Plan: | Grensmaas 2016 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0971.BPGrensmaas-0003 |
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van consumentverzorgende of ambachtelijke bedrijvigheid, dat op kleine schaal in een woning of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, hoofdzakelijk door de bewoner(s) van de woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie en ruimtelijke uitstraling behoudt en detailhandel niet is toegestaan, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met het aan huis verbonden bedrijf.
het uitoefenen van een vrij beroep of hiermee gelijk te stellen beroepsmatige activiteiten op administratief, (para)medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk, of hiermee gelijk te stellen gebied, dat op kleine schaal in een woning of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, uitsluitend door de bewoner(s) van de woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie en ruimtelijke uitstraling behoudt en detailhandel niet is toegestaan, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met het aan huis verbonden beroep.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw of in het verlengde daarvan tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, waarbij de omvang van de activiteit zodanig is, dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huisverbonden beroepen niet daaronder begrepen.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht.
de natuurlijke oppervlakte van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging, alsmede dat gedeelte van een gebouw dat met die oppervlakte gelijk is. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aangrenzend maaiveld.
de grens van een bestemmingsvlak.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bestuursorgaan dat ingevolge de Wabo bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat bouwkundig en/of architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een constructie van metaal of een ander materiaal met een hoogte van maximaal 2.50 meter, dat met plastic of in gebruik daarmee overeenkomend materiaal is afgedekt ter vervroeging of verlenging van het teeltseizoen van tuinbouw- of fruiteeltproducten. Onder een boogkas wordt tevens een draagluchthal verstaan.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijke omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, kapverdieping en vliering met een maximale bouwhoogte van 3,20 meter.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot een aan huis uitgeoefend beroep gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat als deze woning en /of de daarbij behorende bebouwing wordt uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd. Prostitutie, seksinrichting en escortbedrijf zijn hieronder niet begrepen.
een bepaalde oppervlakte grond, afgedekt met plastic en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van planten; de planten worden op deze afdeklaag los van de ondergrond geteeld in potten ("containers").
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat in de loop van de geschiedenis is ontstaan door het gebruik dat de mens van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt.
het bedrijfsmatig te koop, te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan diegenen die, die goederen kopen resp. huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit
bedrijf gevoerd door een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.
die vormen van openluchtrecreatie die niet intensief zijn zoals wandelen, fietsen, paardrijden, sportvisserij.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
geluidgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten: woningen, onderwijsgebouwen (met uitzondering van gymnastieklokalen), ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medisch centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven.
een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
een woning, waarvan het hoofdgebouw (al dan niet door middel van een bijgebouw) verbonden is aan een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd.
een gebouw, overeenkomstig artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van de grond als productiemiddel.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het
verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of
personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
gebouw of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op een perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.
een horecabedrijf, waarin nachtverblijf wordt verstrekt en maaltijden voor gebruikt ter
plaatse alsmede alcoholvrije of alcoholhoudende dranken; de nadruk ligt echter op het
verstrekken van nachtverblijf.
een zelfstandig wonend dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van (verblijfs)ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree.
het bedrijfsmatig vervaardigen c.q. bewerken van goederen, producten en/of stoffen door middel van of grotendeels door middel van machines, installaties of anderszins via een geautomatiseerd proces.
een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met meer dan 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden of andere dieren 'biologisch' worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer; in deze definitie wordt verstaan onder:
Voor de definiëring van het begrip intensieve veehouderij is aangesloten op de milieuwetgeving. Ruwweg is intensieve veehouderij een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarin het houden van vee of pluimvee de hoofdzaak is en waarbij dientengevolge sprake is van specifieke belasting van de leefomgeving en het natuurlijk milieu door stankoverlast, mestoverschotten en ammoniak;
een pad of weg langs de kant van een kanaal of vaart waarover eertijds de trekdieren van de trekschuit werden voortgedreven.
tenten, tentwagens, kampeerauto's of caravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst.
een terrein met daarbij behorende voorzieningen, ter beschikking gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf of voor het plaatsen, dan wel het geplaatst houden, van kampeermiddelen.
een drink- en eetgelegenheid die zich bevindt bij bedrijven, scholen, sportvoorzieningen of andere instanties en die ondergeschikt is aan en uitsluitend ten dienste staat van de hoofdfunctie.
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard ten behoeve van derden.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
een agrarisch verwant bedrijf dat derden de mogelijkheid biedt om op het manegeterrein of in de omgeving ervan te rijden en/of te trainen (dressuur) met manegepaarden, die gestald worden op het manegeterrein.
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
een woonunit voor het tijdelijk bieden van onderdak op vrijwillige basis en buiten organisatorisch/bedrijfsmatig verband aan een hulpbehoevende op het fysieke, psychische en/of sociale vlak.
een (gedeelte van een) woning, bedoeld voor het tijdelijk bieden van onderdak op vrijwillige basis en buiten organisatorisch/bedrijfsmatig verband aan een hulpbehoevende op het fysieke, psychische en/of sociale vlak.
de Natuurbeschermingswet 1998 en de opvolger daarvan, de Wet natuurbescherming.
een agrarisch bedrijf gericht op het telen van producten in kassen en/of het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. De melkveehouderij wordt hieronder niet begrepen.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven maaiveld is gelegen.
wat betreft de ruimtelijke uitstraling van beperkte betekenis qua omvang, functie dan wel in financieel opzicht ten opzichte van het hoofdgebouw, de hoofdfunctie of het inkomen.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, chalets, woonschepen, stacaravans, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
plaatselijke verbreding van het vaarwater aangebracht om grote schepen de mogelijkheden te bieden elkaar te ontmoeten en voorbij te varen.
huis waar men bedrijfsmatig aan mensen tegen betaling kost en inwoning geeft.
het bestemmingsplan 'Grensmaas 2016' met identificatienummer NL.IMRO.0971.BPGrensmaas-0003 van de gemeente Stein.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een prostitutiebedrijf, waarbij prostituees zich aanbieden door zich opvallend (voor een
raam aan de straat) te vertonen.
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding.
het medegebruik van gronden voor routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren, en voor plaatsgebonden recreatieve activiteiten, zoals voor sportvisserij, met de daarbij behorende voorzieningen.
een constructie van houten, gegalvaniseerde, verzinkte stalen palen of iets dergelijks met daarop een boog met een kap van transparante folie.
een op de verbeelding opgenomen koppelteken tussen twee vlakken.
een horecabedrijf, waarin in dat bedrijf bereide volledige maaltijden, alsmede alcoholvrije of alcoholhoudende dranken - uitsluitend in combinatie met die maaltijden - worden verstrekt voor gebruik ter plaatse; een volwaardige bedrijfskeuken maakt deel uit van de vestiging.
hieronder worden uitsluitend verstaan:
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en
toekomstwaarde van die ruimte.
het plaatsen van kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' uitsluitend in de periode van 15 maart tot 31 oktober.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf – waaronder begrepen een erotische massagesalon-, een seksclub, bordeel, privé-huis en seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht.
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief het ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormd beeld.
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten, of in een op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten bevindend voertuig, beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een andere tegen vergoeding.
de gronden die bij extreem hoge afvoer van de rivier de Maas onder water staan en die een stroomvoerende functie moeten kunnen vervullen en die worden begrensd door het zomerbed en het gebied dat voorzien is van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed'.
voorzieningen/constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei en of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel vervroegen als verlaten ten opzichte van normale open teelt en/of beschermen tegen weersinvloeden, ziekten en plagen dat leidt tot een betere kwaliteit van het product.
teeltondersteunende voorziening die korter dan 6 maanden, al of niet aaneengesloten, in het jaar aanwezig is.
bouwwerken, werken en werkzaamheden met een tijdelijk karakter die noodzakelijk zijn in het kader van het project Grensmaas ten behoeve van een goede aan- en afvoer, verwerking en opslag van grondstoffen, dekgronden en van materiaal ter afwerking van de ontgraven gebieden, het behoud van het woon- en leefmilieu en het in stand houden van de bereikbaarheid en ten behoeve van directievoering of uitvoering. Onder tijdelijke voorzieningen worden onder andere begrepen: tijdelijke geluidsbeperkende constructies in de vorm van zeecontainers en/of grondwallen, kantoorunits, opslagloodsen, werkplaatsen en parkeerplaatsen, transportfaciliteiten, kabels en leidingen, ongelijkvloerse kruisingen, verwerkingsbekkens, ringdijken, tijdelijke gronddepots, havens, werkwegen, watergangen en alle andere naar aard en omvang met de hiervoor genoemde tijdelijke voorzieningen vergelijkbare voorzieningen ten behoeve van de realisatie van het Grensmaasproject.
een bouwlaag die is gelegen boven de eerste bouwlaag op de begane grond.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en/of die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw of in het verlengde daarvan tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.
het vermogen tot opvang en/of transport van water.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, regenwaterbuffers, gemalen, inlaten, greppels, bermsloten etc.
een waterkerende en/of scheidende, kunstmatige of natuurlijke hoogte of hooggelegen gronden inclusief de daarin aanwezige waterkerende elementen die het water op een bepaalde plaats tegenhouden.
watervoerend gebied inclusief de watergang en de bijbehorende oevers en kades.
een voor het openbaar verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
ruimte in een gebouw die hoofdzakelijk is afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht geen deel uitmaakt van de daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
de oppervlakte die bij gewoon hoog zomerwater door de rivier wordt ingenomen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouwgrens dan wel bestemmingsgrens met niet meer dan 2,00 m wordt overschreden.
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.2.
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van (bedrijfs)gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 3.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.3 voor het tijdelijk splitsen van de bedrijfswoning ten behoeve van een mantelzorgwoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.4 voor het plaatsen en bewonen van een tijdelijke mantelzorgunit, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.5 ten behoeve van het toestaan van een grotere bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, met uitzondering van erfafscheidingen, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Huisvesting van de rustende boer is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Een aan huis verbonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.5.1, ten behoeve van de volgende ondergeschikte nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsfunctie:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.5.1 onder a ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf, met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede tot 31-12-2023 voor:
Binnen deze bestemming mag niet worden gebouwd met uitzondering van:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van de tijdelijke werkwegen binnen de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - zone tijdelijke werkwegen' indien dit noodzakelijk is:
Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in artikel 4.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op de volgende werken en werkzaamheden:
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - wijziging in natuur', wijzigen in de bestemming 'Natuur', met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 sub h, tot een hoogte van maximaal 12 meter indien de aard van het bedrijf of de bedrijfsvoering dit technisch noodzakelijk maakt.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die voorkomen in de categorie 3 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten en voor de uitoefening van activiteiten die niet vermeld zijn in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk zijn te stellen met de toegelaten activiteiten.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.2.
Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijf - Afvalwaterzuiveringsinstallatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'groen' de gronden uitsluitend bestemd zijn voor groenvoorzieningen.
Op of in de voor 'Bedrijf - Afvalwaterzuiveringsinstallatie' bestemde gronden mogen slechts die gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen en met dien verstande dat:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.2.
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hondensportvereninging waar het maximale oppervlakte 25 m2 mag bedragen ten behoeve van een verenigingsgebouw.
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen de volgende bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2.1 voor het bouwen van gebouwen noodzakelijk met het oog op natuurbeheer en gebouwen ten behoeve van recreatief medegebruik, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 8.5.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 8.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 8.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Natuur - Na ontgronding en of opvulling' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in lid 9.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
De in lid 9.1.1 omschreven doeleinden worden als volgt nagestreefd.
In deze bestemming zijn toegelaten gebouwen in de vorm van tijdelijke voorzieningen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Voor gebouwen gelden de volgende maatvoeringseisen:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende maatvoeringseisen:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van de tijdelijke werkwegen binnen de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - zone tijdelijke werkwegen' indien dit noodzakelijk is:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of opstallen:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij bijbehorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.2.
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mag geen bebouwing worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde die qua aard en afmetingen bij de bestemming passen met een hoogte van maximaal 10,00 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' waar de hoogte maximaal 16,00 meter mag bedragen.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van de tijdelijke werkwegen indien dit noodzakelijk is:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede tot 31-12-2023 voor:
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend worden gebouwd:
Onder verboden gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van de gronden voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.3 indien dat noodzakelijk is voor een goed waterstaatkundig beheer en inrichting van de gronden en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad. Hierbij wordt de beheerder ter zaken gehoord.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.2.
