Plan: | Reparatieplan Landelijk Gebied 2017 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1598.ReparatieBPLG2017-va01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Reparatieplan Landelijk Gebied 2017 met identificatienummer NL.IMRO.1598.ReparatieBPLG2017-va01 van de gemeente Koggenland;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
het bestemmingsplan Landelijk Gebied, vastgesteld op 27 juni 2013.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met kennis of studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden;
de aan een gebied toegekende hoge, middelmatige of lage verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
de regio-archeoloog of een ander door het college van Burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
een Quickscan waarin de archeologische waarden en de voorgenomen ingrepen worden getoetst. De afweging tot nader archeologisch onderzoek wordt hierin verwoord door een archeoloog van Archeologie West-Friesland;
onderzoek in het kader van de archeologische monumentenzorg verricht door een gecertificeerde dienst, bedrijf of instelling en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
een gebouw dat dient om verschillende bedrijven in te huisvesten;
een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en daar zichzelf voorziet, of door derden wordt voorzien, in de dagelijkse levensbehoeften. In geval sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten, mag het huishouden uit niet meer dan 6 personen bestaan;
het in een voormalige agrarisch bedrijfsgebouw, niet zijnde een kas, bergen/stallen van goederen, zoals (antieke) auto's, boten en caravans. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel danwel worden opgeslagen voor een elders gevestigd bedrijf;
een woonfunctie voor het bedrijfsmatig verschaffen door de hoofdbewoner van woonverblijf aan ten hoogste 8 personen, waarbij geen sprake is van woningsplitsing of andersoortige toevoeging van zelfstandige woonruimten (er blijft sprake van 1 entree) en waarbij sprake is van een onzelfstandige woonruimte (een beperkt keukenblokje is toegestaan);
een kamer, inclusief sanitaire voorzieningen, ten behoeve van het verstrekken van logies;
een agrarische bedrijfsvoering op de wijze van een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf;
een (al dan niet omheinde) piste, dan wel afgezet stuk grond of weiland, voorzien van een zandbed of daarmee vergelijkbaar materiaal, waar paarden vrije uitloop kunnen hebben en/of waar paarden kunnen worden getraind;
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Agrarisch (Artikel 3)', zijn de regels van artikel 3 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Agrarisch' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 3 ongewijzigd van toepassing.
In 3.1. onderdeel k wordt de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur"';
In 3.1. wordt onderdeel t geschrapt en vervangen door: 'bestaande fiets- en wandelpaden'.
In 3.1. wordt het volgende onderdeel x toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
x. mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van monovergisters;
In 3.1. onderdeel ac (ad) wordt de volgende tekst toegevoegd: 'en ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur" bijbehorende bouwwerken die gebouwd zijn in de vorm van een stolp;
In 3.1. wordt onderdeel ad (ae) geschrapt.
In 3.1. wordt na (het bestaande) onderdeel ad het volgende ae toegevoegd:
'ae. een waterbassin, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - waterbassin'.
In 3.2.1. onder b wordt de volgende zin toegevoegd: 'Gebouwen en overkappingen zullen niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - waterbassin'.
In 3.2.1. onderdelen g en h wordt na het woord 'logiesgebouwen' het volgende toegevoegd: ', ondersteunend glas'.
In 3.2.1. onderdeel j wordt in het bouwschema de rij aangaande 'Woonhuis' geschrapt en worden in de kolom 'Bijbehorende bouwwerken bij...' de woorden 'of een woonhuis' geschrapt.
In 3.2.1. onderdeel j wordt in het bouwschema achter 'bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning' en alle bijbehorende maatvoeringen een '*' toegevoegd.
In 3.2.1. onderdeel j wordt onder het bouwschema achter de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolp" de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
In 3.2.2. wordt in onderdeel het woord 'mestbassins' geschrapt en vervangen door 'bassins'.
In 3.2.2. wordt het volgende onderdeel g toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
g. de bouwhoogte van een waterbassin zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
In 3.4. wordt het volgende onderdeel q toegevoegd:
q. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kamerverhuur.
In 3.5. wordt het sublid 3.5.3. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 3.5. wordt het volgende sublid 3.5.7. Kamerverhuur toegevoegd:
3.5.7 Kamerverhuur
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.4 onder q in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van kamerverhuur, mits:
er per bedrijfswoning kamerverhuur voor ten hoogste 8 personen wordt ingericht;
In 3.6.1. onderdeel g wordt achter de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolp" de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
In 3.6.4. wordt in onderdeel b achter het woord 'stolp' toegevoegd ', stolpschuur'.
