direct naar inhoud van Regels
Plan: Havens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0023-0003

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Havens van de gemeente Schiedam.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0606.BP0023-0003 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aan huis gebonden beroep:

het door de bewoner in een woning of daarbij behorend bijgebouw uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, met een ruimtelijke uitstraling welke in overeenstemming is met de woonfunctie.

1.4 aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten:

het door de bewoner in een woning of daarbij behorend bijgebouw verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen) of het hebben van een bed and breakfast, met een ruimtelijke uitstraling welke in overeenstemming is met de woonfunctie.

1.5 aanbouw:

een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar daar functioneel wel onderdeel van kan uitmaken.

1.6 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.7 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.8 aaneengesloten woningen:

een blok bestaande uit meer dan twee woningen waarvan het hoofdgebouw aan ten minste één zijde aan het op het aangrenzende perceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd.

1.9 achtergevel:

de van de weg gekeerde gevel van een gebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.

1.10 archeologisch waardevol gebied:

gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn.

1.11 archeologische waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische sporen en relicten.

1.12 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.13 bed and breakfast:

het in een woning of woonschip verstrekken van toeristisch nachtverblijf met maximaal vier bedden en twee kamers.

1.14 bedrijf:

elke volwaardige onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken of installeren van goederen.

1.15 bedrijfsgebonden kantoor:

(een gedeelte van) een bedrijfsgebouw welke wordt gebruikt voor het verlenen van administratieve, financiële, ontwerptechnische, juridische of andere daarmee gelijk te stellen diensten ten behoeve van dat bedrijf.

1.16 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat noodzakelijk is voor de uitoefening van ter plaatse toegestane (bedrijfs-)activiteiten, hieronder wordt geen bedrijfs- of dienstwoning verstaan.

1.17 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht.

1.18 beperkt kwetsbaar object:

beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, waarbij een bedrijfsverzamelgebouw waar op grond van de regels beperkt kwetsbare objecten zijn toegelaten als één object wordt aangemerkt.

1.19 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.20 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.21 bijgebouw:

een vrijstaand gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.22 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.23 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.24 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.25 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.26 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.27 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.28 (bruto) vloeroppervlakte:

totale oppervlakte van kantoren, winkels, horeca, bedrijven of maatschappelijke voorzieningen met inbegrip van de daartoe behorende inpandige ruimten, zoals gemeenschappelijke ruimten, magazijnen en dienstruimten.

1.29 cultuurhistorische waarden:

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.

1.30 dagrecreatie:

een recreatieve activiteit waarbij geen nachtverblijf mogelijk is.

1.31 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.32 detailhandel:

het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending, alsmede ondersteunende horeca 1 (lichte horeca) waarbij geen mogelijkheid wordt geboden tot het ter plekke consumeren van etenswaren en maaltijden.

1.33 dienstverlenend bedrijf:

inrichting ten behoeve van het bedrijfsmatig verlenen van diensten, op commerciële dan wel niet commerciële basis, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder mede begrepen publiekgerichte dienstverlening op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch of cosmetisch gebied.

1.34 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.

1.35 erf:

het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw.

1.36 erker:

een ondergeschikte uitbouw in of aan de gevel van het hoofdgebouw, met een maximale horizontale diepte van 1,0 meter en een maximale breedte van 2/3 van de breedte van de gevel waaraan wordt gebouwd.

1.37 extensieve recreatie:

recreatief (mede)gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat geen specifiek beslag legt op de ruimte behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden en rust- en picknickplaatsen, en die in hoofdzaak gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving.

1.38 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.39 geluidgevoelig object:

een geluidgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.40 geluidszone - industrie:

een geluidszone, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het gezoneerd industrieterrein de waarde van 50dB(A) niet te boven mag gaan.

1.41 geluidzoneringsplichtige bedrijven:

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, welke in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.42 gezoneerd industrieterrein:

een terrein waarop bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zijn toegelaten, welke in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.43 groepsrisico:

de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongeval op een transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is.

1.44 havengebonden kantoor:

een zelfstandig kantoor verbonden aan een havengebied of waarvan de bedrijfsactiviteiten uitsluitend of in hoofdzaak ten dienste staan van water- en/of havengebonden bedrijven.

1.45 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkst is.

1.46 horeca(bedrijf):
  • a. horeca 1 (lichte horeca): horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend, hoofdzakelijk zijn gericht op het al dan niet ter plaatse consumeren van ter plaatse verstrekte etenswaren en maaltijden en daardoor slechts in beperkte mate hinder voor omwonenden veroorzaken, zoals een automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, snackbar, tearoom, traiteur, bistro en restaurant (met bezorg- en afhaalservice);
  • b. horeca 2 (middelzware horeca): horecabedrijven die ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals een bierhuis, biljartcentrum, café, proeflokaal, shoarma/grillroom en zalenverhuur (ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen);
  • c. horeca 3 (zware horeca): horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen, zoals een dancing, discotheek, nachtclub of partycentrum.
1.47 hotel:

een bedrijf of inrichting geheel of in overwegende mate gericht op het verschaffen van logies per nacht al dan niet in combinatie met het verstrekken van consumpties en/of dranken.

1.48 kap:

een afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met één of meer schuine zijden met een dakhelling van ten minste 30° en ten hoogte 60°.

1.49 kwetsbaar object:

kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, waarbij een bedrijfsverzamelgebouw waar op grond van de regels kwetsbare objecten zijn toegelaten als één object wordt aangemerkt.

1.50 landschappelijke waarde:

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.

1.51 luifel:

een aan de gevel van een gebouw aangebracht, niet op de grond rustend of anderszins ondersteund (uitschuifbaar) afdak.

1.52 maatschappelijke voorziening:

(sociaal-)medische, (sociaal-)culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, niet zijde kinderdagverblijven en buiten- of naschoolse opvang, als ook ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca ten dienste van deze voorzieningen.

1.53 mantelzorg:

het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband in de vorm van inwoning in het hoofdgebouw of een aan- of bijgebouw.

1.54 natuurlijke waarden:

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang, voorkomend in een gebied.

1.55 nutsvoorziening:

voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals voorzieningen ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatienetwerken, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling.

1.56 omschakeling naar een andere bedrijfsactiviteit:

het wijzigen of beëindigen van de bedrijfsvoering van een bedrijf, waarna het bestaande of nieuw gevestigde bedrijf onder een andere sbi-code valt, zoals opgenomen in de van toepassing zijnde Staat van milieubelastende activiteiten.

1.57 ondergeschikte detailhandel:

niet-zelfstandige detailhandel, uitsluitend zijnde detailhandel die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar zowel functioneel als naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is.

1.58 ondersteunende horeca:

niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar zowel functioneel als naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is.

1.59 overkapping:

een overdekte constructie met maximaal drie wanden waarvan er maximaal twee tot de constructie behoren.

1.60 peil:
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de (ontwerp- of streef-)hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het afgewerkte terrein of dak van een parkeervoorziening ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil.
1.61 plaatsgebonden risico:

de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde locatie buiten een inrichting of een transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen verblijft overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting of op de transportroute waarbij een gevaarlijke (afval)stof betrokken is.

1.62 prostitutie:

het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten.

1.63 raamprostitutie:

het etaleren van prostituees achter vensters.