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 14.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2.2 voor het tijdelijk splitsen van een woning ten behoeve van een mantelzorgwoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2.3 ten behoeve van een grotere oppervlakte aan bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2.3 voor het plaatsen en bewonen van een tijdelijke mantelzorgunit, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Een webshop aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.5.1 onder b ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.5.1 onder j ten behoeve van een bed & breakfast, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.2.
Op de voor 'Leiding' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - hoogwaterbrug' waar bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor een hoogwaterbrug mogen worden opgericht waarvan de bouwhoogte maximaal 10,00 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 15.2 ten behoeve van de bouw van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van het beheer en/of de instandhouding van de leiding, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 15.2 ten behoeve van het bouwen conform de onderliggende bestemming, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Leiding' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 15.4.1 is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken bestaan uit:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.4.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor behoud en bescherming van de aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.2.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd conform de onderliggende bestemming, behoudens indien het verstoringsoppervlak van de bodemingreep kleiner is dan 250 m² of de verstoringsdiepte minder bedraagt dan 40 cm beneden maaiveld.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 16.2.1 ten behoeve van het bouwen conform de onderliggende bestemming wanneer het verstoringsoppervlak van de bodemingreep groter is dan 250 m² en de verstoringsdiepte meer bedraagt dan 40 cm beneden maaiveld, met dien verstande dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Het bepaalde in artikel 16.3.1 en 16.3.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Het bepaalde in artikel 16.4.1 en 16.4.2 is niet van toepassing:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.4.1 wordt slechts verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de bescherming van de archeologische waarden op grond waarbij aanvrager een rapport dient te overleggen waaruit blijkt dat de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is zeker gesteld of geen archeologische waarden aanwezig zijn, tenzij naar haar oordeel de archeologische waarde in andere informatie voldoende is zeker gesteld
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor behoud en bescherming van de aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.2.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd conform de onderliggende bestemming, behoudens indien het verstoringsoppervlak van de bodemingreep kleiner is dan 2.500 m² of de verstoringsdiepte minder bedraagt dan 40 cm beneden maaiveld.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 17.2.1 ten behoeve van het bouwen conform de onderliggende bestemming wanneer het verstoringsoppervlak van de bodemingreep groter is dan 2.500 m2 en de verstoringsdiepte meer bedraagt dan 40 cm beneden maaiveld, met dien verstande dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Het bepaalde in artikel 17.3.1 en 17.3.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Het bepaalde in artikel 17.4.1 en 17.4.2 is niet van toepassing:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 wordt slechts verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de bescherming van de archeologische waarden op grond waarbij aanvrager een rapport dient te overleggen waaruit blijkt dat de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is zeker gesteld of geen archeologische waarden aanwezig zijn, tenzij naar haar oordeel de archeologische waarde in andere informatie voldoende is zeker gesteld
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beheer en het onderhoud van de aangrenzende waterloop, alsmede voor het behoud, herstel en de ontwikkeling van ecologische waarden van de waterloop.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, gehoord het betreffende waterschap, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 18.2 ten behoeve van bouwwerken als toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen bestemming, mits door de bouw of situering van de bouwwerken als bedoeld onder a. en b. van artikel 18.2 geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de waterhuishoudkundige functie dan wel geen onevenredige schade aan de specifieke ecologische waarden wordt of kan worden toegebracht.
In afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen van deze regels is het, voor zover niet reeds gebonden aan een vergunning op grond van de bestemming en/of de van toepassing zijnde Keur van het Waterschap, verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 18.4.1 is niet van toepassing:
De werken of werkzaamheden in artikel 18.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 18.1 genoemde waarden niet onevenredig worden en kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheid voor herstel van die waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. Alvorens te beslissen omtrent de vergunning wordt het betreffende Waterschap gehoord.
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het beheer en het onderhoud van de waterkering.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten behoeve van de waterstaat en/of waterkering met een maximale bouwhoogte van 4 meter, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - hoogwaterbrug' waar bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor een hoogwaterbrug mogen worden opgericht waarvan de bouwhoogte maximaal 10,00 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod in artikel 19.2 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de waterstaat en/of waterkering en de beheerder van de waterkering hiervoor toestemming heeft verleend.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 19.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 19.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect, te verwachte gevolgen de in de aanhef van dit artikel omschreven doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning wordt de beheerder van de waterkering gehoord.
