direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd – 3
Plan: Bebouwde kom Huijbergen, 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.HUYBxBP070xHERZx01-VG01

Artikel 6 Gemengd – 3

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd – 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. horeca van categorie 1, 2 en 3;
  • d. kantoor;
  • e. bedrijf van categorie 1 en 2;
  • f. maatschappelijk;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', gestapelde woningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens panden met cultuurhistorische waarden,

met dien verstande dat:

  • i. deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding;
  • j. wonen is toegestaan, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum, met dien verstande dat, indien wonen geschiedt zonder combinatie met de toegestane functies, op die gronden de bouw- en gebruiksbepalingen van artikel 14 ('Wonen-3') van toepassing zijn,

met daaraan ondergeschikt:

  • k. aan- en bijgebouwen;
  • l. erven en tuinen;
  • m. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels:
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij een ander bebouwingspercentage is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mag per bouwperceel slechts één hoofdgebouw aanwezig zijn;
  • d. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden en behoudens de goot- en bouwhoogte van gebouwen, deel uitmakende van gestapelde woningbouw;
  • e. de goothoogte van gestapelde woningbouw mag maximaal 9 meter bedragen, de bouwhoogte van deze woningbouw mag maximaal 12 meter bedragen;
  • f. de goothoogte van een bijgebouw mag maximaal 3,3 meter bedragen en de bouwhoogte maximaal 5,8 meter;
  • g. op de onderhavige gronden is het toegestaan gebouwen geheel of ten dele ten dienste van wonen te bouwen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum;
  • h. op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • i. bijgebouwen mogen aangebouwd en vrijstaand worden gebouwd;
  • j. bijgebouwen dienen minimaal 1 meter achter de feitelijke voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • k. in afwijking van het hiervoor onder a bepaalde is het toegestaan bijgebouwen in de vorm van erkers, entreeportalen en dergelijke vóór de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw te bouwen, met dien verstande dat:
    • 1. de diepte maximaal 1,5 meter bedraagt;
    • 2. de hier bedoelde bijgebouwen tot op de perceelsgrens mogen worden opgericht, mits binnen de breedte van het bijbehorende hoofdgebouw wordt gebleven;
    • 3. de afstand tot een bouwperceelsgrens, grenzend aan de openbare ruimte, minimaal 3 meter bedraagt;
    • 4. de breedte maximaal 75 % van de gevel bedraagt;

6.2.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak maximaal 4 meter bedragen;
  • b. buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter;
  • c. de hoogte van verlichtingsarmaturen mag maximaal 6 meter bedragen.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de brandveiligheid;
  • g. de parkeerruimte op eigen terrein.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 sub h voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:

  • a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaarheid kan worden voorzien;
  • b. het niet ten koste gaat van (bestaande parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
  • c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.

6.5 Specifieke gebruiksregels

6.5.1 Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik:
  • a. voor de uitoefening van een bedrijf, anders dan categorie 1 en 2;
  • b. voor de opslag en verkoop van motorbrandstoffen, anders dan daar waar deze nu bestaan;
  • c. seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings;
  • d. van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte;

6.5.2 woningvermeerdering in de vorm van woningsplitsing of anderszins is niet toegestaan, voor zover dit leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)

6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)

6.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van het beeldbepalende pand ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';

het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast;

het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale beheer en onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

6.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:

  • a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  • c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.