Plan: | Loosdrecht landelijk gebied noordoost - 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1696.BPlglsdno2012-va03 |
het bestemmingsplan Loosdrecht landelijk gebied noordoost - 2012 met NL.IMRO.1696.BPlglsdno2012-va03 van de gemeente Wijdemeren.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg gevestigd is.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
agrarische bezigheden, voornamelijk bij wijze van liefhebberij.
een agrarisch bedrijf in de omvang van minder dan een halve arbeidskracht.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen, op het gebied van landbouw en tuinbouw.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
logies met ontbijt voor maximaal 4 personen.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
één of meerdere gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde, die dienen voor de uitoefening van een bedrijf.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
bouwwerken, die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan zijn of alsnog kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestaat op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw.
halfronde of min of meer halfronde, al dan niet verplaatsbare constructies overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, bestemd voor (agrarisch) gebruik als kweekkas.
een bouwwerk voor de stalling van boten en de bescherming van boten tegen weersinvloeden, geplaatst in de grond of op het water.
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor functies uit de bestemmingsomschrijving geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan derden.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
zie rooilijn.
bouwwerk (niet beloopbaar) in het water, bedoeld om het water te kalmeren en daarmee afkalving van de, ten opzichte van het open water, daarachter gelegen oever te voorkomen.
het kamperen van groepen op daarvoor bestemde terreinen, in kampeermiddelen en zonder gebruikmaking van gebouwde voorzieningen.
een gebouw, dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander doorzichtig materiaal en dat dient voor het hobbymatig telen van planten.
gebouw of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een gebouw of gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en waarbij sprake is van een overwegende publieksfunctie.
een gebouw of gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en waarbij geen sprake is van een publieksfunctie.
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.
een bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken en daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
het bieden van zorg aan eenieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
verblijfsrecreatie waarbij uitsluitend van seizoensgebonden standplaatsen voor kampeermiddelen gebruik wordt gemaakt.
onderdelen van een bedrijf, waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt (minder dan de helft) deel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf, met dien verstande dat de productieomvang van de neventakken/nevenfuncties afzonderlijk in geen geval meer dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak mag bedragen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een op de verbeelding als zodanig aangegeven, dan wel bestemmingsgrens, die de grens vormt tussen land en water.
voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun bestemming onttrokken - voer-, vaar- en vliegtuigen, arken, caravans, livingvans alsook tenten.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt.
bij het Kadaster geregistreerd stuk grond, inclusief alle bebouwing.
het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel, dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn en uitsluitend als recreatief nachtverblijf mag worden gebruikt door personen, die hun hoofdverblijf in de vorm van woonadres als bedoeld in de Wet Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) elders hebben.
verblijfsrecreatie, waarvan het ruimtegebruik een permanent karakter draagt, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein, overnachting in kampeermiddelen en/of recreatiewoningen voor langer dan een zomerseizoen.
gebruik als hoofdverblijf in de vorm van woonadres als bedoeld in de Wet Gemeentelijke Basis Administratie (GBA).
elk vaartuig, met uitzondering van een zeilplank, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, watersport of andere recreatie op het water.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen met een ander, nader te onderscheiden in:
een bedrijf gericht op het aanbieden van prostitutie.
een vorm van openluchtrecreatie waarbij vooral het landschap of bepaalde delen ervan sterk beleefd worden, waarbij weinig of geen gebouwde voorzieningen nodig zijn en waarbij tevens in het algemeen het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, zoals wandelen, fietsen, verpozen en natuur- en landschapsbeleving.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.
De met de aanduiding 'gevellijn' aangeduide lijn, danwel de denkbeeldige lijn evenwijdig aan de weg en in het verlengde van de (bedrijfs)woning of de dichtst bij de weg gelegen gevel van het gebouw (niet zijnde een bijgebouw) dat het dichtst bij de weg is gelegen, dan wel (indien deze gevel niet evenwijdig is aan de weg) de denkbeeldige lijn evenwijdig aan de weg door het dichtst bij de weg gelegen hoekpunt van gevels van het gebouw (niet zijnde een bijgebouw) dat het dichtst bij de weg is gelegen.
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
een gebouw ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 3 m of meer, waarvan alleen het dak bestaat uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, uitsluitend gedurende het zomerseizoen.
het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
bouwwerk in het water bedoeld als aanlegplaats voor vaartuigen.
bouwwerken en voorzieningen die ten behoeve van het verbeteren van de productie en arbeidsomstandigheden en ten behoeve van het matigen van weersinvloeden worden geplaatst ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierteelt en/of bloembollenteelt.
kamperen in kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans.
