direct naar inhoud van Regels
Plan: Correctieve herziening bestemmingsplan Plassengebied Loosdrecht 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP5000Plassen2017-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan

"Correctieve herziening bestemmingsplan Plassengebied Loosdrecht 2013" met identificatienummer NL.IMRO.1696.BP5000Plassen2017-VA01 van de gemeente Wijdemeren.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 bestemmingsplan Plassengebied Loosdrecht 2013:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in de GML-bestanden NL.IMRO.1696.BP0600Plassen2009-VA01 met bijbehorende regels en bijlagen.

Artikel 2 Relatie plan - bestemmingsplan Plassengebied Loosdrecht 2013

De regels en de verbeelding van het bestemmingsplan Plassengebied Loosdrecht 2013 (NL.IMRO.1696.BP0600Plassen2009-VA01) blijven onverminderd van kracht, met uitzondering van:

  • a. de in dit plan gegeven aanvullingen/wijzigingen van de planregels en de verbeelding;
  • b. een vernummering van de planregels en de verwijzingen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Specifieke wijzigingen

3.1 Bouwregels van de bestemming Centrum (artikel 5), Horeca - 1 (artikel 7), Horeca - 2 (artikel 8), Recreatie - Jachthaven (artikel 14) en Water (artikel 17)

In de bouwregels van de bestemming Centrum, Horeca - 1, Horeca - 2, Recreatie - Jachthaven Water komen de artikelen 5.2.5.g, 7.2.3.i, 8.2.2.i, 14.2.5.h en 17.2.3.j als volgt te luiden:

de bouwhoogte van een boatsaver mag niet meer bedragen dan 2 meter boven waterpeil met maximale breedte van 4,25 meter en een maximale lengte van 12 meter.

3.2 Wijzigingsregels van de bestemming Centrum (artikel 5)

Het artikel 5.8.1 (oud) komt te vervallen.

3.3 Wijzigingsregels van de bestemming Groen (artikel 6)

De wijzigingsregels in artikel 6.5 komen als volgt te luiden:

Het bevoegd gezag is bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 6' de aanduiding 'woonschepenligplaats' te vervangen door een aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiewoonschip' met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. aan deze wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend uitvoering gegeven worden als gelijktijdig de wijzigingsbevoegdheid zoals genoemd in artikel 19.8.4 wordt toegepast;
    • 2. ter plaatse uitsluitend het gebruik als recreatiewoonschip is toegestaan;
    • 3. ten aanzien van het bouwen de bepalingen zoals genoemd in 6.2.2 van overeenkomstige toepassing zijn.
  • b. ter plaatse van de aanduiding "natuurontwikkelingsgebied" de bestemming te wijzigen in de bestemming Natuur vanaf het moment dat:
    • 1. de gronden zijn verworven of ontpacht ten behoeve van het realiseren van de natuurfunctie;
    • 2. een overeenkomst voor functieverandering door middel van particulier natuurbeheer is gesloten; of
    • 3. gedeputeerde staten besluiten dat zij provinciale staten zullen verzoeken om het besluit tot het verzoek tot onteigening aan de Kroon, als bedoeld in artikel 78 van de Onteigeningswet, te nemen en dat ter voorbereiding van dit besluit van provinciale staten, gedeputeerde staten een kopie van hun besluit hiertoe aan burgemeester en wethouders zenden met het verzoek over te gaan tot vaststelling van het wijzigingsplan.

3.4 Bouwregels van de bestemming Natuur (artikel 11)

De afwijkingen van de bouwregels in 11.3.b komen als volgt te luiden:

  • a. Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 11.2 ten behoeve van botenloodsen indien geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de grond, dan wel de mogelijkheid van herstel van die waarden niet onevenredig wordt verkleind, met dien verstande dat:
    • 1. toepassing uitsluitend kan plaatsvinden voor zover op basis van het bepaalde in 19.4 onder b een botenloods is toegestaan en deze als gevolg van de situering van de oeverlijn gedeeltelijk binnen de bestemming Natuur dient te worden gerealiseerd,
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder 1 mag ter voldoening aan de eis om in de oeverlijn te bouwen de gehele botenloods binnen de bestemming Natuur worden gerealiseerd, met dien verstande dat deze direct aansluit op de bestemming Wonen (artikel 19);
    • 3. het bepaalde onder 1 en 2 is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bebouwing uitgesloten".

3.5 Specifieke gebruiksregels van de bestemming Recreatie - Jachthaven (artikel 14)

De specifieke gebruiksregels van de bestemming Recreatie - Jachthaven worden gewijzigd. Artikel 14.5.a.3 (oud) komt als volgt te luiden:

permanente bewoning van woonschepen, met uitzondering van woonschepen ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' tot het aangegeven maximum aantal woonschepen ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden.

3.6 Afwijking van de bouwregels van de bestemming Wonen (artikel 19)

De afwijkingen van de bouwregels in 19.4.b komen als volgt te luiden:

  • a. het bepaalde in lid 19.2 ten behoeve van botenloodsen indien geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de grond, dan wel de mogelijkheid van herstel van die waarden niet onevenredig wordt verkleind, met dien verstande dat:
    • 1. per bouwperceel één botenloods is toegestaan;
    • 2. de oppervlakte van een botenloods niet meer mag bedragen dan 30 m²;
    • 3. de goot- en bouwhoogte van een botenloods niet meer mag bedragen dan respectievelijk 2,75 meter en 5 meter;
    • 4. de botenloods in de oeverlijn dient te worden gebouwd,
    • 5. indien de situering van de oeverlijn als bedoeld onder 4 daar aanleiding toe geeft mag de botenloods, onder toepassing van het bepaalde in artikel 11.3, onder b1 gedeeltelijk, of artikel 11.3, onder b2 geheel, binnen de bestemming Natuur worden gerealiseerd.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  • c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Gebruik
  • a. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: "Regels van de Partiële herziening bestemmingsplan Plassengebied Loosdrecht 2013 (Nieuw-Loosdrechtsedijk 225-237)".