direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch - Boomsierteelt
Plan: PCT-terrein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1672.BPHD20100001-VG01

Artikel 3 Agrarisch - Boomsierteelt

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Boomsierteelt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. volwaardige boomsierteeltbedrijven;
  • b. oppervlaktewaterberging;
  • c. waterberging in waterbassins;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, wegen en paden met bijbehorende bermen en bermsloten.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen, overkappingen, silo's en waterbassins worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag een waterbassin met een hoogte van maximaal 1 m tot boven het maaiveld, buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. voor de bouwpercelen met een 'gevellijn' gelden de volgende regels:
    • 1. ten minste 50% van de voorgevel van een gebouw - geen kas zijnde - dient ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd;
    • 2. de afstand van de kassen tot de aanduiding 'gevellijn' bedraagt ten minste 10 m;
  • d. het bouwperceel van een bedrijf dient een aaneengesloten oppervlak van ten minste 4 ha te bedragen;
  • e. per bedrijf mag ten hoogste 60% van het bouwperceel worden bebouwd met gebouwen, waarbij geldt dat ten hoogste 50% van het bouwperceel mag worden bebouwd met kassen;
  • f. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
      goothoogte   bouwhoogte  
    van gebouwen   9 m   12 m;  
    van bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   6 m;  
  • g. in afwijking van het bepaalde onder f mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen ten hoogste 11 m respectievelijk 15 m bedragen, mits onder het betreffende gebouw een waterbassin wordt gerealiseerd.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen op onbebouwde gronden is uitsluitend op het zij- en achtererf toegestaan;
  • b. het is verboden de gronden buiten het bouwvlak te gebruiken voor opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 1 m;
  • c. het is verboden de onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 5 m;
  • d. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • e. per hectare boomsierteelt dient ten minste 2.250 m3 aan waterberging in waterbassins te worden gerealiseerd.

3.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 3.3 onder e, om - in plaats van ten minste 2.250 m3 - ten minste 500 m3 per hectare boomsierteelt aan waterberging te vereisen, onder voorwaarde dat het totale plangebied over voldoende gietwater zal beschikken.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid voor Bevi-inrichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Agrarisch - Boomsierteelt' zodanig wijzigen dat Bevi-inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico of - indien van toepassing - de afstand, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Bevi jo artikel 2 lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, is gelegen:
    • 1. binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting;
    • 2. op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Groen' of 'Water';
  • b. in de toelichting bij het wijzigingsbesluit dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting.