direct naar inhoud van Artikel 32 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied Asenray
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000128-VG01

Artikel 32 Leiding - Gas

32.1 Bestemmingsomschrijving
32.1.1 Omschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. het beheer, onderhoud en de bescherming van een gasleiding.
32.1.2 Verhouding basisbestemming / dubbelbestemming

Waar een basisbestemming samenvalt met deze dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. De bepalingen van de basisbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.

32.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de tot 'Leiding - Gas' aangewezen gronden, mag geen nieuw bouwwerk worden gebouwd;
32.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 32.2, voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke zijn toegelaten krachtens de aan de gronden gegeven bestemming, dan wel, bouwwerken ten dienste van de leiding, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting ontstaat van de onder 32.1 genoemde leidingen met bijbehorende beschermingszone;
  • b. door de bouw en situering van het bouwwerk geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de onder 32.1 genoemde leiding;
  • c. vooraf advies wordt ingewonnen bij de desbetreffende leidingbeheerder;
  • d. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 5 meter.
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
32.4.1 Aanlegverbod zonder aanlegvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen of egaliseren;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het rooien van diepwortelende beplanting en bomen;
  • d. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond;
  • f. het aanbrengen van bovengrondse leidingen met de daarbij behorende apparatuur en installaties.
32.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod

het in 32.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn of waarvoor reeds een aanlegvergunning verleend is op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • c. worden uitgevoerd ten dienste van de in lid 32.1 bedoelde leiding.
32.4.3 Voorwaarden voor het verlenen van een omgevingsvergunning

De in 32.4.1 genoemde aanlegvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover geen onevenredige aantasting van de belangen van de leiding en de daarbij behorende beschermingszone ontstaat of kan ontstaan. Dienaangaande wordt voor verlening van de aanlegvergunning door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.