direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: Kern Klein en Groot Genhout - herziening 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPKLEGROGENHOUT12-VA01

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met dien verstande dat het aantal woningen niet mag worden uitgebreid;
  • b. verkeer in de vorm van woonstraten, verblijfsgebieden, voetgangersgebieden, pleinen en fiets- voetpaden;
  • c. aan huis gebonden beroepen binnen het bouwvlak en met inachtneming van het bepaalde in 12.4.1;
  • d. aan huis gebonden bedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis'';
  • e. parkeren;
  • f. groen;
  • g. tuinen en erven;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige doeleinden.

alsmede voor:

  • j. woonwagenstandplaats ter plaatse van de aanuiding 'woonwagenstandplaats'op de verbeelding;
  • k. horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • l. een dansschool, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dansschool' en met dien verstande dat uitbreiding van het bestaande ruimtegebruik niet is toegestaan.

met dien verstande dat indien de hierboven genoemde functie onder l gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 jaren niet worden uitgeoefend, zij ter plaatse niet meer mogen worden voortgezet.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. gebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • b. Bebouwing, welke hetzij bestaat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, hetzij wordt of kan worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen en die afwijkt van één of meer van de in (afzonderlijke) bepalingen voorgeschreven situering, maatvoering en/of aantal(len), wordt geacht te voldoen aan de regels van dit plan;
  • c. Geen nieuwbouw mag worden opgericht met uitzondering van vervangende nieuwbouw ter plaatse van bestaande bebouwing en met inachtneming van de in dit artikel gegeven regels.

12.2.2 Woningen

Regels met betrekking tot woningen:

  • a. de woning is enkel toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen';
  • c. de inhoud per woning mag niet minder dan 250 m³ en niet meer dan 1.000 m³ bedragen;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bij vrijstaande woningen en de niet aaneengebouwde zijgevel van halfvrijstaande en en aaneengebouwde woningen moet minimaal 3,00 meter bedragen, met dien verstande dat gebouwen in één bouwlaag tot in de perceelsgrens mogen worden opgericht.

12.2.3 Woonwagens / woonwagenchalets

Regels met betrekking tot woonwagenstandplaatsen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding woonwagenstandplaats maximaal 6 woonwagens of woonwagenchalets mogen worden geplaatst;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte per woonwagen of woonwagenchalet inclusief bijgebouwen mag maximaal 120 m² bedragen.

12.2.4 Bijgebouwen

Regels met betrekking tot bijgebouwen:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en bijgebouwenvlak worden opgericht;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 3,00 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 5,00 meter bedragen;
  • d. de totale bebouwde oppervlakte van bijgebouwen mag niet meer dan 100 m² bedragen, met dien verstande dat, indien een perceel (deels) is gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'buiten rode contour' als bedoeld in artikel 21.2, de totale oppervlakte aan bijgebouwen behorende bij de woning niet meer dan 70 m² mag bedragen;

12.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,00 m bedragen met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2,00 m mag bedragen met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van een erfafscheiding aan de voorzijde 1,00 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van voorzieningen voor de openbare verlichting mag maximaal 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van antennes en antennemasten mag maximaal 12,00 m bedragen;
  • d. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.

12.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. de externe veiligheid.
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
  • c. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 24.1 van toepassing.

12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Toegestaan gebruik
  • a. Aan huis gebonden beroepen zijn uitsluitend toegestaan onder de voorwaarden dat:
    • 1. in de woning in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft;
    • 2. aan het woonkarakter in de omgeving geen afbreuk wordt gedaan;
    • 3. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beÏnvloed;
    • 4. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan.

12.4.2 Strijdig gebruik

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik of het laten gebruiken van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 12.1 meer in het bijzonder:

  • a. als opslag-, stort- of bergplaats – al dan niet ten verkoop – van onbruikbare althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden en zulks bovendien geen afgedankte voorwerpen en materialen betreft;
  • b. aan huis gebonden bedrijven, met uizondering ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis';
  • c. voor detailhandel en groothandel;
  • d. voor transport- en/of garagebedrijven;
  • e. het gebruik van de gronden, welke niet worden bebouwd, anders dan als tuin en/of erf;
  • f. voor (straat)prostitutie.

12.5 Afwijken van de gebruiksregels
12.5.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 12.1 onder c voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep buiten het bouwvlak met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 35 m² van de oppervlakte van deze gebouwen als zodanig mag worden gebruikt;
    • 2. de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig wordt of kan worden beïnvloed;
    • 3. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonklimaat ontstaan of kunnen ontstaan;
  • b. artikel 12.4.2 onder b voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijven, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de woning inclusief het bijbehorende bijgebouw tot een maximum van 35 m² als zodanig mag worden gebruikt;
    • 2. de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
    • 3. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
    • 4. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein, welke onlosmakelijk verbonden en ondergeschikt is aan de uitoefening van het beroep of ambacht.

12.5.2 Afwegingskader

De omgevingsvergunning als bedoeld in 12.5.1 wordt slechts verleend indien:

  • a. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. er geen onevenredig nadelige gevolgen voor het centrummilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  • c. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
  • d. aan het stedebouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan.