direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen
Plan: Buitengebied Venlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009019-VA01

Artikel 20 Wonen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De op de Verbeelding voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding onderdoorgang, een onderdoorgang;
  • c. ter plaatse van de aanduiding bufferzone verdroging, een bufferzone verdroging;
  • d. ter plaatse van de aanduiding ecologische hoofdstructuur, de ecologische hoofdstructuur;
  • e. ter plaatse van de aanduiding middelhoge/hoge archeologische verwachting, een middelhoge/hoge archeologische verwachting;
  • f. ter plaatse van de aanduiding grondgebonden landbouw, een grondgebonden landbouwgebied;
  • g. ter plaatse van de aanduiding glastuinbouw concentratie, een glastuinbouwconcentratiegebied;
  • h. ter plaatse van de aanduiding robuuste landbouw en natuur, een gebied met robuuste landbouw en natuur;
  • i. ter plaatse van de aanduiding Bed & Breakfast, een bed & breakfast als nevenactiviteit in maximaal 5 ruimten in bestaande bebouwing, tot een maximale oppervlakte van 60 m2 van het hoofdgebouw met daarbij behorende bijgebouwen;
  • j. de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in hoofdgebouw en bijgebouw(en) maximaal categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 40% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijgebouwen bedraagt, met een maximum van 50 m2 en de activiteiten door de bewoners van het hoofdgebouw zelf worden uitgeoefend;
  • k. kleinschalig kamperen op of aansluitend aan het bouwvlak met maximaal 25 standplaatsen in de periode van 15 maart t/m 31 oktober, indien de gronden op de verbeelding aangewezen zijn als 'robuuste landbouw en natuur' en 'grondgebonden landbouw';
  • l. één paardenbak per bouwvlak;
  • m. waterhuishoudkundige voorzieningen.

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de aanwijzingen op de verbeelding alsmede de volgende bepalingen:

20.2.1 Algemeen

Woningen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.

20.2.2 Woning
  • a. De inhoud van de woning mag maximaal 900 m³ bedragen, met uitzondering van bestaande langgevelboerderijen waarbij de bestaande inhoud maximaal is toegestaan.
  • b. Bestaande woningen die op het moment dat dit bestemmingsplan in werking treedt een inhoud hebben van meer dan 900 m³ mogen door de eigenaar/gebruiker (peildatum: inwerkingtreding van dit bestemmingsplan) worden vervangen door een woning van dezelfde omvang, mits gesitueerd binnen hetzelfde bouwvlak.
  • c. De afstand tot de perceelsgrenzen moet ten minste 5 meter bedragen, tenzij het een woningscheidende zijgevel betreft.
  • d. Per bouwvlak is één woning toegestaan.
  • e. De goothoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 6 meter. De maximale nokhoogte bedraagt 9 meter.
  • f. Woningen dienen met een kap te worden afgedicht.
  • g. De bestaande legale situering van de woning ten opzichte van de weg is toegestaan.

20.2.3 Bijbehorende bouwwerken
  • a. De bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand tot de perceelsgrenzen van tenminste 5 meter.
  • b. De maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 100 m2 bedragen.
  • c. De goot- en nokhoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3,3 meter respectievelijk 6 meter bedragen.

20.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. Op de gronden gelegen achter de gevellijn mag de hoogte maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.
  • b. Op de gronden gelegen voor de gevellijn mag niet worden gebouwd.

20.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing en/of oppervlakteverharding;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

20.4 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

20.4.1 Situering woning op andere locatie

het bepaalde in artikel 20.2.2 voor het bouwen van de woning op een andere locatie, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Er sprake is van een akoestische en/of stedenbouwkundige verbetering.
  • b. Herbouw vindt plaats op het desbetreffende perceel.
  • c. Herbouw buiten de bestaande fundering is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
  • d. Het landelijke karakter van het gebied wordt niet onevenredig aangetast.
  • e. De nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving.

20.4.2 Afstand tot de perceelsgrens

het bepaalde in 20.2.2 en 20.2.3 voor het bouwen van gebouwen op een kortere afstand tot de perceelsgrens, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Als gevolg van de afwijking de bestaande natuur-, cultuurhistorische en/of landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast. de
  • b. De afwijking is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
  • c. De afwijking leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving.

20.4.3 Sloop (bedrijfs)gebouwen

Herbouw van gesloopte (bedrijfs)gebouwen is mogelijk, mits:

  • a. Na sloop van oude (bedrijfs)gebouwen maximaal 20% van de gesloopte oppervlakte mag worden teruggebouwd.
  • b. De maximale oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 150 m2 na sloop.

20.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
  • d. wonen in een bijgebouw.

20.6 Wijzigingsbevoegdheid
20.6.1 Wijzigen bestemming Wonen naar bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf met nadere aanduiding glastuinbouwbedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Wonen te wijzigen in de bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf met de nadere aanduiding glastuinbouwbedrijf ten behoeve van de vestiging van een volwaardig glastuinbouwbedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De gronden zijn gelegen binnen de op de verbeelding aangegeven zone 'glastuinbouw concentratie'.
  • b. De functie geen milieuhygiënische belemmeringen voor de agrarische bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven met zich meebrengt.
  • c. Als gevolg van de verandering de bestaande natuur-, cultuurhistorische en/of landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast.
  • d. Er geen sprake is van onevenredige milieuhygiënische belemmeringen als gevolg van, danwel ten nadele van, omliggende functies.
  • e. Aandacht wordt besteed aan de verschillende deelaspecten namelijk water, landschappelijke inpassing, cultuurhistorie, natuur en landschap, milieu, verstening en veiligheid.

20.6.2 Woningsplitsing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' te wijzigen om binnen aaneengesloten bebouwing van een bestaande woning, een tweede woning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De bestaande woning een langgevelboerderij betreft.
  • b. De bestaande woning niet gelegen is binnen de op de verbeelding aangegeven zone 'glastuinbouw concentratie'.
  • c. Dit leidt tot de instandhouding van die bestaande woning.
  • d. Geen van de woningen buiten de aaneengesloten bebouwing van de bestaande woning wordt geplaatst.
  • e. De oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken dient te worden teruggebracht tot 100 m² of tot maximaal 20% van de te slopen oppervlakte tot een maximum van 150 m².
  • f. De voor de splitsing bestaande inhoud mag niet worden vergroot.
  • g. Per woning geldt een maximale inhoud van 900 m³.
  • h. De cultuurhistorische waarden van de langgevelboerderij behouden blijven.