1.1 Plan
Het bestemmingsplan Molenbuurt, Wormer van de gemeente Wormerland.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0880.BP2014002008-0401met de bijbehorende regels.
1.3 Aanbouw
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.4 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 Aaneengebouwde woningen
Blokken van meer dan twee aan elkaar gebouwde woningen.
1.7 Aan huis gebonden beroep
Een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, alternatief geneeskundig, verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.8 Aan huis verbonden bedrijf
Een (ambachtelijk) productiebedrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er van de woning, dat niet krachtens een milieuwetvergunning- of meldingplichtig is, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.9 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.10 Bebouwingspercentage
Het percentage dat de grootte van het deel van het bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat maximaal bebouwd mag worden.
1.11 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.12 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 Bijgebouw
Een niet voor bewoning bestemd, op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand, gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.14 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.15 Bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.16 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.17 Bouwperceelgrens
Een grens van een bouwperceel.
1.18 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.19 Dak
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.20 Eerste bouwlaag of plint
De bouwlaag op de begane grond.
1.21 Erf
Al dan niet bebouwd perceel of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij de bestemming deze inrichting niet verbiedt.
1.22 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.23 Gestapelde woning
Een woning waarboven en/of waaronder een andere woning is gebouwd of andere woningen zijn gebouwd, dan wel waaronder voorzieningen als winkels en dienstverlening zijn gebouwd.
1.24 Hoofdgebouw
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmeting of functie als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
1.25 Kelder
Een bijzondere bouwlaag, waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag ten hoogste 0,50 m boven het gemiddeld aangrenzende peil is gelegen.
1.26 Langzaamverkeersroute
Verkeersverbinding, die uitsluitend bedoeld is voor fietsers en voetgangers en vergelijkbare verkeersdeelnemers.
1.27 Maaiveld
De hoogte van het afgewerkte bouwterrein.
1.28 Maatschappelijke dienstverlening
Het verlenen van diensten op het gebied van overheids-, educatieve, welzijns-, (para-)medische, sociaal-medische, levensbeschouwelijke, sociaal-culturele recreatieve en sportvoorzieningen.
1.29 Nutsvoorziening
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals onder meer transformatorhuisjes, gasreduceerstations, pompstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
1.30 Ondergrondse parkeergarage
Parkeergarage gelegen onder peil.
1.31 Overkappeing
Een bouwwerk, bedoeld als stallingsplaats voor één of meer auto's, bestaande uit een overkapping met maximaal drie wanden waarvan er ten hoogste twee deel uitmaken van de constructie zelf.
1.32 Peil
Onder het peil wordt verstaan:
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang met dien verstande dat indien een terrein is gelegen aan meerdere wegen de laagste weg bepalend is
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld
1.33 Planregels
De regels, deel uitmakende van het bestemmingsplan Molenbuurt.
1.34 Platte afdekking
Een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat.
1.35 Plint
Een duidelijk te onderscheiden horizontale lijn aan de onderzijde van een gebouw, bijvoorbeeld als verhoogde begane grond vloer.
1.36 Prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.37 Prostitutiebedrijf
Een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
1.38 Seksinrichting
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.39 Uitbouw
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in functioneel opzicht verbonden is, en dat door de vorm als een afzonderlijke en duidelijk ondergeschikte aanvulling op dat hoofdgebouw onderscheiden kan worden en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.40 Verbeelding
De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
1.41 Weg
Alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
1.42 Woning
Een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.43 Woongebouw
Een gebouw dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.44 Zakelijke dienstverlening
Het verlenen van economische of commerciële diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, zoals banken, reisbureaus.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of eendaarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/ofhet hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 Verticale bouwdiepte ondergrondse bouwwerken
Van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse bouwwerk.
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groenvoorzieningen, bermen, bermsloten en beplanting;
- waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- voet- en fietspaden en verhardingen;
- speelvoorzieningen, vissteigers en ontmoetingsplaatsen;
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘parkeerterrein’, zijn parkeerplaatsen en een ontsluitingswegtoegestaan.
met de bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
Op en onder de in
artikel 3 lid 1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- maximale bouwhoogte vlaggenmasten: 6m;
- maximale bouwhoogte andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3m;
- maximaal oppervlak: 10m².
3.3 Specifieke gebruiksregels
- voor de categorie grondgebonden woningen in de vrije sector wordt een parkeernorm van 1,8 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie appartementen in de vrije sector wordt een parkeernorm van 1,6 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie grondgebonden woningen sociaal wordt een parkeernorm van 1,6 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie appartementen sociaal wordt een parkeernorm van 1,4 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie senioren appartementen sociaal wordt een parkeernorm van 0,5 parkeerplaats per woning nagestreefd.
- voor het bepaalde in artikel 3.3 lid a t/m e geldt voor het plangebied een minimale parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per woning.
4.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- tuinen;
- voorzieningen van openbaar nut.
4.2 Bouwregels
Op en onder de in
artikel 4 lid 1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
- maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van)
de voorgevel van het hoofdgebouw: 1m;
- maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van)
de voorgevel(s) van het hoofdgebouw: 2m;
- maximale bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2m.
4.3 Afwijken van de gebruiksregels
4.3.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in
artikel 4 lid 2 voor uitbouwen in de vorm van erkers voor de voorgevel van het hoofdgebouw, mits:
- de horizontale diepte maximaal 1 m bedraagt met dien verstande, dat deze maximaal 1,5m mag bedragen indien de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen niet met gebouwen bebouwde gronden, minimaal 2,5m bedraagt;
- voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel(s) bedraagt;
- de bouwhoogte maximaal 3m bedraagt, dan wel de hoogte van de 1
- bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25m.
Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- buurtontsluitingswegen;
- voet- en fietspaden;
- parkeer- en groenvoorzieningen;
- speeltoestellen;
- onder- en bovengrondse inzamelplaatsen voor afval.
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘plein’, is een plein met parkeerplaatsen en een speelveld toegestaan.
5.2 Bouwregels
Op en onder de in
artikel 5 lid 1 genoemde gronden mogen uitsluitendbouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- maximale inhoud: 50m3;
- maximale bouwhoogte vlaggenmasten: 6m;
- maximale bouwhoogte lichtmasten: 6m;
- maximale bouwhoogte andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3m.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Voor de in
artikel 5 lid 1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
- voor de categorie grondgebonden woningen in de vrije sector wordt een parkeernorm van 1,8 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie appartementenin devrije sector wordt een parkeernorm van 1,6 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie grondgebonden woningen sociaal wordt een parkeernorm van 1,6 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie appartementen sociaal wordt een parkeernorm van 1,4 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie senioren appartementen sociaal wordt een parkeernorm van 0,5 parkeerplaats per woning nagestreefd.
- voor het bepaalde in artikel 5.3 lid a t/m e geldt voor het plangebied een minimale parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per woning.
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- waterhuishoudkundige doeleinden;
- waterberging en waterlopen;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
6.2 Bouwregels
Op en onder de in
artikel 6 lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
6.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- bouwhoogte bruggen en viaducten: maximaal 8m;
- bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: maximaal 4m.
6.2.2 Steigers
- bouwhoogte : 0,5m boven het gemiddelde waterpeil
- diepte van de steiger, gemeten vanuit de bestemmingsgrens: niet meer dan 1m, met dien verstande dat minimaal 3m vaarbreedte resteert;
- Lengte, gemeten langs de oeverlijn: niet meer dan 6m.
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen;
- het bestaande aantal woningen in de categorie dubbele woningen;
met bijbehorende erven.
7.2 Bouwregels
Op en onder de in
artikel 7 lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
7.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
- de gebouwen dienen binnen het bestemmingsvlak te worden gebouwd;
- de voorgevel van de gebouwen dient in de naar de weggekeerde grens van het bestemmingsvlak te worden gebouwd;
- de diepte van de hoofdgebouwen mag niet meer dan 12m bedragen;
- de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens is bij een dubbele woning aan een zijde minimaal 3m;
- ter plaatse van de aanduiding “maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)” is ten hoogste de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte toegestaan.