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone- wijzigingsgebied 2' te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waterstaat–Beschermingszone waterkering' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien de nevengeul met noodzakelijke waterkeringen en bijbehorende beschermingszone gerealiseerd zijn.
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed.
Op de voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde gronden mag niet worden gebouwd.
Het in artikel 20.2 opgenomen verbod is niet van toepassing voor het bouwen overeenkomstig de bestemming 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' alsmede voor het oprichten van bouwwerken krachtens de onderliggende bestemming indien de daarvoor vereiste vergunning op basis van de Waterwet is verleend dan wel Rijkswaterstaat heeft beoordeeld dat een vergunning op basis van de Waterwet niet noodzakelijk is. Alsdan kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2 onder de voorwaarden dat:
Voor de navolgende riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het stroomvoerend regime van toepassing is, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 20.4.3 sub b toestemming gegeven:
Voor niet-riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het stroomvoerend regime van toepassing is, wordt geen toestemming gegeven, tenzij, onverminderd het bepaalde in artikel 20.4.3 sub b sprake is van:
De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de berging van rivierwater.
In of op de voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' bestemde gronden wordt voor alle activiteiten toestemming verleend, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten behoeve van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering, met dien verstande dat:
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning voor bouwen dient het bevoegd gezag akkoord te zijn. De gebods- en verbodsregels van de Keur van het Waterschap zijn van toepassing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 22.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden op de in artikel 23 lid 1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 22.4.1 is niet van toepassing:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 22.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone- wijzigingsgebied 1' te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien de nevengeul met noodzakelijke waterkeringen en bijbehorende beschermingszone gerealiseerd zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
De zijdelingse begrenzing van een bouwwerk moet ten opzichte van de zijdelingse grens van het bouwperceel zodanig zijn gelegen dat tussen dat bouwwerk en de op het aangrenzende bouwperceel aanwezige bebouwing geen tussenruimten ontstaan die:
Het bepaalde in artikel 24.2.1 geldt niet voor bebouwing van ondergeschikte aard op het bouwperceel of op het aangrenzende bouwperceel of voor bebouwing die op een afstand van 0 meter (aaneengebouwd) wordt gebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.1, indien voldoende mogelijkheid aanwezig is voor reiniging en onderhoud van de vrij te laten ruimte.
De geluidbelasting van het industrieterrein Steenbrekerij/zeverij L’Ortye te Stein is, conform artikel 40 van de Wet geluidhinder, vastgelegd in een geluidzone, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone-industrie 0-55 dB(A)' en 'geluidzone-industrie 50-55 dB(A)'. Het is verboden in dit plan binnen de op de verbeelding aangeduide zonegrenzen woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen in de zin van artikel 1 van de Wet geluidhinder en artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder te realiseren, tenzij:
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone-industrie' mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - leiding' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 25.4.1, met dien verstande dat:
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van op de verbeelding aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut en voor religieuze doeleinden, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, pinautomaten, afval- en glascontainers, kapellen, wegkruisen en dergelijke, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan ten aanzien van het toestaan van evenementen die met een zekere regelmaat (bijvoorbeeld jaarlijks) plaatsvinden en een planologische relevantie hebben vanwege de duur en/of omvang van de activiteit, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan ten aanzien van:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van op de verbeelding aangeduide begrenzing van de aanduiding 'Specifieke vorm van - hoogwaterbrug' ten behoeve van een betere situering aan aansluiting op de bestaande infrastructuur, mits de afwijking maximaal 20 meter aan weerszijden van de aanduiding bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming of aanduiding, met name aan de orde bij wijzigingsbevoegdheden, gaat het belang van de dubbelbestemming of aanduiding voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen en aanduidingen geldt dat dubbelbestemmingen/aanduidingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Vlakken die door middel van een relatie met elkaar verbonden zijn worden in deze regels beschouwd als één vlak.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Grensmaas 2016'.