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.
voorzieningen ten behoeve van particuliere tuinen in de vorm van meubilair, verlichtingsvoorzieningen, parasols, speelhuisjes, zandbakken, schommels en daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
een bedrijf dat is gericht op de intensieve teelt van fok-, slacht-, leg- en/of pelsdieren in gebouwen.
voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen kampeermiddelen zijnde.
de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/ in de regio zijn verwerkt of bewerkt.
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.
een agrarisch bedrijf in de omvang van ten minste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de naar de weg gekeerde grens van een perceel, indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste perceelsgrens aan.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
een gebouw, dat een ruimte omvat die door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
Het gedeelte van het hoofdgebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het waterpeil tot aan het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.
vanaf het waterpeil tot de goot of boeiboord van het woonschip.
tussen de buitenzijde van het woonschip inclusief woonranden, neerwaarts geprojecteerd op het niveau van het waterpeil.
de inhoud van een woonschip wordt gemeten vanaf de waterlijn.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
de oppervlakte van de verticale projectie van het dakvlak.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van steigers, golfbrekers, oeverbeschoeiingen, botenhuizen en lichtmasten worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning geldt de volgende bepaling:
Voor het bouwen van overige gebouwen en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 en 3.2.1 onder a voor de bouw van een botenhuis, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.2.2 sub a en b bepaalde ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', indien hierdoor daadwerkelijk wordt bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden.
Afwijken zoals bedoeld in lid 3.3.1 is alleen mogelijk indien;
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
In een bedrijfswoning is een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het is niet toegestaan om:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.1 bepaalde voor de volgende niet-agrarische nevenfuncties:
met inachtneming van het volgende:
Afwijken zoals bedoeld in lid 3.5.1 is alleen mogelijk indien;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.4.1 sub b ten behoeve van een bed & breakfast, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.4.1 sub c en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
Burgemeester en wethouders zijn, indien er sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf, bevoegd de bestemming van het betreffende agrarische bouwvlak te wijzigen ten behoeve van de volgende vervolgfuncties:
met inachtneming van het volgende:
Indien voor een vervolgfunctie op agrarische bouwvlakken een wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, geldt het volgende:
In afwijking van het in lid 3.6.2 onder a bepaalde kan sprake zijn van nieuwbouw in ruil voor afbraak van aanwezige gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarden vertegenwoordigen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bouw van één extra woning in ruil voor de sloop van storende agrarische bebouwing, waaronder wordt begrepen door bedrijfsbeëindiging of verplaatsing van leegstaande of leegkomende agrarische bebouwing die niet passend is in het landschap, of die in verval is geraakt, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de in lid 3.1 bedoelde gronden te wijzigen ten behoeve van het vergroten van een bouwvlak met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 2' de bestemming van de in lid 3.1 bedoelde gronden te wijzigen in de bestemming Sport met bijbehorende voorzieningen, met inachtneming van het volgende:
Op de gronden zoals bedoeld in lid 3.1 is het - onverminderd de regels van de artikelen 24, 25, 26, 27 en 28 - zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) niet toegestaan om de volgende werken of werkzaamheden buiten het bouwvlak aan te leggen of uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 3.7.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.7.1 wordt verleend indien - mede gelet op een door de aanvrager op te stellen (inrichtings)plan - kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
Met inachtneming van het bepaalde in lid 3.7.3 geldt ten behoeve van de bescherming van het leefgebied van de (vogel)soorten dat een omgevingsvergunning niet zal worden verleend als de aanleg of uitvoering van de voorgenomen werken of werkzaamheden een significante verstoring teweeg zal brengen in het leefgebied van de (vogel)soorten, die bepalend zijn geweest voor de aanwijzing van het natura 2000 gebied zoals aangegeven met de gebiedsaanduiding 'natura 2000'.
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van steigers, golfbrekers, oeverbeschoeiingen, botenhuizen en lichtmasten worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning geldt de volgende bepaling:
Voor het bouwen van overige gebouwen en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.2 bepaalde voor de bouw van een botenhuis, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.2.2 sub a en b bepaalde ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', indien hierdoor daadwerkelijk wordt bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden.
Afwijken zoals bedoeld in lid 4.3.1 is alleen mogelijk indien;
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
In een bedrijfswoning is een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het is niet toegestaan om:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.1 bepaalde voor de volgende niet-agrarische nevenfuncties:
met inachtneming van het volgende:
Afwijken zoals bedoeld in lid 4.5.1 is alleen mogelijk indien;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.4.1 sub b ten behoeve van een bed & breakfast, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.4.1 sub c en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
Burgemeester en wethouders zijn, indien er sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging aan een ter plaatse gevestigd bedrijf bevoegd de bestemming van het betreffende agrarische bouwvlak te wijzigen ten behoeve van de volgende vervolgfuncties:
met inachtneming van het volgende:
Indien voor een vervolgfunctie op agrarische bouwvlakken een wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, geldt het volgende:
In afwijking van het in lid 4.6.2 onder a bepaalde kan sprake zijn van nieuwbouw in ruil voor afbraak van aanwezige gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarden vertegenwoordigen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bouw van één extra woning in ruil voor de sloop van storende agrarische bebouwing, waaronder wordt begrepen door bedrijfsbeëindiging of verplaatsing van leegstaande of leegkomende agrarische bebouwing die niet passend is in het landschap of die in verval is geraakt, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de in lid 4.1 bedoelde gronden te wijzigen ten behoeve van het vergroten van een bouwvlak met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden te wijzigen in de bestemming Natuur met aanduiding 'recreatie' met inachtneming van het volgende:
Wijziging zoals bedoeld in de leden 4.6.1, 4.6.4, 4.6.5 en 4.6.6 is alleen van toepassing indien geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de landschaps- en cultuurwaarden (zoals genoemd in lid 4.1) van de grond, dan wel de mogelijkheid van het herstel van die waarden niet onevenredig wordt verkleind en de overige belangen niet onevenredig worden geschaad. Het plan wordt niet gewijzigd als uit onderzoek blijkt dat de voorgestelde wijziging significante schadelijke gevolgen kan hebben voor het leefgebied van de (vogel)soorten, die bepalend zijn geweest voor de aanwijzing van het natura 2000 gebied zoals aangegeven met de gebiedsaanduiding 'natura 2000'. In dit onderzoek dienen niet alleen de effecten van de betreffende wijziging afzonderlijk betrokken te worden, maar ook de mogelijke effecten in combinatie met andere plannen of projecten.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de gebiedsaanduiding ' wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' de bestemming te wijzigen in de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur en landschap met aanduiding 'paardenbak', zonder gebouwen, met inachtneming van het volgende:
Op de gronden zoals bedoeld in lid 4.1 is het - onverminderd de regels van de artikelen 24, 25, 26, 27 en 28 - zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) niet toegestaan om de volgende werken of werkzaamheden buiten het bouwvlak aan te leggen of uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 4.7.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.7.1, wordt verleend indien - mede gelet op een door de aanvrager op te stellen (inrichtings)plan - kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
Met inachtneming van het bepaalde in lid 4.7.3 geldt ten behoeve van de bescherming van het leefgebied van de (vogel)soorten dat een omgevingsvergunning niet zal worden verleend als de aanleg of uitvoering van de voorgenomen werken of werkzaamheden een significante verstoring teweeg zal brengen in het leefgebied van de (vogel)soorten, die bepalend zijn geweest voor de aanwijzing van het natura 2000 gebied.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van overige gebouwen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Ten behoeve van buitenopslag geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 5.3.2 ten behoeve van de minimale afstand tot de bestemming Verkeer, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.3.1 sub e en het
gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
Burgemeester en wethouders zijn, indien er sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf, bevoegd de bestemming van het betreffende bouwvlak te wijzigen in de volgende bestemmingen:
met inachtneming van het volgende:
Indien voor een vervolgfunctie op bouwvlakken met de bestemming Bedrijf een wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bouw van één extra woning in ruil voor afbraak van aanwezige gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarden vertegenwoordigen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het onder 5.5.2 bepaalde te wijzigen ten behoeve van nieuwbouw in ruil voor afbraak van aanwezige gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarden vertegenwoordigen, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van overige gebouwen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 sub a ten behoeve van het bouwen op de perceelsgrenzen, indien dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Buitenopslag is toegestaan met dien verstande dat de afstand tot de aangrenzende bestemming Verkeer minimaal 10 m bedraagt en dat de stapelhoogte ten hoogte 4 m bedraagt.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4.2 ten behoeve van de minimale afstand tot de bestemming Verkeer, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.4.1 sub e en het
gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van overige gebouwen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
In een woning zijn een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.3.1 sub f en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 9.2.2 sub g bepaalde ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', indien hierdoor daadwerkelijk wordt bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
In een woning zijn een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.4.1 sub f en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van overige gebouwen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik geldt dat het gebruik of het laten gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
In een woning zijn een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 11.2.1 en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van overige gebouwen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van dienstwoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij dienstwoningen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van overige gebouwen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Met betrekking tot het gebruik geldt dat het gebruik of het laten gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 13.4 en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van steigers, openbaar toegankelijke kanoaanlegplaatsen, golfbrekers, oeverbeschoeiingen, botenhuizen en lichtmasten worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in de aanhef van lid 14.2 bepaalde voor de bouw van golfbrekers, steigers en oeverbeschoeiing ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoningen', 'specifieke vorm van recreatie - 2' en Wonen - 1, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in de aanhef van lid 14.2 bepaalde voor de bouw van een botenhuis op gronden met de aanduiding 'water', met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het is niet toegestaan om:
