direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen
Plan: Kern Elsloo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0971.BPKernElsloo-0003

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving
17.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. woonwagens/chalets, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaatsen';
  • c. kantoor, met een maximum oppervlak van 175 m2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • d. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. aan huis verbonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 17.5.2;
    • 2. webshop aan huis, overeenkomstige het bepaalde in artikel 17.5.3;
    • 3. de (overige) daarbij behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, verhardingen.
17.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 32.1.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen (vrijstaand, twee aan een, geschakeld);
  • b. gestapeld woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. woonwagens/chalets, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' en het daarbij aangegeven maximum aantal woonwagens/chalets ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woonwagens';
  • d. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • e. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, welke qua aard en afmetingen bij de bestemming passen.
17.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor maximaal 100% worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats', waar de maximum toegestane bebouwing per standplaats maximaal 125 m2 mag bedragen;
  • c. per bouwvlak is het bestaande aantal woningen toegestaan zoals aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het op de verbeelding aangeduide aantal woningen mag worden gebouwd, mits:
    • 1. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2,50 meter bedraagt, uitgezonderd geschakelde en twee-aaneen gebouwde woningen;
    • 2. de breedte van de woning minimaal 6,00 meter bedraagt;
  • d. de bouwhoogte mag maximaal 10,50 meter bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de aangeduide maximale hoogte geldt;
  • e. in maximaal 2 bouwlagen mag worden gebouwd, uitgezonderd in die gevallen waar een afwijkend aantal bouwlagen aanwezig is op het moment van inwerkingtreden van het bestemmingsplan, alwaar het aantal aanwezige bouwlagen als maximum geldt;
  • f. de hoogte van een bouwlaag bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • g. woningsplitsing is niet toegestaan;
  • h. de voorgevels van de woning worden geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • i. de grenzen van het bouwvlak mogen worden overschreden door erkers, luifels boven de voordeur en dergelijke mits de diepte gemeten vanaf de bouwvlakgrens niet meer dan 1,50 meter bedraagt en de breedte niet meer dan 40% van de breedte van de woning;
  • j. de bouwhoogte van een erker mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw en de afstand van de erker tot de bestemming 'Verkeer' mag niet minder bedragen 3,00 meter.
17.2.3 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen mogen binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en open overkappingen mag maximaal 75 m2 bedragen;
  • d. de grond ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag per bouwperceel voor maximaal 50% worden bebouwd;
  • e. de goothoogte mag maximaal 3,30 meter bedragen.
  • f. de bouwhoogte mag maximaal 5,50 meter bedragen.
17.2.4 Regels ter plaaste van de aanduiding 'garage'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'garage' gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend gebouwen in de vorm van garageboxen worden gebouwd;
  • b. het aanduidingsvlak mag voor maximaal 100% worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte mag maximaal 3,30 meter bedragen.
17.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. buiten de aanduidingen 'bouwvlak' en 'bijgebouwen' mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 2,50 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter mag bedragen, uitgezonderd de bouwhoogte van begroeide draaderfafscheidingen (antraciet of donkergroen) voor de naar de weg gekeerde bouwgrens in de zijdelingse perceelsgrens grenzend aan de openbare ruimte, mag voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter mogen bedragen;
  • d. per perceel is één zwembad toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
    • 1. het zwembad wordt gebouwd binnen het bouwvlak en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', achter het (verlengde van) de achtergevel en ten minste 3,00 meter vanaf de zijdelingse perceelsgrens;
    • 2. het zwembad mag niet worden overdekt, tenzij het bouwen van een overkapping niet in strijd is met de bouwregels ter plaatse.
17.3 Nadere eisen
17.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan.
  • c. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • d. de aard, situering en oppervlakte van verhardingen.
17.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 17.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en van omliggende waarden.
17.4 Afwijken van de bouwregels
17.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van oppervlakte bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.3 ten behoeve van een grotere oppervlakte aan bijgebouwen, met dien verstande dat:

