Plan: | Beschermd dorpsgezicht Mijnkoloniën Brunssum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0899.bpBeschermdGezicht-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Beschermd dorpsgezicht Mijnkoloniën Brunssum met identificatienummer NL.IMRO.0899.bpBeschermdGezicht-VA01 van de gemeente Brunssum;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het beroepsmatig uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch of daarmee gelijk te stellen beroep, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel of een ambachtelijke bedrijfsactiviteit. De omvang van de activiteit is zodanig dat, wanneer deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die woonfunctie;
een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingsplichtig is. De omvang van de activiteit is zodanig dat, wanneer deze in een woning of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die woonfunctie.
het als zodanig aangeduide vlak op de verbeelding;
denkbeeldige lijn die evenwijdig loopt aan de voorgevelrooilijn dan wel indien geen voorgevelrooilijn is aangegeven aan de in en in het verlengde van de voorgevel te trekken denkbeeldige lijn en die is gelegen aan de zijde van de van de weg afgekeerde gevel van de bebouwing alsmede is gelegen aan de zijde van de bebouwing die in ruimtelijk opzicht de achterkant van het gebouw betreft;
het uitoefenen van een ambachtelijke (in tegenstelling tot industriële) bedrijvigheid, bestaande uit het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen evenals het - als ondergeschikte nevenactiviteit - verkopen en/of leveren van goederen die rechtstreeks verband houden met het ambacht. Hieronder wordt niet begrepen een aan huis gebonden beroep. De omvang van de activiteit is zodanig dat, wanneer deze in een woning of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die woonfunctie.
een open platform dat zelfstandig boven het maaiveld is aangebracht aan een gevel en normaliter toegankelijk is via een deur vanuit de woning;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een opgenomen getal dat het percentage van een bouwvlak of bouwperceel aangeeft dat ten hoogste of minimaal mag worden bebouwd met gebouwen en bijbehorende bouwwerken;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslagen, administratieruimten en dergelijke;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon en/of familie, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een inrichting waarvan de bedrijfsvoering, onder welke benaming dan ook, is gericht op het ter plaatse tegen betaling bieden van gelegenheid tot elektronische berichten-uitwisseling in de vorm van telefonie of door middel van toegang tot het internet. Een op de openbare weg geplaatste telefooncel wordt hier niet onder begrepen;
Een en ander tenzij in de regels anders is bepaald;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een horecabedrijf, dat als hoofddoel heeft het verstrekken van softdrugs en dranken voor gebruik ter plaatse of elders;
het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in afwijking van het aan huis gebonden beroep, gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten in de bebouwing zodanig is dat de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals administratie-, advertentie-, advocaten-, makelaars-, advies- en ingenieursbureaus, bankfilialen, reisbureaus, wasserettes, kappers en schoonheidssalons;
instelling waar voor het publiek lokalen, uitrusting en animatoren ter beschikking staan voor de deelname aan het culturele leven in zijn meest ruime betekenis;
voorzieningen ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme, educatie, vrije tijd en wellness, waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten;
een in het dakvlak uitspringend venster (uitbouw) dat het hellende dakvlak onderbreekt;
een verticaal constructiedeel aan het einde van het dak, soms in combinatie met een goot;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord worden gestaan en geholpen;
de bouwlaag op de begane grond;
een qua maatvoering ondergeschikte uitbouw aan een gevel, met dien verstande dat bij een uitbouw aan de voor- of zijgevel een gedeelte van de bebouwing vóór de voorgevelrooilijn kan zijn gelegen;
een exploitant of beheerder die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die niet ter plekke wordt uitgevoerd (escortservices, bemiddelingsbureaus, en dergelijke), waarbij uitgesloten het gebruik als vergaderruimte, verzamelplaats, kantine, wachtruimte, of iets van dien aard, voor en/of door prostituees of klanten;
de natuurlijke persoon of personen of rechtspersoon of rechtspersonen die een inrichting of bedrijf exploiteert of exploiteren;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
een woning in een woongebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat;
functies en voorzieningen die vanuit het oogpunt van bescherming extra aandacht behoeven met betrekking tot activiteiten die te maken hebben met drugs dan wel seks. Onder deze gevoelige functies en voorzieningen vallen in ieder geval religieuze functies, kinderopvang, buurthuizen, jongerencentra, verzorgings- en bejaardenhuizen, scholen, speelterreinen, en dergelijke;
een gebouw, dat uitsluitend één woning omvat;
het bedrijfsmatig te koop of huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter huur, het verkopen, het verhuren en/of leveren van smart-, head- en growproducten, aan tussenhandelaren of verwerkende bedrijven die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit met dien verstande dat het niet is toegestaan om in een groothandel detailhandel te bedrijven;
verzamelnaam voor producten welke gebruikt worden voor de kweek van hennep zoals onder andere meststoffen, zaden, groeilampen, ventilatoren, lectuur;
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan, het exploiteren, uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van grow-producten;
verzamelnaam voor producten welke verwant zijn aan de hasj-cultuur zoals onder andere waterpijpen, vloeipapier, cocaïnedoosjes en versnijdingsmiddelen zoals cafeïne;
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan, het exploiteren, uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van head-producten;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
een als zodanig op de verbeelding begrensd gebied waarbinnen gebouwen zijn gelegen met een voor de mijnkolonieperiode karakteristieke bouwstijl en waarvoor in dit plan regels ter bescherming zijn opgenomen ter handhaving van het karakter;
bomen en de daaronder aanwezige struik- en overige groenvoorzieningen;
een andere bouwwerk, bevestigd aan een wand zonder in contact te komen met de grond, vaak boven een raam of deur;
de bovenzijde van het omliggende terrein;
culturele, educatieve, medische, sociale, levensbeschouwelijke, religieuze voorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg als ook ondergeschikte horeca en kantoren ten dienste van deze voorzieningen;
[bijvoorbeeld een begraafplaats, scouting, gezondheidszorg, fitnesscentrum, zorghotel, jeugd-/kinder-/naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, religie, uitvaartcentrum, zorg en welzijnsinstellingen];
de grens van een maatvoeringsvlak;
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
het beroepsmatig uitoefenen van diensten geheel of overwegend gericht op het fysieke en geestelijke welbevinden van consumenten;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
al het onderhoud aan het perceel met opstallen om dit in stand te houden of terug te brengen naar de situatie aan het begin van de gebruiksperiode (reparatie) of gericht op afname van de snelheid van degradatie (o.a. schoonmaken), waarbij voor de opstallen bovendien geldt dat het onderhoud niet mag leiden tot andere afmetingen, indelingen en bouwkundige constructies en niet mag leiden tot een visueel ernstige aantasting van het uiterlijk van het bouwwerk in de zin dat materiaal, kleur of vorm afwijkt van wat gebruikelijk is. Gedacht kan onder meer worden aan het vervangen van dakpannen, goten, kozijnen en het schilderen van kozijnen en deuren in afstemming op het aanwezige uiterlijk per bouwblok;
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
degene (m/v) die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué(e) tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen;
het ter plaatse aanwezige karakter van de ruimte, gevormd door bouwwerken en onbebouwde ruimte inclusief het gebruik;
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, dan wel erotische en/of pornografische artikelen te koop en/of ter verhuur worden aangeboden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
verzamelnaam voor producten met een, sterk, stimulerende, werking. De betreffende producten zoals onder andere herbal, XTC, frisdranken met guarana, producten met efedrine en paddo's kunnen zijn samengesteld uit meerdere, oppeppende, psychotrope stoffen.
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan het exploiteren, uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van smart-producten;
een als bijlage (Bijlage 1) bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel aanbieden van diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of tafel op een markt als bedoeld in artikel 160, lid 1 aanhef en onder h van de Gemeentewet;
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n);
het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken;
een tegen de achtergevel van een woning gebouwd bouwwerk met een transparante uitstraling, voorzien van een doorzichtig dak, en eventueel steunend op palen dan wel doorzichtige zijwanden, waarbij de van de woning afgekeerde zijde van het bouwwerk niet van een wand is voorzien;
de optelsom van de maximale hoogtematen van het totaal toegestaan aantal bouwlagen;
een gebouw van beperkte omvang bestaande uit maximaal 1 bouwlaag dat dient ter vergroting van het woongenot, doch enkel gebruikt mag worden als opbergplaats voor tuinbenodigdheden c.q. als hobby- of speelruimte;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
een gemetselde stenen muur van maximaal 0,6 meter hoog die dient als afscheiding van een tuin en openbaar gebied;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;
de lijn gelijk aan de bouwgrens van het bestaande hoofdgebouw gekeerd naar openbaar toegankelijk gebied en de denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan;
het voor de voorgevelrooilijn gelegen deel van de tuin;
de gevelzijde van het hoofdgebouw dat gelegen is aan de voorgevel en die vanuit stedenbouwkundig oogpunt als zodanig moet worden aangemerkt;
het ter plaatse aanwezige karakter van de ruimte, gevormd door de harmonie tussen gebouwen en openbare ruimte;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
het samenvoegen van 2 of meer zelfstandige woningen tot 1 zelfstandige woning;
het splitsen van 1 zelfstandig woning in 2 of meer zelfstandige woningen;
gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer woningen zijn gelegen die zijn te bereiken door een of meer gemeenschappelijke ruimte(n);
de gevelzijden van een hoofdgebouw, die haaks op de voorzijde staan.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk op dat perceel, waar die afstand het kortst is;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
de verticale diepte van een gebouw
vanaf het peil tot aan het diepste punt van een gebouw;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | bedrijf |
nutsbedrijf | een nutsvoorziening |
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg | een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg |
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, voorzieningen van openbaar nut, tuinen en erven.
Op en in de in lid 3.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bijbehorende bouwwerken mogen in maximaal één bouwlaag worden opgericht en moeten voorts voldoen aan de volgende kenmerken:
Ondergronds bouwen voldoet aan de volgende kenmerken:
Een en ander met dien verstande dat andere bouwwerken op gronden met een naar de weg gekeerde perceelsgrens (hoeksituatie) op een afstand van minimaal 3.00 m uit de naar de weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens moeten worden geplaatst, met uitzondering van erfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1.00 m die in de zijdelingse perceelsgrens mogen worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse dan wel indien dit noodzakelijk is voor het behoud van de stedenbouwkundige samenhang tussen de bebouwing en de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorische elementen'.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij het meewerken aan een afwijking als bedoeld in lid 3.4.1 gelden de volgende voorwaarden:
De binnen deze bestemming gelegen bebouwing kan worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen, ten behoeve van het realiseren van de bestemming 'Groen', met dien verstande dat:
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, voorzieningen van openbaar nut, tuinen en erven.
Op en in de in lid 4.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bijbehorende bouwwerken mogen in maximaal één bouwlaag worden opgericht en moeten voorts voldoen aan de volgende kenmerken:
Ondergronds bouwen voldoet aan de volgende kenmerken:
Een en ander met dien verstande dat andere bouwwerken op gronden met een naar de weg gekeerde perceelsgrens (hoeksituatie) op een afstand van minimaal 3.00 m uit de naar de weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens moeten worden geplaatst, met uitzondering van erfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1.00 m die in de zijdelingse perceelsgrens mogen worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij het meewerken aan een afwijking als bedoeld in lid 4.4.1 gelden de volgende voorwaarden:
De binnen deze bestemming gelegen bebouwing kan worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep met dien verstande dat:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, voorzieningen van openbaar nut, tuinen en erven.
Op en in de in lid 5.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bijbehorende bouwwerken mogen in maximaal één bouwlaag worden opgericht en moeten voorts voldoen aan de volgende kenmerken:
Ondergronds bouwen voldoet aan de volgende kenmerken:
Een en ander met dien verstande dat andere bouwwerken op gronden met een naar de weg gekeerde perceelsgrens (hoeksituatie) op een afstand van minimaal 3.00 m uit de naar de weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens moeten worden geplaatst, met uitzondering van erfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1.00 m die in de zijdelingse perceelsgrens mogen worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij het meewerken aan een afwijking als bedoeld in lid 5.4.1 gelden de volgende voorwaarden:
De binnen deze bestemming gelegen bebouwing kan worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep met dien verstande dat:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
De voor ' Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen en met inachtneming van de keur van het waterschap.
Op en in de in lid 6.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse dan wel indien dit noodzakelijk is voor het behoud van de stedenbouwkundige samenhang tussen de bebouwing en de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorische elementen'.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' te wijzigen, ten behoeve van het realiseren van de bestemming 'Gemengd', met dien verstande dat:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, voorzieningen van openbaar nut, tuinen en erven.
Op en in de in lid 7.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bijbehorende bouwwerken mogen in maximaal één bouwlaag worden opgericht en moeten voorts voldoen aan de volgende kenmerken:
Ondergronds bouwen voldoet aan de volgende kenmerken:
Een en ander met dien verstande dat andere bouwwerken op gronden met een naar de weg gekeerde perceelsgrens (hoeksituatie) op een afstand van minimaal 3.00 m uit de naar de weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens moeten worden geplaatst, met uitzondering van erfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1.00 m die in de zijdelingse perceelsgrens mogen worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij het meewerken aan een afwijking als bedoeld in lid 7.4.1 gelden de volgende voorwaarden:
De binnen deze bestemming gelegen bebouwing kan worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep met dien verstande dat:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen met dien verstande dat:
onderwijs | een onderwijsinstelling |
religie | een religieuze instelling ((kerk) |
specifieke vorm van maatschappelijk - scouting | een verenigingsgebouw |
zorginstelling | een zorginstelling |
begraafplaats | begraafplaats |
Een en ander met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Op en in de in lid 8.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bijbehorende bouwwerken mogen in maximaal één bouwlaag worden opgericht en moeten voorts voldoen aan de volgende kenmerken:
Ondergronds bouwen voldoet aan de volgende kenmerken:
Een en ander met dien verstande dat andere bouwwerken op gronden met een naar de weg gekeerde perceelsgrens (hoeksituatie) op een afstand van minimaal 3.00 m uit de naar de weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens moeten worden geplaatst, met uitzondering van erfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1.00 m die in de zijdelingse perceelsgrens mogen worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse dan wel indien dit noodzakelijk is voor het behoud van de stedenbouwkundige samenhang tussen de bebouwing en de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorische elementen'.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij het meewerken aan een afwijking als bedoeld in lid 5.4.1 gelden de volgende voorwaarden:
De binnen deze bestemming gelegen bebouwing kan worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep met dien verstande dat:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het omzetten van een functie naar een meer kwetsbare functie in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
De voor 'Maatschappelijk - Militaire zaken' aangewezen gronden zijn bestemd voor
Een en ander met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Op en in de in lid 9.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bijbehorende bouwwerken mogen in maximaal één bouwlaag worden opgericht en moeten voorts voldoen aan de volgende kenmerken:
Ondergronds bouwen voldoet aan de volgende kenmerken:
Een en ander met dien verstande dat andere bouwwerken op gronden met een naar de weg gekeerde perceelsgrens (hoeksituatie) op een afstand van minimaal 3.00 m uit de naar de weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens moeten worden geplaatst, met uitzondering van erfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1.00 m die in de zijdelingse perceelsgrens mogen worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij het meewerken aan een afwijking als bedoeld in lid 5.4.1 gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op en in de in lid 10.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijbehorende bouwwerken mogen in maximaal één bouwlaag worden opgericht en moeten voorts voldoen aan de volgende kenmerken:
Ondergronds bouwen voldoet aan de volgende kenmerken:
De maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt voor:
De voor ' Tuin ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de in lid 11.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Een en ander met dien verstande dat andere bouwwerken op gronden met een naar de weg gekeerde perceelsgrens (hoeksituatie) op een afstand van minimaal 3.00 m uit de naar de weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens moeten worden geplaatst, met uitzondering van erfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1.00 m die in de zijdelingse perceelsgrens mogen worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse dan wel indien dit noodzakelijk is voor het behoud van de stedenbouwkundige samenhang tussen de bebouwing en de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorische elementen'.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het voor meer dan 50% verharden van de gronden binnen deze bestemming per bouwperceel.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.5 teneinde zijtuinen (mits gelegen achter de aan de voorzijde van de woning gelegen voorgevel) tot maximaal 100% te bestraten.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen, ten behoeve van het realiseren van de bestemming 'Groen', met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Op en in de in lid 12.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse dan wel indien dit noodzakelijk is voor het behoud van de stedenbouwkundige samenhang tussen de bebouwing en de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorische elementen'.
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verkooppunt voor motorbrandstoffen.
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Op en in de in lid 13.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse dan wel indien dit noodzakelijk is voor het behoud van de stedenbouwkundige samenhang tussen de bebouwing en de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorische elementen'.
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verkooppunt voor motorbrandstoffen.
De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de in lid 14.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijbehorende bouwwerken mogen in maximaal één bouwlaag worden opgericht en moeten voorts voldoen aan de volgende kenmerken:
Garageboxen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - garagebox' waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,2 m. De oppervlakte per garagebox mag niet meer bedragen dan 25 m2.
Ondergronds bouwen voldoet aan de volgende kenmerken:
Een en ander met dien verstande dat andere bouwwerken op gronden met een naar de weg gekeerde perceelsgrens (hoeksituatie) op een afstand van minimaal 3.00 m uit de naar de weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens moeten worden geplaatst, met uitzondering van erfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1.00 m die in de zijdelingse perceelsgrens mogen worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse dan wel indien dit noodzakelijk is voor het behoud van de stedenbouwkundige samenhang tussen de bebouwing en de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorische elementen'.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij het meewerken aan een afwijking als bedoeld in lid 14.4.1 gelden de volgende voorwaarden:
De binnen deze bestemming gelegen bebouwing kan worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep met dien verstande dat:
Onder een strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel of horeca wanneer het perceel gedurende een aaneengesloten periode van 2 jaren niet voor detailhandel of horeca is gebruikt. In dat geval mag het perceel nog uitsluitend worden gebruikt voor de overige in de bestemmingsomschrijving genoemde functies.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.1 voor het toestaan van een (consumentverzorgende) ambachtelijke bedrijfsactiviteit, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.1 voor het toestaan van kleinschalige verkooppunten in ijs, snoep en/of producten die ter plaatse zijn geproduceerd (zoals eieren, groenten, fruit van eigen erf/tuin), mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 3' te wijzigen, ten behoeve van het realiseren van de bestemming 'Groen', met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 14) zijn op de in artikel 15 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 14) mag binnen een afstand van 4 m aan weerszijden van de gasleiding geen nieuw bouwwerk worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2 voor het toestaan van bouwwerken ten behoeve van de overige op deze gronden voorkomende bestemmingen, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden op de in artikel 15.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld onder lid 15.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een vergunning als bedoeld in lid 15.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het in lid 15.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 14) zijn op de in artikel 16 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 14) mag binnen een afstand van 22 m aan weerszijden van de hoogspanningsleiding geen nieuw bouwwerk worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2 voor het toestaan van bouwwerken ten behoeve van de overige op deze gronden voorkomende bestemmingen, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden op de in artikel 16.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld onder lid 16.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de bovengrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een vergunning als bedoeld in lid 16.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het in lid 16.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De voor 'Waarde - Archeologie 2 (Monumenten: terreinen van zeer hoge waarde)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 28.3.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 2 (Monumenten: terreinen van zeer hoge waarde)' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in artikel 17.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 17.2.1, mits de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 17.3.2, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2 (Monumenten: terreinen van zeer hoge waarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 17.4.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 17.4.4, onder c van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2 (Monumenten: terreinen van zeer hoge waarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 17.5.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.5.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 17.5.4, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de sloopwerkzaamheden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2 (Monumenten: terreinen van zeer hoge waarde)' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3 (Overige monumenten en gebieden met een hoge verwachtingswaarde)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 28.3.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 3 (Overige monumenten en gebieden met een hoge verwachtingswaarde)' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in artikel 18.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 18.2.1, mits de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 18.3.2, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3 (Overige monumenten en gebieden met een hoge verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 18.4.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 18.4.4, onder c van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3 (Overige monumenten en gebieden met een hoge verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 18.5.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.5.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 18.5.4, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de sloopwerkzaamheden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 3 (Overige monumenten en gebieden met een hoge verwachtingswaarde)' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 4 (Gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 28.3.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 4 (Gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde)' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in artikel 19.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 19.2.1, mits de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 19.3.2, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4 (Gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 19.4.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 19.4.4, onder c van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4 (Gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 19.5.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.5.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 19.5.4, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de sloopwerkzaamheden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 4 (Gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde)' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 5 (Gebieden met een lage verwachtingswaarde)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 28.3.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 5 (Gebieden met een lage verwachtingswaarde)' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in artikel 20.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 20.2.1, mits de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 20.3.2, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5 (Gebieden met een lage verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 20.4.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 20.4.4, onder c van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5 (Gebieden met een lage verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 20.5.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.5.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 20.5.4, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de sloopwerkzaamheden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 5 (Gebieden met een lage verwachtingswaarde)' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorische elementen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het plangebied.
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwen die betrekking heeft op gronden binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorische elementen', dient voldoende aannemelijk te maken dat de cultuurhistorische waarden behouden zullen blijven, dit ter beoordeling van het college van Burgemeester en Wethouders, waarbij in ieder geval:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden op of in de in artikel 21.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in lid 21.3.1 wordt slechts verleend indien de cultuurhistorische waarden behouden blijven.
Het in lid 21.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in de artikelen 3 tot en met 14 bedoelde gronden te slopen (geheel of gedeeltelijk) zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders.
Geen omgevingsvergunning voor het slopen is vereist voor:
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het aantal dat op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan reeds is gebouwd en kan worden gebouwd op basis van een reeds verleende omgevingsvergunning.
De parkeervoorzieningen dienen te voldoen aan de in Bijlage 2 van deze regels weergegeven normen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.1 onder b sub 4 en toestaan dat in de voortuin wordt geparkeerd, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.1 onder b sub 8 en toestaan dat een bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2 met betrekking tot verlaging van de parkeernorm, mits:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een straalverbinding.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag niet hoger worden gebouwd dan 20 m ten opzichte van maaiveld.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.1.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de straalverbinding.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het beschermd stads- en dorpsgezicht, bij omgevingsvergunning afwijken:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te plan wijzigen:
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Indien op gronden een enkelvoudige bestemming samenvalt met een dubbele bestemming, geldt primair het bepaalde met betrekking tot de dubbele bestemming.
Met betrekking tot de op de verbeelding aangeduide 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' is de Monumentenwet 1988 van toepassing.
Artikel 30 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Beschermd dorpsgezicht Mijnkoloniën Brunssum.
14 april 2015.
Functie | Aantal parkeerplaatsen | per |
Detailhandel | 2,5 | 100 m2 bvo |
Horeca | ||
Café, bar, discotheek, e.d. | 5 | 100 m2 bvo |
Restaurant | 8 | 100 m2 bvo |
Hotel, motel, pension e.d. | 0,75 | kamer |
Wonen | ||
Grondgebonden gezinswoning | 1,3 | woning |
Gestapelde woning meerpersoonshuishouden | 1,2 | woning |
Gestapelde woning éénpersoonshuishouden | 1,1 | woning |
Per kamer verhuurde woning | 0,2 | woning |
Bejaardenwoning/serviceflats | 1 | wooneenheid |
Cultuur/maatschappelijk werk | ||
Bioscopen | 1,5 | 30 zitplaatsen |
Musea | 0,5 | 100 m2 bvo |
Sociëteiten | 1,5 | 100 m2 bvo |
Kerken | 1,5 | 30 zitplaatsen |
Wijkcentra- en gebouwen | 1,5 | 100 m2 bvo |
Muziekstudio's | 1,5 | 100 m2 bvo |
Dansstudio's | 3 | 100 m2 bvo |
Sociale werkplaatsen | 0,75 | 100 m2 bvo |
Kinderdagverblijf, crèche, peuterspeelzaal e.d. | 0,75 | 100 m2 bvo |
Bibliotheek | 1 | 100 m2 bvo |
Sport en recreatie | ||
Sporthal (binnen) | 1,5 | 100 m2 bvo |
Sportveld (buiten) | 13 | ha netto terrein |
Squashhal | 1 | baan |
Bowlingcentra | 1,5 | baan |
Gezondheidszorg | ||
Ziekenhuis | 1 | bed |
Verpleegtehuis, zorghotel, verzorgingstehuis | 0,5 | wooneenheid |
Medische centra/polikliniek, arts, maatschap, therapeut, kruisgebouw | 2 | spreekkamer/behandelkamer |
Onderwijs | ||
Basisschool | 1 | leslokaal (ca. 30 plaatsen) |
Beroepsonderwijs dag (MBO, ROC, WO, HBO) | 5 | les- of collegelokaal (ca. 30 plaatsen) |
Voorbereidend dagonderwijs (VWO, HAVO, VMBO) | 1 | leslokaal (ca 30 plaatsen) |
Avondonderwijs | 0,75 | student |
Kantoren e.d | ||
Met baliefunctie | 1,75 | 100 m2 bvo |
Zonder baliefunctie | 1 | 100 m2 bvo |
Arbeidsextensieve/bezoekersextensieve bedrijven (loods, opslag, groothandel, transportbedrijf, etc) | 0,5 | 100 m2 bvo |
Arbeidsintensieve/bezoekersextensieve bedrijven (industrie, garage, laboratorium, werkplaats e.d) | 1,5 | 100 m2 bvo (1 arbeidsplaats is 25-35 m2 bvo) |
Bedrijfsverzamelgebouw | 1 | 100 m2 bvo (1 arbeidsplaats is 25-35 m2 bvo) |
Overig | ||
Begraafplaats/crematorium | 15 | per gelijktijdige begrafenis/crematie |