Plan: | Noord-Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0757.BP09noordoost2012-VST2 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Noord-Oost' met identificatienummer NL.IMRO.0757.BP09noordoost2012-VST2 van de gemeente Boxtel;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde een gestapelde woning;
een onderdeel van het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren;
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;
eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan een beperkt aantal personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
bedrijfsmatige activiteiten, die door hun beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt, en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, beroepen aan huis daaronder niet begrepen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen dienstverlenende beroepen;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep of bedrijf aan huis c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
inrichtingen welke vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
de grens van een bouwperceel;
bouwverordening als bedoeld in artikel 8 van de Woningwet;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een horecabedrijf, zoals theehuisjes, ijssalons, croissanterieën en naar de aard daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, zowel Shop in Shop als zelfstandig, dat is gericht op het overdag op alle dagen van de week tussen 06.00 uur en 22.00 uur verstrekken van dranken en/of etenswaren aan bezoekers van andere functies, zoals centrumvoorzieningen en dagrecreatie;
bedrijfsmatige uitoefening van diensten op het gebied van recreatie, sport, educatie of cultuur welke geheel of in overwegende mate in de openlucht worden aangeboden, met de daarbij behorende voorzieningen;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel, waarvan de bruto vloeroppervlakte minimaal 1.000 m² per zelfstandige eenheid bedraagt:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
grondbewerking dieper dan 40 cm, waartoe wordt gerekend het vermengen, woelen en keren van (alle) lagen in het bodemprofiel;
een bedrijf dat is gericht op het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren;
een langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd;
de bouwlaag op de begane grond;
een erfafscheiding met een constructie die wel de toegang tot de achterliggende gronden fysiek belemmert, maar waarbij het zicht op de achterliggende gronden intact blijft;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische, archeologische en aardkundige waarden van het gebied, zoals deze tot uiting komen in de omschrijvingen van de bestemmingen en dubbelbestemmingen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
een woning, waarvan het hoofdgebouw door middel van een bijbehorend bouwwerk verbonden is aan
een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens
wordt gebouwd;
boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is;
de als zodanig aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;
het groepsrisico geeft de cumulatieve kansen aan per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie;
een agrarische bedrijfsvoering die geheel dan wel grotendeels afhankelijk is van de groeikracht van de bodem waarop het bedrijf wordt uitgeoefend;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie en een discotheek;
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkrundveehouderij;
een tent, tentwagen, een kampeerauto of een caravan, niet zijnde een stacaravan;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter;
een kampeerterrein voor het plaatsen van een beperkt aantal kampeermiddelen met name gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
een bedrijf dat in nauwe relatie staat tot het agrarische bedrijf; of qua karakter thuishoort in het buitengebied c.q. kernrandzone, gericht op handel in, de bewaring van en/ of sportbeoefening met dieren, zoals een hondenkennel, een africhtstation, een dierenpension of –asiel en een pony- of paardenhouderij of – fokkerij;
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap en de natuurwaarden, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en kinderopvang, alsook ondergeschikte detailhandel en horecabedrijf ten dienste van deze voorzieningen;
het bieden van hulp bij het dagelijks functioneren, die vrijwillig en onbetaald, buiten organisatorisch verband, wordt verleend aan personen uit het sociale netwerk die – door welke oorzaak dan ook – vrij
ernstige fysieke, verstandelijke of psychische beperkingen hebben. Voor personen die 65 jaar en ouder zijn, wordt geen indicatie noodzakelijk geacht;
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking op grond van artikel 2.1 lid 1 onder c
jo. artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wabo;
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo);
aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
activiteiten die ondergeschikt zijn aan de primair aan de gronden toegekende functie;
wegen, water en openbaar groen (parken, plantsoenen en speelveldjes) die het gehele jaar - of een groot deel daarvan - voor het publiek algemeen toegankelijk zijn;
