Plan: | Sportpark Kethel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0606.BP0028-0002 |
het bestemmingsplan Sportpark Kethel met identificatienummer NL.IMRO.0606.BP0028-0002 van de gemeente Schiedam.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
het door de bewoner in een woning of daarbij behorend bijgebouw uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, met een ruimtelijke uitstraling welke in overeenstemming is met de woonfunctie.
het door de bewoner in een woning of daarbij behorend bijgebouw verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen) of het hebben van een bed and breakfast, met een ruimtelijke uitstraling welke in overeenstemming is met de woonfunctie.
een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar daar functioneel wel onderdeel van kan uitmaken.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een blok bestaande uit meer dan twee woningen waarvan het hoofdgebouw aan ten minste één zijde aan het op het aangrenzende perceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd.
de van de weg gekeerde gevel van een gebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.
gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische sporen en relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het in een woning of woonschip verstrekken van toeristisch nachtverblijf met maximaal vier bedden en twee kamers.
de eerste op, of nagenoeg op, het maaiveld gelegen bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een onderbouw.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een vrijstaand gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kap(verdieping).
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich in of boven de oorspronkelijke dakgoot bevindt.
het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending, alsmede ondersteunende horeca 1 (lichte horeca) waarbij geen mogelijkheid wordt geboden tot het ter plekke consumeren van etenswaren en maaltijden.
een ondergeschikte uitbouw in of aan de gevel van het hoofdgebouw, met een maximale horizontale diepte van 1,0 meter en een maximale breedte van 2/3 van de breedte van de gevel waaraan wordt gebouwd.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een woning in een woongebouw.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met één of meer schuine zijden.
een aan de gevel van een gebouw aangebracht, niet op de grond rustend of anderszins ondersteund (uitschuifbaar) afdak.
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband in de vorm van inwoning in het hoofdgebouw of een aan- of bijgebouw.
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals voorzieningen ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatienetwerken, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een overdekte constructie met maximaal drie wanden waarvan er maximaal twee tot de constructie behoren.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
ontmoetingsplek waarbij wordt voorzien in de behoefte tot vermaak en ontspanning.
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's e.d..
het tot de openbare ruimte behorende gebied hoofdzakelijk bestemd en ingericht voor (ontsluitings)wegen, fiets- en voetpaden, water, parkeer-, speel- en groenvoorzieningen.
de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
het snijpunt van het afgewerkte maaiveld en het water bij een waterpeil van -3,12 meter NAP.
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één of meerdere huishouden(s) of een niet als huishouden samenwonende groep van personen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
percentage van de oppervlakte van een bouwperceel of ander vlak, dat mag worden bebouwd.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de bovenzijde van de vloeren van geheel of gedeeltelijk onder elkaar gelegen bouwlagen; indien sprake is van één bouwlaag is de hoogte daarvan gelijk aan de goothoogte.
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de voorgevel, dan wel vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de (neerwaarts geprojecteerde) buitenzijde van de afdekking van de overkapping.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden:
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede ter plaatse van de aanduiding:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 4.3.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
De in lid 4.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede ter plaatse van de aanduiding:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, uit het oogpunt van een goede waterhuishouding en -berging, nadere eisen te stellen ten aanzien van het realiseren van minimaal 8.624 m² aan extra wateroppervlakte binnen het plangebied.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvallende bestemming(en) ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - archeologie' geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 0,5 meter beneden het maaiveld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 7.4.1 bedoelde verbod geldt ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - archeologie' voor werken en werkzaamheden waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 0,5 meter beneden het maaiveld.
Het in lid 7.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waarde - Archeologie' wijzigen door de betreffende bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse, op basis van archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
Het is verboden de gronden en gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regels van het plan, voor:
mits de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen niet in onevenredige mate worden beperkt en de ter plaatse aanwezige waarden niet op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het in geringe mate, doch met niet meer dan 10,0 meter, afwijken van een bestemmingsgrens of van het profiel van een weg, voor zover dit noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen, mits dit niet leidt tot een toename van de oppervlate van de als 'Woongebied' bestemde gronden.
