direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Lennisheuvel
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP08lennisheuv2012-ONH1

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met kamerbewoning en/of de uitoefening van een beroep aan huis, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis, met een maximum van 80 m²;
  • b. ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’, mede voor opslag;
  • c. ter plaatse van de aanduiding ‘bed & breakfast’, mede voor een bed & breakfast;
  • d. ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’, mede voor detailhandel niet zijnde grootschalig, productieverbonden of perifeer;
  • e. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – autohandel’, mede voor handel in auto’s en motorfietsen zoals bedoeld in lid 1.45;
  • f. ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’, mede voor kleinschalige activiteiten, kleinschalige horeca in de vorm van een restaurant of theetuin en kleinschalige detailhandel in antiek, tuinartikelen en /of streekgebonden producten of daarmee gelijk te stellen activiteiten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – atelier/ kantoor’, mede voor het gebruik ten behoeve van een atelier en/of kantoor op de begane grond;


met de daarbijbehorende:

  • h. tuinen en erven;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voor zover is aangegeven mogen uitsluitend de woningtypen worden gebouwd:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand', vrijstaande woningen;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneengebouwd', twee-aaneengebouwde woningen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneen' woningen aaneengebouwde woningen;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – geschakeld', geschakelde woningen;
    • 5. waarbij geldt dat het bestaande aantal woningen per bouwperceel niet mag toenemen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nieuwbouw toegestaan' maximaal 1 woning worden gebouwd, waarbij is aangetoond dat er geen sprake is van milieu-planologische belemmeringen; indien een aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven, mag dat aantal als maximaal te bouwen aantal woningen worden beschouwd;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt:
    • 1. bij vrijstaande woningen minimaal 3 meter aan beide zijden;
    • 2. bij twee-aaneen gebouwde en geschakelde woningen 3 meter aan één zijde;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter tenzij voor het bouwvlak of deel van het bouwvlak door middel van een aanduiding een andere goothoogte is aangeduid in welk geval de aangeduide goothoogte als maximum geldt;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter tenzij voor het bouwvlak of deel van het bouwvlak door middel van een aanduiding een andere bouwhoogte is aangeduid in welk geval de aangeduide bouwhoogte als maximum geldt.

11.2.2 Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  • a. de bijbehorende bouwwerken zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
  • b. de goothoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 meter;
  • c. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • e. buiten het bouwvlak bedraagt het maximum bebouwingspercentage 50%, waarbij het gezamenlijk bebouwd oppervlak niet meer mag bedragen 20% van de oppervlakte van het bouwperceel met een minimum van 50 m² per hoofdgebouw tot een maximum van 150 m² per hoofdgebouw:
  • f. de minimale afstand tot de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt 3 meter.

11.2.3 Voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – autohandel’ gelden de volgende bepalingen:
  • a. In afwijking van het bepaalde in 11.2.1 en 11.2.2 mogen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen - autohandel’ gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak gerealiseerd worden waarbij het bouwvlak volledig bebouwd mag worden;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte is aangegeven.
11.2.4 Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag, in het geval van tuinen die grenzen aan het openbaar toegankelijk gebied, de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot 3 meter achter de voorgevellijn maximaal 1 meter bedragen.
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen.

11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Aangebouwd bijbehorend bouwwerk

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.2.2 sub b voor een hoger aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:

  • a. het een bijbehorend bouwwerk betreft dat is aangebouwd aan het hoofdgebouw;
  • b. het bijbehorend bouwwerk ten minste 3 meter lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw.

11.3.2 Erfafscheiding

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.2.4 sub a voor een hogere erfafscheiding voor de voorgevellijn, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte niet meer bedraagt dan 2 meter.

11.4 Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Gebruiksregels ter plaatse van de aanduiding 'gemengd'

Ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' als genoemd in 11.1 sub f zijn de daar genoemde functies toegestaan zolang:

  • a. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  • b. het gebruik naar aard met het woonkarakter ter plaatse en van de omgeving in overeenstemming is;
  • c. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt en voldoet aan de gemeentelijke parkeernormen.

11.4.2 Gebruiksregels ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – atelier/kantoor’

Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – atelier/kantoor' als genoemd in 11.1 sub g zijn de daar genoemde functies toegestaan zolang:

  • a. In totaal niet meer dan 200 m² van de begane grond in gebruik is ten behoeve van een atelier en/of kantoor
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  • c. het gebruik naar aard met het woonkarakter ter plaatse en van de omgeving in overeenstemming is;
  • d. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt en voldoet aan de gemeentelijke parkeernormen.

11.4.3 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 18 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • b. bewoning als afhankelijke woonruimte, met uitzondering van kamerbewoning;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. bedrijf aan huis;
  • e. bed & breakfast, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
  • f. seksinrichtingen

11.5 Afwijken van de gebruiksregels
11.5.1 Bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.4.3 sub d voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
    • 1. het afwijken niet mogelijk is voor het uitoefenen van bedrijvigheid, dat onder de werking van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht valt, tenzij het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
    • 2. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
    • 3. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
    • 4. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
    • 5. parkeren dient zoveel mogelijk op eigen terrein plaats te vinden;
    • 6. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van het bedrijf aan huis;
    • 7. detailhandel is uitsluitend op de begane grondvloer toegestaan;
    • 8. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 80 m².

11.5.2 Mantelzorg

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.4.3 sub a en b voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of een bijbehorend bouwwerk bij een woning als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:

  • a. aangetoond wordt dat een afhankelijke woonruimte noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg; deze noodzaak behoeft niet te worden aangetoond wanneer de zorgbehoevende de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt;
  • b. op het perceel al een woning aanwezig is;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  • d. per woning maximaal één keer mag worden afgeweken van het bestemmingsplan ten behoeve van inwoning voor mantelzorg;
  • e. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben; het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is of niet haalbaar, dit laatste met inachtneming van alle overige bepalingen;
  • f. maximaal 80 m² en 240 m³ van hoofdgebouw en/of bijbehorend bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning.

11.5.3 Bed & breakfast

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.4.3 sub e voor het gebruik van een deel van de woning als bed & breakfast, met dien verstande dat:

  • a. een bed & breakfast uitsluitend toegestaan is bij grondgebonden woningen;
  • b. er maximaal 4 slaapplaatsen worden aangeboden;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven; het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
  • d. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
  • e. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • f. er per kamer 1 parkeerplaats op eigen terrein aanwezig dient te zijn;
  • g. maximaal 50 m² van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een bed & breakfast in gebruik mag zijn.

11.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduidingen als bedoeld in 11.1 sub b tot en met e te verwijderen indien de activiteit ter plaatse gedurende een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.