een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie. Indien een overkapping aangebouwd is aan een gebouw mag een overkapping maximaal 2 niet eigen wanden hebben. Eigen wanden zijn dan niet toegestaan. Indien een overkapping niet is aangebouwd aan een gebouw mag een overkapping maximaal 1 eigen wand hebben;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden);
teeltondersteunende voorziening die voor onbepaalde tijd wordt gebruikt, niet zijnde een kas;
een gebouw waarvan de wanen en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienen voor het hobbymatig telen van gewassen;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden en bouwwerken dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
reëel een agrarisch (glastuinbouw)bedrijf met een bedrijfsomvang van tenminste 10 n.g.e en waarvan de continuïteit aannemelijk is;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een kampeermiddel, dat als een gebouw valt aan te merken;
een woning met afzonderlijke kamers ten behoeve van de bewoning door studenten, al dan niet met gezamenlijke woonvoorzieningen zoals sanitair, woonkamer en keuken;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen;
ondersteunende voorzieningen, die onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een vollegrondstuinbouwbedrijf of boomkwekerij. Ze worden gebruikt om de bedrijfsvoering te optimaliseren. In teeltondersteunende kassen vindt de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden plaats, waardoor gezorgd kan worden voor een verbetering van de productkwaliteit en/of arbeidsomstandigheden, teeltvervroeging of -verlating en het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffengebruik;
ondersteunende voorziening die een onderdeel is van de vollegrondse bedrijfsvoering van een tuinbouwbedrijf of boomkwekerij;
vergroting van een bestaand bouwperceel of bestaand bestemmingsvlak;
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren;
vormen van recreatie die mede gericht zijn op verstrekken van nachtverblijf van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer;
woningen waarbij het hoofdgebouw vrijstaat van naast gelegen hoofdgebouwen;
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen;
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn
ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Vanuit een woning mag geen detailhandel, horeca of groothandel plaatsvinden. Tevens mag er geen seksinrichting en/of escortbedrijf worden opgericht;
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
de Werkgroep Uitvoering Bestemmingsplannen Buitengebied Boxtel;
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 meter boven peil en haaks op de perceelsgrens.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1 onder b ten behoeve van voorzieningen -geen gebouwen zijnde- voor de opslag van ruwvoer, aansluitend aan de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', onder de voorwaarden dat:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik of laten gebruiken gronden voor het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.4 ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein als nevenactiviteit aansluitend aan de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', onder de voorwaarden dat:
Met betrekking tot de toepassing van de in 3.6.1 genoemde bevoegdheid wordt advies ingewonnen bij de WUBBB ten aanzien van de vraag of de gebiedswaarden in voldoende mate worden versterkt bij uitvoering van het ingediende landschapversterkingsplan, waarbij de WUBBB zich zo nodig baseert op een deskundigenrapport.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 3.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 3.7.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 3.7.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.7.1 onder a wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' zonder de aanduiding 'intensieve veehouderij' en zonder de aanduiding 'intensieve kwekerij' voor de uitbreiding van het agrarisch bedrijf, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' ten behoeve van de vormverandering van het vlak met de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' of de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen toegestaan' voor de uitbreiding van het agrarisch bedrijf voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' voor de uitbreiding van een bestaand glastuinbouwbedrijf, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Natuur' en/ of 'Water', al dan niet onder het toevoegen van de dubbelbestemming 'Waarde - Leefgebied soorten van stromend water' ter plaatse van de aanduidingen 'milieuzone - beekherstel' en 'milieuzone - ecologische verbindingen', onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing' opnemen onder de voorwaarde dat op de betreffende gronden sloop heeft plaatsgevonden zoals bedoeld in 4.4.5, 4.4.6, 5.4.3 en 5.4.4..
Ten aanzien van de in 3.8.1 t/m 3.8.5 genoemde bevoegdheden geldt dat:
Met betrekking tot de toepassing van de in 3.8.1 t/m 3.8.5. genoemde bevoegdheden wordt advies ingewonnen bij:
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en groenvoorzieningen.
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen;
Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende bepalingen:
Voor bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in 4.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2 onder a ten behoeve van de vergroting van de bebouwingsoppervlakte voor agrarische bedrijven, niet zijnde vollegrondstuinbouw, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2 ten behoeve van de
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning in wanneer niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor verlening van de omgevingsvergunning of indien in strijd met de omgevingsvergunning wordt gehandeld.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1 onder b tot niet meer dan 6 m, onder de voorwaarde dat dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1 onder d ten behoeve van een geringere dakhelling, onder de voorwaarde dat dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk en/of gewenst is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de inhoud van de woning, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.3 onder a ten behoeve van een grotere oppervlakte aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.4 onder a ten behoeve van een grote bouwhoogte, tot niet meer dan 20 meter, onder de voorwaarde dat dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.4 onder f ten behoeve van een grotere hoogte voor erfafscheidingen en hekwerken vóór de voorgevel van het hoofdgebouw, onder de voorwaarden dat:
Een in 4.4.1 t/m 4.4.8 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het bebouwingsbeeld, met dien verstande dat bij de belangenafweging ook aspecten van beeldkwaliteit worden betrokken.
Met betrekking tot de toepassing van de in 4.4.1 t/m 4.4.8 genoemde bevoegdheden wordt advies ingewonnen bij:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van nevenactiviteiten, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.5.1 onder d ten behoeve van het gebruik van bedrijfsgebouwen voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning in wanneer niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor verlening van de omgevingsvergunning of indien in strijd met de omgevingsvergunning wordt gehandeld.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.5.1 onder e voor het gebruik van aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen of een deel van het bedrijfsgebouw als afhankelijke woonruimte onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning in, zodra de bij het verlenen van de voor de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van het gebruik van bestaande bebouwing voor bed & breakfast, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.5.1 onder f ten behoeve van: het gebruik van de gronden voor (co-)vergisting van mest, voor zover de capaciteit van de (co-) vergistingsinstallatie minder dan 100.000 kg per dag bedraagt waarbij het bedrijf uitsluitend eigen geproduceerde mest verwerkt en van het eigen bedrijf en/of van derden afkomstige co-substraten toevoegt; de co-vergiste mest wordt op tot het bedrijf behorende gronden gebruikt of naar derden afgevoerd en het leveren van energie die vrijkomt bij het onder a bedoelde proces van co-vergisting;
Met betrekking tot de toepassing van de in 4.6.1 t/m 4.6.4 genoemde bevoegdheid wordt advies ingewonnen:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 4.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 4.7.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 4.7.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.7.1 onder a wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschap' en/of 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' ten behoeve van een vormverandering van het vlak met de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen', al dan niet in combinatie met de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschap', 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap', 'Bos' en/of 'Natuur', en al dan niet met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing', onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van kleinschalige vormen van binnenopslag, agrarisch-technisch hulpbedrijf of een agrarisch verwant bedrijf, onder voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' ten behoeve van kleinschalige vormen van recreatie of natuur en landschapsbeheer en -educatie, onder voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' geheel of gedeeltelijk wijzigen in de naastgelegen bestemming 'Agrarisch', al dan niet met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing', onder de voorwaarde dat op de betreffende gronden sloop heeft plaatsgevonden zoals bedoeld in 4.4.5, 4.4.6, 5.4.3 en 5.4.4.
Ten aanzien van de in 4.8.1 t/m 4.8.5 genoemde bevoegdheden geldt dat:
Met betrekking tot de toepassing van de in 4.8.1 t/m 4.8.4 genoemde bevoegdheden wordt advies ingewonnen bij:
De voor ' Agrarisch - Glastuinbouw ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in 5.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2 ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders in woonunits, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning in wanneer niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor verlening van de omgevingsvergunning of indien in strijd met de omgevingsvergunning wordt gehandeld.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 onder e ten behoeve van een geringere dakhelling, onder de voorwaarde dat dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk en/of gewenst is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de inhoud van de woning, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.3 onder a ten behoeve van een grotere oppervlakte aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.4 onder c ten behoeve van een grotere hoogte voor erfafscheidingen en hekwerken vóór de voorgevel van het hoofdgebouw, onder de voorwaarden dat:
Een in 5.4.1 t/m 5.4.5 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het bebouwingsbeeld, met dien verstande dat bij de belangenafweging ook aspecten van beeldkwaliteit worden betrokken.
Met betrekking tot de toepassing van de in 5.4.1 t/m 5.4.5 genoemde bevoegdheden wordt advies ingewonnen bij:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van nevenactiviteiten in de vorm van statische opslag, ambachtelijke bedrijvigheid en detailhandel in ter plaatse vervaardigde producten, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.5.1 onder d ten behoeve van het gebruik van bedrijfsgebouwen voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning in wanneer niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor verlening van de omgevingsvergunning of indien in strijd met de omgevingsvergunning wordt gehandeld.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.5.1 onder e voor het gebruik van aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen of een deel van het bedrijfsgebouw als afhankelijke woonruimte onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning in, zodra de bij het verlenen van de voor de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Met betrekking tot de toepassing van de in 5.6.1 t/m 5.6.3 genoemde bevoegdheid wordt advies ingewonnen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' ten behoeve van grondgebonden agrarische bedrijven, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'intensieve kwekerij' toevoegen met de gelijktijdige wijziging van de bestemming 'Agrarisch – Glastuinbouw' naar 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', voor de vestiging van een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' en/of de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' ten behoeve van een vormverandering van het vlak met de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw', onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' wijzigen in de bestemming 'Wonen', al dan niet in combinatie met de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschap', 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap', 'Natuur' en/of 'Bos', en al dan niet met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing', onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van kleinschalige vormen van binnenopslag, agrarisch-technisch hulpbedrijf of een agrarisch verwant bedrijf, onder voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' ten behoeve van kleinschalige vormen van recreatie, natuur- en landschapsbeheer en -educatie, onder voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' geheel of gedeeltelijk wijzigen in de naastgelegen bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschap' of 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' of naar 'Wonen' al dan niet met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing', onder de voorwaarde dat op de betreffende gronden sloop heeft plaatsgevonden zoals bedoeld in 4.4.5, 4.4.6, 5.4.3 en 5.4.4.
Ten aanzien van de in 5.7.1 tot en met 5.7.6 genoemde bevoegdheden geldt dat:
Met betrekking tot de toepassing van de in 5.7.1 tot en met 5.7.6 genoemde bevoegdheden wordt advies ingewonnen bij:
De voor ' Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienst van de bestemming, met dien verstande dat:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in 6.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 6.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 6.4.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 6.4.1 onder b wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik of laten gebruiken gronden voor het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' wijzigen in de bestemming 'Natuur' en/ of 'Water' al dan niet onder het toevoegen van de dubbelbestemming 'Waarde - Leefgebied soorten van stromend water' ter plaatse van de aanduidingen 'wro-zone - natuurontwikkelingsgebied', onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing' opnemen onder de voorwaarde dat op de betreffende gronden sloop heeft plaatsgevonden zoals bedoeld in 4.4.5 en 4.4.6.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 30.1 wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken, met inachtneming van de milieusituatie, van:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf worden ten minste de volgende milieucomponenten in de beoordeling betrokken: het al dan niet continue karakter van de bedrijfsactiviteit, geluidhinder, geurproductie, stofuitworp, gevaar, visuele hinder, verontreiniging van lucht, bodem en water, verkeersaantrekking.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'wetgevingszone – wijzigingsgebied 1' wijzigen voor de vestiging van een kantoor, onder voorwaarde dat:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1 onder a en toestaan dat een bedrijfsgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 30.1 wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 9.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 9.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 9.3.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 9.3.1 onder b wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 30.1 overeenkomstig van toepassing.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 30.1 wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 11.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 11.4.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 11.4.1 onder a wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 30.1 wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 12.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 12.4.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 12.4.1 onder a wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 30.1 overeenkomstig van toepassing.
De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.2 onder d en toestaan dat er ten behoeve van duurzame energieopwekking, buiten de aanduiding de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – maximum bouwhoogte bouwwerken geen gebouwen zijnde', bouwwerken, geen gebouwen zijnde gerealiseerd worden met hogere bouwhoogte.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Bij de ingebruikname van gebouwen voor functies als bedoeld in artikel 13.1 onder a t/m e, dient in voldoende parkeergelegenheid te zijn voorzien en moet hieraan blijvend worden voldaan.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met daarbij behorende voorzieningen.
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen, tenzij het betreft:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in 14.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 14.3.1 onder i wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 30.1 wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 16.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 16.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 16.3.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 16.3.1 onder a wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 30.1 wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Verkeer - Snelverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals (on)gelijkvloerse kruisingen met (spoor)wegen, voet/fietspaden, bermen en bermsloten, taluds, faunapassages en parkeer- en groenvoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Op de tot 'Verkeer - Snelverkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 18.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 18.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 18.3.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 18.3.1 onder b wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 30.1 overeenkomstig van toepassing.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 19.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 19.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 19.3.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 19.3.1 onder b wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 30.1 overeenkomstig van toepassing.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' zijn in totaal maximaal 14 standplaatsen toegestaan;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 20.2.3 voor een hoger aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 20.2.4 sub a voor een hogere erfafscheiding voor de voorgevellijn, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 20.2.1 onder c voor het bouwen van woningen maximaal 2 achter de gevellijn, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 20.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 20.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 20.4.3 genoemde waarden worden verstaan:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 20.4.1 onder a wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 30.1 wordt in ieder geval gerekend:
Het in 20.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 20.1 sub a en 20.5.1 sub d voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 20.5.1 sub a voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of een bijbehorend bouwwerk bij een woning als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 20.5.1 sub e voor het gebruik van een deel van de woning als bed & breakfast, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor ondergrondse aardgastransportleidingen met de bijbehorende belemmerende strook.
Burgemeester en wethouders, mits de leiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 21.2 en toestaan dat bouwwerken overeenkomstig dit hoofdstuk van deze regels worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 21.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 21.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede voor een rioolwatertransportleiding, ten behoeve van het transport van rioolwater met daarbij behorende leidingzone en overige voorzieningen.
Op de voor 'Leiding - Riool 'aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de brandstofleiding worden gebouwd waarbij de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 22.1 en worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de overige op deze gronden voorkomende bestemming(en), voor zover uit overleg met de leidingbeheerder blijkt dat daartegen uit hoofde van de bescherming van de brandstofleiding geen bezwaar bestaat.
Het is verboden om op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 22.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Uitvoering van de in 22.3.1 genoemde werken of werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen blijvend gevaar en/of nadeel voor de leiding ontstaat en hieraan door het stellen van randvoorwaarden niet of voldoende kan worden tegemoet gekomen.
De in 22.3.1 genoemde vergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de leiding.
De voor 'Waarde – Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Het bepaalde in 23.1 en 23.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden, die bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Het bepaalde in 24.2.1 en 24.2.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden, die bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Het bepaalde in 25.2.1 en 25.2.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden, die bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Het bepaalde in 26.2.1 en 26.2.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden, die bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Attentiegebied EHS' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de waterhuishoudkundige situatie, gericht op het verbeteren van de condities voor de natuur(waarden).
Bij toename van het verhard oppervlak is "hydrologisch neutraal bouwen" het uitgangspunt. Voor een toename van het verharde (bebouwings)oppervlak van 250 m² is een advies van het waterschap vereist.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 27.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.3.1 wordt het waterschap gehoord.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.3.1 mag alleen worden verleend indien door die werken en/of werkzaamheden of door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt en er geen plangrenzen worden overschreden.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of
laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving. Verder wordt in ieder geval onder strijdig gebruik bedoeld (proef)boringen naar gas waaronder schaliegas.
Schijndelseweg 167 | De nieuwe vrijstaande woning mag niet eerder in gebruik worden genomen dan nadat de bestaande loods geheel of gedeeltelijk is gesloopt en voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 20.2.3 onder f. |
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mogen, in afwijking van de bestemmingsregels, geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten en/of inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichten worden gerealiseerd.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - beekherstel' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen bij: artikel 3, 4, 6, 9, 11, 12, 14, 16, 18, 19 en 20.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - ecologische verbindingen' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen bij: artikel 3, 6, 9, 14, 18 en 19.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van zend- en ontvang- en/of sirenemasten. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan gronden de dubbelstemming 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' , 'Waarde - Archeologie 4' of 'Waarde - Archeologie 5' toe te kennen, onder de voorwaarde dat uit archeologisch onderzoek blijkt dat op de betreffende gronden archeologische waarden of archeologische verwachtingswaarden aanwezig zijn die deze bescherming behoeven.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Noord-Oost'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ............................................….......... |
|
de griffier, | de voorzitter, |
................................ | ................................ |