7.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
- het gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het hoofdgebouw is maximaal:
1. 50 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 750m²;
2. 60 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.000m²;
3. 70 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 1.000m²;
mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
- de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden minimaal 3m achter het verlengde van de voorgevel op het zij- en achtererf gebouwd;
- de bouwhoogte mag maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1m bedragen, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval3m bedragen en maximaal 6m;
- de goothoogte mag maximaal 3m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw +0,25m bedragen.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
- maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor(het verlengde van)
de voorgevel van het hoofdgebouw: 1m ;
- maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de
voorgevel(s) van het hoofdgebouw:2m;
- maximale bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2m.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van:
- het bepaalde in artikel 7 lid 2.1 sub d voor het bouwen in de zijdelingse perceelsgrens;
- het bepaalde in artikel 7 lid 2.2 sub a onder 1 ten behoeve van het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 65m²;
- het bepaalde in artikel 7 lid 2.2 sub a onder 2 ten behoeve van het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 80m²;
- het bepaalde in artikel 7 lid 2.2 sub a onder 3 ten behoeve van het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 95m²;
- het bepaalde in artikel 7 lid 2.2 sub b ten behoeve van het verkleinen van de afstand van een aan- en of uitbouw, bijgebouw of overkapping tot het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel voor het bouwen van een aan- of uitbouw of bijgebouw voor het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw;
- het bepaalde in artikel 7 lid 2.2 sub a ten behoeve van vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aangebouwde aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen tot de oppervlakten genoemd onder 1, 2 en 3 vermeerderd met 20m² in verband met het gebruik als afhankelijke woonruimte voor mantelzorg, mits vooraf een advies is verkregen van een onafhankelijk deskundige.
- het bepaalde in artikel 7 lid 2.2 sub a ten behoeve van het toegestane bebouwings-percentage tot maximaal 70%, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen grondenniet evenredig worden geschaad;
- het stedenbouwkundig straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt geschaad.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Toegestaan gebruik
De uitoefening van aan huis verbonden beroepen is toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
- er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
- het vloeroppervlak in gebruik voor aan huis gebonden beroepen is niet groter dan 30% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning inclusief aan- en bijgebouwen, met een maximum van 30m²;
- het gebruik heeft geen nadelige invloed op de bestaande parkeermogelijkheden en op denormale afwikkeling van verkeer;
- er mogen geen prostitutie-, horeca- en detailhandelsactiviteiten plaatsvinden.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel
8.4.1 ten behoeve van het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen tot een maximum van 45m², waarbij geldt dat:
- een directe relatie moet bestaan tussen het bedrijf en/of beroep en de bewoner van de woning;
- geen sprake mag zijn van een duurzame ontwrichting van de bestaande detailhandel of ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
- detailhandel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
- geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige activiteit mag plaatshebben.
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen;
- aaneengebouwde woningen;
met bijbehorende erven.
8.2 Bouwregels
Op en onder de in
artikel 8 lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
8.2.1 Algemeen
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
- op de gronden met de bestemming Wonen - 1worden minimaal 65 woningen en maximaalwoningen 69 gerealiseerd, onder de voorwaarde dat in het totale plangebied met de bestemmingen Wonen-1, -2 en -3 niet meer dan 132 woningen mogen worden gebouwd;
- ter plaatse van de bouwaanduiding ‘onderdoorgang’ is een overkapte steeg met woningen toegestaan.
8.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
- de gebouwen dienen binnen het bestemmingsvlak te worden gebouwd;
- de voorgevel van de gebouwen dient in de naar de weggekeerde grens van het bestemmingsvlak te worden gebouwd;
- de voorgevel van de gebouwen in de naar de weggekeerde grens van het bestemmingsvlak mag maximaal 2m verspringen ten opzichten van deze grens;
- de diepte van de hoofdgebouwen mag niet meer dan 12m bedragen;
- ter plaatse van de aanduiding “maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%) ” zijn ten hoogste de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte en bebouwingspercentage toegestaan.
8.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
- het gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het hoofdgebouw is maximaal:
- 50 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 750m²;
- 60 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.000m²;
- 70 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 1.000m²; mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
- de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden minimaal 3m achter het verlengde van de voorgevel op het zij- en achtererf gebouwd;
- de bouwhoogte mag maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1m bedragen, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval3m bedragen en maximaal 6m;
- de goothoogte mag maximaal 3m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw +0,25m bedragen.
8.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
- maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor(het verlengde van)
de voorgevel van het hoofdgebouw: 1m ;
- maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de
voorgevel(s) van het hoofdgebouw: 2m;
- maximale bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2m.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van:
- het bepaalde in artikel 8 lid 2.3 sub a onder 1 ten behoeve van het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 65m²;
- het bepaalde in artikel 8 lid 2.3 sub a onder 2 ten behoeve van het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 80m²;
- het bepaalde in artikel 8 lid 2.3 sub a onder 3 ten behoeve van het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 95m²;
- het bepaalde in artikel 8 lid 2.3 sub b ten behoeve van het verkleinen van de afstand van een aan- en of uitbouw, bijgebouw of overkapping tot het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel voor het bouwen van een aan- of uitbouw of bijgebouw voor het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw;
- het bepaalde in artikel artikel 8 lid 2.3 sub a ten behoeve van vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aangebouwde aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen tot de oppervlakten genoemd onder 1, 2 en 3 vermeerderd met 20m² in verband met het gebruik als afhankelijke woonruimte voor mantelzorg, mits vooraf een advies is verkregen van een onafhankelijk deskundige.
