9.5 Afwijken van de gebruiksregels
9.5.1 Aan huis gebonden beroepen in gebouwen gelegen achter de achtergevellijn
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woonmilieu ter plaatse, de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld ter plaatse kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 9.5.1 onder f. en 9.4.2 onder l. voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in gebouwen gelegen achter de achtergevellijn, onder de volgende voorwaarden:
-
a. het oppervlak van de aanwezige bebouwing gelegen achter de achtergevellijn, dat gebruikt wordt voor de uitoefening van aan huis gebonden beroepen, bedraagt niet meer dan 35 m²;
-
b. de parkeerbalans in de directe woonomgeving wordt niet onevenredig nadelig beïnvloed;
-
c. de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
-
d. er ontstaan geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ter plaatse;
-
e. aan de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld ter plaatse wordt geen afbreuk gedaan.
9.5.2 Consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten
Mist geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de woning en de woonomgeving kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 9.4.2 onder m. voor de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten, onder de volgende voorwaarden:
-
a. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd;
-
b. het vloeroppervlak van de aanwezige bebouwing dat voor de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt, bedraagt niet meer dan 35 m²;
-
c. er wordt geen wezenlijke afbreuk gedaan aan het woonkarakter van de woning en de woonomgeving;
-
d. de parkeerbalans in de directe woonomgeving wordt niet onevenredig nadelig beïnvloed;
-
e. detailhandel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit;
-
f. de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
-
g. er ontstaan geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ter plaatse;
-
h. aan de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld ter plaatse wordt geen afbreuk gedaan.
9.5.3 Mantelzorg
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van omwonende en bedrijven kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 9.4.2 onder j., k. en n. voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
-
a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
-
b. op het perceel al een woning aanwezig is;
-
c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
-
d. per woning maximaal één ontheffing ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
-
e. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben; het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is;
-
f. maximaal 75 m² van hoofdgebouw en/of bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning.
9.5.4 Parkeren in de voortuin
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 9.4.2 onder o. voor het gebruik van de voortuin voor parkeren, met dien verstande dat:
-
a. de afstand tussen de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw en/of bijgebouw en het openbaar gebied minimaal 6 meter bedraagt;
-
b. het gebruik als parkeerplaats de verkeersveiligheid niet in gevaar brengt.