direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen - 3
Plan: Wijzigingsplan Nieuwstraat 84-86 te Sint-Michielsgestel
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0845.BP2011SMGNWSTR84-OH01

Artikel 4 Wonen - 3

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen al dan niet in combinatie met beroep aan huis;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein voor minimaal 10 parkeervoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - doorgang', een doorgang;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. (open) water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. groen en groenvoorzieningen;

op de gronden zijn in verband met de bestemming toegelaten:

  • f. gebouwen ten behoeve van de onder a bedoelde doeleinden;
  • g. aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten behoeve van de onder a bedoelde doeleinden;

met de daarbijbehorende:

  • h. tuinen en erven;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen alleen gestapelde woningen gebouwd worden;
  • c. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • d. de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 3 meter daarachter;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • f. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen voor hoofdgebouwen mag aan één zijde niet minder dan 2 meter bedragen.

4.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag op percelen gelijk aan of groter dan 300 m² niet meer bedragen dan 65 m², vermeerderd met 10% van het aantal vierkante meters dat het perceel groter is dan 300 m², met dien verstande dat:
    • 1. het totale oppervlak aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 250 m²;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' voorzien moet worden in minimaal 10 parkeervoorzieningen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - doorgang' voorzien moet worden in een doorgang;
  • c. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 5,5 meter bedragen.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen.
  • c. carports zijn bij gestapelde woningen niet toegestaan.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Gebruiksverbod
  • a. Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met deze bestemming.
  • b. Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld onder a, wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken:
    • 1. als opslagplaats voor vaten, kisten, oude en nieuwe (bouw)-materialen, afval, puin, grind, brandstoffen, bagger, en grondspecie;
    • 2. als uitstallings- opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan;
    • 3. ten behoeve van een seksinrichting.
  • c. Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld onder a, wordt in ieder geval verstaan gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te gebruiken of laten gebruiken voor:
    • 1. seksinrichtingen;
    • 2. inrichtingen ten behoeve van het verstrekken van verdovende middelen, vallende onder de Opiumwet.
  • d. Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld onder a, wordt in ieder geval verstaan bijgebouwen te gebruiken of laten gebruiken voor:
    • 1. bewoning.
  • e. Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
    • 1. het opslaan van (bouw)materialen, afval, puin, grind, bagger en grondspecie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.