Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kantbeugel 1 De Goorn
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1598.BPKherzKomplan0009-va01

Regels

1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
 
In deze regels wordt verstaan onder:
 
plan:
het bestemmingsplan 'Kantbeugel 1 De Goorn', van de gemeente Koggenland;
 
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1598.BPKherzKomplan0009-va01, met de bijbehorende regels;
 
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
 
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
 
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
 
bebouwingspercentage:
een in de planregels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
 
bedrijfsmatige activiteiten in woningen:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende aan- en bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
 
beroepsuitoefening aan huis:
het uitoefenen van een vrij- en zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, technisch dienst-verlenend gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel en prostitutie, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;
 
bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf of beroepsuitoefening aan huis, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
 
bestaand:
de situatie zoals die bestond ten tijde van het terinzage leggen van het ontwerp-bestemmingsplan
 
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
 
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met éénzelfde bestemming;
 
bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
 
bijgebouw:
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een, al dan niet vrijstaand, gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste van een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, waarmee het niet in directe verbinding staat, zoals een garage, hobbyruimte en huisdierenverblijf;
 
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
 
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
 
bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
 
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
 
bouwperceelsgrens:
de grens van een bouwperceel;
 
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
 
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
 
dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
 
dienstverlening:
het uitvoeren van werkzaamheden bestaande uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
 
erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct gelegen is bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
 
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
 
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
 
maatschappelijke voorzieningen
(commerciële) dienstverlening, waaronder een bank en educatieve, verzorgings-, sociale-, (para)medische, culturele, kunstzinnige en religieuze doeleinden en voorzieningen ten behoeve van kinderopvang.
 
peil:
a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk grenst aan een weg of langzaam verkeersroute: de hoogte van die weg, respectievelijk langzaam verkeersroute, ter plaatse van de hoofdtoegang;
b. in andere gevallen: het peil overeenkomstig de bouwverordening dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
tenzij in de regels anders is bepaald;
 
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een seks-theater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
 
verbeelding:
a. analoog: bestaat uit de als zodanig gewaarmerkte analoge tekening (verbeelding) van het bestemmingsplan, bestaande uit één blad; tekening nummer: ;
b. digitaal: het weergeven van alle relevante bestemmingsplaninformatie voor de raadpleger van het bestemmingsplan;
 
woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, of een daarmee gelijk te stellen vorm van huisvesting;
 
Artikel 2 Wijze van meten
 
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:
 
2.1 Algemeen
 
afstand tot de perceelsgrens:
tussen de grenzen van een bouwperceel en enig grenspunt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-) gebouw, waar die afstand het kortst is;
 
bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen tezamen;
 
bedrijfsvloeroppervlak:
het binnenwerkse vloeroppervlak van de ruimtes die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;
 
bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoor-stenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
 
dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
 
goothoogte van een gebouw:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
 
inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
 
oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neer-waarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
 
lengte, breedte en diepte van gebouwen:
tussen de buitenzijde van de gevel en/of de harten van scheidsmuren;
 
2.2 Ondergronds bouwen
 
Bij het berekenen van de te bouwen oppervlakte wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen, voor zover deze zijn gelegen buiten de buitenzijde van de gevels van de bijbehorende bovengrondse gebouwen.
 
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Maatschappelijk
 
3.1 Bestemmingsomschrijving
 
De op de verbeelding voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen op de eerste bouwlaag en maximaal vijf woningen op de tweede bouwlaag met daarbij behorende bouwwerken, tuinen, erven, verharding, evenementen van een korte aaneengesloten periode van maximaal 5 dagen. Voorzieningen ten behoeve van de woningen op de eerste bouwlaag mogen ook worden gerealiseerd op de eerste bouwlaag zoals bergingen, trappen en toegangsportalen.
 
3.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
 
3.2.1 Beroepsuitoefening aan c.q. bedrijfsmatige activiteiten in huis
Voor het uitoefenen van beroepsmatige activiteiten aan c.q. bedrijfsmatige activiteiten in huis gelden onderstaande regels:
a. de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van een beroepsuitoefening aan huis c.q. bedrijfsmatige activiteiten in woningen bedraagt minder dan 30% van de oppervlakte van de woning met bijbehorende bouwwerken op een bouwperceel, met een maximum oppervlakte van 50 m²;
b. de woonfunctie dient behouden te blijven;
c. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, is bewoner van de woning;
d. er mag geen detailhandel plaatsvinden;
e. de activiteiten mogen niet meldingsplichtig of vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
f. de verkeers- en parkeerdruk in de naaste omgeving mag niet onevenredig toenemen.
 