  • a. dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. de bijgebouwen qua omvang en verschijningsvorm passen bij de aard en kwaliteit van de bebouwde en onbebouwde omgeving;
  • c. dit geen nadelige gevolgen heeft voor aangrenzende percelen, qua bezoning en gebruiksmogelijkheden;
  • d. een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd is;
  • e. de oppervlakte aan bijgebouwen maximaal 150 m2 mag bedragen;
  • f. de grond ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag per bouwperceel voor maximaal 60% worden bebouwd.
17.4.2 Afwijken van de bouwregels voor het tijdelijk splitsen van een woning ten behoeve van een mantelzorgwoning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.2 voor het tijdelijk splitsen van een woning ten behoeve van een mantelzorgwoning, met dien verstande dat:

  • a. de noodzaak van de mantelzorg wordt aangetoond;
  • b. de mantelzorgwoning een tijdelijk karakter heeft, zodat na het beëindigen van de zorgrelatie ook de afwijking van het bestemmingsplan wordt beëindigd en er dan geen sprake is van een zelfstandige woning;
  • c. de mantelzorgwoning ondergeschikt is aan aan de hoofdwoning;
  • d. het oppervlak van de mantelzorgwoning maximaal 75 m2 bedraagt;
  • e. voldaan wordt aan de bouwregels in artikel 17.2;
  • f. de afstand tussen de mantelzorgwoningen het hoofdgebouw, zijnde de hoofdwoning, maximaal 15 meter bedraagt;
  • g. de mantelzorg woning voldoet aan de eisen zoals gesteld in het Pluspakket Zorg van het handboek Woonkeur;
  • h. geen sprake is van een eigen aansluiting op de nutsvoorzieningen;
  • i. in de parkeerbehoefte op eigen terrein wordt voorzien, tenzij er in de directe omgeving voldoende veilige parkeerplaatsen aanwezig zijn en de mantelzorgwoning niet leidt tot een onevenredige parkeerdruk.
17.4.3 Afwijken van de bouwregels voor het plaatsen en bewonen van een tijdelijke mantelzorgunit

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.2 voor het plaatsen en bewonen van een tijdelijke mantelzorgunit, met dien verstande dat:

  • a. de noodzaak van de mantelzorg wordt aangetoond;
  • b. de mantelzorgunit een tijdelijk karakter heeft, zodat na beëndiging van de zorgrelatie ook de afwijking van het bestemmingsplan wordt beëndigd en de mantelzorgunit wordt verwijdert;
  • c. de mantelzorgunit ondergeschikt is aan de hoofdwoning;
  • d. het oppervlak van de mantelzorgunit maximaal 75 m2 bedraagt. Dit oppervlak gaat niet ten kosten van de maximum oppervlakte aan toegestane bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'. Ook niet als het onbebouwde oppervlak minder dan 50% is;
  • e. de bouwhoogte van de mantelzorgunit maximaal 3,00 meter bedraagt;
  • f. de plaatsing van de mantelzorgunit vanuit een ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • g. waarden en belangen van de belendende percelen niet onevenredig worden geschaad;
  • h. de mantelzorgunit uitsluitend aan de achterzijde of zijgevel van de bestaande woning geplaatst wordt, waarbij de afstand tot de voorgevellijn minimaal 3,00 meter bedraagt;
  • i. de mantelzorgunit voldoet aan de eisen zoals gesteld in het Pluspakket Zorg van het handboek Woonkeur;
  • j. in de parkeerbehoefte op eigen terrein wordt voorzien, tenzij er in de directe omgeving voldoende veilige parkeerplaatsen aanwezig zijn en de mantelzorgwoning niet leidt tot een onevenredige parkeerdruk.
17.5 Specifieke gebruiksregels
17.5.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik, uitgezonder ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  • b. een aan huis verbonden bedrijf, met uitzondering van aan huis verbonden beroepen toegelaten krachtens artikel 17.5.2;
  • c. een bed & breakfast;
  • d. kinderopvang;
  • e. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • f. gebruik van gronden voor de naar de weg gekeerde bouwgrens voor het stallen van voertuigen, caravans en dergelijke.
17.5.2 Aan huis verbonden beroepen

Een aan huis verbonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een aan huis verbonden beroep mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal mag 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning respectievelijk 1/3 van de oppervlakte van de bijgebouwen worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep tot een maximum oppervlak van 75 m2;
  • c. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • d. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens de bewoner van de woning;
  • e. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. geen sprake is van een grote verkeersaantrekkende werking;
  • g. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein;
  • h. er vindt geen detailhandel plaats, met uitzondering van aan de activiteit inherente en ondergeschikte detailhandel.
17.5.3 Webshop aan huis