- het bepaalde in artikel 8 lid 2.3 sub a ten behoeve van het toegestane bebouwings-percentage tot maximaal 70%, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen grondenniet evenredig worden geschaad;
- het stedenbouwkundig straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt geschaad.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Toegestaan gebruik
De uitoefening van aan huis verbonden beroepen is toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
- er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
- het vloeroppervlak in gebruik voor aan huis gebonden beroepen is niet groter dan 30% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning inclusief aan- en bijgebouwen, met een maximum van 30m²;
- het gebruik heeft geen nadelige invloed op de bestaande parkeermogelijkheden en op de normale afwikkeling van verkeer;
- er mogen geen prostitutie-, horeca- en detailhandelsactiviteiten plaatsvinden.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in
artikel 8 lid 4.1 ten behoeve van het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen tot een maximum van 45m², waarbij geldt dat:
- een directe relatie moet bestaan tussen het bedrijf en/of beroep en de bewoner van de woning;
- geen sprake mag zijn van een duurzame ontwrichting van de bestaande detailhandel of ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
- detailhandel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
- geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige activiteit mag plaatshebben.
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen;
- gestapelde woningen;
met bijbehorende erven.
9.2 Bouwregels
Op en onder de in
artikel 9 lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
9.2.1 Algemeen
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
- op de gronden met de bestemming Wonen - 2 worden minimaal 10 woningen en maximaal 12 woningen gerealiseerd, onder de voorwaarde dat in het totale plangebied met de bestemmingen Wonen-1, 2 en 3 niet meer dan 132 woningen mogen worden gebouwd;
9.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
- de gebouwen dienen binnen het bestemmingsvlak te worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding “maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)” zijn ten hoogste de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte en bebouwings-percentage toegestaan;
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Toegestaan gebruik
De uitoefening van aan huis verbonden beroepen is toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
- er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
- het vloeroppervlak in gebruik voor aan huis gebonden beroepen is niet groter dan 30% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning inclusief aan- en bijgebouwen, met een maximum van 30m²;
- het gebruik heeft geen nadelige invloed op de bestaande parkeermogelijkheden en op denormale afwikkeling van verkeer;
- er mogen geen prostitutie-, horeca- en detailhandelsactiviteiten plaatsvinden.
9.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan middels omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 9 lid 3.1 ten behoeve van het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen tot een maximum van 45m², waarbij geldt dat:
- een directe relatie moet bestaan tussen het bedrijf en/of beroep en de bewoner van de woning;
- geen sprake mag zijn van een duurzame ontwrichting van de bestaande detailhandel of ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
- detailhandel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
- geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige activiteit mag plaatshebben.
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen;
- gestapelde woningen;
- ter plaatse van de functieaanduiding ‘parkeergarage’ is een parkeergarage toegestaan;
met bijbehorende erven en parkeervoorzieningen.
10.2 Bouwregels
Op en onder de in
artikel 10 lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
10.2.1 Algemeen
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
- op de gronden met de bestemming Wonen - 3 worden minimaal 47 woningen en maximaal 51 woningen gerealiseerd, onder de voorwaarde dat in het totale plangebied met de bestemmingen Wonen-1, 2 en 3 niet meer dan 132 woningen mogen worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding ‘hoogbouw' zijn 6 tot 7 woonlagen op een plint toegestaan.
10.2.2 Hoofdgebouw
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
- de gebouwen dienen binnen het bestemmingsvlak te worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding “maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)” zijn ten hoogste de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte en bebouwingspercentage toegestaan;
- In afwijking van het gestelde onder b is ter plaatse van de bouwaanduiding ‘hoogbouw’ voor 40% van het bebouwd oppervlak van het bestemmingsvlak een bouwhoogte van maximaal 24 meter toegestaan.
10.2.3 Bijgebouwen, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
- maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor(het verlengde van)
de voorgevel van het hoofdgebouw:1m;
- maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de
voorgevel(s) van het hoofdgebouw:2m;
- maximale bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde:2m.
10.3 Specifieke gebruiksregels
10.3.1 Algemeen
- voor de categorie appartementen in de vrije sector wordt een parkeernorm van 1,6 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie appartementen sociaal wordt een parkeernorm van 1,4 parkeerplaats per woning nagestreefd;
- voor de categorie senioren appartementen sociaal geldt een parkeernorm van 0,5 parkeerplaats per woning nagestreefd.
- voor het bepaalde in artikel 10 lid 3.1 sub a t/m c geldt voor het plangebied een minimale parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per woning.
10.3.2 Toegestaan gebruik
De uitoefening van aan huis verbonden beroepen is toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
- er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
- het vloeroppervlak in gebruik voor aan huis gebonden beroepen is niet groter dan 30% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning inclusief aan- en bijgebouwen, met een maximum van 30m²;
- het gebruik heeft geen nadelige invloed op de bestaande parkeermogelijkheden en op denormale afwikkeling van verkeer;
- er mogen geen prostitutie-, horeca- en detailhandelsactiviteiten plaatsvinden.
10.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in
artikel 10 lid 3.2 ten behoeve van het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen tot een maximum van 45m², waarbij geldt dat:
- een directe relatie moet bestaan tussen het bedrijf en/of beroep en de bewoner van de woning;
- geen sprake mag zijn van een duurzame ontwrichting van de bestaande detailhandel of ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
- detailhandel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
- geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige activiteit mag plaatshebben.
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene bouwregels
12.1 Ondergronds bouwen
Het is toegestaan om ondergrondse gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde te realiseren, onder de volgende voorwaarden:
- de bouwwerken zijn gebouwd binnen de grenzen van het bestemmingsvlak;
- de maximale verticale bouwdiepte van het bouwwerken is 3m.
Artikel 13 Algemene gebruiksregels
13.1 Verboden gebruik
Onder het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval verstaan:
- het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, anders dan voor zover noodzakelijk is voor het normale onderhoud van tuinen en andere onbebouwde terreinen en het onderhoud van watergangen;
- het opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, anders dan voor zover dit het gevolg is van of direct samenhangt met het gebruik van een bedrijfserf, behorende bij een winkel of bedrijf, in overeenstemming met de desbetreffende bestemming;
- het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
- het gebruik van bebouwde dan wel onbebouwde gronden als of ten behoeve van een seksinrichting en/of prostitutie.
Artikel 14 Algemene afwijkingsregels
14.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
- de in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
- de regels en toestaan dat bestemmingsgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40m;
- de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijndewordt vergroot tot maximaal 10m.
14.2 Voorwaarden
- de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 15 Algemene wijzigingsregels
15.1 Wetgevingszone - wijzigingsgebied
15.1.1 Toepasselijkheid wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied ' wordt gewijzigd in de bestemming “Wonen-1” en “Verkeer-verblijfsgebied” indien de woning aan WORMERWONEN is verkocht, met inachtneming van het volgende dat:
- de wijzing alleen de gronden betreft waarvan de eigenaar of een ander zakelijk gerechtigde om een wijzing heeft verzocht;
- het bebouwingsbeeld in overeenstemming is met de stedenbouwkundige opzet van de wijk;
- het bepaalde in artikel 8 van overeenkomstige toepassing is.
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid komt artikel 7 van dit bestemmingsplan te vervallen.
15.2 Wijzigingsbevoegdheid I: bestemmings- en bouwgrens
15.2.1 Toepasselijkheid wijzigingsbevoegdheid
15.2.2 Grenzen wijzigingsbevoegdheid
De wijziging heeft betrekking op:
- het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken (waaronder goothoogte, hoogte, grondoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen), eventueel met een overschrijding van de bouwgrens, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 20% van de in het plan voorgeschreven maten, dit voor zover deze op grond van artikel 14 niet kunnen worden gebouwd;
- het wijzigen van een bouwvlak met ten hoogste 10% van de oppervlakte van het betreffende bouwvlak, indien zulks in verband met een goede inpassing van de bebouwing gewenst is.
Artikel 16 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
- de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- de ruimte tussen bouwwerken.
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 17 Overgangsrecht
17.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van artikel 17 lid 1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid artikel 17 lid 1 sub a met maximaal 10 %.
- artikel 17 lid 1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
17.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 17 lid 2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in artikel 17 lid 2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- artikel 17 lid 2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 18 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Wormer Molenbuurt.