In de aanhef wordt achter 'Wonen' toegevoegd: en/of 'Wonen - Stolp'.
In onderdeel a.1. wordt aan de eerste zin de volgende tekst toegevoegd: ', waardoor twee bestemmingsvlakken voor het wonen ontstaan.'
In onderdeel b wordt na '36' toegevoegd: 'of 37' en wordt de volgende tekst aan het onderdeel b toegevoegd: ', waarbij meteen gebruik gemaakt mag worden van de splitsingsmogelijkheid voor ten hoogste twee woningen per stolp'.
In onderdeel d wordt de volgende zinsnede geschrapt: ', waarbij geldt dat de vermindering feitelijk moet zijn uitgevoerd op het moment dat de verbouwing of herbouw van de resterende (bedrijfs-)bebouwing een aanvang neemt'.
In 3.7.13. wordt achter de aanduidingen "specifieke bouwaanduiding - stolp" de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur". In onderdeel b wordt na 3.2.1. de volgende tekst toegevoegd: 'dan wel de regels voor stolpschuren in 3.2.1.'.
De wijzigingsbevoegdheid in 3.7.16. komt te vervallen en wordt gewijzigd in:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch' gedeeltelijk wordt gewijzigd in 'Wonen' of 'Wonen - Stolp', waarbij de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt aangebracht, mits:
Aan 3.7. wordt de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch' uitsluitend ten behoeve van opslag wordt gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - inpandige opslag", mits:
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouwbedrijf (Artikel 4)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 4 ongewijzigd van toepassing.
In 4.1. wordt het volgende onderdeel d toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
d. een glastuinbouwbedrijf in combinatie met een biomassavergistingsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - biomassavergistingsinstallatie";
In 4.2.1. onderdeel d wordt na het woord 'bedrijfsgebouwen' het volgende toegevoegd: ', logiesgebouwen, kassen/warenhuizen'.
In 4.2.1. onderdeel e wordt na het woord 'logiesgebouwen' het volgende toegevoegd: ', kassen/warenhuizen'.
In 4.2.2. onder a wordt 2,00 m geschrapt en vervangen door 3,00 m;
In 4.4. worden de volgende onderdelen i, j en k toegevoegd:
i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kamerverhuur;
j. het gebruik van een biomassavergistingsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - biomassavergistingsinstallatie", zodanig dat er:
k. het gebruik van een biomassavergistingsinstallatie, los van het glastuinbouwbedrijf, als zelfstandig installatie.
In 4.5. wordt het sublid 4.5.2. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 4.5. wordt het volgende nieuwe sublid 4.5.2. toegevoegd:
4.5.2. Tweede huishouden
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4. onder c in die zin dat een bedrijfswoning al dan niet in combinatie met interne bouwactiviteiten wordt gebruikt voor meer dan één huishouden, mits:
In 4.5. wordt het volgende sublid 4.5.4. Kamerverhuur toegevoegd:
4.5.4 Kamerverhuur
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4 onder i in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van kamerverhuur, mits:
er per bedrijfswoning kamerverhuur voor ten hoogste 8 personen wordt ingericht;
In de aanhef wordt achter 'Wonen' toegevoegd: ', of 'Wonen - Stolp'.
In onderdeel b wordt na '36' toegevoegd: ', of 37' en wordt de volgende tekst aan het onderdeel b toegevoegd: ', waarbij meteen gebruik gemaakt mag worden van de splitsingsmogelijkheid voor ten hoogste twee woningen per stolp'.
in 4.7.5. wordt onderdeel c geschrapt, waarbij daaropvolgende onderdelen verletteren.
Aan 4.7. wordt de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouwbedrijf' gedeeltelijk wordt gewijzigd in 'Wonen' of 'Wonen - Stolp', waarbij de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt aangebracht, mits:
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Agrarisch - Intensief veehouderijbedrijf (Artikel 5)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 5 ongewijzigd van toepassing.
In 5.1. wordt het volgende onderdeel e toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
e. mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van monovergisters;
In 5.4. wordt het volgende onderdeel j toegevoegd:
j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kamerverhuur.
In 5.5. wordt het sublid 5.5.2. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 5.5. wordt het volgende nieuwe sublid 5.5.2. toegevoegd:
5.5.2. Tweede huishouden
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.4. onder c in die zin dat een bedrijfswoning al dan niet in combinatie met interne bouwactiviteiten wordt gebruikt voor meer dan één huishouden, mits:
In 5.5. wordt het volgende sublid 5.5.4. Kamerverhuur toegevoegd:
5.5.4. Kamerverhuur
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.4 onder j in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van kamerverhuur, mits:
er per bedrijfswoning kamerverhuur voor ten hoogste 8 personen wordt ingericht;
In de aanhef wordt achter 'Wonen' toegevoegd: ', of 'Wonen - Stolp'.
In onderdeel b wordt na '36' toegevoegd: ', of 37' en wordt de volgende tekst aan het onderdeel b toegevoegd: ', waarbij meteen gebruik gemaakt mag worden van de splitsingsmogelijkheid voor ten hoogste twee woningen per stolp'.
Aan 5.6. wordt de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch - Intensief veehouderijbedrijf' gedeeltelijk wordt gewijzigd in 'Wonen' of 'Wonen - Stolp', waarbij de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt aangebracht, mits:
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Agrarisch - Paardenhouderijbedrijf (Artikel 6)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 6 ongewijzigd van toepassing.
In 6.1. wordt het volgende onderdeel f toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
f. mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van monovergisters;
In 6.4. wordt het volgende onderdeel i toegevoegd:
i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kamerverhuur.
In 6.5. wordt het sublid 6.5.2. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 6.5. wordt het volgende nieuwe sublid 6.5.2. toegevoegd:
6.5.2. Tweede huishouden
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.4. onder c in die zin dat een bedrijfswoning al dan niet in combinatie met interne bouwactiviteiten wordt gebruikt voor meer dan één huishouden, mits:
In 6.5. wordt het volgende sublid 6.5.3. Kamerverhuur toegevoegd:
6.5.3. Kamerverhuur
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.4 onder i in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van kamerverhuur, mits:
er per bedrijfswoning kamerverhuur voor ten hoogste 8 personen wordt ingericht;
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Bedrijf (Artikel 7)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 7 ongewijzigd van toepassing.
In 7.2.1. onderdeel i wordt in het bouwschema achter 'bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning' en alle bijbehorende maatvoeringen een '*' toegevoegd.
In 7.2.1. onderdeel i wordt onder het bouwschema achter de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolp" de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
In 7.2.2. onderdeel b wordt de bouwhoogte van 3,50 m geschrapt en vervangen door 4,50 m.
In 7.4. wordt het volgende sublid j toegevoegd:
j. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bedrijfsverzamelgebouw, met uitzondering van het bestaande bedrijfsverzamelgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - specifieke regeling', in welk geval de gronden en bouwwerken binnen een bestemmingsvlak voor vier bedrijven mogen worden gebruikt.
In 7.5. wordt het sublid 7.5.2. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 7.5.3. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 7.5.3. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 7.5.3. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
In 7.5. wordt het volgende onderdeel 7.5.4. toegevoegd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.4 onder j in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van een bedrijfsverzamelgebouw, mits:
In de aanhef wordt achter 'Wonen' toegevoegd: ', of 'Wonen - Stolp'.
In onderdeel b wordt na '36' toegevoegd: ', of 37' en wordt de volgende tekst aan het onderdeel b toegevoegd: ', waarbij meteen gebruik gemaakt mag worden van de splitsingsmogelijkheid voor ten hoogste twee woningen per stolp'.
in 7.7.3. wordt onderdeel c geschrapt, waarbij daaropvolgende onderdelen verletteren.
Aan 7.7. wordt de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - inpandige opslag" bedrijven, welke zijn genoemd in bijlage 2 van de regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013, onder de categorieën 1 en 2, worden toegelaten, mits:
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Bedrijf - Agrarisch hulpbedrijf (Artikel 8)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 8 ongewijzigd van toepassing.
In 8.5. wordt het sublid 8.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 8.5.2. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 8.5.2. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 8.5.2. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
in 8.7.4. wordt onderdeel c geschrapt, waarbij daaropvolgende onderdelen verletteren.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Cultuur en ontspanning - Molen (Artikel 14)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 14 ongewijzigd van toepassing.
In 14.5.1. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 14.5.1. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 14.5.1. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Detailhandel (Artikel 15)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 15 ongewijzigd van toepassing.
In 15.5. wordt het sublid 15.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 15.5.2. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 15.5.2. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 15.5.2. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum (Artikel 16)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 16 ongewijzigd van toepassing.
In 16.5. wordt het sublid 16.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 16.5.2. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 16.5.2. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 16.5.2. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Horeca (Artikel 19)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 19 ongewijzigd van toepassing.