Een webshop aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een webshop aan huis mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal mag 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning respectievelijk 1/3 van de oppervlakte van de bijgebouwen worden gebruikt voor een webshop aan huis tot een maximum oppervlak van 40 m2;
  • c. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • d. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens de bewoner van de woning;
  • e. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. geen bedrijfmatige opslag in de buitenlucht plaatsvindt;
  • g. er geen verkoop aan huis plaatsvindt;
  • h. de producten door de klant niet ter plaatse besteld worden;
  • i. de bestelde producten door de ondernemer zelf of via de post c.q. een pakketdienst bij de klant thuis bezorgd worden.
17.5.4 Garageboxen

Ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen garageboxen uitsluitend gebruikt worden voor de stalling van motorvoertuigen, fietsen en opslag inherent aan de woonfunctie. Het gebruik als bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte, opslagruimte, detailhandel of horecadoeleinden is in strijd met het beoogde gebruik.

17.6 Afwijken van de gebruiksregels
17.6.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.5.1 onder b ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. dit gebruik een vloeroppervlakte van maximaal 40 m2 beslaat;
  • b. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk wordt aangetast;
  • c. degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
  • d. geen buitenopslag en buitenstalling plaatsvindt;
  • e. het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. geen sprake is van een grote verkeersaantrekkende werking;
  • g. geen sprake is van verkeersoverlast en in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein;
  • h. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van zelfgemaakte producten dan wel van ondergeschikte aard;
  • i. er ten hoogste één gevelreclame-uiting is toegestaan tot een afmeting van maximaal 50 bij 100 cm.
17.6.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van detailhandel als ondergeschikte activiteit

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.1 en 17.5 ten behoeve van het gebruik voor detailhandel als ondergeschikte activiteit, met dien verstande dat:

  • j. de ondergeschikte detailhandel uitsluitend wordt uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • k. maximaal mag 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning respectievelijk 1/3 van de oppervlakte van de bijgebouwen worden gebruikt voor detailhandel als ondergeschikte activiteit tot een maximum oppervlak van 40 m2;
  • l. de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk wordt aangetast;
  • m. de detailhandel activiteiten alleen worden uitgevoerd door de bewoner(s) van de woning;
  • n. etalages niet zijn toegestaan;
  • o. verkoopruimten enkel toegestaan zijn op de begane grond;
  • p. er ten hoogste één gevelreclame-uiting toegestaan is tot een afmeting van maximaal 50 x 100 centimeter;
  • q. het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
  • r. verkoop van producten met veiligheidsrisico's niet is toegestaan;
  • s. vrachtverkeer ten behoeve van bevoorrading niet is toegestaan;
  • t. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • u. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de verkeersveiligheid;
    • 2. het woon- en leefklimaat;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
17.6.3 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.1 en 17.5 ten behoeve van een bed & breakfast, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de bed & breakfast wordt uitsluitend uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. het pand heeft een minimale inhoud van 500 m³;
  • c. ten hoogste worden 4 slaapplaatsen per bed & breakfast gerealiseerd;
  • d. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • e. de bed & breakfast wordt binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd;
  • f. er is ten hoogste één reclame-uiting ter plaatse van een gevel of in de vorm van een zuil toegestaan met een maximale afmeting van 50 x 100 centimeter;
  • g. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • h. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • i. de bed and breakfast kan door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning. Een aparte kookgelegenheid bij de bed and breakfast is niet toegestaan.
17.6.4 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van kinderopvang

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.1 en 17.5 ten behoeve van een kinderopvang, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de kinderopvang wordt uitsluitend uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal mag 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning respectievelijk 1/3 van de oppervlakte van de bijgebouwen worden gebruikt voor kinderopvang tot een maximum oppervlak van 40 m2;
  • c. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • d. de beroepsmatige activiteiten worden alleen uitgevoerd door de bewoner(s) van de woning;
  • e. er is ten hoogste één reclame-uiting ter plaatse van een gevel of in de vorm van een zuil toegestaan met een maximale afmeting van 50 x 100 centimeter;
  • f. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving en/of omliggende waarden;
  • g. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast.
17.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.

17.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing.

17.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing.