direct naar inhoud van Artikel 21 Verkeer - Onverhard
Plan: Buitengebied 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.Bp01buitengeb2011-onh1

Artikel 21 Verkeer - Onverhard

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Onverhard' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. onverharde wegen en paden, met dien verstande dat zij halfverhard mogen zijn indien en voor zover zij reeds halfverhard waren op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • b. de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van een ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - ecologische verbindingen';
  • c. de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ' milieuzone - beekherstel ';
  • d. het behoud, het herstel en de versterking van de landschappelijke en natuurwaarden, archeologische, cultuurhistorische en aardkundige waarden en kenmerken van de gronden;

een en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals bermen en bermsloten, groenvoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

21.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer - Onverhard' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.

21.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  • b. de bouwhoogte voor overige bouwwerken mag niet meer dan 3 m bedragen.

21.3 Specifieke gebruiksregels
21.3.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het verharden of halfverharden van paden.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.4.1 Verbod

Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ter plaatse van de aanduiding ' milieuzone - ecologische verbindingen ': het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2;
  • b. ter plaatse van de aanduiding ' milieuzone - beekherstel ':
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2;
    • 2. het ophogen van gronden.

21.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 21.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
21.4.3 Afwegingskader

De in 21.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.

21.4.4 Waarden

Onder de in 21.4.3 genoemde waarden worden verstaan:

  • a. ten aanzien van de in 21.4.1  onder a genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de ecologische verbindingszone voor uitwisseling van flora en fauna tussen natuurgebieden;
  • b. ten aanzien van de in 21.4.1 onder b genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de gronden voor behoud, beheer en herstel van watersystemen.

21.4.5 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 21.4.1 onder b wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.

21.5 Wijzigingsbevoegdheid
21.5.1 Verkeer - Snelverkeer of Verkeer - Voet-/fietspad

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ' Verkeer - Onverhard ' wijzigen in de bestemming ' Verkeer - Snelverkeer ' en de bestemming ' Verkeer - Voet-/fietspad ' onder de voorwaarde dat de landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische waarden en kenmerken van de gronden niet onevenredig worden aangetast.

21.5.2 Voorwaarden wijziging

Ten aanzien van de in 21.5.1 genoemde bevoegdheid geldt dat:

  • a. op gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding of grenzend aan de aanduiding 'milieuzone - ecologische verbindingen' de wijziging uitsluitend is toegestaan, onder de voorwaarde dat het functioneren van de verbindingszone niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. op gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding of grenzend aan de aanduiding  'milieuzone - beekherstel' de wijziging uitsluitend is toegestaan, onder de voorwaarde dat dit gebied niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen;
  • c. door de wijziging de landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische of archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • d. ter plaatse van de dubbelbestemmingen ' Waarde - Archeologie - Categorie 2 ', ' Waarde - Archeologie - Categorie 3 ' en ' Waarde - Archeologie - Categorie 4 ' dat na wijziging voor het gewijzigde deel niet de uitzondering geldt, genoemd in 32.2.3 onder d, 33.2.3 onder d en 34.2.3 onder d.

21.5.3 Advies

Met betrekking tot de toepassing van de in 21.5.1 genoemde bevoegdheid wordt advies ingewonnen bij het waterschap ten aanzien van de vraag of de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt aangetast.