Op de gronden zoals bedoeld in lid 14.1 is het - onverminderd de regels van de artikellen 24, 25, 26, 27 en 28 - zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) niet toegestaan om de volgende werken of werkzaamheden buiten het bouwvlak aan te leggen of uit te voeren:
Het verbod van lid 14.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 14.5.1 wordt verleend indien - mede gelet op een door de aanvrager op te stellen (inrichtings)plan - kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van overige gebouwen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.3 sub b en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
De voor 'Recreatie - Jacht- en passantenhaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van overige gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 voor de opslag van vaartuigen op gronden ter plaatse van de aanduiding 'opslag uitgesloten' op een oppervlak van ten hoogste 500 m², indien de noodzaak uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering wordt aangetoond en daarmee andere belangen niet onevenredig worden geschaad.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 voor de overschrijding van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 3', met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
het gebruik of laten gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
de opslag van vaartuigen is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'opslag uitgesloten'.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 16.4.1 en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van steigers, golfbrekers en oeverbeschoeiing worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van recreatiewoningen en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de recreatiewoning gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen ter plaatse van de 'specifieke vorm van recreatie - 6' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen, geen recreatiewoningen en geen trekkershutten zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 6' geldt de volgende bepaling:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2 voor de bouw van golfbrekers, steigers en oeverbeschoeiing ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
het gebruik of laten gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
Het is niet toegestaan om een recreatiewoning, stacaravan, trekkershut, kampeermiddel of enig ander recreatief verblijfsmiddel te gebruiken ten behoeve van permanente bewoning.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 17.4.1 en het gebruik van een bijgebouw bij een bedrijfswoning (als bedoeld in 17.2.3) als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen, geen woningen zijnde, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt de volgende bepaling:
Voor bouwen van overige gebouwen geldt de volgende bepaling:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.3 sub a voor het oprichten van ten hoogste één gebouw voor sportbeoefening met een goot- en bouwhoogte van ten hoogste 10 m, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik geldt dat het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden voor opslag is niet toegestaan.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van steigers, golfbrekers, oeverbeschoeiingen en botenhuizen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.2 voor het vergroten van het oppervlak aan bijgebouwen, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 22.2.2 sub a en b ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', indien hierdoor daadwerkelijk wordt bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.1 sub a en b, en lid 22.2.2 sub o punt 1 tot en met 4 voor het bouwen van een botenhuis, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 voor de aanleg van golfbrekers, steigers en oeverbeschoeiing, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.2 voor de bouw van één extra woning op het perceel Nieuw-Loosdrechtsedijk, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.1 voor de nevenfunctie kleinschalig kamperen, met ten hoogste 20 kampeermiddelen met inachtneming van het volgende;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 22.4.1 sub a en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 22.4.1 sub b ten behoeve van een bed & breakfast, mits:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 1 m mag bedragen.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 23.3.1 sub a en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:
Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
Het is - onverminderd het bepaalde in artikel 24, 25, 26 en 27 niet toegestaan zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken of werkzaamheden aan te leggen of uit te voeren:
De verbodsbepaling van lid 23.5.1 geldt niet voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 23.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is niet toegestaan op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 24.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 24.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door een of meer bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is niet toegestaan op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 25.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 25.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 26.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 26.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is niet toegestaan op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 27.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 27.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is niet toegestaan op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 28.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 28.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn primair bestemd voor dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 onder b. Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad;
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De rooilijn mag niet met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden overschreden, tenzij het betreft:
Voor het bouwen van geheel of gedeeltelijk beneden het maaiveld gelegen ruimten gelden de volgende bepalingen:
Een gebied in de Natuurbeschermingswet 1998 aangewezen als natura 2000-gebied is aangeduid als 'wetgevingzone - natura 2000'.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - prostitutiebedrijf niet toegestaan' zijn geen prostitutiebedrijven toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, indien het betreft:
Een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt alleen verleend, indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 2 m bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen de deeluitmakende Standaard staat van bedrijfsactiviteiten te wijzigen, door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf in de categorie-indeling van bedrijfsactiviteiten indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.
Burgemeester en wethouders kunnen van een of meer bestemmingsvlakken de bestemming Waarde - Archeologie - 1 t/m 5 geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
a. Er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
b. Het gemeentelijk parkeerbeleid geldt hierbij als uitgangspunt.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan 'Loosdrecht landelijk gebied noordoost - 2012'.