Indien op grond van het bepaalde in het Besluit omgevingsrecht Gedeputeerde Staten of de Minister is aangewezen als het bevoegd gezag bij het verlenen van een omgevingsvergunning, wordt waar op grond van dit bestemmingsplan burgemeester en wethouders bevoegd zijn om:
in plaats van 'burgemeester en wethouders' gelezen 'Gedeputeerde Staten' dan wel 'de Minister'.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het bestemmingsplan Sportpark Kethel van de gemeente Schiedam"
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam
in de openbare vergadering van
de griffier, de voorzitter,
SBI-code | Omschrijving | Grootste afstand | Categorie |
01 | LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW | ||
0140 | Dienstverlening t.b.v. de landbouw: | ||
- algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² | 30 | 2 | |
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² | 30 | 2 | |
15 | VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN | ||
1552 | Consumptie-ijsfabrieken: | ||
- p.o. <= 200 m² | 30 | 2 | |
1581 | Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: | ||
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens | 30 | 2 | |
1582 | Banket, biscuit- en koekfabrieken | 100 | 3.2 |
1584 | Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: | ||
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² | 30 | 2 | |
- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² | 30 | 2 | |
1585 | Deegwarenfabrieken | 50 | 3.1 |
1587 | Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden | 200 | 4.1 |
1589 | Vervaardiging van overige voedingsmiddelen | 200 | 4.1 |
1591 | Destilleerderijen en likeurstokerijen | 300 | 4.2 |
1593 t/m 1595 | Vervaardiging van wijn, cider e.d. | 30 | 2 |
1596 | Bierbrouwerijen | 300 | 4.2 |
1597 | Mouterijen | 300 | 4.2 |
1598 | Mineraalwater- en frisdrankfabrieken | 100 | 3.2 |
17 | VERVAARDIGING VAN TEXTIEL | ||
171 | Bewerken en spinnen van textielvezels | 100 | 3.2 |
172 | Weven van textiel: aantal weefgetouwen < 50 | 100 | 3.2 |
173 | Textielveredelingsbedrijven | 50 | 3.1 |
174, 175 | Vervaardiging van textielwaren | 50 | 3.1 |
176, 177 | Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen | 50 | 3.1 |
18 | VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT | ||
181 | Vervaardiging kleding van leer | 50 | 3.1 |
182 | Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) | 30 | 2 |
183 | Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont | 50 | 3.1 |
19 | VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) | ||
192 | Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) | 50 | 3.1 |
193 | Schoenenfabrieken | 50 | 3.1 |
20 | HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. | ||
203, 204, 205 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² | 50 | 3.1 |
205 | Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken | 30 | 2 |
22 | UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA | ||
221 | Uitgeverijen (kantoren) | 10 | 1 |
2222.6 | Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen | 30 | 2 |
2223 | Grafische afwerking | 10 | 1 |
2223 | Binderijen | 30 | 2 |
2224 | Grafische reproduktie en zetten | 30 | 2 |
2225 | Overige grafische aktiviteiten | 30 | 2 |
223 | Reproduktiebedrijven opgenomen media | 10 | 1 |
30 | VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS | ||
30 | Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie | 30 | 2 |
32 | VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. | ||
321 t/m 323 | Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie | 50 | 3.1 |
3210 | Fabrieken voor gedrukte bedrading | 50 | 3.1 |
33 | VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN | ||
33 | Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie | 30 | 2 |
36 | VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. | ||
361 | Meubelfabrieken | 100 | 3.2 |
361 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² | 10 | 1 |
362 | Fabricage van munten, sieraden e.d. | 30 | 2 |
363 | Muziekinstrumentenfabrieken | 30 | 2 |
364 | Sportartikelenfabrieken | 50 | 3.1 |
365 | Speelgoedartikelenfabrieken | 50 | 3.1 |
3663.1 | Sociale werkvoorziening | 30 | 2 |
3663.2 | Vervaardiging van overige goederen n.e.g. | 50 | 3.1 |
45 | BOUWNIJVERHEID | ||
45 | Bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² | 50 | 3.1 |
45 | Aannemersbedrijven met werkplaats: | ||
- b.o. > 1000 m² | 50 | 3.1 | |
- b.o.< 1000 m² | 30 | 2 | |
50 | HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS | ||
501, 502, 504 | Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven | 30 | 2 |
5020.4 | Autobeklederijen | 10 | 1 |
5020.5 | Autowasserijen | 30 | 2 |
503, 504 | Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires | 30 | 2 |
