Plan: | Buitengebied Rucphen 2012, 3e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0840.9000B0013-DEF2 |
het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012 van de gemeente Rucphen, met inachtneming van de 1e herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening', het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 2e herziening en het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 3e herziening van de gemeente Rucphen .
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.9000B0001-DEF2 met bijbehorende regels en bijlagen, met inachtneming van de 1e herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening' met identificatienummer NL.IMRO.0840.9000B0008-DEF1, het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 2e herziening met identificatienummer NL.IMRO.0840.9000B0001-GU03 en het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 3e herziening met identificatienummer NL.IMRO.0840.9000B0013-DEF2 van de gemeente Rucphen.
De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie, bestaande uit de kaart NL.IMRO.0840.9000B0013-DEF2.
gebied waarbinnen het grondwater een periode van 25 jaar nodig heeft om de pompputten te bereiken.
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen, voor advies inzake volwaardigheid, continuïteit en noodzaak in verband met een agrarisch bedrijf.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt niet begrepen de uitoefening van detailhandel en prostitutie.
het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard met als doel daaruit hoofd- of neveninkomsten te betrekken, waarbij geen sprake is van een zich als specifiek opgeleid persoon naar buiten presenterende beroepsbeoefenaar en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie in de woning en de bijbehorende bouwwerken kunnen worden uitgeoefend door de hoofdbewoners dan wel eigenaren van de woning en de bijbehorende bouwwerken. Gebruik mag niet leiden tot afbreuk en belemmering van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bebouwing en geen belemmering opleveren voor de doorstroming van het verkeer op de openbare weg. De activiteit aan huis mag niet vergunningplichtig of meldingsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer en daarop baseerde AMvB's. Er mag geen buitenopslag of bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de woning, met uitzondering van in- en uitladen.
het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).
een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huisvesting van één of meer personen, is ondergebracht.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf.
een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking. Voorbeelden van agrarisch-technische hulpbedrijven zijn: grootveeklinieken, KI-stations, mestopslag- en mesthandelsbedrijven, loonwerkbedrijven (inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen), veetransportbedrijven, veehandelsbedrijven.
een bedrijf of instelling gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van landbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking . Voorbeelden van agrarisch verwante bedrijven zijn: dierenasiels, dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, stalhouderijen, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs, proefbedrijven.
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid.
antennemast of andere constructie bedoeld voor de vestiging van een antenne.
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.
gebied gelegen rondom en binnen de ecologische hoofdstructuur waar fysieke ingrepen een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een vlakvormige verzameling van gebouwen.
een kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster.
een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg in het buitengebied, doorgaans dubbelzijdig aanwezig, met geringe afstanden tussen bouwkavels, veelal met een historisch gegroeide menging van kleinschalige niet-buitengebiedgebonden functies.
een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald.
een kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf (maximumverblijfsduur zes aaneengesloten nachten) met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis. Hieronder wordt niet verstaan een overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. Aanverwante voorzieningen, zoals speeltuintjes, stallingen, detailhandel, horeca en dergelijke zijn niet toegestaan.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer dan wel exploitatie.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die dient voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht.
gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt.
onder een beperkt kwetsbaar object worden verstaan:
ondergrondse voorziening om rioolwater te laten bezinken.
bestaande aantal dierplaatsen voor de bestaande diersoorten, vermenigvuldigd met de emissiefactoren van het bestaande stalsysteem, waarbij geldt:
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een bij een (bedrijfs)woning bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen en bijgebouwen.
een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
(deel van) een voormalig agrarisch gebouw dat wordt gebruikt voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in kamers van beperkte omvang.
gebied rondom een waterwingebied waar zich tussen het maaiveld en het watervoerende pakket waaraan het grondwater wordt onttrokken een aaneengesloten slecht doorlaatbare kleilaag bevindt.
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (één of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding), landschap en extensieve recreatie.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
een al dan niet uitklapbare wagen of voertuig, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot logies-, dag- of nachtverblijf van één of meer personen en die bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstanden, als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze wagen of dit voertuig wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt hij voor de toepassing van dit plan aangemerkt als caravan.
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning.
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden.
een bouwwerk dat is opgenomen in bijlage 2 bij de regels van dit bestemmingsplan en overige gemeentelijke en rijksmonumenten.
Bij verbouwing of vervanging van deze bouwwerken dient advies te
worden ingewonnen bij een algemeen erkende organisatie op het gebied van cultuurhistorie, zoals
stichting Brabantse Heem;
de cultuurhistorische waarde is bepaald op basis van het uitwendige
karakter van een bouwwerk in bestaande toestand waaronder wordt verstaan de op het tijdstip van
terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande totaliteit van:
onder uitwendig karakter kunnen mede worden verstaan:
recreatieve activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, die plaats vinden binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een als zodanig door differentiatiegrenzen omsloten vlak dat dient ter verbijzondering van een bestemming.
een bestaand agrarisch bouwvlak met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieu-oogpunt (ammoniak, stank en dergelijke) als vanuit ruimtelijk oogpunt (natuur, landschap en dergelijke) verantwoord is om het te laten groeien tot een bouwvlak voor een intensieve veehouderij.
samenhangend netwerk van natuurgebieden van (inter)nationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
een langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd (al dan niet aaneengesloten).
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde of oorspronkelijke natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van de bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en paardrijden.
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met inbegrip van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden met wegbewijzering en rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair.
een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
een (niet-grondgebonden) agrarisch bedrijf, waarin de productie geheel of in overwegende mate plaatsvindt in kassen of permanent aanwezige tunnels, met een hoogte van 1 m of meer.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructies in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of eigen paarden, het bieden van huisvesting aan die paarden, het beoefenen van de paardensport, het organiseren van hippische evenementen en exploitatie van bijbehorende voorzieningen waaronder begrepen een kantine of soortgelijke ondersteunende horecavoorziening.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
de gemiddelde geluidsbelasting over de dag-, avond- en nachtperiode (Lden) uitgedrukt in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
gebieden die grenzen aan de ecologische hoofdstructuur, de ecologische verbindingszone of het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen, en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water.
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen
plaatsvindt. Voorbeelden zijn onder andere akkerbouw- en fruitteeltbedrijven en
melkveehouderijbedrijven.
het niet bedrijfsmatig houden van paarden, zodat er geen sprake is van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en niet is gericht op het generen van winst.
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en waarbij de productie (nagenoeg) niet afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende
agrarische grond als productiemiddel,
en
gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen.