1.64 risicovolle inrichting:

een inrichting waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico dan wel een risicoafstand moet worden aangehouden tot op grond van het bestemmingsplan toegelaten kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.65 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.66 speelvoorziening:

ontmoetingsplek waarbij wordt voorzien in de behoefte tot vermaak en ontspanning.

1.67 straatmeubilair:

de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's e.d..

1.68 straatprostitutie:

het zich op de openbare weg, in de openbare ruimte of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig door middel van handeling, houding, woord, gebaar of op een andere wijze beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.69 verblijfsgebied:

het tot de openbare ruimte behorende gebied hoofdzakelijk bestemd en ingericht voor (ontsluitings)wegen, fiets- en voetpaden, water, parkeer-, speel-, groen- en nutsvoorzieningen.

1.70 verkoopvloeroppervlakte:

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.

1.71 volumineuze detailhandel:

detailhandelsbedrijven die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling detailhandel in auto's, kampeermiddelen, boten.

1.72 voorgevel:

de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.73 voorgevelrooilijn:

de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde grens van het bouwvlak, of indien het een bouwvlak betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde grenzen, die grens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.

1.74 woning:

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één of meerdere huishouden(s) of een niet als huishouden samenwonende groep van personen.

1.75 zelfstandig kantoor

(een gedeelte van) een gebouw welke wordt gebruikt voor het beroepsmatig verlenen van administratieve, financiële, ontwerptechnische, juridische of andere daarmee gelijk te stellen diensten, waarbij de dienstverlening niet ten dienste staat van en verbonden is aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, maar een afzonderlijke eenheid vormt.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwd oppervlak van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.

2.2 bebouwingspercentage:

percentage van de oppervlakte van een bouwperceel of ander vlak, dat mag worden bebouwd.

2.3 (bouw)hoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de turbine.

2.7 (horizontale) diepte van een gebouw:

de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de voorgevel, dan wel vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.

2.8 inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.10 oppervlakte van een overkapping:

tussen de (neerwaarts geprojecteerde) buitenzijde van de afdekking van de overkapping.

2.11 ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden:

  • a. ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, dan wel daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bouwonderdelen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- en bestemmingsgrenzen niet meer bedraagt dan 1,0 meter;
  • b. een liftschacht, liftkoker en (ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van) een technische installatie buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding van de maximaal toegelaten hoogte niet meer bedraagt dan 3,0 meter.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - nutsvoorziening

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. nutsvoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • b. erven;
  • c. parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangeduid;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten tot een hoogte van:
    • 1. maximaal 2,0 meter voor terreinafscheidingen;
    • 2. maximaal 7,0 meter voor palen en masten;
    • 3. maximaal 3,0 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 2 als bedoeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
  • b. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.1 als bedoeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  • c. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.2 als bedoeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  • d. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 4.1 als bedoeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 4.1', tevens het bestaande bedrijf in categorie 4.1 als bedoeld in als bedoeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten, met dien verstande dat bij omschakeling naar een andere bedrijfsactiviteit voldaan dient te worden aan het bepaalde in 4.1, onder c;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', tevens volumineuze detailhandel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', tevens zakelijke dienstverlening;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', tevens horeca 1;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens zelfstandige kantoren;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', tevens maatschappelijke voorzieningen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs', tevens beroepsonderwijs;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - havengebonden kantoor 1', tevens een havengebonden kantoor;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - havengebonden kantoor 2', tevens havengebonden kantoren, uitsluitend op de verdieping(en);
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'sport', tevens een sportcentrum;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens één bedrijfswoning;
  • p. parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • q. tuinen en erven;
  • r. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • s. groenvoorzieningen;
  • t. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • u. ondersteunende horeca;
  • v. nutsvoorzieningen;
  • w. laad- en losvoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

4.2.1 regels ten aanzien van gebouwen:
  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van (hoofd)gebouwen dient voor minimaal 75% in de voorgevelrooilijn te worden gebouwd;
  • c. het bouwvlak mag voor maximaal 80% worden bebouwd, tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15,0 meter, tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
  • e. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1,0 meter.
4.2.2 regels ten aanzien van bedrijfswoningen:
  • a. de bedrijfswoning dient als inpandig deel van het bedrijfsgebouw te worden gebouwd;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt niet meer dan de bestaande inhoud, zoals dat bestond op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
  • c. aan- en bijgebouwen zijn niet toegestaan.
4.2.3 regels ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 3,0 meter bedragen, tenzij deze zijn gelegen vóór de voorgevel of het verlengde daarvan, in welk geval de hoogte niet meer mag bedragen dan 1,0 meter;
  • b. de hoogte van palen en masten mag maximaal 7,0 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 10,0 meter bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Omgevingsvergunning afwijken voorgevelrooilijn

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1, onder a en b, ten behoeve van het inspringen in de voorgevel, mits dit uit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is en noodzakelijk is in verband met de gewenste ruimtelijke kwaliteit.

4.3.2 Omgevingsvergunning afwijken bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1, onder e ten behoeve van het bouwen tot één zijdelingse perceelsgrens in verband met het samenvoegen van twee bedrijfsgebouwen tot één bedrijfsgebouw, met dien verstande dat:

  • a. het samenvoegen uit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is en noodzakelijk is in verband met de gewenste ruimtelijke kwaliteit;
  • b. het samenvoegen van de panden uit het oogpunt van brandveiligheid en externe veiligheid aanvaardbaar is.
4.3.3 Omgevingsvergunning afwijken erf- en terreinafscheiding

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken het bepaalde in lid 4.2.3, onder a voor erf- en terreinafscheidingen welke voor de voorgevel of het verlengde daarvan zijn gelegen tot een hoogte van 3,0 meter.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.
  • b. geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn niet toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - gezoneerd industrieterrein'.
  • c. activiteiten uit kolom 1 van onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen als genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.
  • d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan.
  • e. opslag van goederen en/of materialen dient inpandig plaats te vinden.
  • f. bedrijfsgebonden kantoren zijn toegestaan tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, tot een oppervlakte van maximaal 3.000 m².
  • g. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.
  • h. nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
  • i. met betrekking tot het bestaand gebruik van een bedrijfswoning geldt dat afsplitsing van een bedrijfswoning van het bedrijf(sperceel) als bedoeld in de als bijlage 5 opgenomen 'Inventarisatie van bedrijfswoningen' niet is toegestaan, alsmede dat na beëindiging van het gebruik van een bedrijfswoning voor een periode langer dan 1 jaar dit gebruik niet mag worden hervat, waarbij deze situatie zicht niet voordoet indien de bedrijfswoning aantoonbaar te koop wordt aangeboden en tijdens deze periode niet of tijdelijk voor een andere functie dan het wonen wordt gebruikt.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Omgevingsvergunning afwijken Staat van Milieubelastende activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.1, onder a t/m d voor:

  • a. een bedrijfsmatige activiteit met een hogere milieubelasting als bedoeld in lid 4.1, onder a t/m d, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten;
  • b. voor een bedrijfsmatige activiteit die niet in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten genoemd is, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten;
  • c. niet wordt afgeweken voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen.
4.5.2 Omgevingsvergunning afwijken detailhandel
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.1, ten behoeve van detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s surfplanken en tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen brand- en explosiegevaarlijke goederen.
  • b. De onder a bedoelde afwijking kan worden verleend onder voorwaarde dat:
    • 1. vestiging niet tot gevolg heeft dat het aandeel van deze bedrijven meer bedraagt dan 10% van de totale oppervlakte van het bedrijventerrein;
    • 2. vestiging van een dergelijk bedrijf met een bruto vloeroppervlakte groter dan 1.000 m² vergezeld gaat van een distributieplanologisch onderzoek waaruit blijkt dat er geen sprake is van ontwrichting van de detailhandelsstructuur.
4.5.3 Omgevingsvergunning afwijken opslag

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.4, onder e, teneinde niet inpandige opslag toe te staan, mits dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, de opslag niet plaatsvindt voor de voorgevel en dit niet ten koste gaat van de gewenste ruimtelijke kwaliteit.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijventerrein' te wijzigen door de aanduiding 'bedrijfswoning' te verwijderen, zodra het gebruik als bedrijfswoning ter plaatse langer dan 1 jaar is beëindigd en deze op een andere wijze dan ten behoeve van het wonen wordt gebruikt en de eigenaar en gebruiker van het pand hierover vooraf zijn gehoord. Deze situatie doet zich daarbij niet voor indien de bedrijfswoning aantoonbaar te koop wordt aangeboden en tijdens deze periode niet of tijdelijk voor een andere functie dan het wonen wordt gebruikt. De bij de bedrijfswoning behorende milieuzonering ten opzichte van omliggende bedrijven komt hiermee te vervallen, waarbij het bestemmingsplan voor wat betreft de milieuzonering overeenkomstig kan worden gewijzigd.

Artikel 5 Bedrijventerrein - Haven

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - Haven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daarbij behorende:

  • m. tuinen en erven;
  • n. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • o. groenvoorzieningen;
  • p. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • q. nutsvoorzieningen;
  • r. laad- en losvoorzieningen.
5.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

5.2.1 regels ten aanzien van gebouwen:
  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor maximaal 70% worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15,0 meter, tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
  • d. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3,0 meter.
5.2.2 regels ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 3,0 meter bedragen;
  • b. de hoogte van hijskranen, hijsinrichtingen, kraanbanen, schoorstenen of overige naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken mag maximaal 90,0 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 30,0 meter bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om uit het oogpunt van externe veiligheid nadere eisen te stellen ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen een afstand van 35,0 meter van de als 'Veiligheidszone - bevi' aangewezen gronden, inzake:

  • 1. het hebben van voldoende van de risicobron afgerichte vluchtmogelijkheden;
  • 2. de brandwerendheid van de naar de risicobron gerichte gevels en/of het glasoppervlak, waarbij deze bestand dient te zijn tegen een warmtestralingsflux van 15 kW/m².
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Omgevingsvergunning afwijken bouwgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1, onder a, en de aangegeven bouwgrens ter plaatse van de gronden aan de waterzijde overschrijden, mits:

  • a. dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiks- en bouwmogelijkheden van de omliggende percelen.
5.4.2 Omgevingsvergunning afwijken bebouwingspercentage

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder b, en een bebouwingspercentage toestaan van ten hoogste 80%, mits:

  • a. dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiks- en bouwmogelijkheden van de omliggende percelen.
5.4.3 Omgevingsvergunning afwijken bouwhoogte

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.2.1, onder c en een bouwhoogte voor gebouwen toestaan van maximaal 30,0 meter;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.1, onder c en een bouwhoogte voor een (droog)dok toestaan van maximaal 60,0 meter, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - afwijkingsgebied', mits:
    • 1. dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering;
    • 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiks- en bouwmogelijkheden van de omliggende percelen.
  • c. het bepaalde in lid 5.2.2, onder b en een bouwhoogte voor de in dit lid genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde toestaan van maximaal 120,0 meter, mits:
    • 1. dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering;
    • 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiks- en bouwmogelijkheden van de omliggende percelen.
5.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'water- en havengebonden bedrijven' zijn uitsluitend de volgende bedrijven toegestaan:
    • 1. haven- en watergebonden bedrijven;
    • 2. bedrijven die uitsluitend of overwegend diensten verlenen voor water- en havengebonden bedrijven.
    • 3. overige (niet-havengerelateerde) bedrijven voor zover zij aanwezig waren ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
  • b. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan, met uitzondering van een bestaande risicovolle inrichting ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting'.
  • c. geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - gezoneerd industrieterrein'.
  • d. activiteiten uit kolom 1 van onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen als genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.
  • e. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan.
  • f. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.
  • g. bedrijfsgebonden kantoren zijn toegestaan tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, tot een oppervlakte van maximaal 3.000 m², uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - havengebonden kantoor 3' waar geen maxima gelden ten aanzien van de oppervlakte aan bedrijfsgebonden kantoren.
  • h. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Omgevingsvergunning afwijken Staat van Milieubelastende activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 5.1, onder a t/m e voor:

  • a. een bedrijfsmatige activiteit met een hogere milieubelasting als bedoeld in lid 5.1, onder a t/m e, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten;
  • b. een bedrijfsmatige activiteit die niet in de als bijlage 3 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' genoemd is, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten.
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
5.7.1 Wijzigingsbevoegdheid voor planmer-plichtige activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijventerrein - Haven zodanig te wijzigen dat activiteiten, zoals bedoeld in lid 5.5, onder d, zijn toegestaan, mits vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld volgens de eisen van de Wet milieubeheer.

5.7.2 Wijzigingsbevoegdheid bestaande risicovolle inrichtingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, door:

  • a. het verwijderen van de aanduiding 'risicovolle inrichting' en de bij de betreffende risicovolle inrichting behorende aanduiding 'veiligheidszone - bevi', indien de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is opgeheven;
  • b. het verkleinen van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi', indien een wijziging in de bedrijfsvoering van de ter plekke van de aanduiding 'risicovolle inrichting' toegelaten risicovolle inrichting daartoe aanleiding geeft.

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.1 als bedoeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.2', tevens het bestaande bedrijf in categorie 3.2 als bedoeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten, met dien verstande dat bij omschakeling naar een andere bedrijfsactiviteit voldaan dient te worden aan het bepaalde in lid 6.1, onder a;
  • c. cultuur en ontspanning;
  • d. dienstverlening;
  • e. horeca 1, uitsluitend op de begane grond;
  • f. maatschappelijke voorzieningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens zelfstandige kantoren;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'sport', tevens een sportcentrum;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - roeivereniging', tevens een roeivereniging;
  • j. parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • k. tuinen en erven;
  • l. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • m. ontsluitingswegen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • p. ondersteunende horeca;
  • q. nutsvoorzieningen;
  • r. laad- en losvoorzieningen.
6.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

6.2.1 regels ten aanzien van gebouwen:
  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15,0 meter, tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
  • d. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1,0 meter.
6.2.2 regels ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 3,0 meter bedragen;
  • b. de hoogte van palen en masten mag maximaal 7,0 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 10,0 meter bedragen.
6.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebonden kantoren zijn toegestaan tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, tot een oppervlakte van maximaal 3.000 m².
  • b. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, uitgezonderd bestaande kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.
  • c. nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Omgevingsvergunning afwijken Staat van Milieubelastende activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 6.1, onder a voor:

  • a. een bedrijfsmatige activiteit met een hogere milieubelasting als bedoeld in lid 6.1, onder a, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, gelijk kan worden gesteld met de toegelaten bedrijfsactiviteiten;
  • b. een bedrijfsmatige activiteit die niet in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten genoemd is, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met de toegelaten bedrijfsactiviteiten;
  • c. niet wordt afgeweken voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen.
6.4.2 Omgevingsvergunning afwijken (havengebonden) kantoren

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 6.1 en lid 6.3, onder b ten behoeve van:

6.4.3 Omgevingsvergunning afwijken horeca

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 6.1, onder f voor andere horeca-activiteiten dan bedoeld in dit lid, mits de betreffende horeca-activiteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met de in lid 6.1, onder f genoemde horeca-activiteiten.

Artikel 7 Groen - 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. extensieve recreatie;
  • c. speel- en jongerenvoorzieningen;
  • d. onder- en/of bovengrondse voorzieningen ten behoeve van het inzamelen van huishoudelijk afval;

met daarbij behorende:

  • e. straatmeubilair;
  • f. ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden;
  • g. bruggen en duikers;
  • h. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uitsluitend toegelaten zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten tot een hoogte van:
    • 1. maximaal 1,0 meter voor terreinafscheidingen;
    • 2. maximaal 7,0 meter voor palen en masten;
    • 3. maximaal 4,0 meter voor ballenvangers ten behoeve van speelvoorzieningen;
    • 4. maximaal 3,0 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 7.2, onder b, sub 1 tot een hoogte van 3,0 meter.

Artikel 8 Groen - 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en de versterking van natuur- en landschapswaarden;
  • b. bos- en groenvoorzieningen;
  • c. extensieve recreatie;

met daarbij behorende:

  • d. straatmeubilair en speelvoorzieningen;
  • e. cultuur en milieueducatieve voorzieningen;
  • f. ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden;
  • g. bruggen en duikers;
  • h. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uitsluitend toegelaten zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten tot een hoogte van:
    • 1. maximaal 1,0 meter voor terreinafscheidingen;
    • 2. maximaal 7,0 meter voor palen en masten;
    • 3. maximaal 3,0 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 8.2, onder b, sub 1 tot een hoogte van 3,0 meter.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. de aanleg van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen;
  • b. grondwerkzaamheden, waartoe ook wordt gerekend het ontginnen, verlagen, afgraven, diepploegen, woelen en mengen van gronden;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden of dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het ontginnen van grasgronden;
  • e. het scheuren van grasgronden, anders dan ten behoeve van het herinzaaien van de gronden;
  • f. het verwijderen, kappen of beschadigen van bomen of andere houtopstanden hoger dan 1,50 meter;
  • g. het verwijderen van oevervegetaties;
  • h. de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • i. het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dan wel het indrijven van enig ander voorwerp.
8.4.2 Uitzondering

Het in lid 8.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan dan wel mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
8.4.3 Toetsingscriteria en voorwaarden

De in lid 8.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. de aanwezige natuur- en landschapswaarden niet worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen bij de stadsecoloog.

Artikel 9 Kantoor

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', tevens horeca 1;

met daarbij behorende:

  • c. ondergeschikte horeca;
  • d. erven en tuinen;
  • e. ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen.
9.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangeduid;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten tot een hoogte van:
    • 1. maximaal 3,0 meter voor erf- en terreinafscheidingen, tenzij deze zijn gelegen vóór de voorgevel of het verlengde daarvan, in welk geval de hoogte niet meer mag bedragen dan 1,0 meter;
    • 2. maximaal 7,0 meter voor palen en masten;
    • 3. maximaal 3,0 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 9.2, onder d, sub 1 voor erf- en terreinafscheidingen welke voor de voorgevel of het verlengde daarvan zijn gelegen tot een hoogte van 3,0 meter.

Artikel 10 Sport

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport;
  • b. een zwembad;

met daarbij behorende:

  • c. ondergeschikte detailhandel;
  • d. ondersteunende horeca;
  • e. tuinen en erven;
  • f. ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangeduid;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten tot een hoogte van:
    • 1. maximaal 7,0 meter voor ballenvangers, palen en masten;
    • 2. maximaal 20,0 meter voor lichtmasten ter verlichting van sportvoorzieningen;
    • 3. maximaal 3,0 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Sport' te wijzigen naar de bestemming 'Gemengd', met de daarbij horende regels, voor zover het gebruik van het bestemmingsvlak ten behoeve van sport blijvend en/of duurzaam is gestaakt dan wel wordt gestaakt.

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebiedsontsluitingswegen met ten hoogste twee rijstroken en daarbij behorende voorzieningen;
  • b. erftoegangswegen;
  • c. fiets- en wandelpaden;
  • d. verblijfsgebieden;
  • e. parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • f. groenvoorzieningen;
  • g. bruggen en duikers;
  • h. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uitsluitend toegelaten zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de hoogte mag maximaal 10,0 meter bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b zijn overkappingen en schuilgelegenheden bij tram- en bushaltes toegelaten tot een hoogte van maximaal 3,5 meter.

Artikel 12 Verkeer - verblijfsgebied

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. erftoegangswegen;
  • b. fiets- en wandelpaden;
  • c. verblijfsgebieden;
  • d. parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • e. groenvoorzieningen;
  • f. bruggen en duikers;
  • g. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uitsluitend toegelaten zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de hoogte mag maximaal 10,0 meter bedragen, met uitzondering van overkappingen waarvan de hoogte maximaal 3,0 meter mag bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b zijn overkappingen en schuilgelegenheden bij tram- en bushaltes toegelaten tot een hoogte van maximaal 3,5 meter.

Artikel 13 Water

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. scheepvaartverkeer en watersport;
  • c. bruggen en duikers;
  • d. een haven met daarbij behorende voorzieningen, zoals haven- en afmeervoorzieningen, steigers en andere drijvende (bouw)werken, ten behoeve van bedrijfsactiviteiten voor zover uitgevoerd door bedrijven binnen de aangrenzende of in de nabijheid gelegen percelen met de bestemming 'Bedrijventerrein - Haven' of de aanduiding 'water- en havengebonden bedrijven';
  • e. op- en overslag van goederen met bijbehorende kades en aanlegplaatsen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - scouting', tevens een scoutingvereniging;

met daarbij behorende:

  • g. oevers en kaden;
  • h. groenvoorzieningen.
13.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uitsluitend toegelaten zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de hoogte van hijskranen, hijsinrichtingen of overige naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mag maximaal 90,0 meter bedragen, gemeten vanaf NAP;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken mag maximaal 10,0 meter bedragen, gemeten vanaf NAP.
13.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 13.2, onder b, en een bouwhoogte toestaan van maximaal 120,0 meter, gemeten vanaf NAP, mits:

  • a. dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiks- en bouwmogelijkheden van de omliggende percelen.

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. mantelzorg;
  • c. de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of aan huis verbonden (bedrijfs)activiteit behorende tot ten hoogste categorie 2 van de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten, mits de gezamenlijke oppervlakte welke ten behoeve van een beroep of bedrijf aan huis wordt gebruikt niet meer bedraagt dan 30% van de totale oppervlakte van de woning;

met daarbij behorende:

  • d. tuinen en erven;
  • e. parkeervoorzieningen.
14.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

14.2.1 regels ten aanzien van hoofdgebouwen
  • a. uitsluitend toegestaan zijn aaneengesloten woningen;
  • b. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6,0 meter, respectievelijk 10,0 meter.
14.2.2 regels ten aanzien van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van minimaal 1,0 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid 14.2.2, onder a zijn bijgebouwen niet toegelaten ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten';
  • c. bijgebouwen zijn tevens toegelaten ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag maximaal 35 m² bedragen, mits niet meer dan 40% van het zij- en achtererf van het hoofdgebouw wordt bebouwd;
  • e. de horizontale diepte van aanbouwen aan de achtergevel van een hoofdgebouw mag niet meer dan 3,0 meter bedragen;
  • f. de goothoogte van aanbouwen en aangebouwde overkappingen mag maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter;
  • g. de bouwhoogte van aanbouwen en aangebouwde overkappingen mag maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedragen, maar niet meer dan 6,5 meter;
  • h. de bouwhoogte van bijgebouwen en vrijstaande overkappingen mag niet meer dan 3,0 meter bedragen.
14.2.3 regels ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,0 meter bedragen, tenzij deze zijn gelegen vóór de voorgevel of het verlengde daarvan, in welk geval de hoogte niet meer mag bedragen dan 1,0 meter;
  • b. de hoogte van palen en masten mag maximaal 7,0 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3,0 meter bedragen.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de goot- en bouwhoogte van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen, ter waarborging van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. een evenwichtig ruimtelijk beeld;
  • c. de bezonning, privacy en/of gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.
14.4 Afwijken van de gebruiksregels
14.4.1 Omgevingsvergunning afwijken Staat van Milieubelastende activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 14.1, onder c voor:

  • a. een bedrijfsmatige activiteit met een hogere milieubelasting als bedoeld in dit lid mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, gelijk kan worden gesteld met de toegelaten bedrijfsactiviteiten;
  • b. een bedrijfsmatige activiteit die niet in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten genoemd is, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met de toegelaten bedrijfsactiviteiten.

Artikel 15 Waarde - archeologie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
15.2 Bouwregels

In het belang van de archeologische monumentenzorg mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - archeologie' samenvallende bestemming(en), geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd :

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - archeologie 1', waarvan de gezamenlijke oppervlakte groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 0,0 meter NAP;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - archeologie 2', waarvan de gezamenlijke oppervlakte groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan de huidige onderwaterbodem.
15.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bouwregels, als bedoeld in lid 15.2, voor bouwwerken voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de bestemming 'Waarde - archeologie' samenvalt.
  • b. Er kan slechts afgeweken worden van de bouwregels indien op basis van een archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarden veilig te stellen.
  • c. Aan de afwijking van de bouwregels kunnen in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. grondwerkzaamheden, waartoe ook wordt gerekend het ontginnen, verlagen, afgraven, diepploegen, woelen en mengen van gronden;
  • b. het aanleggen, verdiepen, verbreden van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dan wel het indrijven van enig ander voorwerp.
15.4.2 Toepassingsbereik

Het in lid 15.4.1 bedoelde verbod geldt voor werken en werkzaamheden:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - archeologie 1', met een gezamenlijke oppervlakte groter dan 200 m² en die dieper reiken dan 0,0 meter NAP;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - archeologie 2', met een gezamenlijke oppervlakte groter dan 200 m² en die dieper reiken dan de huidige onderwaterbodem.
15.4.3 Uitzondering

Het in lid 15.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
15.4.4 Toetsingscriteria en voorwaarden
  • a. De in lid 15.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:
    • 1. op basis van een archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar de werken en/of werkzaamheden plaatsvinden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarden veilig te stellen;
    • 2. de werken en/of werkzaamheden zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de bestemming 'Waarde - archeologie' samenvalt.
  • b. Aan de in lid 15.4.1 genoemde vergunning kunnen in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
    • 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
15.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waarde - archeologie' wijzigen door de betreffende bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse, op basis van archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 16 Waarde - cultuurhistorie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor

  • a. het behoud en herstel van actuele cultuurhistorische waarden;
  • b. het benutten van potentiële cultuurhistorische waarden.
16.2 Bouwregels

In het belang van de bescherming van de cultuurhistorische waarden geldt, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - cultuurhistorie' samenvallende bestemming(en) dat:

  • a. de bestaande bebouwing uitsluitend mag worden vergroot en/of veranderd voor zover de vergroting en/of verandering niet zichtbaar is vanaf de openbare weg en voorts met inachtneming van het bepaalde in de met de bestemming 'Waarde - cultuurhistorie' samenvallende bestemming;
  • b. de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte.
16.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bouwregels, als bedoeld in lid 16.2, voor het veranderen en/of vergroten van gebouwen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van het gebouw, gelet op de bouwmassa, dakvorm en gevelindeling.

16.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
16.4.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) een gebouw of bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen.

16.4.2 Uitzondering

Het in lid 16.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
16.4.3 Toetsingscriteria en voorwaarden

De in lid 16.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing;
  • b. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;
  • c. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is, óf;
  • d. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.

Artikel 17 Waterstaat - Waterkering

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. het beheer van waterstaatsdoeleinden.
17.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uitsluitend toegelaten zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterstaatsdoeleinden;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5,0 meter bedragen.
17.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bouwregels, als bedoeld in lid 17.2, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. afwijken van de bouwregels voor andere bouwwerken is mogelijk, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen, waarmee de dubbelbestemming samenvalt;
  • b. voordat een besluit over het afwijken van de bouwregels wordt genomen horen burgemeester en wethouders de beheerder van de waterkering.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, aanlegplaatsen of verhardingen ten behoeve van de watersport.
17.4.2 Uitzondering

Het in lid 17.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
17.4.3 Toetsingscriteria en voorwaarden

De in lid 17.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. door de uitvoering van de bedoelde werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen het normaal functioneren van de waterkering niet wordt of kan worden aangetast;
  • b. de werken en/of werkzaamheden zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming samenvalt;
  • c. vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterstaatbeheerder.
17.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' wijzigen door de bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse de waterkerende functie is komen te vervallen, blijkens een schriftelijke verklaring van de beheerder van de waterkering.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 18 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 19 Algemene bouwregels

19.1 Bestaande afwijkingen

Een bestaand bouwwerk, waarvan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan de feitelijk aanwezige hoogte of oppervlakte of afstand tot een ander gebouw of grenslijn in strijd is met een in dit plan voorgeschreven maximum dan wel minimum hoogte, oppervlakte of afstand, mag worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd, maar niet worden vergroot of anders gesitueerd.

19.2 Aangrenzende terreinen

Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.

Artikel 20 Algemene gebruiksregels

20.1 Vormen van verboden gebruik (onbebouwd)

Het is verboden de gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie.

20.2 Vormen van verboden gebruik (gebouwen)

Het is verboden de gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gebouwen ten behoeve van het (doen) exploiteren van een seksinrichting of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie.

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 Geluidzone
  • a. Binnen de 'Geluidzone' is nieuwbouw ten behoeve van de uitbreiding van het aantal woningen en de nieuwvestiging van geluidsgevoelige objecten niet toegelaten, tenzij voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan hiervoor een omgevingsvergunning is verleend.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de aanduiding 'Geluidzone', voor zover een wijziging van de bij een industrieterrein behorende geluidzone als bedoeld in de Wet geluidhinder daartoe aanleiding geeft.
21.2 Milieuzone - gezoneerd industrieterrein
  • a. Binnen de 'Milieuzone - gezoneerd industrieterrein' zijn geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder toegelaten.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door het wijzigen of geheel of gedeeltelijk verwijderen van de aanduiding 'Milieuzone - gezoneerd industrieterrein' ten behoeve van het wijzigen of (gedeeltelijke) opheffen van een gezoneerd industrieterrein, indien:
    • 1. een geluidzoneringsplichtig bedrijf verhuist of anderszins ophoudt te bestaan en het bedrijfsperceel niet is of wordt ingevuld door een ander of nieuw geluidzoneringsplichtig bedrijf, en;
    • 2. de wijziging niet leidt tot een onevenredige benadeling van de overige binnen de 'milieuzone - gezoneerd industrieterrein' gevestigde bedrijven.
21.3 Veiligheidszone - bevi
  • a. Binnen de 'Veiligheidszone - bevi' is de bouw of uitbreiding van (beperkt) kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichting niet toegelaten, tenzij de uitbreiding niet ziet op een toename van het aantal in het gebouw verblijvende personen.
  • b. Binnen de 'Veiligheidszone - bevi' is het niet toegelaten een inrichting welke valt onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen uit te breiden.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde onder b voor het uitbreiden van een inrichting, voor zover deze is toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de aanduiding 'Veiligheidszone - bevi' samenvalt, en de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat niet langer wordt voldaan aan het bepaalde in het Besluit externe veiligheid met betrekking tot het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
  • d. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door het verwijderen van de aanduiding 'Veiligheidszone - bevi' in verband met het beëindigen van het gebruik van de gronden en opstallen ten behoeve van de ter plekke aanwezige inrichting welke valt onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
21.4 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen [A en B]
  • a. Binnen de 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen A' en de 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen B' is de bouw van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten niet toegelaten.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde onder a voor de bouw van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten binnen de 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen B', mits:
    • 1. het gebouwen betreft met een groot maatschappelijk of economisch belang;
    • 2. de gebouwen toegelaten zijn op grond van de regels van de bestemmingen waarmee de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen B' samenvalt, en;
    • 3. vooraf advies wordt ingewonnen bij de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond.
  • c. Aan de afwijking kunnen uit het oogpunt van externe veiligheid in ieder geval voorwaarden worden verbonden met betrekking tot:
    • 1. de brandwerendheid en explosiebestendigheid van constructies en gevels;
    • 2. de brand- en rookontwikkeling van materialen;
    • 3. de luchtdichtheid van constructies en gevels;
    • 4. de afsluitbaarheid van ventilatiesystemen;
    • 5. de oppervlakte, explosiebestendigheid en het splinterwerend uitvoeren van glas en/of beglazing;
    • 6. de bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten;
    • 7. het hebben van voldoende van de risicobron afgerichte vluchtmogelijkheden;
    • 8. de ontruimingstijd van bouwwerken.
  • d. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' voor zover een verandering in de externe veiligheidsnormering- en waardering daartoe aanleiding geeft.

Artikel 22 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regels van het plan, voor:

  • a. het oprichten van bouwwerken van algemeen nut, mits de oppervlakte van een gebouw niet meer bedraagt dan 20 m² en de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer zal bedragen dan 3,5 meter;
  • b. het overschrijden van in deze regels genoemde maten en percentages, zoals goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken en bebouwingspercentages, met niet meer dan 10%;
  • c. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
  • d. beneden peil gelegen kelders alsmede erkers, balkons, galerijen, luifels, buitentrappen en soortgelijke onderdelen, waarbij de grenzen van het bouwvlak met niet meer dan 1,0 meter mogen worden overschreden;
  • e. het oprichten van voorzieningen ter geleiding en/of beveiliging van het scheepvaartverkeer op de Nieuwe Maas en de daaraan gelegen havens, mits deze worden gebouwd in of op een afstand van minder dan 40,0 meter van de Nieuwe Maas en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 20,0 meter;
  • f. geluidwerende voorzieningen;

mits de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen niet in onevenredige mate worden beperkt en de ter plaatse aanwezige waarden niet op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.

Artikel 23 Algemene wijzigingsregels

23.1 Algemene wijzigingsregel

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het in geringe mate, doch met niet meer dan 10,0 meter, afwijken van een bestemmingsgrens of van het profiel van een weg, voor zover dit noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen.

23.2 Wro - wijzigingsgebied 1
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro - wijzigingsgebied 1' te wijzigen naar de bestemming 'Kantoor' en/of 'Verkeer - verblijfsgebied', met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend gebruik kan worden gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid indien dit vereist is voor het verplaatsen van de (bestaande) ontsluiting van het bedrijventerrein op de Vlaardingerdijk;
    • 2. de situering van het bouwvlak mag worden gewijzigd, waarbij geldt dat de oppervlakte van het bouwvlak en de maximaal toegelaten bouwhoogte niet mogen worden gewijzigd;
    • 3. ter plaatse van de bestemming 'Kantoor' tevens 'horeca 1' is toegelaten';
    • 4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de omliggende percelen;
    • 5. de waterkerende functie van de als 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden geen belemmering vormt, blijkens een schriftelijke verklaring van de beheerder van de waterkering.
  • b. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro - wijzigingsgebied 1' te wijzigen naar de bestemming 'Horeca', met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend gebruik kan worden gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van het mogelijk maken van 'horeca 1';
    • 2. de situering van het bouwvlak niet wordt gewijzigd;
    • 3. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 7,0 meter;
    • 4. de waterkerende functie van de als 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden geen belemmering vormt, blijkens een schriftelijke verklaring van de beheerder van de waterkering.
23.3 Wro - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro - wijzigingsgebied 2' te wijzigen en de aanduiding 'kantoor' toe te voegen, met dien verstande dat:

  • a. uitsluitend gebruik kan worden gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van zelfstandige;
  • b. de oppervlakte van de kantoren niet meer bedraagt dan 15.000 m²;
  • c. zelfstandige kantoren uitsluitend zijn toegelaten op het moment dat geen of onvoldoende ruimte aanwezige is op het bedrijventerrein Schieveste;
  • d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de omliggende percelen.

Artikel 24 Overige regels

24.1 Bevoegd gezag

Indien op grond van de wet Gedeputeerde Staten of de Minister is aangewezen als het bevoegd gezag bij het verlenen van een omgevingsvergunning, wordt waar op grond van dit bestemmingsplan burgemeester en wethouders bevoegd zijn om:

  • 1. af te wijken van het bestemmingsplan;
  • 2. een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden;
  • 3. een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een bouwwerk;

in plaats van 'burgemeester en wethouders' gelezen 'Gedeputeerde Staten' dan wel 'de Minister'.

24.2 Verwijzing naar andere regelgeving

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.

24.3 Bedrijfswoningen

Bedrijfswoningen worden gerekend te blijven behoren tot het bedrijf of tot de instelling waartoe zij behoorden op de eerste dag dat het bestemmingsplan als ontwerp ter inzage is gelegd, als bedoeld in de als bijlage 5 opgenomen Inventarisatie van bedrijfswoningen.

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 25 Overgangsrecht

25.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 25.1, onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Lid 25.1, onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
25.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 25.2, onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verklein.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 25.2, onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Lid 25.2, onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 26 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

"Regels van het bestemmingsplan Havens van de gemeente Schiedam".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam

in de openbare vergadering van

de griffier, de voorzitter,

BIJLAGEN

Bijlage 1 Staat van milieubelastende activiteiten

SBI-code   Omschrijving   Grootste afstand   Categorie  
01   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW      
011, 012, 013   Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen)   30   2  
011, 012, 013, 016   Tuinbouw:      
011, 012, 013   - bedrijfsgebouwen   30   2  
011, 012, 013   - kassen zonder verwarming   30   2  
011, 012, 013   - kassen met gasverwarming   30   2  
0113   - champignonkwekerijen (algemeen)   30   2  
0113   - champignonkwekerijen met mestfermentatie   100   3.2  
0163   - bloembollendroog- en prepareerbedrijven   30   2  
011   - witlofkwekerijen (algemeen)   30   2  
016   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:      
016   - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²   50   3.1  
016   - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m²   30   2  
016   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²   50   3.1  
016   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²   30   2  
         
13   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
131   Bewerken en spinnen van textielvezels   100   3.2  
132   Weven van textiel:      
132   - aantal weefgetouwen < 50   100   3.2  
132   - aantal weefgetouwen >= 50   300   4.2  
133   Textielveredelingsbedrijven   50   3.1  
139   Vervaardiging van textielwaren   50   3.1  
1393   Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   200   4.1  
139, 143   Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   50   3.1  
         
14   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
141   Vervaardiging kleding van leer   50   3.1  
141   Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   30   2  
142, 151   Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   50   3.1  
         
15   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)      
151,152   Lederfabrieken   300   4.2  
151   Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   50   3.1  
152   Schoenenfabrieken   50   3.1  
           
16   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
16101   Houtzagerijen   100   3.2  
16102   Houtconserveringsbedrijven:      
16102   - met creosootolie   200   4.1  
16102   - met zoutoplossingen   50   3.1  
1621   Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   100   3.2  
162   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   100   3.2  
162   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   50   3.1  
162902   Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   30   2  
         
58   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
1811   Drukkerijen van dagbladen   100   3.2  
1812   Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   100   3.2  
18129   Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   30   2  
1814   Grafische afwerking   10   1  
1814   Binderijen   30   2  
1813   Grafische reproduktie en zetten   30   2  
1814   Overige grafische aktiviteiten   30   2  
182   Reproduktiebedrijven opgenomen media   10   1  
         
22   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF      
221101   Rubberbandenfabrieken   300   4.2  
221102   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:      
221102   - vloeropp. < 100 m2   50   3.1  
221102   - vloeropp. >= 100 m2   200   4.1  
2219   Rubber-artikelenfabrieken   100   3.2  
222   Kunststofverwerkende bedrijven:      
222   - zonder fenolharsen   200   4.1  
222   - met fenolharsen   300   4.2  
222   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   50   3.1  
         
23   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
231   Glasbewerkingsbedrijven   50   3.1  
232, 234   Aardewerkfabrieken:      
232, 234   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   30   2  
232, 234   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   100   3.2  
237   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
237   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   100   3.2  
237   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
2391   Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   50   3.1  
         
25, 31   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
251, 331   Constructiewerkplaatsen      
251, 331   - gesloten gebouw   100   3.2  
251, 331   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   50   3.1  
251, 331   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
251, 331   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   300   4.2  
2529, 3311   Tank- en reservoirbouwbedrijven:      
2529, 3311   - p.o. < 2.000 m2   300   4.2  
2529, 3311   - p.o. >= 2.000 m2   500   5.1  
2521, 2530, 3311   Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   200   4.1  
255, 331   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   200   4.1  
255, 331   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   100   3.2  
255, 331   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   50   3.1  
2561, 3311   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:      
2561, 3311   - algemeen   100   3.2  
2561, 3311   - stralen   200   4.1  
2561, 3311   - metaalharden   100   3.2  
2561, 3311   - lakspuiten en moffelen   100   3.2  
2561, 3311   - scoperen (opspuiten van zink)   100   3.2  
2561, 3311   - thermisch verzinken   100   3.2  
2561, 3311   - thermisch vertinnen   100   3.2  
2561, 3311   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   100   3.2  
2561, 3311   - anodiseren, eloxeren   100   3.2  
2561, 3311   - chemische oppervlaktebehandeling   100   3.2  
2561, 3311   - emailleren   100   3.2  
2561, 3311   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   100   3.2  
2562, 3311   Overige metaalbewerkende industrie   100   3.2  
2562, 3311   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   50   3.1  
259, 331   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:      
259, 331   - p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
259, 331   - p.o. >= 2.000 m2   500   5.1  
259, 331   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   100   3.2  
259, 331   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   50   3.1  
         
27, 28, 33   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN      
27, 28, 33   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:      
27, 28, 33   - p.o. < 2.000 m2   100   3.2  
27, 28, 33   - p.o. >= 2.000 m2   200   4.1  
28, 33   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
         
26, 28, 33   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
26, 28, 33   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   30   2  
         
26, 27, 33   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.      
271, 331   Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie   200   4.1  
271, 273   Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   200   4.1  
273   Elektrische draad- en kabelfabrieken   200   4.1  
272   Accumulatoren- en batterijenfabrieken   100   3.2  
274   Lampenfabrieken   300   4.2  
293   Elektrotechnische industrie n.e.g.   30   2  
         
26, 33   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.      
261, 263, 264, 331   Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie   50   3.1  
2612   Fabrieken voor gedrukte bedrading   50   3.1  
         
26, 32, 33   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
26, 32, 33   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   30   2  
         
29   VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS      
291   Autofabrieken en assemblagebedrijven      
291   - p.o. < 10.000 m2   200   4.1  
291   - p.o. >= 10.000 m2   300   4.2  
29201   Carrosseriefabrieken   200   4.1  
29202   Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   200   4.1  
293   Auto-onderdelenfabrieken   100   3.2  
         
30   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)      
301, 3315   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:      
301, 3315   - houten schepen   50   3.1  
301, 3315   - kunststof schepen   100   3.2  
301, 3315   - metalen schepen < 25 m   200   4.1  
301, 3315   - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW   500   5.1  
3831   Scheepssloperijen   700   5.2  
302, 317   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:      
302, 317   - algemeen   100   3.2  
302, 317   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
303, 3316   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:      
303, 3316   - zonder proefdraaien motoren   200   4.1  
303, 3316   - met proefdraaien motoren   1000   5.3  
309   Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   100   3.2  
3099   Transportmiddelenindustrie n.e.g.   100   3.2  
         
31   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
310   Meubelfabrieken   100   3.2  
9524   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   10   1  
321   Fabricage van munten, sieraden e.d.   30   2  
322   Muziekinstrumentenfabrieken   30   2  
323   Sportartikelenfabrieken   50   3.1  
324   Speelgoedartikelenfabrieken   50   3.1  
32991   Sociale werkvoorziening   30   2  
32999   Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   50   3.1  
         
41, 42, 43   BOUWNIJVERHEID      
41, 42, 43   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   100   3.2  
41, 42, 43   Bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
41, 42, 43   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   50   3.1  
41, 42, 43   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   30   2  
         
45, 47   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
451, 452, 454   Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   30   2  
451   Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)   100   3.2  
45204   Autoplaatwerkerijen   100   3.2  
45204   Autobeklederijen   10   1  
45204   Autospuitinrichtingen   50   3.1  
45205   Autowasserijen   30   2  
453   Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   30   2  
         
