direct naar inhoud van Artikel 9 Gemengd
Plan: Kern Stein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0971.BPKernStein-0003

Artikel 9 Gemengd

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijf van categorie 1 en 2 die zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten categorie 1 en 2 (bijlage 1 bij deze regels);
  • b. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • c. horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca', met dien verstande dat alleen horeca is toegestaan van dezelfde of een lagere horecacategorie als aanwezig op het moment van inwerkingtreden van het bestemmingsplan;
  • d. kantoor, ter plaatse van de aanduiding ' kantoor';
  • e. praktijkruimte, ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
  • f. sport, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ' sport';
  • g. wonen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • 1. de functies genoemd onder a tot en met f (inclusief praktijkruimte) niet op de verdiepingen en in kelders zijn toegestaan;
  • 2. per bouwperceel maximaal 1 (bedrijfs)woning is toegestaan, uitgezonderd in die gevallen waar geen of meer woningen aanwezig zijn op het moment van inwerkingtreden van het bestemmingsplan, alwaar het aantal aanwezige (bedrijfs)woningen als maximum geldt.
9.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.1.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 9.1 genoemde bestemming;
  • b. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • c. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
9.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. het bouwvlak mag voor maximaal 100% worden bebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', het aangeduide maximum bebouwingspercentage geldt; ;
  • b. de voorgevels worden geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • c. de grenzen van het bouwvlak mogen worden overschreden door erkers, luifels, balkons en dergelijke mits de diepte gemeten vanaf de bouwvlakgrens niet meer dan 1,50 meter bedraagt en de breedte niet meer dan 40% van de breedte van het gebouw;
  • d. de goothoogte mag maximaal 7,00 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte mag maximaal 12,00 meter bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de aangeduide maximale bouwhoogte geldt.
9.2.3 Regels ter plaatse van de aanduiding ' bijgebouwen'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en open overkappingen mag maximaal 100 m2 bedragen;
  • c. de grond mag voor maximaal 50% worden bebouwd;
  • d. de goothoogte mag maximaal 3,50 meter bedragen.
  • e. de bouwhoogte mag maximaal 5,50 meter bedragen.
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. buiten de aanduidingen 'bouwvlak' en 'bijgebouwen' mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 2,50 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter mag bedragen.
9.3 Nadere eisen
9.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • c. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan;
  • d. de aard, situering en oppervlakte van verhardingen.
9.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 9.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
9.4 Afwijken van de bouwregels
9.4.1 Afwijken van bouwregels ten behoeve van een grotere bouwhoogte (bouwwerken geen gebouw zijnde)

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.4 onder c voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde met maximaal 2,00 meter, met dien verstande dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
    • 5. de sociale veiligheid.
9.5 Specifieke gebruiksregels
9.5.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. coffeeshops, growshops;
  • d. horeca van categorie 5.
9.5.2 Aan huis verbonden beroepen

Een aan huis verbonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een aan huis verbonden beroep mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal mag 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning respectievelijk 1/3 van de oppervlakte van de bijgebouwen worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep tot een maximum oppervlak van 75 m2;
  • c. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • d. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens de bewoner van de woning;
  • e. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. geen sprake is van een grote verkeersaantrekkende werking;
  • g. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein;
  • h. er vindt geen detailhandel plaats, met uitzondering van aan de activiteit inherente en ondergeschikte detailhandel.
9.6 Afwijken van de gebruiksregels
9.6.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van functies op de verdieping

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.1 ten behoeve van het toestaan van de functies in andere bouwlagen dan de begane grond, mits:

  • a. geen sprake is van afsplitsing van functies maar er dient een directe relatie te zijn met de functie op de begane grond;
  • b. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. op eigen terrein in de extra parkeerbehoefte kan worden voorzien;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
    • 5. de sociale veiligheid;
  • e. het geen detailhandel betreft, uitgezonderd ondergeschikte detailhandel.
9.6.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van het toestaan van functies anders dan aangeduid ter plaatse van de aanduiding

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.1 ten behoeve van het toestaan van de functies anders dan aangeduid ter plaatse van de betreffende aanduiding, mits:

  • a. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. op eigen terrein in de extra parkeerbehoefte kan worden voorzien;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
    • 5. de sociale veiligheid.
9.6.3 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.1 ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. dit gebruik een vloeroppervlakte van maximaal 40 m2 beslaat;
  • b. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk wordt aangetast;
  • c. degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
  • d. geen buitenopslag en buitenstalling plaatsvindt;
  • e. het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. geen sprake is van een grote verkeersaantrekkende werking;
  • g. geen sprake is van verkeersoverlast en in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein;
  • h. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van zelfgemaakte producten dan wel van ondergeschikte aard.
9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.

9.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing.

9.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing.