direct naar inhoud van Artikel 24 Wonen
Plan: Buitengebied Beesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0889.BPBuitengebied-VA03

Artikel 24 Wonen

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. een recreatiewoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', tevens voor het behoud en/of herstel van de karakteristieke waarde van bebouwing;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij', een zorgboerderij;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis overeenkomstig het bepaalde in artikel 42.4;
  • f. bestaande mantelzorgvoorzieningen;
  • g. stalling van caravans in bestaande (voormalige) bedrijfsgebouwen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. tuinen en erven;
  • j. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • k. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. paardrijbakken voor het hobbymatig houden van paarden en/of pony's.
24.2 Bouwregels
24.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 24.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen in de vorm van woningen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
24.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. de woning, bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' uitsluitend mag worden gebouwd ter plaatse van die aanduiding en dat vervangende nieuwbouw enof uitbreiding buiten die aanduiding niet is toegestaan;
  • b. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 24.2.3 en 24.2.4.
24.2.3 Woning en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van woningen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is maximaal één woning toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' woningen zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid op de verbeelding;
    • 2. voor de bepaling van het onder 1. genoemde maximum aantal middels de figuur 'relatie' met elkaar gekoppelde bouwvlakken samen worden beschouwd als één bouwvlak;
  • b. de voorgevel van de woning wordt gebouwd in de voorgevelrooilijn;
  • c. de inhoud van de woning bedraagt maximaal 1.000 m³, met dien verstande dat bestaande woningen met een grotere inhoud dan 1.000 m³ gedurende de planperiode éénmalig met maximaal 10% mogen worden vergroot;
  • d. de goot- en bouwhoogte van woning bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 9 meter;
  • e. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal de oppervlakte zoals aangegeven in onderstaande tabel, met dien verstande dat:
    • 1. het perceel, voor maximaal 50% mag worden bebouwd;
    • 2. onder perceel wordt verstaan het bestemmingsvlak volgens de bestemming 'Wonen' en het eventuele direct daaraan grenzende bestemmingsvlak volgens de bestemming 'Tuin',
      Oppervlakte perceel:   Oppervlakte bijbehorende bouwwerken:  
      tot en met 500 m²   70 m²  
      tot en met 600 m²   75 m²  
      tot en met 700 m²   80 m²  
      tot en met 800 m²   85 m²  
      tot en met 900 m²   90 m²  
      tot en met 1.000 m²   95 m²  
      tot en met 1.100 m²   100 m²  
      tot en met 1.200 m²   105 m²  
      tot en met 1.300 m²   110 m²  
      tot en met 1.400 m²   115 m²  
      tot en met 1.500 m²   120 m²  
      meer dan 1.500 m²   125 m²  
  • f. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt respectievelijk maximaal 3,5 meter en 6 meter;
  • g. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • h. bijbehorende bouwwerken worden in het achtererfgebied gebouwd;
  • i. de afstand tussen de voorgevel van het hoofdgebouw en vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 40 meter, met dien verstande dat de afstand tussen de zijgevel van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw maximaal 10 meter bedraagt.
24.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 2 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt, danwel maximaal 1,80 meter, mits deze voor 90% open zijn;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 3. omheiningen rond een paardrijbak in de vorm van een open afscheiding, waarvan de bouwhoogte maximaal 1,50 meter bedraagt;
    • 4. lichtmasten rond een paardrijbak, waarvan de bouwhoogte maximaal 8 meter bedraagt;
  • b. per woning is een niet-overdekt zwembad toegestaan binnen het bouwvlak, mits de afstand van het zwembad vanaf de voorgevel van de woning maximaal 40 meter bedraagt.
  • c. er is maximaal één paardrijbak toegestaan met een maximale oppervlakte van 20 x 40 meter.
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.3.1 Sloop- bonusregeling

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van artikel 24.2.3 voor het bouwen van een grotere oppervlakte bijbehorende bouwwerken, mits overtollige bebouwing wordt gesloopt, met dien verstande dat:

  • a. de te slopen bebouwing op hetzelfde perceel ligt als het perceel waarop de bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd;
  • b. de te slopen bebouwing legaal aanwezig is;
  • c. maximaal 50% van de te slopen bebouwing mag worden teruggebouwd;
  • d. de maximaal volgens de tabel in artikel 24.2.3 toegestane oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken met maximaal 50% mag worden overschreden.
24.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek;
  • d. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing.
24.5 Specifieke gebruiksregels
24.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. kamerverhuur;
  • b. mantelzorg;
  • c. kamperen;
  • d. woningsplitsing;
  • e. detailhandel;
  • f. evenementen;
  • g. seksinrichtingen;
  • h. permanente bewoning van gebouwen, geen woning zijnde;
  • i. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • j. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn.