direct naar inhoud van Artikel 7 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Zomerhuizenterreinen gemeente Veere
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0717.0036BPZhtAp-VG01

Artikel 7 Recreatie - Verblijfsrecreatie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen;
  • b. wegen en paden;
  • c. groenvoorzieningen, zoals bermen en overige beplantingen;
  • d. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'centrum' en in samenhang met het onder a. bedoelde gebruik: tevens voor centrale voorzieningen en voorzieningen voor beheer en onderhoud, waaronder begrepen:
    • 1. horecavoorzieningen uit categorie 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
    • 2. naar aard en omvang aan het recreatieterrein ondergeschikte detailhandel;
    • 3. personeels- en kantoorruimten, een receptie, een kantine en sanitaire voorzieningen;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals fietsverhuur, sport-, spel- en speelvoorzieningen, zwembaden, parkeer- en verkeersvoorzieningen, afvalverzamelingvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, erven, tuinen en nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

7.2.1 Algemeen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing' is geen bebouwing toegestaan;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'centrum' mogen centrumvoorzieningen gebouwd worden.

7.2.2 Gebouwen
  • a. recreatiewoningen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen de zone - recreatiewoningen zoals bedoeld in lid 19.1;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen buiten de zone - recreatiewoningen uitsluitend recreatiewoningen, inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen, binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. recreatiewoningen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduidingen 'aaneengebouwd', 'twee-aaneen' en 'gestapeld';
  • d. de goot- en bouwhoogte van recreatiewoningen bedraagt ten hoogste de met de aanduidingen 'maximale goot- en bouwhoogte' en 'maximale goothoogte' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • e. de maximale goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt respectievelijk 3 m en 6 m;
  • f. de maximale bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt 3 m;
  • g. de gezamenlijke oppervlakte van een recreatiewoning met de bijbehorende bijgebouwen, aan- en uitbouwen, overkappingen mag niet meer bedragen dan wordt aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak', met dien verstande dat bestaande grotere oppervlaktes mogen worden gehandhaafd;
  • h. de afstand van een recreatiewoning tot de weg mag niet minder bedragen dan 2 m, met dien verstande dat bestaande kleinere afstanden mogen worden gehandhaafd;
  • i. de afstand van een vrijstaande recreatiewoning tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m, met dien verstande dat bestaande kleinere afstanden mogen worden gehandhaafd;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen binnen het bouwvlak uitsluitend (vrijstaande) bijgebouwen worden gebouwd;
  • k. op het zomerhuizenterrein Breezand (kaartblad 1) is het realiseren van losse bijgebouwen niet toegestaan;
  • l. op het zomerhuizenterrein Breezand (kaartblad 1) dient de afstand tussen de hoofdgebouwen minimaal 15 meter te bedragen;
  • m. indien ter plaatse van de aanduiding 'centrum' een bouwvlak is opgenomen, dienen gebouwen ten dienste van de centrumvoorzieningen, zoals bedoeld in lid 7.1 onder e, gebouwd te worden binnen het bouwvlak;
  • n. de goot- en bouwhoogte van centrumvoorzieningen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goot- en bouwhoogte dan wel de met de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte, met dien verstande dat wanneer geen maximale goot- en/of bouwhoogte is aangegeven, de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • o. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goot- en bouwhoogte dan wel de met de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte, met dien verstande dat wanneer geen maximale goot- en/of bouwhoogte is aangegeven, de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • p. de maximaal toelaatbare goothoogte van hoofdgebouwen mag uitsluitend worden overschreden door dakkapellen en gelijksoortige vormen, niet zijnde een topgevel, mits:
    • 1. de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de onderliggende gevel in het dakvlak;
    • 2. de bovenzijde van de dakkapel minimaal 0,5 meter onder de nok is gelegen.
  • q. de oppervlakte van een bedrijfswoning met de bijbehorende bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 200 m²;
  • r. de inhoud van een bedrijfswoning met de bijbehorende bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 750 m³.

 

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van hoofdgebouwen en de openbare weg bedraagt ten hoogste 1 m;
  • c. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 16 m;
  • d. de bouwhoogte van overig straatmeubilair bedraagt ten hoogste 6 m;
  • e. de bouwhoogte van antennes ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes bedraagt ten hoogste 15 m;
  • f. de bouwhoogte van schotelantennes bedraagt ten hoogste 6 m;
  • g. de bouwhoogte van tuinmeubilair bedraagt ten hoogste 2 m;
  • h. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • i. de bouwhoogte van ballenvangers bedraagt ten hoogste 10 m;
  • j. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 5 m.