direct naar inhoud van Artikel 18 Wonen
Plan: 'Buitengebied 2009' van de gemeente Veldhoven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.041100BGEBIED2009-0402

Artikel 18 Wonen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in hoofdgebouwen en bijgebouw(en), met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van de activiteiten, maximaal 75 m2 van het vloeroppervlak per woning bedraagt en uitgevoerd wordt door de bewoner;
  • c. ter plaatse van de aanduiding bedrijf aan huis, een bedrijf aan huis;
  • d. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie - minicamping, voorzieningen ten behoeve van een minicamping;
  • e. ter plaatse van de aanduiding cultuurhistorische waarden, cultuurhistorische waarden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied, een verwevingsgebied;
  • g. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied, een extensiveringsgebied;
  • h. ter plaatse van de aanduiding groene hoofdstructuur - natuur, de groene hoofdstructuur - natuur;
  • i. ter plaatse van de aanduiding groene hoofdstructuur - landbouw, de groene hoofdstructuur landbouw;
  • j. ter plaatse van de aanduiding milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied, een grondwaterbeschermingsgebied;
  • k. ter plaatse van de aanduiding ecologische verbindingszone, een ecologische verbindingszone;
  • l. ter plaatse van de aanduiding kleine landschapselementen, kleine landschapselementen;
  • m. ter plaatse van de aanduiding leefgebied amfibieën, een leefgebied van amfibieën;
  • n. ter plaatse van de aanduiding leefgebied struweelvogels, een leefgebied struweelvogels;
  • o. ter plaatse van de geluidzone - industrie, een geluidzone van industrielawaai;
  • p. ter plaatse van de aanduiding beschermingsgebied natte natuur, beschermingsgebied natte natuur;

met de daarbijbehorende:

  • q. tuinen, erven en terreinen;
  • r. parkeervoorzieningen;
  • s. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • t. groenvoorzieningen.

18.2 Bouwregels

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

18.2.1 Woning
  • a. de maximale goothoogte van de woning bedraagt 4 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van de woning bedraagt 8 meter;
  • c. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
  • d. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 600 m³, dan wel niet meer dan zoals legaal aanwezig op het moment van ter visie legging van het ontwerpplan;
  • e. afstand tot de bouwperceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen;
  • f. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 15 meter.

18.2.2 Bijgebouwen
  • a. per bestemmingsvlak zijn maximaal twee bijgebouwen toegestaan;
  • b. het gezamenlijk oppervlak aan bijgebouwen bij de woning mag maximaal 80 m2 bedragen met uitzondering van het geval de totale inhoud van hoofdgebouwen en bijgebouwen tezamen meer bedraagt dan 1500 m³. In dergelijke gevallen is het niet toegestaan nieuwe bijgebouwen op te richten;
  • c. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter;
  • d. afstand tot de bouwperceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen;
  • e. een bijgebouw dient op een minimale afstand van 4 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • f. de minimale afstand van nieuw te bouwen vrijstaande bijgebouwen tot aan de as van de weg waaraan wordt gebouwd bedraagt 20 meter. Ingeval de voorgevel van de bijbehorende woning op een grotere afstand tot de weg is gelegen, moeten bijgebouwen 4 meter achter het verlengde van deze voorgevel worden gebouwd;
  • g. de afstand van de bijgebouwen tot de woning bedraagt minimaal 5 meter en maximaal 15 meter;
  • h. het maximaal toegestane oppervlak aan bijgebouwen mag meer bedragen dan 80 m² mits de overtollige bebouwing, wordt gesloopt. Bij volledige sloop van de overtollige bijgebouwen mag het onder b. toegestane oppervlak aan bijgebouwen worden verhoogd met 75% van de van eerste 200m² gesloopt oppervlak aan bijgebouwen tot een gezamenlijk oppervlak aan bijgebouwen van maximaal 150m² en met 10% van de rest van het gesloopt oppervlak aan bijgebouwen tot een gezamenlijk oppervlak aan bijgebouwen van maximaal 200m².

18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt achter de gevellijn 2 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de gevellijn 1 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van een kleinschalige windenergievoorziening bedraagt 15 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt achter de gevellijn 3 meter;
  • e. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt voor de gevellijn 1 meter, met uitzondering van pergola's waarvan de maximale bouwhoogte 2,5 meter bedraagt;
  • f. de afstand tot de bouwperceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • g. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 10 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding;
  • f. ter waarborging van het watersysteem zodat hydrologisch neutraal wordt ontwikkeld.

18.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel;
  • b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • c. seksinrichtingen;
  • d. kamperen;
  • e. opslag van goederen en materialen;
  • f. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
  • g. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • h. draineren, onderbemalen, binnen gronden met de aanduiding leefgebied van amfibieën;
  • i. draineren, onderbemalen, omzetten van grasland naar bouwland, binnen gronden met de aanduiding beschermingsgebied natte natuur.