In 19.5. wordt het sublid 19.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 19.5.2. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 19.5.2. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 19.5.2. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
in 19.7.1. wordt onderdeel c geschrapt, waarbij daaropvolgende onderdelen verletteren.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Maatschappelijk (Artikel 20)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 20 ongewijzigd van toepassing.
In 20.5. wordt het sublid 20.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 20.5.2. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 20.5.2. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 20.5.2. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
in 20.7.1. wordt onderdeel c geschrapt, waarbij daaropvolgende onderdelen verletteren.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Maatschappelijk - Begraafplaats (Artikel 21)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 20 ongewijzigd van toepassing.
In 21.2.1. onder b wordt de gezamenlijke oppervlakte van 100 m² aangepast en gewijzigd in 50 m².
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie (Artikel 26)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 26 ongewijzigd van toepassing.
in 26.1. onderdeel b onder 2 wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ', waarbij het restaurant zowel ten behoeve van recreanten als niet-recreanten gebruikt mag worden;'
In 26.1. onderdeel e wordt de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur"';
In 26.1. onderdeel g wordt de volgende tekst toegevoegd: ', waarbij ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur" bijbehorende bouwwerken die gebouwd zijn in de vorm van een stolp;
Aan 26.2.3. worden de volgende onderdelen g en h toegevoegd:
g. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur" zal een gebouw uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
h. de oppervlakte, de goothoogte en de dakhelling van een stolpschuur zal ten minste en ten hoogste de bestaande oppervlakte, de goothoogte en de dakhelling bedragen.
In 26.3.2. wordt in de aanhef na 26.2.2. onder h de volgende tekst toegevoegd: 'en 26.2.4. onder g';
In 26.5. wordt het sublid 26.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 26.5.2. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 26.5.2. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 26.5.2. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
In 26.6.1. wordt achter de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolp" de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur".
In 26.6.3. wordt in onderdeel b tweemaal achter het woord 'stolp' toegevoegd 'of stolpschuur'.
in 26.7.3. wordt onderdeel c geschrapt.
In 26.7.3. wordt het onderdeel c geschrapt en vervangen door de volgende tekst:
'deze wijziging niet van toepassing is op stolpen die zijn voorzien van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
In 26.7.4. wordt achter de aanduidingen "specifieke bouwaanduiding - stolp" de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur". In onderdeel b wordt na 26.2.2. de volgende tekst toegevoegd: 'dan wel de regels voor stolpschuren in 26.2.3.'.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Recreatie - Volkstuinen (Artikel 27)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 27 ongewijzigd van toepassing.
27.2.1. komt te vervallen en wordt vervangen door het volgende nieuwe sublid 27.2.1.:
a. per volkstuin zal ten hoogste één gebouw of één overkapping en één kas worden gebouwd;
b. de oppervlakte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 20,00 m² bedragen;
c. de oppervlakte van een kas zal ten hoogste 20,00 m² bedragen;
d. de bouwhoogte van een gebouw, een overkapping of een kas zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
e. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen, overkappingen en kassen zal per volkstuin ten hoogste 50% van de oppervlakte van de volkstuin bedragen.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Water (Artikel 34)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 34 ongewijzigd van toepassing.
In 34.2.2. worden de onderdelen b en c geschrapt en vervangen door het volgende onderdeel b:
b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - recreatieve vaarroute" gelden tevens de volgende regels:
1. de doorvaarthoogte van bruggen, duikers en daarmee gelijk te stellen kunstwerken zal ten minste 1,20 m bedragen, tenzij de bestaande hoogte minder bedraagt, in welke geval de doorvaarthoogte ten minste de bestaande hoogte zal bedragen;
2. de doorvaartbreedte van bruggen, duikers en daarmee gelijk te stellen kunstwerken en de waterloop zal ten minste 2,50 m bedragen, tenzij de bestaande breedte minder bedraagt, in welke geval de doorvaartbreedte ten minste de bestaande breedte zal bedragen.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Water - Waterstaat (Artikel 35)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 35 ongewijzigd van toepassing.
De naam van de bestemming wordt geschrapt en vervangen door: 'Water - Waterkering'.
Aan artikel 35 wordt het volgende lid toegevoegd:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen (Artikel 36)', zijn de regels van artikel 36 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Wonen (Artikel 36)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 36 ongewijzigd van toepassing.
In 36.1. worden de volgende onderdelen c, f en i toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
c. woonhuizen met bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met ruimte voor beroepsuitoefening aan huis c.q. bedrijfsmatige activiteiten, in de vorm van een voormalige agrarische bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning";
f. het behoud, het herstel en de ontwikkelingen van stolpschuren, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
i. nutsvoorzieningen;
In 36.2.2. wordt het volgende onderdeel c toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren.
c. voor zover de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding "bouwvlak" zal een hoofdgebouw binnen het bouwvlak worden gebouwd;
In onderdeel a worden de woorden 'in of' geschrapt.
Aan 36.2.3. worden de volgende onderdelen i en j toegevoegd:
i. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur" zal een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een stolpschuur uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
j. de oppervlakte, de goothoogte en de dakhelling van een stolpschuur zal ten minste en ten hoogste de bestaande oppervlakte, de goothoogte en de dakhelling bedragen.
In 36.5. wordt het sublid 36.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 36.5.3. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 36.5.3. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 36.5.3. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
In 36.6.1. wordt de volgende tekst toegevoegd: 'het (gedeeltelijk) verwijderen van een stolpschuur, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur".
In 36.6.3. wordt in onderdeel b achter het eerste woord 'karakteristiek' toegevoegd 'of waardevol' en achter 'karakteristieke hoofdvorm' wordt toegevoegd 'of of waardevolle stolpschuur'.
Aan 36.7 wordt de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Wonen' met de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch - Glastuinbouwbedrijf' of 'Agrarisch - Intensief veehouderijbedrijf', waarbij de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, dan wel uitsluitend de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, mits:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen - Stolp (Artikel 37)', zijn de regels van artikel 37 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Wonen - Stolp (Artikel 37)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 37 ongewijzigd van toepassing.
In 37.1. onderdeel a wordt na bijbehorende bouwwerken de volgende tekst toegevoegd: 'al dan niet in de vorm van een stolpschuur, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
In 37.1. onderdeel c wordt de volgende tekst toegevoegd: 'en de stolpschuren"';
In 37.1. wordt het volgende onderdeel g toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
g. nutsvoorzieningen;
In onderdeel a wordt achter de woorden 'dan wel' het woord 'achter' toegevoegd.
Aan 37.2.2. worden de volgende onderdelen g en h toegevoegd:
g. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur" zal een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een stolpschuur uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
h. de oppervlakte, de goothoogte en de dakhelling van een stolpschuur zal ten minste en ten hoogste de bestaande oppervlakte, de goothoogte en de dakhelling bedragen.
in 37.3.1. wordt onderdeel b geschrapt.
In onderdeel d wordt de verwijzing naar lid 37.1. onder c geschrapt en vervangen door: lid 37.1 onder b.3.
In 37.5. wordt het sublid 37.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 37.5.2. wordt onderdeel a geschrapt en vervangen door het volgende lid a:
a. er per bestemmingsvlak, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², ten hoogste 6 logiesverblijven ten behoeve van de recreatieve bewoning voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden ingericht;
In 37.5.2. wordt in onderdeel b '30' vervangen door '40'.
In 37.5.2. wordt in de onderdelen b en c het woord 'logieskamer'/'logieskamers' vervangen door 'logiesverblijf'/'logiesverblijven'.
In 37.6.1. wordt de volgende tekst toegevoegd: ', of een stolpschuur, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur".
In 37.6.3. wordt in onderdeel b tweemaal achter het woord 'stolp' toegevoegd 'of stolpschuur'.
In 37.7.1. wordt onderdeel c geschrapt en vervangen door de volgende tekst:
'deze wijziging niet van toepassing is op stolpen die zijn voorzien van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
Aan 37.7 wordt de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Wonen - Stolp' met de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch - Glastuinbouwbedrijf' of 'Agrarisch - Intensief veehouderijbedrijf', waarbij de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, dan wel uitsluitend de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, mits:
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding (Artikel 39)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 39 ongewijzigd van toepassing.
In onderdeel a worden de woorden 'wordt ingewonnen' geschrapt.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Aardkundig (Artikel 42)', zijn de regels van artikel 42 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 1 (Artikel 43) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
De voor 'Waarde - Archeologie 1 (Artikel 43)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor alle bouwwerken moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in 43.2.1. winnen zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Indien uit het in lid 43.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 43.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in lid 43.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Indien uit het in lid 43.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 1 (Artikel 43)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 2 (Artikel 44) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
De voor 'Waarde - Archeologie 2 (Artikel 44)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m², moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in 44.2.1. winnen zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld. In sommige gevallen volstaat een Archeologische Quickscan als duidelijk is dat de geplande ingrepen geen onevenredige afbreuk doen aan de aanwezige archeologische waarden.
Indien uit het in lid 44.2.1 genoemde rapport of de in lid 44.2.2 genoemde Quickscan blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 44.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in lid 44.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Indien uit het in lid 44.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 2 (Artikel 44)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 3 (Artikel 45) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
De voor 'Waarde - Archeologie 3 (Artikel 45)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan 0,35 m, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in 45.2.1. winnen zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Indien uit het in lid 45.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 45.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in lid 45.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Indien uit het in lid 45.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 3 (Artikel 45)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 4 (Artikel 46) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
De voor 'Waarde - Archeologie 4 (Artikel 46)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 10.000 m² en dieper dan 0,40 m, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in 46.2.1. winnen zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld. In sommige gevallen volstaat een Archeologische Quickscan als duidelijk is dat de geplande ingrepen geen onevenredige afbreuk doen aan de aanwezige archeologische waarden.
Indien uit het in lid 46.2.1 genoemde rapport of de in lid 46.2.2 genoemde Quickscan blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 46.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in lid 46.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Indien uit het in lid 46.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 4 (Artikel 46)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 5 (Artikel 47) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
De voor 'Waarde - Archeologie 5 (Artikel 47)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 20.000 m² en dieper dan 0,40 m, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in 47.2.1. winnen zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld. In sommige gevallen volstaat een Archeologische Quickscan als duidelijk is dat de geplande ingrepen geen onevenredige afbreuk doen aan de aanwezige archeologische waarden.
Indien uit het in lid 47.2.1 genoemde rapport of de in lid 47.2.2 genoemde Quickscan blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 47.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in lid 47.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Indien uit het in lid 47.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 5 (Artikel 47)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie (Artikel 48)', zijn de regels van artikel 48 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Landschap verkaveling (Artikel 49)', zijn de regels van artikel 49 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering (Artikel 50)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 50 ongewijzigd van toepassing.
In 50.4.1. worden de onderdelen a, b en c geschrapt en vervangen door de volgende onderdelen:
In de algemene bouwregels komt in lid 52.2. het sublid 52.2.2. te vervallen.
In artikel 53, lid 53.1., komt de aanhef te vervallen en wordt vervangen door de volgende aanhef: 'Tot een gebruik met de aan de grond gegeven bestemming wordt in ieder geval gerekend:'
In artikel 54 wordt het volgende lid 54.1. toegevoegd. De overige leden worden daarbij vernummerd.
De voor 'Geluidzone - spoor (54.1.)' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting van geluidgevoelige objecten vanwege spoorweglawaai.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding “Geluidzone - spoor” wordt aangebracht en/of wordt verwijderd, mits:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak met de aanduiding 'milieuzone - geurzone (54.2.)', zijn de regels van artikel 54, lid 54.2. van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak met de aanduiding 'vrijwaringszone - dijken (54.3)', zijn de regels van artikel 54, lid 54.3. van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak met de aanduiding 'vrijwaringszone - (energie-)infrastructuur (54.4.)', zijn de regels van artikel 54.4. van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - (energie-)infrastructuur (54.4.)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 54, lid 54.4., ongewijzigd van toepassing.
Aan 54.4. wordt het volgende sublid toegevoegd:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'vrijwaringszone - (energie-)infrastructuur (54.4.)' ter plaatse wordt aangepast, mits:
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop (54.5.)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 54, lid 54.5., ongewijzigd van toepassing.
In onderdeel b wordt '400' geschrapt en vervangen door '300'.
In artikel 57 komt 57.2. te vervallen en wordt vervangen door het volgende lid 57.2.
57.2. Voldoende parkeergelegenheid
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In afwijking van lid 35.2 sub a en b mag het bestaande gebruik van recreatieverblijven ten behoeve van permanente bewoning worden voorgezet door personen die, naast een objectgebonden beschikking, tevens beschikken over een persoonsgebonden beschikking.
In afwijking van lid 35.2 sub a en b mag het bestaande gebruik van recreatieverblijven ten behoeve van permanente bewoning worden voorgezet, indien voor die recreatieverblijven, naast een persoonsgebonden beschikking, tevens een objectgebonden beschikking is verleend,
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels deel uitmakende van het
bestemmingsplan Reparatieplan Landelijk Gebied 2017 van de gemeente Koggenland
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 mei 2018