, met uitzondering van
grondgebonden melkveehouderij
.
twee of meer huishoudens die één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn.
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
kleinschalige recreatieve activiteit bij een agrarisch bedrijf in de periode van 1 maart tot en met 15 november per kalenderjaar voor ten hoogste 25 kampeermiddelen.
verblijfslokaal ten behoeve van de recreatieve voorzieningen waar men consumpties kan kopen en nuttigen.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 m.
overgangsgebied, gelegen langs het bestaand stedelijk gebied met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand tot elkaar en met een ondergeschikte of afnemende agrarische functie.
het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 25 kampeermiddelen.
onder een kwetsbaar object worden verstaan:
bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke.
ecologische, cultuurhistorische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha.
het inpassen van een gebouw of een gebruik in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de structuur van het landschap door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting.
gebruikswaarde, natuurwaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten.
de doorzet van LPG in m³ per jaar.
culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
de grens van een maatvoeringsvlak.
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt.
een bedrijf kan als manege worden beschouwd indien de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of aan derden met eigen paarden en het bieden van huisvesting aan die paarden. De meeste maneges hebben een kantine ingericht om klanten te ontvangen met de mogelijkheid voor het schenken van een drankje.
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest.
het bewerken van mest ten behoeve van het exportwaardig maken daarvan.
de omgeving waarmee een molen in relatie staat en van fundamenteel belang is voor de werking en het behoud van de molen.
de aan een gebied toegekende, gewenste of oorspronkelijke waarden in verband met biotopen, bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren.
een activiteit die als ondergeschikte functie bij het agrarisch bedrijf kan worden uitgevoerd om daarmee inkomsten voor het bedrijf kan genereren.
een agrarisch bedrijf gericht op het houden van melk- en ander vee waarbij de productie (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende agrarische grond als productiemiddel.
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt.
projectie van een al dan niet gekoppeld bouwvlak op een locatie die niet is voorzien van de aanduiding 'bouwvlak'.
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten in lijn met de bestemming dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt gehandhaafd.
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening.
een activiteit van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft.
horeca van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft. Voor ondersteunende horeca geldt dat het horeca betreft ter ondersteuning van een andere hoofdfunctie/andere activiteit van het bedrijf. Het verstrekken van horeca aan derden is niet toegestaan, waarbij onder derden wordt verstaan: mensen/groepen die niet specifiek voor de hoofdfunctie van het bedrijf komen, zoals passanten. Het organiseren van feesten en partijen en dergelijke is tevens niet toegestaan.
geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm, dan wel het overstappen van een niet-agrarisch gebruik naar een agrarische bedrijfsvorm.
agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, (vollegrond)teeltbedrijf of glastuinbouw valt, nader te onderscheiden in productiegerichte paardenhouderij en overige agrarische bedrijven zoals witloftrekkerijen, champignonkwekerijen, wormenkwekerijen en aquacultuur.
een niet grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij of een
glastuinbouwbedrijf.
voorzieningen die niet vallen onder de categorieën teeltondersteunende kassen, permanente teeltondersteunende voorzieningen of tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, zoals stellages met regenkappen bij grondgebonden teelt van zacht fruit en boomteelthekken.
Boomteelthekken betreffen
permanente voorzieningen buiten het bouwvlak.
een niet overdekt en al dan niet omsloten terrein, voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, voor het africhten, trainen en berijden van paarden en het anderszins beoefenen van de paardensport.
bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf dan wel vaste woon- of verblijfplaats.
permanente voorzieningen zijn teeltondersteunende voorzieningen die voor onbepaalde tijd worden gebruikt, zoals bakken op stellingen (hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen) en containervelden (lage permanente teeltondersteunende voorzieningen). Permanente voorzieningen mogen alleen binnen het bouwvlak worden opgericht. De uitstraling (ruimtelijke impact) en (economische) duurzaamheid van dit soort voorzieningen is dusdanig dat dit alleen binnen het bouwvlak thuishoort. Deze voorzieningen hebben geen directe relatie met het grondgebruik.
een bedrijf uitsluitend of in hoofdzaak gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden dan wel een bedrijf dat is gericht op het africhten, opleiden, trainen alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's al dan niet in combinatie met het fokken van paarden en/of pony's. Voorbeelden van productiegerichte paardenhouderijen zijn: een paardenfokkerij, hengsten- en/of merriehouderij, paardenmelkerij met daaraan ondergeschikt een africhtingsstal, trainingsstal, handelsstal, stalhouderij en/of pensionstalling. Tevens is als ondergeschikte nevenactiviteit het geven van lessen en/of het verzorgen van instructies toegestaan. Het exploiteren van een manege is niet toegestaan.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
het ondernemen van activiteiten voor diens plezier.
bewoning die plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie. Permanente bewoning en huisvesting van seizoensarbeiders is niet toegestaan.
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning. Onderbouwen dan wel onderkelderen van een dergelijk gebouw is niet toegestaan.
een fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied of de omgeving.
een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, welke ten dienste staat als sanitaire voorziening ten behoeve van het houden van een kampeerterrein.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
het al dan niet geheel afbreken van gebouwen en andere bouwwerken.
een als bijlage 3 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende Staat van horeca-activiteiten.
een onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot recreatief woon-, dag- of nachtverblijf van één of meer personen en dat door aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over korte afstand naar een vaste standplaats kan worden verreden, doch dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen.
een kavel welke zich bevindt op een kampeerterrein, bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel, stacaravan of vakantiebungalow.
opslag van goederen die naar hun aard geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals auto's, boten en caravans. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel dan wel worden opslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf.
een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (hoger dan 1,5 m) worden beschouwd als een kas.
een voorziening in, op of boven de grond die door de agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:
kleinschalige horecavoorziening die uitsluitend tot hoofddoel heeft het tegen betaling verstrekken van niet-alcoholische dranken en kleine gerechten.
voorzieningen zoals folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten. Onder tijdelijk wordt verstaan dat deze teeltondersteunende voorzieningen op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik.
het huisvesten van seizoenarbeiders (tijdelijke arbeidsmigranten), die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar aard kortdurend werk te verrichten, voor zover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering.
een kampeerhuisje bestaande uit één ruimte, zonder verdieping, waar maximaal 4 personen in kunnen overnachten.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
een gebouw, geen woonkeet, geen caravan, geen stacaravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd als onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot recreatief woon-, dag-, of nachtverblijf van één of meer personen.
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en/of pelsdieren, nader te onderscheiden in intensieve veehouderij en niet intensieve veehouderij.
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen.
verkoop van op het agrarisch bedrijf geproduceerde of gefokte producten, zoals een vleesverkoop, kaasmakerij of ijsmakerij.
verkoop van streekeigen of biologische producten die op ambachtelijke wijze zijn vervaardigd.
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied, gericht op verweving van landbouw,
wonen en natuur.
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.
goederen die vanwege hun omvang een grote oppervlakte nodig hebben voor de uitstalling, zoals goederen in bouw- en doe-het-zelf producten, automobielen, motorfietsen, boten, caravans, en dergelijke.
een agrarisch bedrijf met de omvang van ten minste één volwaardige arbeidskracht met een daarbij passende arbeidsomvang en een daaruit te verwachten redelijk inkomen.
de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:
een agrarisch of niet-agrarisch bouwvlak waarop in het verleden een agrarisch bedrijf werd uitgeoefend, waarvan de bedrijfsgebouwen nog geheel of gedeeltelijk bestaan.
voormalige (agrarische) bedrijfswoning die (tevens) door derden mag worden bewoond en die niet wordt beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf en/of van omliggende bedrijven.
wijziging van de begrenzing van een bouwvlak zonder dat dit gepaard gaat met een vergroting van de totale oppervlakte.
gebieden die integraal onderdeel uitmaken van het watersysteem en die periodiek vanuit het oppervlaktewatersysteem kunnen overstromen.
voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals waterlopen en watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van watergangen en dergelijke.
een bedrijf gericht op het winnen van water uit het waterwingebied met bijbehorende voorzieningen zoals een retentievijver, een onthardingsinstallatie en kalk-opslag.
gebied waar waterwinning plaatsvindt ten behoeve van de openbare watervoorziening door onttrekking van grondwater.
een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een te verplaatsen/verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van het woon-, dag-, of nachtverblijf van één of meer personen.
de periode van 1 maart tot 15 november.
een veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
van gebouwen onderling, alsmede afstanden van gebouwen tot de bouwperceelsgrens worden gemeten vanaf de zijgevel van een gebouw.
door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en overkappingen bij elkaar op te tellen, tenzij in deze regels anders is bepaald.
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en de zijgevel van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot dan wel de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 3.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht ten behoeve van het ter plaatse gevestigde agrarisch bedrijf, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen en van de op de kaart ter plaatse van de aanduiding '
maximum oppervlakte
maximum bebouwd oppervlak' aangegeven maximum oppervlakte, met dien verstande dat wanneer geen oppervlakte is aangeduid het bouwvlak in zijn geheel mag worden bebouwd. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a tot en met sub
d
f specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
met dien verstande dat:
Bedrijfsgebouwen in de vorm van kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Permanente teeltondersteunende kassen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Op de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
mits het bouwplan mede strekt tot behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand;
Verblijfsrecreatieve eenheden ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Gebouwen buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, waarvan de bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt, voor een periode van maximaal van 6 maanden per jaar, of zoveel korter de teelt vereist.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen binnen het bouwvlak worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en/of gebouwen mogen buiten het bouwvlak worden opgericht:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 en 3.2.3 onder b voor de bouw van een gebouw ten behoeve van hobbymatig agrarisch grondgebruik, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder a voor de uitbreiding van bebouwing voor de uitoefening van niet -intensieve veehouderij of intensieve veehouderij, met inachtneming van het volgende:
In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1.1 is tevens ondergeschikt aan deze bestemming toegestaan:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
en voorts met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1.1 juncto lid 3.4.2 sub e voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1.1 juncto lid 3.4.2 sub f voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders op het eigen bedrijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1.1 juncto lid 3.4.2 sub g voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1.1 juncto lid 3.4.2 sub d en/of g voor het gebruik van bebouwing
voor de hieronder genoemde
nevenactiviteiten
, met dien verstande dat naast de per nevenactiviteit in lid 3.5.5 sub b sub tot en met sub f opgenomen specifieke regels, tevens de volgende algemene regels gelden:
Naast de in lid 3.5.5 onder a genoemde algemene regels geldt voor het gebruik van bebouwing voor dagrecreatieve nevenactiviteiten de volgende aanvullende specifieke regels:
Naast de in lid 3.5.5 sub a genoemde algemene regels geldt voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten de volgende aanvullende specifieke regels:
Naast de in lid 3.5.5 onder a genoemde algemene regels gelden voor het gebruik van bebouwing voor de verkoop van streekeigen en/of biologische producten als nevenactiviteit, de volgende aanvullende specifieke regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.2 onder l en een toename van ammoniakemissie als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.2 onder m en/of n voor het gebruik van bebouwing voor de uitoefening van niet -intensieve veehouderij of intensieve veehouderij (waaronder huisvesting van de betreffende diersoorten) met inachtneming van het volgende:
Voor het slopen van bouwwerken gelegen binnen de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is een omgevingsvergunning vereist. Vergunning wordt verleend indien het behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand niet langer mogelijk is. Alvorens de omgevingsvergunning kan worden verleend, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een algemeen erkende organisatie op het gebied van cultuurhistorie, zoals stichting Brabantse Heem.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het oprichten van permanente teeltondersteunende voorzieningen door middel van oprichting, vormverandering en/of vergroting van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorziening' al dan niet in combinatie met vormverandering en/of vergroting van de aanduiding 'bouwvlak', met dien verstande dat:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor een vormverandering van een bouwvlak van agrarische bedrijven, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het vergroten van een bouwvlak van agrarische bedrijven, niet zijnde een bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', met dien verstande dat:
waarbij vergroting er niet toe mag leiden dat bestaande bedrijfsbebouwing buiten het bouwvlak komt te liggen;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het vergroten van een bouwvlak van een veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen voor de hervestiging van en omschakeling naar een overig niet grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij en/of paardenhouderij, binnen een bestaand bouwvlak, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen door de op de kaart opgenomen aanduiding 'intensieve veehouderij' te verwijderen of te wijzigen in de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', indien de betreffende intensieve veehouderij ter plaatse is beëindigd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen door het veranderen van de vorm of het vergroten van de aanduiding 'bouwvlak' voor de realisatie van teeltondersteunend glas tot maximaal 1,5 ha, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' met de aanduiding 'bouwvlak' en de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' te wijzigen door de genoemde aanduidingen 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' te vervangen door de aanduiding 'paardenhouderij', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen door de aanduiding 'specifieke vorm van water - bergbezinkbassin' toe te voegen voor de realisatie een bergbezinkbassin, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' te wijzigen door het verwijderen van deze aanduiding voor de realisatie van een eerste bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch' met de aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' voor het vestigen van een agrarisch technisch hulpbedrijf en/of een agrarisch verwant bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' voor het vestigen van een kleinschalig niet-agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'opslag' voor de statische opslag van goederen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' dan wel de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' voor extensieve dagrecreatie dan wel extensieve verblijfsrecreatie, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' en de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' te wijzigen in de bestemming 'Sport' met de aanduiding 'manege' voor een gebruiksgerichte paardenhouderij, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Agrarisch' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfswoning', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak'
en 'bedrijfswoning'
te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de realisatie van één woning in een cultuurhistorisch waardevol bijgebouw, naast de bestaande en vergunde (bedrijfs)woning(en), met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak'
en 'bedrijfswoning'
te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de realisatie van twee wooneenheden middels woningsplitsing van een karakteristieke boerderij, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van de realisatie van een waterberging, met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 4.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht ten behoeve van het ter plaatse gevestigde agrarisch bedrijf, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen en van de op de kaart ter plaatse van de aanduiding '
maximum oppervlakte
maximum bebouwd oppervlak' aangegeven maximum oppervlakte, met dien verstande dat wanneer geen oppervlakte is aangeduid het bouwvlak in zijn geheel mag worden bebouwd. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a tot en met sub
e
f specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
met dien verstande dat:
Bedrijfsgebouwen in de vorm van kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Permanente teeltondersteunende kassen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Op de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
mits het bouwplan mede strekt tot behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand;
Gebouwen buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, waarvan de bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt, voor een periode van maximaal van 6 maanden per jaar, of zoveel korter de teelt vereist.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen binnen het bouwvlak worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en/of gebouwen mogen buiten het bouwvlak worden opgericht:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 en 4.2.3 onder b voor de bouw van een gebouw ten behoeve van hobbymatig agrarisch grondgebruik, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder a voor de uitbreiding van bebouwing voor de uitoefening van niet -intensieve veehouderij of intensieve veehouderij, met inachtneming van het volgende:
In aanvulling op het bepaalde in lid 4.1.1 is tevens ondergeschikt aan deze bestemming toegestaan:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
en voorts met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1.1 juncto lid 4.4.2 sub e voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1.1 juncto lid 4.4.2 sub f voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders op het eigen bedrijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1.1 juncto lid 4.4.2 sub g voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1.1 juncto lid 4.4.2 sub d en/of g voor het gebruik van bebouwing
voor de hieronder genoemde
nevenactiviteiten
, met dien verstande dat naast de per nevenactiviteit in lid 4.5.5 sub b tot en met sub f opgenomen specifieke regels, tevens de volgende algemene regels gelden:
Naast de in lid 4.5.5 onder a genoemde algemene regels geldt voor het gebruik van bebouwing voor dagrecreatieve nevenactiviteiten de volgende aanvullende specifieke regels:
Naast de in lid 4.5.5 sub a genoemde algemene regels geldt voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten de volgende aanvullende specifieke regels:
Naast de in lid 4.5.5 onder a genoemde algemene regels gelden voor het gebruik van bebouwing voor de verkoop van streekeigen en/of biologische producten als nevenactiviteit, de volgende aanvullende specifieke regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4.2 onder l en een toename van ammoniakemissie als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4.2 onder m en/of n voor het gebruik van bebouwing voor de uitoefening van niet -intensieve veehouderij of intensieve veehouderij (waaronder huisvesting van de betreffende diersoorten) met inachtneming van het volgende:
Voor het slopen van bouwwerken gelegen binnen de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is een omgevingsvergunning vereist. Vergunning wordt verleend indien het behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand niet langer mogelijk is. Alvorens de omgevingsvergunning kan worden verleend, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een algemeen erkende organisatie op het gebied van cultuurhistorie, zoals stichting Brabantse Heem.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het oprichten van permanente teeltondersteunende voorzieningen door middel van oprichting, vormverandering en/of vergroting van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorziening' al dan niet in combinatie met vormverandering en/of vergroting van de aanduiding 'bouwvlak', met dien verstande dat:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor een vormverandering van een bouwvlak van agrarische bedrijven, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het vergroten van een bouwvlak van agrarische bedrijven, niet zijnde een bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', met dien verstande dat:
waarbij vergroting er niet toe mag leiden dat bestaande bedrijfsbebouwing buiten het bouwvlak komt te liggen;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het vergroten van een bouwvlak van een veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch -veehouderij' met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' te wijzigen voor de hervestiging van en omschakeling naar een overig niet grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij en/of paardenhouderij, binnen een bestaand bouwvlak, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' te wijzigen door de op de kaart opgenomen aanduiding 'intensieve veehouderij' te verwijderen of te wijzigen in de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', indien de betreffende intensieve veehouderij ter plaatse is beëindigd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' te wijzigen door het veranderen van de vorm of het vergroten van de aanduiding 'bouwvlak' voor de realisatie van teeltondersteunend glas tot maximaal 1,5 ha, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de aanduiding 'bouwvlak' en de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' te wijzigen door de genoemde aanduidingen 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' te vervangen door de aanduiding 'paardenhouderij', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' te wijzigen door de aanduiding 'specifieke vorm van water - bergbezinkbassin' toe te voegen voor de realisatie een bergbezinkbassin, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' te wijzigen door het verwijderen van deze aanduiding voor de realisatie van een eerste bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' voor het vestigen van een agrarisch technisch hulpbedrijf en/of een agrarisch verwant bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' voor het vestigen van een kleinschalig niet-agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'opslag' voor de statische opslag van goederen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' dan wel de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' voor extensieve dagrecreatie dan wel extensieve verblijfsrecreatie, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' en de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' te wijzigen in de bestemming 'Sport' met de aanduiding 'manege' voor een gebruiksgerichte paardenhouderij, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfswoning', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak'
en 'bedrijfswoning'
te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de realisatie van één woning in een cultuurhistorisch waardevol bijgebouw, naast de bestaande en vergunde (bedrijfs)woning(en), met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak'
en 'bedrijfswoning'
te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de realisatie van twee wooneenheden middels woningsplitsing van een `met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van de realisatie van een waterberging, met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 5.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht ten behoeve van het ter plaatse gevestigde agrarisch bedrijf, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen en van de op de kaart ter plaatse van de aanduiding '
maximum oppervlakte
maximum bebouwd oppervlak' aangegeven maximum oppervlakte, met dien verstande dat wanneer geen oppervlakte is aangeduid het bouwvlak in zijn geheel mag worden bebouwd. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a tot en met sub
c
f specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
met dien verstande dat:
Bedrijfsgebouwen in de vorm van kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Permanente teeltondersteunende kassen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Op de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
mits het bouwplan mede strekt tot behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand;
Gebouwen buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, waarvan de bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt, voor een periode van maximaal van 6 maanden per jaar, of zoveel korter de teelt vereist.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen binnen het bouwvlak worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen buiten het bouwvlak worden opgericht:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 en 5.2.3 onder b voor de bouw van een gebouw ten behoeve van hobbymatig agrarisch grondgebruik, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder a voor de uitbreiding van bebouwing voor de uitoefening van niet -intensieve veehouderij of intensieve veehouderij, met inachtneming van het volgende:
In aanvulling op het bepaalde in lid 5.1.1 is tevens ondergeschikt aan deze bestemming toegestaan:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
en voorts met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.1 juncto lid 5.4.2 sub d voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.1 juncto lid 5.4.2 sub e voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders op het eigen bedrijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.1 juncto lid 5.4.2 sub f voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.1 juncto lid 5.4.2 sub c en/of f voor het gebruik van bebouwing
voor de hieronder genoemde
nevenactiviteiten
, met dien verstande dat naast de per nevenactiviteit in lid 5.5.5 sub b tot en met sub f opgenomen specifieke regels, tevens de volgende algemene regels gelden:
Naast de in lid 5.5.5 onder a genoemde algemene regels geldt voor het gebruik van bebouwing voor dagrecreatieve nevenactiviteiten de volgende aanvullende specifieke regels:
Naast de in lid 5.5.5 sub a genoemde algemene regels geldt voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten de volgende aanvullende specifieke regels:
Naast de in lid 5.5.5 onder a genoemde algemene regels gelden voor het gebruik van bebouwing voor de verkoop van streekeigen en/of biologische producten als nevenactiviteit, de volgende aanvullende specifieke regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.2 onder k en een toename van ammoniakemissie als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.2 onder l en/of m voor het gebruik van bebouwing voor de uitoefening van niet -intensieve veehouderij of intensieve veehouderij (waaronder huisvesting van de betreffende diersoorten) met inachtneming van het volgende:
Voor het slopen van bouwwerken gelegen binnen de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is een omgevingsvergunning vereist. Vergunning wordt verleend indien het behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand niet langer mogelijk is. Alvorens de omgevingsvergunning kan worden verleend, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een algemeen erkende organisatie op het gebied van cultuurhistorie, zoals stichting Brabantse Heem.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het oprichten van permanente teeltondersteunende voorzieningen door middel van oprichting, vormverandering en/of vergroting van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorziening' al dan niet in combinatie met vormverandering en/of vergroting van de aanduiding 'bouwvlak', met dien verstande dat:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor een vormverandering van een bouwvlak van agrarische bedrijven, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het vergroten van een bouwvlak van agrarische bedrijven, niet zijnde een bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', met dien verstande dat:
waarbij vergroting er niet toe mag leiden dat bestaande bedrijfsbebouwing buiten het bouwvlak komt te liggen;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het vergroten van een bouwvlak van een veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch -veehouderij' met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' te wijzigen door de op de kaart opgenomen aanduiding 'intensieve veehouderij' te verwijderen of te wijzigen in de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', indien de betreffende intensieve veehouderij ter plaatse is beëindigd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' te wijzigen door het veranderen van de vorm of het vergroten van de aanduiding 'bouwvlak' voor de realisatie van teeltondersteunend glas tot maximaal 1,5 ha, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de aanduiding 'bouwvlak' en de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' te wijzigen door de genoemde aanduidingen 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' te vervangen door de aanduiding 'paardenhouderij', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' te wijzigen door de aanduiding 'specifieke vorm van water - bergbezinkbassin' toe te voegen voor de realisatie een bergbezinkbassin, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' te wijzigen door het verwijderen van deze aanduiding voor de realisatie van een eerste bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' voor het vestigen van een agrarisch technisch hulpbedrijf en/of een agrarisch verwant bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' voor het vestigen van een kleinschalig niet-agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'opslag' voor de statische opslag van goederen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' dan wel de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' voor extensieve dagrecreatie dan wel extensieve verblijfsrecreatie, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' en de aanduiding 'intensieve veehouderij' of 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' te wijzigen in de bestemming 'Sport' met de aanduiding 'manege' voor een gebruiksgerichte paardenhouderij, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfswoning', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak'
en
'bedrijfswoning'
te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de realisatie van één woning in een cultuurhistorisch waardevol bijgebouw, naast de bestaande en vergunde (bedrijfs)woning(en), met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak'
en
'bedrijfswoning'
te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de realisatie van twee wooneenheden middels woningsplitsing van een karakteristieke boerderij, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van de realisatie van een waterberging, met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 6.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a tot en met sub
c
d specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Gebouwen ten behoeve nutsvoorzieningen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 sub a onder a en b en sub b onder a en b voor het overschrijden voor de maximale goot- en bouwhoogtemaat met maximaal 1 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 voor de uitbreiding van een bedrijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 voor het oprichten van een paardenbak voor hobbymatig gebruik binnen het bouwvlak, met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in lid 6.1.1 is tevens ondergeschikt aan deze bestemming toegestaan:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4 sub b voor de opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden tot op de bouwperceelsgrens.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 juncto lid 6.4.2 onder g voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 juncto lid 6.4.2 onder h voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 juncto lid 6.4.2 onder h voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' met de op de kaart aangegeven aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' voor de vestiging van een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Bedrijf' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfswoning', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' met de op de kaart aangegeven aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 7.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Bedrijf - Waterwinbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 7.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 9.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In aanvulling op het bepaalde in 1.67 zijn op deze gronden ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik tevens trim- en speeltoestellen toegestaan.
Het is verboden om op deze gronden te bouwen met uitzondering van de in lid 9.2.2 genoemde gebouwen.
Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het gebruik van de gronden en de zich daar bevindende bouwwerken mogen de bruikbaarheid van het militaire object en de uitoefening van de defensietaak niet belemmeren.