18.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

18.5.1 Een aan huis gebonden bedrijf

Een aan huis gebonden bedrijf in hoofd- en bijgebouwen is toegestaan, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 100 m2 van de bebouwing;
  • b. de woonfunctie blijft behouden;
  • c. er dient een woning legaal aanwezig te zijn;
  • d. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt wordt;
  • f. alleen ondergeschikte detailhandel die rechtstreeks verband houdt met het ter plaatse uitgeoefende bedrijf is toegestaan;
  • g. horeca is niet toegestaan;
  • h. het bedrijf mag geen publieksgericht karakter en geen onevenredig verkeersaantrekkende werking hebben;
  • i. er dient te zijn voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
  • j. buitenopslag is niet toegestaan
  • k. reclame-uitingen zijn niet toegestaan;
  • l. laden en lossen mag uitsluitend op eigen terrein plaatsvinden;
  • m. de activiteit milieuhygiënisch aanvaardbaar is.

18.5.2 Bewoning als afhankelijke woonruimte

Bewoning als afhankelijke woonruimte is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er dient een woning legaal aanwezig te zijn;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte mag niet meer dan 75 m² bedragen;
  • e. er ontstaat geen zelfstandige woning.

18.5.3 Gebruik bijgebouwen ten dienste van de minicamping

Bijgebouwen welke direct aan de minicamping grenzen mogen ten behoeve van de minicamping worden gebruikt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de maximaal toegestane oppervlakte van de bijgebouwen mag niet worden vergroot;
  • b. de woonfunctie blijft behouden;
  • c. hierdoor geen onevenredige verkeersaantrekkende werking met zich meebrengt;
  • d. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast.

18.6 Aanlegvergunning
18.6.1 Verbod (algemeen)

Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders, gehoord de waterbeheerder, op de gronden bedoeld in dit artikel in ieder geval de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

  • a. afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. aanleggen van verhardingen;
  • c. aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen en de daarmee verband houdende werkzaamheden;
  • d. het aanbrengen van recreatieve voorzieningen als parkeerplaatsen.

18.6.2 Verbod (ter plaatse van de aanduidingen)

Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders ter plaatse van de aangeduide waarden behalve de in artikel 18.6.1 genoemde werkzaamheden tevens de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

a Kleine landschapselementen
  • indrijven, draineren, aanleg sloot/greppel, dempen sloot/greppel;
  • onderbemalen, aanbrengen oeverbeschoeiing;
  • opplanten, rooien bomen, planten bomen, omzetten van grasland naar bouwland;
  • perceelsindeling wijzigen.

b Leefgebied amfibieën
  • diepploegen, indrijven, met uitzondering ten behoeve van afrasteringen;
  • aanleg dammen, aanleg stuwen, aanleg sloot/greppel, dempen sloot/greppel;
  • rooien houtgewas, planten houtgewas, omzetten van grasland naar bouwland.

c Leefgebied struweelvogels
  • diepploegen, indrijven, met uitzondering ten behoeve van afrasteringen;
  • draineren, onderbemalen, aanleg dammen, aanleg stuwen, aanleg sloot/greppel, dempen sloot/greppel, dempen kleine wateren, aanbrengen oeverbeschoeiing;
  • rooien houtgewas, planten houtgewas, omzetten van grasland naar boomteelt;
  • perceelsindeling wijzigen;
d Beschermingsgebied natte natuur:
  • verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van meer dan 100 m2 of op een diepte van meer dan 0,60 meter onder maaiveld, verharden oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • aanleg dammen, aanleg stuwen, graven sloten, dempen sloten, aanbrengen oeverbeschoeiing, aanleg van drainage;
  • rooien houtgewas, planten houtgewas.

e Cultuurhistorische waarden
  • slopen.

18.6.3 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 18.6.1 en 18.6.2 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

18.6.4 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld in 18.6.1 en 18.6.2zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. door die werken of werkzaamheden danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de agrarische en/of landschappelijke functies en waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  • b. werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis dan wel die behoren tot het op de bestemming van de gronden gerichte normale onderhoud en beheer.

18.7 Wijzigingsbevoegdheden
18.7.1 Wijzigen bestemming Wonen naar bestemming Natuur binnen de aanduiding ecologische verbindingszone

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Wonen met de nadere aanduiding ecologische verbindingszone te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de gronden gelegen zijn binnen de nadere aanduiding ecologische verbindingszone dan wel de ecologische meerwaarde anderszins kan worden aangetoond;
  • b. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
  • c. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft;
  • d. advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.