8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
8.2.1 Algemeen
Er zijn niet meer woningen toegestaan dan aanwezig op de eerste dag van de in werking treding van dit bestemmingsplan.
8.2.2 Hoofdgebouwen
-
a. Een hoofdgebouw is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
-
b. het bouwperceel mag voor 40 % worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander bebouwingspercentage is aangegeven;
-
c. de voorgevel van het hoofdgebouw moet worden gesitueerd op de bouwgrens of op een afstand van maximaal 2 meter daarachter;
-
d. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt voor vrijstaande woningen aan beide zijden minimaal 3 meter;
-
e. de maximale goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
-
f. de woning moet zijn voorzien een kap met een dakhelling van minimaal 30 graden en maximaal 65 graden;
-
g. de verticale bouwdiepte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen.
8.2.3 Bijbehorende bouwwerken
-
a. een bijbehorend bouwwerk is zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan, met in achtneming van de overige bouwregels;
-
b. een bijbehorend bouwwerk mag uitsluitend worden opgericht op een afstand van ten minste 2 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw, met dien verstande dat wanneer het een garage betreft, de afstand van de garage tot de bestemming 'Verkeer' aan de voorzijde van de woning tenminste 5,5 meter bedraagt;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 100 m² bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken per bouwperceel maximaal 40% bedraagt voor vrijstaande woningen, voor zover de bestaande oppervlakte meer bedraagt dan toegestaan dan geldt de bestaande oppervlakte, zoals aanwezig op de eerste dag van de in werking treding van dit bestemmingsplan, als maximaal toegestane oppervlakte;
-
d. voor bijbehorende bouwwerken die aan het hoofdgebouw worden gebouwd gelden de volgende maximale goot- en bouwhoogte:
-
1. goothoogte: maximaal 30 centimeter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
-
2. bouwhoogte: tot maximaal halverwege de kap op het bijbehorende hoofdgebouw;
-
e. voor bijbehorende bouwwerken die niet aan het hoofdgebouw worden gebouwd, gelden de volgende maximale goot- en bouwhoogte:
-
1. goothoogte: maximaal 3,50 meter;
-
2. bouwhoogte maximaal 5 meter,
met dien verstande dat de maximale dakhelling en hoogte niet meer mogen bedragen dan die van het bijbehorende hoofdgebouw;
-
f. de verticale bouwdiepte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 meter bedragen.
8.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
-
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan in de tabel hierna is aangegeven:
bouwwerken geen gebouw
|
max.
bouwhoogte
voor de
voorgevel
|
max.
bouwhoogte
achter de
voorgevel
|
erfafscheidingen
|
1,2 meter
|
2 meter
|
buitenverlichting
|
1 meter
|
2 meter
|
vlaggenmasten
|
8 meter
|
8 meter
|
antennes
|
niet toegestaan
|
8 meter
|
pergola's
|
3 meter
|
3 meter
|
speelvoorzieningen
|
3 meter
|
3 meter
|
overig
|
2 meter
|
2 meter
|
-
b. het oprichten van een niet-overdekt zwembad is uitsluitend toegestaan, indien het bouwperceel een oppervlakte heeft van meer dan 500 m² en de oppervlakte van het zwembad maximaal 100 m² bedraagt.
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van de onder 8.2 bedoelde bouwwerken en de aanleg van parkeerplaatsen op eigen terrein, indien dat noodzakelijk is in verband met een onevenredige aantasting van:
-
a. het straat en bebouwingsbeeld: in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit;
-
b. de gebruiksmogelijkheden: ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
-
c. het woon- en leefklimaat: het in stand houden van een goede woonsituatie ter plaatse en in de omgeving, in het bijzonder met het oog op:
-
1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van de (bebouwing op) aangrenzende gronden;
-
2. het uitzicht;
-
3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
-
4. het gebruik in verband met een beroep aan huis;
-
5. de verkeersveiligheid: ter waarborging van de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen;
-
d. de sociale veiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en nietsociaal controleerbaar is;
-
e. de brandveiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid respectievelijk brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.
8.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
8.4.1 Verhogen bebouwingspercentage
lid 8.2.2 sub b voor het verhogen van het bebouwingspercentage tot 50 %.
8.4.2 Afstand voorgevelrooilijn
8.2.3, onder b, van deze regels, voor het oprichten van ten hoogste één bijbehorend bouwwerk op een kleinere afstand vanaf de voorgevelrooilijn of de weg aan de voorzijde van de woning, of geheel of gedeeltelijk vóór de voorgevelrooilijn, onder voorwaarde dat:
-
a. het oppervlak van het bijgebouw voor zover gelegen buiten het bouwvlak maximaal 20 m² bedraagt;
-
b. een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit is gewaarborgd;
-
c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
d. de afstand van het bijgebouw tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, ten minste 1,50 meter bedraagt.
8.4.3 Erfafscheidingen op hoekpercelen
8.2.4, onder a, van deze regels, voor het oprichten van een erfafscheiding vóór maximaal een van de voorgevelrooilijnen op hoekpercelen, onder voorwaarde dat:
-
a. de maximale hoogte 2 meter bedraagt;
-
b. een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit is gewaarborgd;
-
c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
d. de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen, is gewaarborgd.
8.5 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
8.5.1 Beroep aan huis
Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis in de hoofd- en/of bijbehorende bouwwerken, mits:
-
a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
-
b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
-
c. het beroep aan huis geschiedt door degene die in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
-
d. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
-
e. er geen detailhandel plaatsvindt;
-
f. per beroep aan huis 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van maximaal 0,5 m².
8.5.2 Bedrijf aan huis
Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in de hoofd- en/of bijbehorende bouwwerken, mits:
-
a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
-
b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
-
c. uitsluitend bedrijfsactiviteiten worden toegestaan tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis;
-
d. het bedrijf aan huis geschiedt door degene die in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
-
e. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
-
f. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het bedrijf aan huis;
-
g. per bedrijf aan huis 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van maximaal 0,5 m².
8.5.3 Mantelzorg
De woning en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt voor het verlenen van mantelzorg, mits:
-
a. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
-
b. er geen extra huisnummer wordt afgegeven;
-
c. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.
8.5.4 Parkeren
Ten aanzien van parkeren op eigen terrein gelden de volgende normen:
-
a. per vrijstaande woning ten minste 2 parkeerplaatsen;
-
b. per twee-aaneen gebouwde woning ten minste 1 parkeerplaats;
-
c. waarbij een garage niet wordt meegerekend als parkeerplaats.
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
8.6.1 Bed & Breakfast
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.1 van deze regels voor een bed & breakfast in de woning, mits:
-
a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
-
b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
-
c. de exploitant in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
-
d. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
-
e. per bed & breakfast 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van maximaal 0,5 m²;
-
f. de bed & breakfast door indeling en maatvoering niet functioneert als een zelfstandige woning, zodat een aparte kookgelegenheid niet is toegestaan;
-
g. maximaal 5 slaapplaatsen in ten hoogste 2 kamers mag worden gerealiseerd;
-
h. ter voorkoming van permanente bewoning een kortdurende recreatieve verblijfsduur geldt van maximaal 3 weken.
8.6.2 Bedrijf aan huis
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.5.2, van deze regels voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in de hoofd- en/of bijbehorende bouwwerken, mits:
-
a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
-
b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
-
c. uitsluitend bedrijfsactiviteiten worden toegestaan tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis;
-
d. het bedrijf aan huis geschiedt door degene die in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
-
e. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
-
f. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het bedrijf aan huis;
-
g. per bedrijf aan huis 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van maximaal 0,5 m².