft (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven, wijzigen ten behoeve van:
met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van een bedrijfsgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
a. Aan huis verbonden werkactiviteiten
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten in een bedrijfswoning is toegestaan, met dien verstande dat:
b. Bed & breakfastvoorziening
Het gebruik van de bedrijfswoning voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
c. Paardenbakken
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de bedrijfswoning wijzigen ten behoeve van het toestaan van wonen, anders dan ten behoeve van het agrarisch bedrijf, mits:
Na wijziging wordt de betreffende woning aangeduid als 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' en zijn de bouwregels van lid 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de oppervlakte van de woning, inclusief de bijbehorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen, niet wordt meegerekend met de oppervlakte van het agrarisch bouwperceel en met dien verstande dat ten behoeve van het agrarisch bedrijf de bouw van een nieuwe bedrijfswoning niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan, voor zover het betreft (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven, wijzigen ten behoeve van:
met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
In de bestemming zijn houtteelt en opgaande vormen van boom- en fruitteelt, alsmede de aanleg van nieuwe (grootschalige) boselementen niet begrepen, met uitzondering van de bestaande boomteelt, ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt'.
Voor het bouwen van een gebouw geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Het gebruik van de gronden bij (bedrijfs)woningen voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 6.6.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft die het normale onderhoud tot doel hebben.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de bouw van sleufsilo's tot een bouwhoogte van ten hoogste 3 m en tot een inhoud van ten hoogste 2.500 m³, uitsluitend indien bedrijfseconomische, planologische, dan wel milieuhygiënische redenen voor plaatsing buiten de bestemming Agrarisch - Agrarisch Bedrijf aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van de gronden wijzigen ten behoeve van het realiseren van natuurgebieden ter uitwerking van de ecologische hoofdstructuur, mits:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
In de bestemming zijn niet begrepen:
Voor het bouwen geldt de volgende algemene bouwregel:
Voor het bouwen van een bedrijfsgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
De toelaatbaarheid van de in lid 7.1, sub a bedoelde bedrijven wordt, met het oog op het woon- en leefklimaat, bepaald aan de hand van de als bijlage 1 bij de regels gevoegde Staat van bedrijven (milieucategorie 1 en 2). Bedrijven die niet genoemd zijn in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijven, maar die wat betreft geur, stof, gevaar en geluid vergelijkbaar zijn met de bedrijven die genoemd zijn in de milieucategorieën 1 en 2, zijn zonder meer toelaatbaar.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 7.5.1 voor de vestiging van bedrijven genoemd in categorie 3.1 van de Staat van bedrijven en die wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 1 en 2 kunnen worden gelijkgesteld.
De voor 'Bedrijf - Hovenier' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt de volgende algemene bouwregel:
Voor het bouwen van een bedrijfsgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
De rijksmonumenten en de provinciale monumenten zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen van een gebouw geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Cultuur en ontspanning - Theater' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt de volgende algemene bouwregel:
Voor het bouwen van een gebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
De rijksmonumenten en de provinciale monumenten zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. De overige behoudenswaardige bebouwing is aangeduid als 'karakteristiek'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen van een gebouw geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Groen - Brink' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
De rijksmonumenten en de provinciale monumenten zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen van een gebouw geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 12.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Parkeerplaatsen dienen op eigen erf te worden gerealiseerd.
De rijksmonumenten en de provinciale monumenten zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. De overige behoudenswaardige bebouwing is aangeduid als 'karakteristiek'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen geldt de volgende algemene bouwregel:
Voor het bouwen van een bedrijfsgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
De rijksmonumenten en de provinciale monumenten zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. De overige behoudenswaardige bebouwing is aangeduid als 'karakteristiek'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen geldt de volgende algemene bouwregel:
Voor het bouwen van een bedrijfsgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van een gebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
In de bestemming is horeca in ondergeschikte vorm, zoals sportkantines en daarmee vergelijkbare vormen eveneens begrepen.
Voor het bouwen geldt de volgende algemene bouwregel:
Voor het bouwen van een bedrijfsgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van een gebouw geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
met dien verstande dat:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
In de bestemming zijn de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals in- en uitvoegstroken, bermen, bermbeplanting, bushaltes en dergelijke, begrepen.
Van de wegen bedraagt het aantal rijstroken niet meer dan twee.
Voor het bouwen van een gebouw geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
In de bestemming wordt gestreefd naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de verkeers- en verblijfsfunctie voor de directe omgeving. Hierbij zijn de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals in- en uitvoegstroken, bermen, bermbeplanting, bushaltes en dergelijke, begrepen.