51 | GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING | ||
511 | Handelsbemiddeling (kantoren) | 10 | 1 |
5122 | Grth in bloemen en planten | 30 | 2 |
5134 | Grth in dranken | 30 | 2 |
5135 | Grth in tabaksprodukten | 30 | 2 |
5136 | Grth in suiker, chocolade en suikerwerk | 30 | 2 |
5137 | Grth in koffie, thee, cacao en specerijen | 30 | 2 |
5138, 5139 | Grth in overige voedings- en genotmiddelen | 30 | 2 |
514 | Grth in overige consumentenartikelen | 30 | 2 |
5154 | Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: | ||
- algemeen: b.o. < = 2.000 m² | 30 | 2 | |
5155.2 | Grth in kunstmeststoffen | 30 | 2 |
5156 | Grth in overige intermediaire goederen | 30 | 2 |
519 | Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.) | 30 | 2 |
52 | DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN | ||
527 | Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) | 10 | 1 |
55 | LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING | ||
5552 | Cateringbedrijven | 30 | 2 |
60 | VERVOER OVER LAND | ||
6022 | Taxibedrijven | 30 | 2 |
6023 | Touringcarbedrijven | 100 | 3.2 |
6024 | Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): | ||
- b.o. <= 1000 m² | 50 | 3.1 | |
61, 62 | VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT | ||
61, 62 | Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) | 10 | 1 |
63 | DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER | ||
6322, 6323 | Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) | 10 | 1 |
633 | Reisorganisaties | 10 | 1 |
634 | Expediteurs, cargadoors (kantoren) | 10 | 1 |
64 | POST EN TELECOMMUNICATIE | ||
641 | Post- en koeriersdiensten | 30 | 2 |
642 | Telecommunicatiebedrijven | 10 | 1 |
65, 66, 67 | FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN | ||
65, 66, 67 | Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen | 10 | 1 |
70 | VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED | ||
70 | Verhuur van en handel in onroerend goed | 10 | 1 |
71 | VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN | ||
711 | Personenautoverhuurbedrijven | 30 | 2 |
712 | Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) | 50 | 3.1 |
713 | Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen | 50 | 3.1 |
714 | Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. | 30 | 2 |
72 | COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE | ||
72 | Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. | 10 | 1 |
72 | Datacentra | 30 | 2 |
73 | SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK | ||
731 | Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk | 30 | 2 |
732 | Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek | 10 | 1 |
74 | OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING | ||
74 | Overige zakelijke dienstverlening: kantoren | 10 | 1 |
747 | Reinigingsbedrijven voor gebouwen | 50 | 3.1 |
7481.3 | Foto- en filmontwikkelcentrales | 30 | 2 |
7484.4 | Veilingen voor huisraad, kunst e.d. | 10 | 1 |
75 | OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN | ||
75 | Openbaar bestuur (kantoren e.d.) | 10 | 1 |
85 | GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG | ||
8512, 8513 | Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven | 10 | 1 |
8514, 8515 | Consultatiebureaus | 10 | 1 |
91 | DIVERSE ORGANISATIES | ||
9111 | Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) | 10 | 1 |
92 | CULTUUR, SPORT EN RECREATIE | ||
921, 922 | Studio's (film, TV, radio, geluid) | 30 | 2 |
9234 | Muziek- en balletscholen | 30 | 2 |
9234.1 | Dansscholen | 30 | 2 |
93 | OVERIGE DIENSTVERLENING | ||
9301.1 | Wasserijen en strijkinrichtingen | 50 | 3.1 |
9301.3 | Wasverzendinrichtingen | 30 | 2 |
9301.3 | Wasserettes, wassalons | 10 | 1 |
9302 | Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten | 10 | 1 |
9305 | Persoonlijke dienstverlening n.e.g. | 10 | 1 |
Verklaring gebruikte afkortingen
- : niet van toepassing / niet relevant | o.c. : opslagcapaciteit |
< : kleiner dan | p.c. : productiecapaciteit |
> : groter dan | p.o. : productieoppervlak |
= : gelijk aan | b.o. : bedrijfsoppervlak |
cat. : categorie | v.c. : verwerkingscapaciteit |
e.d. : en dergelijke | u : uur |
i.e. : inwonereenheden | d : dag |
kl. : klasse | w : week |
n.e.g. : niet elders genoemd | j : jaar |
De Staat van milieubelastende activiteiten is ontleend aan bijlage 1 van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (Sdu Uitgevers BV, 2009). Bijlage 1 omvat de milieubelastende activiteiten met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bij die activiteiten is rekening gehouden met de normaliter bij deze activiteiten voorkomende opslagen en installaties.
Richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar
Per milieubelastende activiteit zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen de activiteit en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van de milieubelastende activiteit en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. In de Staat van milieubelastende activiteiten wordt de grootste afstand genoemd.
Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- of activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor gemengde gebieden gelden kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Bedrijfswoningen op een bedrijventerrein zijn in het algemeen minder milieugevoelig dan de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied.
Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.
Categorie
De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar. De milieucategorie is vermeld in de kolom 'categorie'. De Standaard onderscheidt tien mogelijke milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor de omgevingstype rustige woonwijk per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden:
Milieucategorie | 1 | 2 | 3.1 | 3.2 | 4.1 | 4.2 | 5.1 | 5.2 | 5.3 | 6 |
Richtafstand | 10 | 30 | 50 | 100 | 200 | 300 | 500 | 700 | 1.000 | 1.500 |
Bestemmingsplantoetsing
De in dit bestemmingsplan opgenomen standaard Staat van milieubelastende activiteiten komt in verregaande mate overeen met de voorbeeld Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen uit de VNG-publicatie. Conform de aanbevelingen van de VNG-publicatie is de Staat aangepast aan de specifieke kenmerken van dit bestemmingsplan. Dit betekent dat activiteiten die niet passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van het bestemmingsplan niet zijn opgenomen. Dit geldt ook voor activiteiten die vanuit planologische overwegingen niet gewenst zijn op een bedrijventerrein.
De opsomming in de Staat van milieubelastende activiteiten wil niet zeggen dat alle daarin voorkomende activiteiten ook gerekend moeten worden tot milieubelastende activiteiten in de zin van dit bestemmingsplan. Daarmee is deze systematiek toepasbaar op iedere bestemming waarin functies voorkomen die milieubelastend kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten.
Voor een juiste toepassing van deze lijst is het van belang dat eerst wordt bepaald of een bepaalde activiteit passend is binnen de het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik. Daarna volgt een tweede toets aan de Staat van milieubelastende activiteiten; in welke mate belast de passende milieubelastende activiteit de milieugevoelige activiteit (het wonen). Dit betreft een dubbele toetsing met cumulatieve voorwaarden.
Voor activiteiten die een zwaardere milieubelasting kennen dan de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie, maar waarvan de functie wel overeenkomst met het bestemmingsplan, is in sommige gevallen een binnenplanse afwijking mogelijk. Dit betreft activiteiten die op grond van de Staat van milieubelastende activiteiten weliswaar worden ingedeeld in een hogere categorie dan is toegelaten, maar in de praktijk een milieubelasting hebben die valt binnen de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie. In dergelijke gevallen zal aan de hand van onderzoeken aangetoond moeten worden dat de milieufactor die bepalend is voor de indeling in een categorie voor deze specifieke activiteit naar beneden kan worden bijgesteld.