Op het moment dat het gebruik voor verblijfsrecreatie zoals bedoeld in 9.1 onder i gedurende 365 dagen is beëindigd, is dit gebruik niet meer toegestaan.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 9.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 10.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a en sub b specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 sub a onder a en b en sub b onder a en b voor het overschrijden voor de maximale goot- en bouwhoogtemaat met maximaal 1 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 voor het oprichten van een paardenbak voor hobbymatig gebruik, met dien verstande dat:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 juncto lid 10.4.1 onder c voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 en lid 10.4.1 sub d voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 juncto lid 10.4.1 onder d voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 11.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a en sub b specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1 sub a onder a tot en met c en sub b onder a en b voor het overschrijden voor de maximale goot- en bouwhoogtemaat met maximaal 1 m.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 juncto lid 11.4.1 onder c voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 en lid 11.4.1 sub d voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 juncto lid 11.4.1 onder d voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het is verboden om op deze gronden te bouwen.
De voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 13.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Het is verboden om op deze gronden te bouwen met uitzondering van de in lid 9.2.2 genoemde gebouwen.
Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 13.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 13.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 14.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a, b en sub
b
c specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Op de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
mits het bouwplan mede strekt tot behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand;
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1 sub a onder a en b en sub b onder a en b voor het overschrijden voor de maximale goot- en bouwhoogtemaat met maximaal 1 m.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1.1 sub a voor de uitoefening van een horeca-activiteit die niet in de bij deze regels behorende Staat van Horeca-activiteiten is genoemd, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 juncto lid 14.4.1 onder d voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 en lid 14.4.1 sub e voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 juncto lid 14.4.1 onder e voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
Voor het slopen van bouwwerken gelegen binnen de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is een omgevingsvergunning vereist. Vergunning wordt verleend indien het behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand niet langer mogelijk is. Alvorens de omgevingsvergunning kan worden verleend, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een algemeen erkende organisatie op het gebied van cultuurhistorie, zoals stichting Brabantse Heem.
De voor 'Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 15.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.1 sub a onder a en b en sub b onder a en b voor het overschrijden voor de maximale goot- en bouwhoogtemaat met maximaal 1 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 voor het oprichten van een paardenbak voor hobbymatig gebruik, met dien verstande dat:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 juncto lid 15.4 onder d voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 en lid 15.4 sub e voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 juncto lid 15.4 onder e voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
De voor 'Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 16.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a en sub b specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 sub a onder a en b en sub b onder a en b voor het overschrijden voor de maximale goot- en bouwhoogtemaat met maximaal 1 m.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 juncto lid 16.4.1 onder d voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 en lid 16.4.1 sub e voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 juncto lid 16.4.1 onder e voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
De voor 'Maatschappelijk - Militair terrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 17.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Daarnaast gelden de onder sub a tot en met sub d specifieke regels.
Gebouwen mogen ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein' worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Gebouwen mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - militair mobiliteitscentrum' worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Gebouwen mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - tentenkamp' worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 sub c onder b voor de uitbreiding van het tentenkamp, met dien verstande dat:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1.1 en lid 17.4 sub f voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid
3.1.1
18.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend ten behoeve van het bijdragen aan natuurbehoud ter plaatse worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 18.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 18.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 19.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a genoemde specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer, detailhandel, horeca en sanitaire voorzieningen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 20.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Daarnaast gelden de in sub a tot en met sub e genoemde specifieke regels.
Gebouwen mogen ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Gebouwen mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' worden opgericht met inachtneming van de in 20.2.1 genoemde regels.
Gebouwen mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - naturistenterrein'
worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Gebouwen mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiepark' worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1 juncto lid 20.3.1 onder c voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1 en lid 20.3.1 sub d voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1 juncto lid 20.3.1 onder d voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 21.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen. De afstand tussen gebouwen onderling, indien deze niet aaneengesloten zijn gebouwd, dient minimaal 3 m te bedragen. Daarnaast gelden de onder sub a en sub b genoemde specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfswoning' mag de woning tevens in gebruik genomen worden als burgerwoning.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.1 juncto lid 21.3.1 onder d voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.1 en lid 21.3.1 sub e voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.1 juncto lid 21.3.1 onder e voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Sport' met de op de kaart opgenomen aanduiding 'bedrijfswoning' te wijzigen in de bestemming 'Sport' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfswoning', met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 22.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 22.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 22.3.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer' te wijzigen voor het verharden van onverharde wegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' dan wel de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - halfverharde weg', met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer - Spoorweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 23.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 24.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 25.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Hoofdgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Op de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
mits het bouwplan mede strekt tot behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand;
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2 voor het oprichten van een paardenbak voor hobbymatig gebruik, met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in lid
5.1.1
25.1.1
is tevens ondergeschikt aan deze bestemming toegestaan:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.1.1 juncto lid 25.4 onder c voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.1.1 juncto lid 25.4 sub d voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.1.1 juncto lid 25.4 onder d voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
Voor het slopen van bouwwerken gelegen binnen de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is een omgevingsvergunning vereist. Vergunning wordt verleend indien het behoud van het uitwendige karakter van een bouwwerk in bestaande toestand niet langer mogelijk is. Alvorens de omgevingsvergunning kan worden verleend, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een algemeen erkende organisatie op het gebied van cultuurhistorie, zoals stichting Brabantse Heem.
vervallen met de 1e herziening
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' voor de realisatie van twee woningen middels woningsplitsing van een karakteristieke boerderij, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de bij a tot en met c behorende:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 26.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 26.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 26.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 26.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Brandstof', indien de betreffende leiding als zodanig in gebruik is en/of niet meer in gebruik mag worden genomen.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de bij a tot en met c behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 27.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 27.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 27.5.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas', indien de betreffende leiding als zodanig niet meer in gebruik is en/of niet meer in gebruik mag worden genomen.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de bij a tot en met c behorende:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 28.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 28.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 28.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding', indien de betreffende leiding als zodanig niet meer in gebruik is en/of niet meer in gebruik mag worden genomen.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de bij a tot en met c behorende:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 29.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 29.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 29.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool', indien de betreffende leiding als zodanig niet meer in gebruik is en/of niet meer in gebruik mag worden genomen.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de bij a tot en met c behorende:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 30.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 30.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 30.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Water', indien de betreffende leiding als zodanig niet meer in gebruik is en/of niet meer in gebruik mag worden genomen.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het archeologisch monument.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 31.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag
geen nieuw bouwwerk worden gebouwd
.met inachtneming van de voor de betrokken
bestemming geldende regels, slechts worden gebouwd, indien de aanvraag om omgevingsvergunning
betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de
oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van
de bestaande fundering.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat:
geen
aantoonbaar onevenredige aantasting plaatsvindt van de archeologische waarden van het gebied
.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 31.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.4.1 legt een in lid 31.3 sub a bedoeld rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in lid 31.4.3 genoegzaam blijkt dat:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 31.4.1 wordt door het
bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
In de situatie als bedoeld in lid 31.4.4, sub b kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
Indien lid 31.4.5 sub c van toepassing is, wordt in de omgevingsvergunning geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
De voor 'Waarde - Ecologie - Ecologische hoofdstructuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 32.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat geen aantoonbare onevenredige aantasting plaatsvindt van de ecologische hoofdstructuur.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.1.2 voor de bouw van een gebouw ten behoeve van natuurbestemming of het extensief recreatief medegebruik , met een oppervlakte van maximaal 20 m² en een bouwhoogte van maximaal 4 m, met dien verstande dat geen aantoonbare onevenredige aantasting plaatsvindt van de ecologische hoofdstructuur.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 32.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 32.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
De voor 'Waarde - Ecologie - Verbindingszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone in de vorm van bebouwingsvrije stroken met beplanting en/of water, oevers en moeras ten behoeve van de ecologische infrastructuur met de bijbehorende natuur-, ecologische en hydrologische waarden. Ondergeschikt hieraan is tevens extensieve recreatie mogelijk.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 33.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat het gebied niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 33.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 32.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' of 'Agrarisch met waarden - Natuur' tezamen met de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie - Verbindingszone' te wijzigen in de bestemming 'Natuur' indien en voor zover de gronden worden ingericht en beheerd als ecologische verbindingszone, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie - Verbindingszone' te verwijderen en op een andere locatie op te nemen, indien de gronden op de andere locatie beter geschikt zijn voor inrichting en beheer als ecologische verbindingszone, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Ecologie - Watersysteem' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de verwezenlijking, het behoud, beheer en herstel van het watersysteem.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 34.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat het gebied niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 34.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 34.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het onderhoud van het waterbergend vermogen van het gebied met daaraan ondergeschikt een hondenuitlaatplaats.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 35.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 35.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 35.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 35.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze bepaling strekt tot de bescherming van de geluidszone rondom lokale en interlokale wegen.
Voor de geluidsgevoelige bebouwing van de naast wegen gelegen gronden dient in ieder geval een afstand van 15 m uit de as van de weg in acht te worden genomen, met dien verstande dat deze afstand niet geldt voor gronden gelegen naast:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 37.1.2 voor het toestaan van een kortere afstand tot de weg, met dien verstande dat
de
verkeersveiligheid blijft gewaarborgd en
het geen geluidsgevoelige objecten betreft in het kader van
voldaan moet worden aan de geluidsnormen voor nieuwe geluidgevoelige objecten uit de Wet geluidhinder.
In hoofdstuk 2 zijn afstandsbepalingen tot de as van de weg opgenomen ter bescherming van de verkeersveiligheid.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het toestaan van een kortere afstand tot de weg, met dien verstande dat de verkeersveiligheid blijft gewaarborgd.
Bouwdelen als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken, worden bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning, met inachtneming van de regels vervat in hoofdstuk 2, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
De in lid 37.4.1 bedoelde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in verband met calamiteiten.
Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 25 bedoelde gronden en bouwwerken:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde hoog dorpskern' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van hoge archeologische verwachtingswaarden.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, ten dienste van de in lid 39.1.1 genoemde bestemmingen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.
Ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende regels, slechts worden gebouwd, indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op:
Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.1.2 sub b, waarbij werkzaamheden plaatsvinden op een oppervlak groter dan 50 m² en dieper dan 0,3 m, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.1.3sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 39.1.3onder a legt een in lid 39.1.2 sub c onder a bedoeld rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in lid 39.1.2 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 39.1.2 onder d, sub b kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
Indien lid 39.1.2 sub e van toepassing is, wordt in de omgevingsvergunning geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door de ligging van deze aanduiding te wijzigen, indien het op grond van nader archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in verdere bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door deze aanduiding geheel of gedeeltelijk van de kaart te verwijderen, met dien verstande dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde hoog' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van hoge archeologische verwachtingswaarden.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, ten dienste van de in lid 39.2.1 genoemde bestemmingen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.
Ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende regels, slechts worden gebouwd, indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op:
Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.2.2 sub b, waarbij werkzaamheden plaatsvinden op een oppervlak groter dan 100 m² en dieper dan 0,5 m, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.2.3 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
Het in lid 39.2.3 sub a verbod geldt evenmin wanneer kan worden aangetoond dat de grond zodanig is verstoord en geroerd door werkzaamheden deze niet omgevingsvergunningplichtig zijn tot de diepte waar de verstoring heeft plaatsgevonden.
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 39.2.3onder a legt een in lid 39.2.2 sub c onder a bedoeld rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in lid 39.2.2 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 39.2.2 onder d, sub b kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
Indien lid 39.2.2 sub e van toepassing is, wordt in de omgevingsvergunning geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 39.2.3sub a wordt door het
bevoegd gezag niet eerder verleend nadat een archeologisch rapport is overgelegd, waaruit blijkt dat
de archeologische waarden voldoende worden geborgd, door de verstoring niet aanvaardbaar
onevenredig worden aangetast of dat er geen sprake is van de aanwezigheid van archeologische
waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door de ligging van deze aanduiding te wijzigen, indien het op grond van nader archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in verdere bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door deze aanduiding geheel of gedeeltelijk van de kaart te verwijderen, met dien verstande dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde middelhoog' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van middelhoge archeologische verwachtingswaarden.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, ten dienste van de in lid 39.3.1 genoemde bestemmingen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.
Ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende regels, slechts worden gebouwd, indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op:
Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.3.2 sub b, waarbij werkzaamheden plaatsvinden op een oppervlak groter dan 500 m² en dieper dan 0,5 m, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.3.3 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
Het in lid 39.3.3sub a verbod geldt evenmin wanneer kan worden aangetoond dat de grond zodanig is
verstoord en geroerd door werkzaamheden deze niet omgevingsvergunningplichtig zijn tot de diepte
waar de verstoring heeft plaatsgevonden.
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 39.3.3 onder a legt een in lid 39.3.2 sub c onder a bedoeld rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in lid 39.3.2 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 39.3.2 onder d, sub b kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
Indien lid 39.3.2 sub e van toepassing is, wordt in de omgevingsvergunning geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 39.3.3sub a wordt door het
bevoegd gezag niet eerder verleend nadat een archeologisch rapport is overgelegd, waaruit blijkt dat
de archeologische waarden voldoende worden geborgd, door de verstoring niet aantoonbaar
onevenredig worden aangetast of dat er geen sprake is van de aanwezigheid van archeologische
waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde middelhoog' aangeduide gronden te wijzigen door de ligging van deze aanduiding te wijzigen, indien het op grond van nader archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in verdere bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde middelhoog' aangeduide gronden te wijzigen door deze aanduiding geheel of gedeeltelijk van de kaart te verwijderen, met dien verstande dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde laag' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van lage archeologische verwachtingswaarden.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, ten dienste van de in lid 39.4.1 genoemde bestemmingen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.
Ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende regels, slechts worden gebouwd, indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op:
Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.4.2 sub b, waarbij werkzaamheden plaatsvinden op een oppervlak groter dan 50.000 m² en dieper dan 0,5 m, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
uitsluitend voor zover de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een ontwikkeling van meer dan 5 ha bij MER-plichtige projecten, vallend onder de Wro, de Wet Milieubeheer of de Tracéwet.
Het in lid 39.4.3sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 39.4.3onder a legt een in lid 39.4.2 sub c onder a bedoeld rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in lid 39.4.2 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 39.4.2 onder d, sub b kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
Indien lid 39.4.2 sub e van toepassing is, wordt in de omgevingsvergunning geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door de ligging van deze aanduiding te wijzigen, indien het op grond van nader archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in verdere bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door deze aanduiding geheel of gedeeltelijk van de kaart te verwijderen, met dien verstande dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebieden ehs' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming tegen negatieve effecten op de waterhuishouding van de hierbinnen gelegen ecologische hoofdstructuur.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.5.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 39.5.2 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat het betrokken waterschapsbestuur is gehoord.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een bebouwingsconcentratie.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' zijn, behalve voor de aldaar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van natuur en woonconcentraties door het stellen van regels met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de niet- intensieve veehouderij en de intensieve veehouderij.
Voor zover de aanduiding op de verbeelding samenvalt met de bestemming Agrarisch wordt verwezen naar de regels in artikel 3.
Voor zover de aanduiding op de verbeelding samenvalt met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschappelijk wordt verwezen naar de regels in artikel 4.
Voor zover de aanduiding op de verbeelding samenvalt met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur wordt verwezen naar de regels in artikel 5.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'beslotenheid' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van de beslotenheid in het landschap.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.8.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch vlak' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud, beheer, herstel of de duurzame ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en kenmerken van het gebied.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - vliegveld' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de geluidsbelasting van vliegveld Seppe.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen nieuwe woningen dan wel andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.10.2 voor het bouwen van een nieuwe woning dan wel een ander geluidsgevoelig gebouw overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat de geluidsbelasting vanwege het vliegveld van de gevels van deze woningen dan wel andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'groenblauwe mantel' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van het gebied.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.11.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 39.11.2 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend dan, nadat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'landgoed' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van de landschappelijke waarden en structuren van het landgoed.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - 25 jaarszone kwetsbaar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze aanduiding worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden opgericht.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.13.2 onder a voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.13.4sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 30.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringvrije zone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.14.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 39.14.2 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor functies in verband met de openbare watervoorziening met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze aanduiding worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden opgericht.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.15.2 onder a voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat advies is verkregen van het waterleidingbedrijf.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.15.4sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 39.15.4sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor militaire oefeningen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'openheid' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van de openheid in het landschap.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht op gronden gelegen buiten het bouwvlak.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.17.3 sub a vervatte verbod geldt niet voor:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' zijn, behalve
voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een extensiveringsgebied in het kader
van de reconstructiewet.
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' is het volgende niet
toegestaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' zijn, behalve voor
de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een verwevingsgebied in het kader van de
reconstructiewet.
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' is het volgende niet
toegestaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied waterberging' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van het waterbergend vermogen van dat gebied.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied waterberging' de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' toe te voegen voor een waterbergingsgebied, met dien verstande dat dit gebied door het daartoe bevoegd gezag wordt aangewezen als waterbergingsgebied. Voor zover het de wijziging betreft van gronden rondom het Meet- en Regelstation Zegge (Spoorstraat 16 te Zegge) vindt vooraf overleg plaats met de beheerder van het meet- en regelstation.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'teeltondersteunende kassen toegestaan' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor teeltondersteunende kassen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – bevi' zijn, behalve voor de daar
voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van personen en bebouwing bij
calamiteiten.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen
gebouwen ten behoeve van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van bestaande gebouwen voor
doeleinden en functies waarbij zich regelmatig personen ophouden, dan wel waarbij regelmatig sprake
is van concentraties van personen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de nabijheid van een leiding.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen gebouwen ten behoeve van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.23.2 voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nieuwe kwetsbare objecten voor zover in overstemming met de andere bestemmingen, met dien verstande dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een lpg-installatie.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen gebouwen ten behoeve van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.24.2 voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nieuwe kwetsbare objecten voor zover in overstemming met de andere bestemmingen, met dien verstande dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie A' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie A' de volgende regels:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie B' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie B' de volgende regels:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie C' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie C' de volgende regels:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie A 1' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie A 1' de volgende regels:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie B 1' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie B 1' de volgende regels:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie C 1' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie C 1' de volgende regels:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, tevens bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) geldt ten aanzien de maximale bouwhoogte de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.31.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 39.31.4 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 39.31.4 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van een molendeskundige instantie omtrent de mogelijke gevolgen voor de windvang van de molen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het radarverstoringsgebied van Vliegbasis Woensdrecht teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen bouwwerken worden opgericht
met een hoogte van 63 m en meer:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.32.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, met dien verstande dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de verkeerfunctie van de Rijksweg.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen bouwwerken worden opgericht binnen een afstand van 75 m vanuit de rand van de meest nabijgelegen rijbaan, met uitzondering van bouwwerken en voorzieningen die nodig zijn voor het wegverkeer.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regels in het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen in het plan te wijzigen, voor zover het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, voor zover het gronden betreft ter
plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2', voor het aanleggen of verleggen van één of
meerdere leidingen met de daarbij behorende veiligheids- en/of vrijwaringszones, met dien verstande
dat:
Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bij toepassing van de algemene wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Overtreding van het bepaalde in artikel 38 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Indien afstanden tot op de datum van terinzagelegging van de vaststelling van het plan meer dan wel minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen de bestaande afstanden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande gebouwen en bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de
Woningwet
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op de dag van de vaststelling van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, 3e herziening'.