Van de wegen bedraagt het aantal rijstroken niet meer dan twee.
De rijksmonumenten en de provinciale monumenten zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen van een gebouw geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van een gebouw geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
De onder b en c genoemde en als zodanig aangeduide doeleinden 'bed & breakfast' en 'bedrijf tot en met categorie 2' zijn nevengeschikt aan het wonen maar dienen wel in combinatie met het wonen te worden uitgeoefend.
De rijksmonumenten en de provinciale monumenten zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. De overige behoudenswaardige bebouwing is aangeduid als 'karakteristiek'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen geldt de volgende algemene bouwregel:
Voor het bouwen van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een kantoor ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten is toegestaan, met dien verstande dat:
Het gebruik van de woning en de bijbehorende gebouwen voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
In de bestemming is het gebruik van de gronden voor paardenbakken toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Burgemeester en wethoders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 21.1 ten behoeve van de vestiging van een kinderdagverblijf, mits:
De voor 'Wonen - Boerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
De onder b en c genoemde en als zodanig aangeduide doeleinden 'bed & breakfast' en 'bedrijf tot en met categorie 2' zijn nevengeschikt aan het wonen maar dienen wel in combinatie met het wonen te worden uitgeoefend.
De rijksmonumenten en de provinciale monumenten zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. De overige behoudenswaardige bebouwing is aangeduid als 'karakteristiek'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen geldt de volgende algemene bouwregel:
Voor het bouwen van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen, niet zijnde voormalige bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van voormalige bedrijfsgebouwen, zoals stallen, werktuigloodsen en dergelijke, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en/of bouwhoogte, de dakhelling en dakvorm van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
afwijken van het bepaalde in:
a. Aan huis verbonden werkactiviteiten
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten is toegestaan, met dien verstande dat:
b. Bed & breakfastvoorziening
Het gebruik van de woning en de bijbehorende gebouwen voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
c. Paardenbakken
In de bestemming is het gebruik van de gronden voor paardenbakken toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 22.1 ten behoeve van de vestiging van een kinderdagverblijf, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan, voor zover het betreft voormalige agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven, wijzigen ten behoeve van:
met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een aardgastransportleiding, inclusief voorzieningen, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 24.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en) mits het geen kwetsbaar object betreft en indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Onder strijdig gebruik wordt begrepen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 24.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 24.5.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 25.2.1 voor het bouwen binnen de belemmeringenstrook overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in lid 25.1, onder b bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 25.3.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 25.3.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 voor het bouwen binnen de belemmeringenstrook overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in lid 26.1, onder b bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 26.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 26.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor ‘Leiding - Riool’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor een gebouw geldt de volgende regel:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 27.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 27.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aanwezige archeologische waarden.
De archeologische waarden, archeologische verwachtingswaarden en de bijzondere terreinen en gebieden zijn aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld, die als bijlage 2 bij de regels is gevoegd.
De aanvrager van een omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die betrekking heeft op de in lid 28.1 genoemde gronden, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld.
Voor wat betreft de aard en omvang van het archeologisch onderzoek gelden per gebied de specifieke eisen zoals aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld en in de bijbehorende toelichting (bijlage 3).
De leden 28.2.1, 28.2.2 en 28.2.3 zijn niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning in of op de in lid 28.1 genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De aanvrager van een in lid 28.3.1 genoemde omgevingsvergunning, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld.
Voor wat betreft de aard en omvang van het archeologisch onderzoek gelden per gebied de specifieke eisen zoals aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld en in de bijbehorende toelichting (bijlage 3).
Het bepaalde in lid 28.3.1 tot en met lid 28.3.4 is niet van toepassing op de volgende werken of werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van de natuurlijke waarden van het beekdal.
Hieronder worden het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de volgende essentiële ruimtelijke kenmerken begrepen:
De waterhuishouding (het stelsel van sloten en het peilbeheer in deze sloten), de waterkwaliteit en het beekbeloop kunnen worden afgestemd op een ontwikkeling van natuurlijke waarden in het plangebied. Het landschapsbeeld kan hierdoor een natuurlijker aanzien krijgen, waarbij de structuren met een cultuurhistorische achtergrond dienen te worden gerespecteerd.
