direct naar inhoud van 7.2 Artikelsgewijze toelichting
Plan: Schafterdijk 9
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPschafterdijk9-VA01

7.2 Artikelsgewijze toelichting

7.2.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In artikel 1 is een aantal begrippen nader gedefinieerd teneinde onduidelijkheid te voorkomen. Voor het overgrote deel van de begrippen is aansluiting gezocht bij het Handboek Bestemmingsplannen van de gemeente Valkenswaard.

Artikel 2 Wijze van meten

In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de regels.

Voor ondergeschikte bouwdelen is in artikel 2.2 opgenomen, dat deze bij het meten buiten beschouwing worden gelaten, mits aan een tweetal voorwaarden wordt voldaan. Er is een niet-limitatieve opsomming gegeven van ondergeschikte bouwdelen. De reden van "buiten beschouwing laten" is gebaseerd op de volgende feiten. Om de contouren van de stedenbouwkundige massa te toetsen, zijn ondergeschikte bouwdelen die niet representatief zijn voor de massa en verschijningsvorm van een gebouw, van mindere betekenis. In deze context is het niet gerechtvaardigd om in de gegeven situatie van een maatoverschrijding te spreken die niet tolerabel is.

Tot openbare ruimten worden de openbare weg en openbaar groen gerekend. Voor het garanderen van veiligheid dienen maatafwijkingen hier apart in beschouwing te worden genomen; een directe toelaatbaarheid is in deze gevallen minder gewenst.

7.2.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

De regels in verband met de bestemmingen kennen een min of meer gelijke opbouw en bestaan in ieder geval uit een bestemmingsomschrijving en bouwregels. Voor een aantal bestemmingen zijn daarbij bijzondere gebruiksregels opgenomen en/of een afwijkingsbevoegdheid.

De bestemmingsomschrijving betreft de centrale bepaling van elke bestemming. Het betreft een omschrijving waarin de functies worden benoemd, die binnen de bestemming zijn toegestaan (het gebruik). In een aantal gevallen is een specificering opgenomen van de toegestane functie, die correspondeert met een functieaanduiding op de verbeelding.

De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om een omgevingsvergunning.

In het plan zijn de volgende bestemmingen opgenomen:

Artikel 3 Recreatie

De camping is in de regels en op de verbeelding bestemd als “Recreatie”. In de bestemmingsomschrijving is aangegeven welke doeleinden zijn toegestaan binnen deze bestemming, dit zijn onder meer:

  • Collectieve voorzieningen, voor de receptie / ontvangstruimte, alsmede voor de bijbehorende kantoren, een campingwinkel, kantine/restaurant, zwembad etc. De collectieve voorzieningen (met uitzondering van toiletgebouwen) zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – collectieve voorzieningen. Binnen dit aanduidingsvlak is ook zelfstandige horeca toegestaan in de vorm van onder meer een café en restaurant. Horeca gericht op het verstrekken van nachtverblijf (hotel, motel, pension etc) is echter niet toegestaan.

De gebouwen mogen binnen het gehele aanduidingsvlak worden gebouwd, met dien verstande dat het maximale bebouwingspercentage van 70 % niet mag worden overschreden;

  • standplaatsen voor stacaravans en kampeermiddelen (caravans / tenten etc, De omvang van stacaravans is in de regels gemaximeerd.
  • chalets; aan de rand van de camping is een strook opgenomen voor de chalets, door middel van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - chalets". Ook de oppervlakte en hoogte van de chalets is gemaximeerd teneinde te voorkomen dat te grote bebouwing kan worden opgericht.
  • groepsaccommodaties; hiervoor is een aanduidingsvlak opgenomen aan de zuidzijde van de camping.
  • sanitaire gebouwen; voor de toiletgebouwen is een flexibele regeling opgenomen teneinde een toekomstige verplaatsing of extra toiletgebouw mogelijk te maken. In de regels is enkel opgenomen dat de totale oppervlakte aan toiletgebouwen niet meer mag bedragen dan 750 m² en dat de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 3 en 6 m;
  • een materialenloods; de ligging van de materialenloods is evenals de toiletgebouwen flexibel gehouden, ook deze mag binnen het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd, met dien verstand dat slechts één materialenloods is toegestaan, de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 300 m² en de goot- en bouwhoogte niet meer dan respectievelijk 4,5 en 10 m;
  • bedrijfswoning; in het plangebied is één bedrijfswoning toegestaan, welke is aangeduid op de verbeelding;

Daarnaast zijn ook de bijbehorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, parkeerplaatsen, wegen en verhardingen etc toegestaan.

Landschappelijke inpassing
In hoofdstuk 5 is een paragraaf opgenomen met betrekking tot de landschappelijke inpassing van de camping. Uit recente jurisprudentie (o.m. ABRvS 29-12-2010, 201003274) is af te leiden dat het noodzakelijk is om een planologisch noodzakelijke landschappelijke inpassing vast te leggen in de regels van het bestemmingsplan. Hieraan is vormgegeven door in de regels een voorwaardelijke verplichting op te nemen.

Voor het afschermende groen / houtsingel en de natuurvriendelijke oevers is op de verbeelding de aanduiding 'groen', 'specifieke vorm van groen - houtsingel in gebiedseigen beplanting' en 'specifieke vorm van groen – natuurvriendelijke oevers' opgenomen. Aan de aanduiding 'specifieke vorm van groen - houtsingel in gebiedseigen beplanting' en 'specifieke vorm van groen – natuurvriendelijke oevers' is in artikel 3.1.2 sub e een voorwaardelijke verplichting gekoppeld waarin het toekomstig gebruik van de uitbreiding van de camping wordt gekoppeld aan de realisatie en instandhouding van de houtsingel.

Hiermee wordt zekergesteld dat de gewenste landschappelijke wordt gerealiseerd.

Artikel 4 Waarde - Archeologie 4

De bestemming ' Waarde – Archeologie 4' wordt gehanteerd voor die delen van het plangebied, die op basis van de archeologische verwachtingskaart mogelijk archeologische waarde bevatten.

Binnen het plangebied worden archeologische verwachtingswaarden beschermd:

Het plangebied heeft een hoge archeologische verwachting. In deze gebieden geldt op basis van geomorfologische en bodemkundige opbouw en aangetroffen archeologische vondsten en relicten een hoge archeologische verwachting. Dat wil zeggen dat in deze gebieden sprake is van een hoge concentratie archeologische vindplaatsen met goede conserveringsomstandigheden. De kans op het aantreffen van archeologische vondsten bij bodemingrepen is dus zeer groot. Om die reden is een archeologisch onderzoek vereist bij bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten die groter zijn dan 500 m² en dieper gaan dan 0,3 m of 0,5 m bij esdek onder maaiveld.

Bouwen is op deze gronden ten behoeve van een andere ter plaatse geldende (enkel)bestemming of het uitvoeren van werken of werkzaamheden is uitsluitend toegestaan indien dit beperkt blijft tot de hierboven genoemde oppervlakten en diepten. Hierbuiten dient archeologisch onderzoek aan te tonen, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Voor het verlenen van hiertoe noodzakelijk omgevingsvergunning gelden enkele uitzonderingen. Zo mogen bouwwerken worden opgericht op een afstand van maximaal 2,5 m uit bestaande funderingen en mag een aantal werken en werkzaamheden zonder vergunning worden verricht waaronder werkzaamheden die het gewone onderhoud en beheer betreffen, met inbegrip van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen.

Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend dient advies te worden ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

Artikel 5 Waarde - Attentiegebied ehs

Om te voorkomen dat de huidige hydrologische situatie van de zogeheten natte natuurparels verder verslechterd wordt er een beschermingsbeleid gevoerd. Dit houdt in dat in een beschermd gebied geen waterhuishoudkundige ingrepen mogen plaatsvinden tenzij deze gericht zijn op het verbeteren van de condities voor de natuur en/of op verbetering van de landbouwkundige condities zonder dat hierdoor negatieve hydrologische effecten optreden in de natte natuurparel.

Derhalve is de zogeheten 'beschermingszone natte natuurparel' op de verbeelding opgenomen. Dit betreft een beschermingszone rondom de natte natuurgebieden van de gemeente, de zogeheten natte natuurparels, inclusief een zone van 500 m rondom deze gebieden, waarbinnen het noordelijk gedeelte van camping valt.

Artikel 6 Waarde - Cultuurhistorie

Binnen deze dubbelbestemming worden de cultuurhistorische waarde in het gebied beschermd door middel van een vergunningstelsel voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden. Daarnaast mag er worden gebouwd als er wordt aangetoond dat de cultuurhistorische waarden niet wordt verstoord of vernietigd.

7.2.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Met de anti-dubbeltelregel wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een verleende bouwvergunning is meegenomen niet nog eens bij de verlening van een nieuwe bouwvergunning mag worden meegenomen. Deze regel is rechtstreeks overgenomen uit het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening.

Artikel 8 Algemene bouwregels

In dit artikel is een aantal aanvullende bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen kunnen gelden. Zo is bijvoorbeeld geregeld dat bestaande, afwijkende maten, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, als maximaal toelaatbaar worden geacht. Hiermee wordt voorkomen dat afwijkende doch legaal tot stand gekomen situaties in strijd zijn met het nieuwe bestemmingsplan.

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

In dit artikel is in aanvulling op de afwijkingsregels uit de bestemmingen nog een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen hierbij tevens nadere eisen stellen. De belangen van waaruit die eisen worden gesteld, zijn ook nader opgesomd in dit artikel.

Op deze algemene afwijkingsregels kan een beroep gedaan worden, waar het gaat om bijvoorbeeld bepaalde overschrijdingen met 10 %, voor het oprichten van bouwwerken ter wering van geluidhinder, voor gebouwtjes ten dienste van het verkeer of openbaar nut, voor antennes en zendmasten en voor bepaalde bouwwerken op of direct nabij de openbare weg.

Artikel 10 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 4' en 'Waarde - Cultuurhistorie' in omvang te verkleinen of zelfs geheel te verwijderen indien blijkt dat de geconstateerde afwezigheid van de betreffende waarden daartoe aanleiding geeft. Bij de archeologische bestemming kan deze tevens worden op- of worden afgewaardeerd.

7.2.4 Hoofdstuk 4 Overgangsrecht en slotregel

Artikel 11 Overgangsrecht

De tekst uit dit artikel is wettelijk vastgelegd en overeenkomstig opgenomen. Het betreft een regeling voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het inwerking treden van het bestemmingsplan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.

Artikel 12 Slotregel

De slotregel bevat de titel van het bestemmingsplan.