Plan: | Kom Lage Mierde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1667.BPLMkom3001-VAST |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
en de daarbij behorende:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemming:
zijn mede de desbetreffende bepalingen van deze regels van toepassing.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 20.2.1 en 20.2.2 en toestaan dat een aan- of uitbouw bij een woning wordt gebouwd, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 20.2.2 onder d. en toestaan dat bij percelen waarvan het oppervlak meer dan 1000 m² bedraagt een groter oppervlak aan bijgebouwen wordt gebouwd, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorische waardevolle bebouwing' of 'specifieke bouwaanduiding – woonboerderij' een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 20.2.1 onder c. en het realiseren van 1 extra woning binnen een bestaande woning mogelijk maken, onder voorwaarden dat:
Het is verboden de gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
Binnen de voor 'Wonen' aangewezen gronden is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan op de begane grond als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 20.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in 20.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bebouwing ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' en/of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – cultuurhistorische waardevolle bebouwing' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 20.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: