direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Wilhelminasingel-Driesveldlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPWD1100-VG01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Wonen met de daarbij behorende tuinen en erven.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn tevens een ondergrondse parkeergarage, ondergrondse bergingen, een ondergrondse fietsenstalling en ondergrondse waterbergingen toegestaan.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'gemeentelijk stads- en dorpsgezicht' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van het gemeentelijk stads- en dorpsgezicht, zoals dit nader tot uitdrukking komt in de in bijlage vI van deze regels opgenomen inventarisatie.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. Bouwwerken passende binnen deze bestemming met bijbehorende bijgebouwen.
  • b. Bouwwerken geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmeting passen binnen deze bestemming, waaronder terrassen.
  • c. Verhardingen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen.
  • d. Ongeacht hetgeen voor de overigens op deze gronden rustende bestemmingen is bepaald, mag er tevens een ondergrondse parkeergarage gebouwd worden met bijbehorende voorzieningen.
6.2.2 Regels met betrekking tot het bouwvlak
  • a. Het hoofdgebouw moet en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Per bouwvlak is maximaal het op de plankaart aangegeven aantal woningen toegestaan.
  • c. Het bouwvlak mag in zijn geheel worden bebouwd.
  • d. De voorgevel dient uitsluitend in dan wel evenwijdig, tot maximaal 3,00 m achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, te worden opgericht; ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers en balkons met een oppervlakte van maximaal 5 m² mogen de naar de weg gekeerde bouwgrens overschrijden met niet meer dan 1,20 m; luifels en andere droogloopvoorzieningen mogen eveneens de naar de weg gekeerde bouwgrens overschrijden met niet meer dan 1,20 m.
  • e. Ten aanzien van de maatvoering van hoofdgebouwen geldt de volgende regel:
  • 1. De bebouwingshoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 11,00 m tenzij een andere hoogte is aangeduid op de kaart.
6.2.3 Regels met betrekking tot de aanduiding bijgebouwen.
  • a. Bijgebouwen mogen worden gebouwd ten dienste van de bestemming, zoals bergingen, garages, dierenverblijven, woon-, werk-, en hobbyruimten, hobbykassen en serres.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
  • c. De gezamenlijke oppervlakte van vergunningsplichtige bijgebouwen en overkappingen bij woningen mag maximaal 150 m² bedragen, mits het bijgebouwenvlak door dat bouwen voor niet meer dan 50% wordt bebouwd, waarbij bijgebouwen en overkappingen, gelegen binnen het bouwvlak, niet meegerekend worden bij de maximaal toegestane gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij woningen.
  • d. Ten aanzien van de maatvoering van bijgebouwen gelden de volgende regels:
  • 1. De goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,20 m of de bestaande goothoogte op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan indien deze hoger is.
  • 2. De bebouwingshoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 6,00 m of de hoogte op het moment van tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan indien deze hoger is.
6.2.4 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen qua aard en afmetingen bij de bestemming te passen.
  • b. De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelegen op het achtererf of op het zijerf in of achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal 4,00 m bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte maximaal 2,00 m mag bedragen.
  • c. De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder tevens begrepen erfafscheidingen op het voorerf of op het zijerf voor het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal 1,00 meter bedragen, uitgezonderd sierhekwerken waarvan de hoogte maximaal 2,00 m mag bedragen en waarbij geen beperkingen ten aanzien van de situering gelden.
6.2.5 Antenne-opstelpunten

Op gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde hoger dan 15 m mogen antenne-opstelpunten worden opgericht, mits deze antennemasten niet hoger zijn dan 5 m gemeten vanaf bovenkant gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde.

6.3 Nadere eisen
6.3.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan (ver)nieuwbouwplannen gelegen in een gemeentelijk stads- en dorpsgezicht, met dien verstande, dat kan worden geëist, dat hoogtematen, dieptemaat, breedtemaat, gevelindeling en kapvorm van de (ver)nieuwbouwplannen afgestemd zijn op de historische karakteristiek van het gemeentelijk stads- en dorpsgezicht.
6.3.2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundige beeld.
6.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 6.2.4. voor het bouwen van een bijgebouw buiten het bouwvlak en het vlak met de aanduiding bijgebouwen mits:

  • a. De hoogte maximaal 3,50 m bedraagt.
  • b. De oppervlakte maximaal 15 m² bedraagt.
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Gebruik van gronden en opstallen

Onder verboden gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor:

  • a. Zelfstandige bewoning, indien het een vrijstaand bijgebouw betreft.
  • b. Opslagdoeleinden, anders dan overeenkomstig het normale gebruik bij de bestemming woondoeleinden en dat gebruik als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van bruikbare en/of onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten als strijdig gebruik wordt aangemerkt.
  • c. De uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf, met uitzondering van de in de doeleindenomschrijving omschreven vormen van bedrijfsmatig gebruik en met uitzondering van het gebruik van hoofd- en bijgebouwen voor een aan huisgebonden beroep tot een oppervlakte van maximaal 50 m2.
  • d. Prostitutiedoeleinden.

6.5.2 Parkeren

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in elk geval verstaan het parkeren van motorvoertuigen op de gronden gelegen buiten het bouwvlak.

6.6 Ontheffing van de gebruiksregels
6.6.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 6.5.1 onder c voor handel in de vorm van digitale verkoop per internet, mits:
  • a. De producten door de klant digitaal besteld worden.
  • b. De bestelde producten door de ondernemer zelf of via de post c.q. een pakketdienst bij de klant thuis bezorgd worden.
  • c. Er geen verkoop aan huis plaatsvindt.
  • d. Maximaal 30 m² van het vloeroppervlak van de woning gebruikt wordt voor de digitale verkoop per internet, in de vorm van administratie en opslag goederen.
6.6.2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 6.5.1 onder c. tot een grotere oppervlakte dan 50 m2, of als bedrijfsruimte voor een aan huis gebonden bedrijf of een ambachtelijk bedrijf in een deel van een woning of de daarbij behorende bijgebouwen, mits:
  • a. De daar gepleegde activiteiten ondergeschikt zijn aan de woonfunctie.
  • b. Het gebruik naar de aard met de woonfunctie in overeenstemming is.
  • c. De woonfunctie op het betrokken perceel niet in betekenende mate wordt aangetast.
  • d. Niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen als zodanig wordt gebruikt.
  • e. Geen gebruik plaatsvindt, dat meldings- of vergunningsplichtig is in het kader van de Wet milieubeheer, tenzij ten aanzien van meldingsplichtige activiteiten door de aanvrager middels onderzoek kan worden aangetoond dat het woon- en leefklimaat door desbetreffende activiteit niet onevenredig wordt aangetast.
  • f. Geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met het beroep of bedrijf.
  • g. Het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn.

6.7 Aanlegvergunningen
6.7.1 Verbodsbepaling

Het is verboden op de tot 'Wonen' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. Het aanbrengen van boomgewassen of beplantingen.
  • b. Het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 meter.
  • c. Het opslaan van materialen of stoffen die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren.
6.7.2 Normaal onderhoud

Het onder 6.7.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen.

6.7.3 Toelaatbaarheid

Werken of werkzaamheden als bedoeld onder 6.7.1. zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de parkeergarage ontstaat of kan ontstaan.