direct naar inhoud van Artikel 27 Wonen - 1
Plan: Buitengebied 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-OH01

Artikel 27 Wonen - 1

27.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woningen, niet zijnde woonwagens, al dan niet in combinatie met een bedrijf of beroep aan huis;
  • b. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  • c. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • d. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen.

27.2 Bouwregels
27.2.1 Algemeen
  • a. Bestaande bebouwing welke in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan afwijkend is van één of meer bouwregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. In dit geval mag de bestaande bebouwing worden gehandhaafd maar niet worden vergroot of verhoogd;
  • b. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate aanwezig te zijn en dienen binnen het bouwvlakte worden gerealiseerd;
  • c. per bouwperceel mag maximaal één, niet overdekte tennisbaan aanwezig zijn.

27.2.2 Woning

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • d. per bouwvlak is één woning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het maximum aantal woningen geldt zoals aangegeven op de verbeelding;
  • e. de voorgevel dient in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd;
  • f. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' zijn vrijstaande woningen toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' zijn twee-aaneen gebouwde woningen toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn aaneengebouwde woningen toegestaan;
  • j. de goothoogte van de woning bedraagt maximaal 6 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 9 meter, tenzij op de verbeelding een andere goot- en bouwhoogte is aangegeven;
  • k. een woning dient te worden uitgevoerd met een kap;
  • l. bij de bepaling van de goothoogte wordt een dakkapel buiten beschouwing gelaten;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' mogen niet meer dan 5 hoofdgebouwen in zijdelingse richting worden aaneengebouwd; hoofdgebouwen worden geacht aaneengebouwd te zijn indien de onderlinge afstand minder dan 3 meter bedraagt en/of verspringingen in de bebouwingslijn minder dan 1,5 meter bedragen;
  • n. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt:
    • 1. bij vrijstaande woningen minimaal 3 meter;
    • 2. bij twee-aaneengebouwde woningen minimaal 3 meter aan één zijde;
  • o. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
  • p. de ondergrondse bouwdiepte bedraagt maximaal 3 meter.

27.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen binnen het bestemmingsvlak te worden opgericht;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de woning bedraagt maximaal 40% van het bestemmingsvlak tot een maximum van 80 m2;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
  • d. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter, met dien verstande dat bij een vrijstaande woning slechts aan één zijde op minder dan 3 meter afstand van de zijdelingse perceelsgrens een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag worden gebouwd;
  • f. per vrijstaande woning of twee-aaneengebouwde woning mogen niet meer dan twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

27.2.4 Erkers

Voor het oprichten van erkers gelden de volgende bepalingen:

  • a. de voorgevel dient in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd.
  • b. de breedte van de erker bedraagt maximaal 40% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw, zulks met een maximum van 4 meter;
  • c. de diepte van de erker bedraagt maximaal 1,5 meter;
  • d. de hoogte van de erker bedraagt niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • e. de afstand tot de bestemming 'Verkeer' bedraagt minimaal 3 meter.

27.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen binnen het bestemmingsvlak te worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de woning maximaal 1 meter bedraagt;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde moeten op minimaal 1 meter achter de gevellijn worden opgericht met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden;
  • f. de oppervlakte van zwembaden bedraagt maximaal 120 m2.

27.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

27.3.1 Kleinere afstand tot de perceelsgrens

De afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de perceelsgrens mag worden verkleind, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad.

27.3.2 Plat dak

Het bouwen van een woning met een plat dak is mogelijk mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 meter;
  • b. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad.

 

27.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. detailhandel;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. horeca;
  • g. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  • h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • i. bewoning als afhankelijke woonruimte.

27.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. het is verboden om de cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zoals genoemd in de als bijlage opgenomen Lijst met cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zonder of in afwijking van een vergunning voor het slopen van een bouwwerk, de aanwezige bouwwerken te slopen;
  • b. aan de omgevingsvergunning kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige.

27.5.1 Uitzondering

Het in 27.5 opgenomen verbod geldt niet voor:

  • a. werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis dan wel die behoren tot het op de bestemming van de gronden gerichte normale onderhoud en beheer;
  • b. werken en werkzaamheden, die op tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
  • c. werken en werkzaamheden, die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.