direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd
Plan: Liempde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP07liempde2012-VST1

Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, niet zijnde een supermarkt;
  • b. bedrijven, voor zover die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • c. maatschappelijk;
  • d. cultuur en ontspanning;
  • e. dienstverlening;
  • f. wonen, al dan niet in combinatie met kamerbewoning en/of de uitoefening van een beroep aan huis, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis, met een maximum van 80 m², waarbij geldt dat het bestaande aantal woningen per bouwperceel niet mag toenemen;
  • g. horecavoorzieningen met uitzondering van coffeeshops, automatenhallen, discotheken, hotels en nachtclubs;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt', mede voor een supermarkt;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'sport', mede voor een sportschool;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', mede voor een functies ten behoeve van het verenigingsleven;


met de daarbij behorende:

  • k. tuinen, erven en terreinen;
  • l. wegen en paden;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. parkeervoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat indien ten tijde van de tervisielegging van dit plan het hoofdgebouw reeds buiten het bouwvlak is gebouwd, deze bebouwing als maximum wordt beschouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd tenzij met een bebouwingspercentage de grootte is aangegeven van het deel van het bouwvlak dat maximaal mag worden bebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter tenzij voor het bouwvlak of deel van het bouwvlak door middel van een aanduiding een andere goothoogte is aangeduid in welk geval de aangeduide goothoogte als maximum geldt;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter tenzij voor het bouwvlak of deel van het bouwvlak door middel van een aanduiding een andere bouwhoogte is aangeduid in welk geval de aangeduide bouwhoogte als maximum geldt.
8.2.2 Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  • a. de bijbehorende bouwwerken zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
  • b. de goothoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 meter;
  • c. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • e. buiten het bouwvlak bedraagt het maximum bebouwingspercentage 50%, waarbij het gezamenlijk bebouwd oppervlak niet meer mag bedragen 20% van de oppervlakte van het bouwperceel met een minimum van 50 m² per hoofdgebouw tot een maximum van 150 m² per hoofdgebouw:
  • f. de minimale afstand tot de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt 3 meter.
8.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
  • a. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer
  • c. dan 1 meter mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 10 m² bedraagt;
  • b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 4 meter;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie; en
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 31 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. uitoefening van een andere tak van handel of bedrijf dan volgens het bepaalde in lid 8.1 is toegestaan;
  • b. grootschalige detailhandel;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. opslag-, stort- of bergplaats – al dan niet ten verkoop – van onbruikbaar of althans aan hun gebruik oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden en het bovendien geen afgedankte voorwerpen en materialen betreft;
  • e. een seksinrichting.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning, met inachtneming van de milieusituatie, afwijking toestaan van:

  • a. het bepaalde in lid 8.1 onder b juncto lid 8.4, sub a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage Lijst van bedrijfsactiviteiten doch daarin niet wordt genoemd, mits het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 8.1 onder b juncto lid 8.4, sub a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd genoemd in bijlage Lijst van bedrijfsactiviteiten onder categorie 3 mits het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de onder categorieën 1 en 2 vallende bedrijven;

Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf worden ten minste de volgende milieucomponenten in de beoordeling betrokken: het al dan niet continue karakter van de bedrijfsactiviteit, geluidhinder, geurproductie, stofuitworp, gevaar, visuele hinder, verontreiniging van lucht, bodem en water, verkeersaantrekking.