direct naar inhoud van Artikel 24 Wonen - 2
Plan: Marken 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPKMA013-va02

Artikel 24 Wonen - 2

Link naar de toelichting van 'Wonen - 2'

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen en bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
    • 2. mantelzorg;
    • 3. kleinschalig toeristisch overnachten;

waarbij gestreefd wordt naar het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • c. rustpunten;
  • d. wegen, straten en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. water;

met de daarbijbehorende:

  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. andere bouwwerken.
24.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegelaten.

24.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen geldt:

  • a. als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw bedragen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • d. een hoofdgebouw wordt voorzien van een kap.
24.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken geldt:

  • a. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van ten minste 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan gebouwd;
  • b. bijbehorende bouwwerken worden uitsluitend op het zijerf gebouwd mits het zijerf grenst aan een ander zijerf, een voet- of fietspad, een parkeerplaats of een parkeerhaven;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bij hoofdgebouwen in meer dan één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, met een maximum van 50 m² per hoofdgebouw;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bij hoofdgebouwen in één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, met een maximum van 100 m² per hoofdgebouw;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van uitbreidingen van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 30% van de oppervlakte van het oorspronkelijke hoofdgebouw;
  • f. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,00 m;
  • g. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt, mits voorzien van een kap, ten hoogste 5,00 m;
  • h. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met dien verstande dat de goothoogte op zijerven bij hoekwoningen ten hoogste 4,00 m bedraagt.
24.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:

  • a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen:
    • 1. op een afstand van 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan, en daarvoor ten hoogste 1,00 m mag bedragen;
    • 2. van 2,00 op de erfgrens bij zijerven bij hoekwoningen met twee straatgevels uitsluitend is toegestaan wanneer de zijtuin grenst aan een voetpad, fietspad en/of parkeerplaats of -haven;
  • c. de bouwhoogte van balkon- en dakterrasafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,00 m;
  • d. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 7,00 m;
  • e. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00 m.
24.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de verkeers- en parkeersituatie, worden afgeweken van het bepaalde in 24.2.2 onder c en d in die zin dat de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij vrijstaande en halfvrijstaande woningen wordt vergroot tot ten hoogste 60 m² per hoofdgebouw, mits:

  • a. het in 24.2.2 onder c/d genoemde percentage van 40% niet wordt overschreden.
24.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige toeristische overnachting in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en meer dan twee kamers worden gebruikt;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden en horecadoeleinden, anders dan kleinschalig toeristisch overnachten en/of rustpunten;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en voor een beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, en/of een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel bij een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit.
24.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht, de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie en de milieusituatie, worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in 24.4 onder b en d in die zin dat maximaal 50% van de brutovloeroppervlakte van het woonhuis en bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 100 m² wordt gebruikt voor het bieden van een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid, mits:
    • 1. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bepaalde in 24.4 onder d in die zin dat bijbehorende bouwwerken bij een woning worden gebruikt voor mantelzorg, mits:
    • 1. eerst alle mogelijkheden van de aangebouwde bijbehorende bouwwerken optimaal benut worden om met inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijke huisvesting ten behoeve van mantelzorg;
    • 2. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
    • 3. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;
    • 4. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte beperkt blijft tot 60 m²;
    • 5. het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijke eenheid vormt met de op hetzelfde perceel gesitueerde (bedrijfs)woning, waarbij de maximale afstand van de woning tot het bijbehorend bouwwerk 20,00 m mag bedragen;
    • 6. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
    • 7. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
    • 8. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.