3.3 Bouwregels
 
3.3.1 Hoofdgebouwen
a. de woningen dienen binnen het bestaande bouwvlak te worden gebouwd en binnen de bestaande bebouwing, uitsluitend op de tweede bouwlaag, tot maximaal vijf woningen;
b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte;
c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte;
d. vervanging van het hoofdgebouw is slechts toegestaan binnen de bestaande bebouwingscontouren zoals oppervlakte, goothoogte en bouwhoogte.
 
3.3.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. voor erfafscheidingen gesitueerd in of achter de naar de weg gekeerde bouwgrens geldt een bouwhoogte van 2 m;
b. voor erfafscheidingen gesitueerd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en haaks op de voorgevel geldt voor maximaal de helft van de diepte van de voortuin een bouwhoogte van 2 m;
c. voor toegangspoortjes geldt een maximale bouwhoogte van 2 m;
d. voor overige erfafscheidingen geldt een maximale bouwhoogte van 1,5 m;
e. voor lantaarnpalen en masten geldt een maximale bouwhoogte van 5 m.
 
3 Algemene regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
 
Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Strijdig gebruik
 
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot doel, strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder een strijdig gebruik, als bedoeld in dit artikel wordt in ieder geval verstaan een gebruik van:
  1. de onbebouwde gronden als: 
    1. opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, bouwmaterialen, afval, puin, grind en brandstoffen;
    2. uitstallings- of opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;
    3. uitstallings- of opslagplaats dan wel stand- of ligplaats voor onderkomens;
  2. bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:
    1. een seksinrichting en een escortbedrijf;
    2. raam- en straatprostitutie.
Artikel 6 Algemene bouwregels
 
6.1 Maximum bouwprofiel
 
Waar in dit plan voor hoofdgebouwen een maximum goothoogte en een maximum dakhelling is voorgeschreven mag het hieruit voortvloeiende maximum bouwprofiel worden overschreden door antennes, schoorstenen en ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van technische installaties;
 
6.2 Overschrijding bouw- en/of bestemmingsgrenzen
 
De bouwgrenzen mogen, in afwijking van het op de verbeelding en/of in hoofdstuk 2 bepaalde, uitsluitend worden overschreden door:
  1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, veranda's, en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt;
  2. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen als goot- en kroonlijsten, gevellijsten, pilasters, plinten, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, kozijnen, dorpels en afvoerpijpen voor hemelwater, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt. 
6.3 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen
 
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt daarbij uitgegaan van de tekst, zoals deze luidt op het tijdstip waarop het bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is gelegd.
Artikel 7 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
 
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:    
  1. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  2. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  3. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  4. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  5. de ruimte tussen bouwwerken.
Artikel 8 Algemene afwijkingsregels
 
8.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende bepalingen van de regels voor het bouwen van bouwwerken voor het openbare nut:
  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen, waarbij de inhoud niet meer mag bedragen dan 50 m³ en de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m, gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals ondergrondse en bovengrondse vuilcontainers, mits de grondoppervlakte zowel boven- als ondergronds niet meer bedraagt dan 5 m² en de hoogte niet meer dan 1,5 m bedraagt.
8.2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende regels van het plan, voor:
  1. afwijkingen van de aangegeven maten, met een maximum van 10%;
  2. een afwijking op ondergeschikte punten van de begrenzing van de bestemmingen, indien zulks in het belang is van het verkeer of noodzakelijk is voor een behoorlijke inrichting van het terrein, dan wel de noodzaak daartoe blijkt bij uitzetting van het plan in het terrein, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 3 m;
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals beeldende kunstobjecten en dergelijke tot een maximum bouwhoogte van 10 m.
  4. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals antenneinstallaties en vlaggenmasten met een maximum hoogte van 20 m.
8.3
Een afwijking wordt niet toegestaan indien daardoor ernstige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeers-veiligheid, de sociale veiligheid en de ingevolge de bestemming gegeven gebruiks-mogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
 
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 9 Slotregel
 
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
 
9.1.1
Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot:
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk
is teniet gegaan.
 
9.1.2
Eenmalig worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.1.1, voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%
 
9.1.3
Het bepaalde in lid 9.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
 
9.2 Overgangsrecht gebruik
 
9.2.1
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
 
9.2.2
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, mits door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
 
9.2.3
Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
 
9.2.4
Het bepaalde in lid 9.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
 
Artikel 10 Slotregel
 
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
 
Regels deel uitmakende van het bestemmingsplan 'Kantbeugel 1 De Goorn' van de gemeente Koggenland.
 
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 september 2014.
  
De voorzitter,                                          de griffier,
  
………………………………………… .…………………………………………..