Voor het plangebied is met name de hydrologische relatie van belang tussen het beekdal en het essen-landschap (het zogenaamde inzijggebied) en de daardoor te ontstane kwel van zowel ondiep als diep grondwater, dat met name als uitgangspunt dient voor het verlenen van een omgevingsvergunning.
De volgende kenmerken van het beekdal dienen, met het oog op het behoud, herstel of de ontwikkeling van de landschapswaarden, in stand te worden gehouden:
Abiotische kenmerken:
Biotische kenmerken:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt verstaan het gebruik van de gronden ten behoeve van bosbouw, houtteelt of andere meerjarige opgaande teeltvormen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 29.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor het behoud en de versterking van de karakteristieke waarden van het beschermd dorpsgezicht Westervelde en Zuidvelde, zoals beschreven in de als bijlage 4 bij deze regels opgenomen Toelichting aanwijzing beschermd dorpsgezicht d.d. maart 1987.
Voor het bouwen van een gebouw binnen de grenzen van het beschermd dorpsgezicht gelden, in afwijking van de andere daar voorkomende bestemming(en), de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ter bescherming van de karakteristieke elementen van het aangeween gebied, een en ander met inachtneming van de toelichting behorende bij de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Burgemeester en wethouders kunnen, indien daardoor de bijzondere karakteristieke bebouwing in het beschermd dorpsgezicht niet wordt aangetast, afwijken van het bepaalde in lid 30.2 sub a, tot een dakhelling van ten minste 40°, tenzij het een aan-, uitbouwen of bijgebouw bij een (bedrijfs)woning, dan wel een agrarisch bedrijfsgebouw betreft, waarbij kan worden afgeweken tot een dakhelling van ten minste 30°.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 31.2.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding ten hoogste 0,5 m bedraagt.
Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van gronden en bouwwerken als seksinrichting.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt met het oog op het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige gebouwen de volgende aanvullende regel:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 33 en worden toegestaan dat nieuwe geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik van gebouwen als geluidgevoelig object.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 35.1.3 en worden toegestaan dat niet geluidgevoelige gebouwen worden gebruikt als geluidgevoelig gebouw, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, gelden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - bevi' de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken voor kwetsbare objecten, met uitzondering van het bestaande gebruik.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn mede bestemd voor de bescherming van openheid met het oog op een vrije windvang en het zicht op de molen.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de vrije windvang en de waarde van de molen als landschapsbepalend element, afwijken van het bepaalde in lid 35.3.1 tot een hogere bouwhoogte op grond van de basisbestemming.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de hoogte van de bebouwing, teneinde aantasting van de vrije windvang en het zicht op de molen te voorkomen.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het aanbrengen van opgaande beplanting waarvan mag worden verwacht dat deze de hoogte van 10 m zal overschrijden.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - zichtlijn' is sprake van zichtlijnen, die de doorzichten vanaf het Huis te Westervelde over de omliggende velden (door al dan niet bosrijke omgeving) dienen te beschermen.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden dient met deze zichtlijnen rekening te worden gehouden.
Het bevoegd gezag kan afwijken van:
De onder a tot en met e bedoelde afwijkingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het laten vervallen van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverhard', zodat verharding van een (zand)pad mogelijk wordt, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische waarden.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de bouw van ten hoogste één woning uitsluitend als compensatie voor de sloop van alle voor 2 juni 2010 bestaande landschappelijk ontsierende voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, mits:
Het samenvoegen van agrarische bebouwing op meerdere percelen is mogelijk om te komen tot de sloopnorm van 750 m2. Saldering geeft slechts recht op de bouw van één compensatiewoning.
In afwijking van het vorenstaande wordt de woning niet gerealiseerd ter plaatse van de af te breken bebouwing, maar gesitueerd nabij bestaande kernen, bebouwingslinten/clusters, indien de te realiseren woning ter plaatse een onevenredige afbreuk doet aan essentiële stedenbouwkundige, ruimtelijke of ecologische randvoorwaarden.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het verplaatsen van de voorgevellijn van het hoofdgebouw, mits er geen onvenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het laten vervallen van de aanduiding 'karakteristiek', uitsluitend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan de bebouwing kan worden hersteld, of de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het toekennen van de aanduiding 'karakteristiek' aan een bouwwerk, uitsluitend indien werkzaamheden zijn uitgevoerd waardoor de karakteristieke hoofdvorm van het betreffende bouwwerk is hersteld.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' wijzigen in de bestemming Wonen, waarbij de onderstaande voorwaarden gelden:
Deze regels worden aangehaald als: Regels behorende bij het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Kleine Kernen Noordenveld'.