46   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
4621   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   50   3.1  
4621   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   300   4.2  
4622   Grth in bloemen en planten   30   2  
4623   Grth in levende dieren   100   3.2  
4624   Grth in huiden, vellen en leder   50   3.1  
46217, 4631   Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   50   3.1  
4632, 4633   Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   50   3.1  
4634   Grth in dranken   30   2  
4635   Grth in tabaksprodukten   30   2  
4636   Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   30   2  
4637   Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   30   2  
4638, 4639   Grth in overige voedings- en genotmiddelen   30   2  
464, 46733   Grth in overige consumentenartikelen   30   2  
46499   Grth in vuurwerk en munitie:      
46499   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   30   2  
46499   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   50   3.1  
46499   - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk)   500   5.1  
46499   - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton   1000   5.3  
46499   - munitie   30   2  
46711   Grth in vaste brandstoffen:      
46711   - klein, lokaal verzorgingsgebied   50   3.1  
46711   - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2   500   5.1  
46712   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:      
46712   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   200   4.1  
46712   - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3   500   5.1  
46712   - tot vloeistof verdichte gassen   300   4.2  
46713   Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   100   3.2  
46721   Grth in metaalertsen:      
46721   - opslag opp. < 2.000 m2   300   4.2  
46721   - opslag opp. >= 2.000 m2   700   5.2  
46722, 46723   Grth in metalen en -halffabrikaten   100   3.2  
4673   Grth in hout en bouwmaterialen:      
4673   - algemeen: b.o. > 2000 m²   50   3.1  
4673   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   30   2  
46735   zand en grind:      
46735   - algemeen: b.o. > 200 m²   100   3.2  
46735   - algemeen: b.o. <= 200 m²   30   2  
4674   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
4674   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   50   3.1  
4674   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   30   2  
46751   Grth in chemische produkten   100   3.2  
46752   Grth in kunstmeststoffen   30   2  
4676   Grth in overige intermediaire goederen   30   2  
4677   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
4677   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
4677   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
4677   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
466   Grth in machines en apparaten:      
466   - machines voor de bouwnijverheid   100   3.2  
466   - overige   50   3.1  
466, 469   Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   30   2  
         
47   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
952   Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   10   1  
         
55   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING      
562   Cateringbedrijven   30   2  
         
52   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER      
52102, 52109   Distributiecentra, pak- en koelhuizen   50   3.1  
52109   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   30   2  
         
53   POST EN TELECOMMUNICATIE      
531, 532   Post- en koeriersdiensten   30   2  
61   Telecommunicatiebedrijven   10   1  
         
77   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
7711   Personenautoverhuurbedrijven   30   2  
7712, 7739   Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   50   3.1  
773   Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   50   3.1  
772   Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   30   2  
         
62   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
62   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   10   1  
58, 63   Datacentra   30   2  
         
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
812   Reinigingsbedrijven voor gebouwen   50   3.1  
74203   Foto- en filmontwikkelcentrales   30   2  
82992   Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   10   1  
         
59   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
591, 592, 601, 602   Studio's (film, TV, radio, geluid)   30   2  
         
96   OVERIGE DIENSTVERLENING      
96011   Wasserijen en strijkinrichtingen   50   3.1  
96011   Tapijtreinigingsbedrijven   50   3.1  
96012   Chemische wasserijen en ververijen   30   2  
96013   Wasverzendinrichtingen   30   2  
96013   Wasserettes, wassalons   10   1  

Verklaring gebruikte afkortingen

- : niet van toepassing / niet relevant   o.c. : opslagcapaciteit  
< : kleiner dan   p.c. : productiecapaciteit  
> : groter dan   p.o. : productieoppervlak  
= : gelijk aan   b.o. : bedrijfsoppervlak  
cat. : categorie   v.c. : verwerkingscapaciteit  
e.d. : en dergelijke   u : uur  
i.e. : inwonereenheden   d : dag  
kl. : klasse   w : week  
n.e.g. : niet elders genoemd   j : jaar  

Bijlage 2 Nadere toelichting Staat van milieubelastende activiteiten

De Staat van milieubelastende activiteiten is ontleend aan bijlage 1 van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (Sdu Uitgevers BV, 2009). Bijlage 1 omvat de milieubelastende activiteiten met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bij die activiteiten is rekening gehouden met de normaliter bij deze activiteiten voorkomende opslagen en installaties.

Richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar

Per milieubelastende activiteit zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen de activiteit en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van de milieubelastende activiteit en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. In de Staat van milieubelastende activiteiten wordt de grootste afstand genoemd.

Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- of activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor gemengde gebieden gelden kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Bedrijfswoningen op een bedrijventerrein zijn in het algemeen minder milieugevoelig dan de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied.

Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.

Categorie

De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar. De milieucategorie is vermeld in de kolom 'categorie'. De Standaard onderscheidt tien mogelijke milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor de omgevingstype rustige woonwijk per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden:

Milieucategorie   1   2   3.1   3.2   4.1   4.2   5.1   5.2   5.3   6  
Richtafstand   10   30   50   100   200   300   500   700   1.000   1.500  

Bestemmingsplantoetsing

De in dit bestemmingsplan opgenomen standaard Staat van milieubelastende activiteiten komt in verregaande mate overeen met de voorbeeld Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen uit de VNG-publicatie. Conform de aanbevelingen van de VNG-publicatie is de Staat aangepast aan de specifieke kenmerken van dit bestemmingsplan. Dit betekent dat activiteiten die niet passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van het bestemmingsplan niet zijn opgenomen. Dit geldt ook voor activiteiten die vanuit planologische overwegingen niet gewenst zijn op een bedrijventerrein.

De opsomming in de Staat van milieubelastende activiteiten wil niet zeggen dat alle daarin voorkomende activiteiten ook gerekend moeten worden tot milieubelastende activiteiten in de zin van dit bestemmingsplan. Daarmee is deze systematiek toepasbaar op iedere bestemming waarin functies voorkomen die milieubelastend kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten.

Voor een juiste toepassing van deze lijst is het van belang dat eerst wordt bepaald of een bepaalde activiteit passend is binnen de het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik. Daarna volgt een tweede toets aan de Staat van milieubelastende activiteiten; in welke mate belast de passende milieubelastende activiteit de milieugevoelige activiteit (het wonen). Dit betreft een dubbele toetsing met cumulatieve voorwaarden.

Voor activiteiten die een zwaardere milieubelasting kennen dan de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie, maar waarvan de functie wel overeenkomst met het bestemmingsplan, is in sommige gevallen een binnenplanse afwijking mogelijk. Dit betreft activiteiten die op grond van de Staat van milieubelastende activiteiten weliswaar worden ingedeeld in een hogere categorie dan is toegelaten, maar in de praktijk een milieubelasting hebben die valt binnen de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie. In dergelijke gevallen zal aan de hand van onderzoeken aangetoond moeten worden dat de milieufactor die bepalend is voor de indeling in een categorie voor deze specifieke activiteit naar beneden kan worden bijgesteld.

Bijlage 3 Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein'

SBI-code   Omschrijving   Grootste afstand   Categorie  
01   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW      
0111, 0113   Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen)   10   1  
011, 012, 013, 016   Tuinbouw:      
011, 012, 013   - bedrijfsgebouwen   10   1  
011, 012, 013   - kassen zonder verwarming   10   1  
011, 012, 013   - kassen met gasverwarming   10   1  
0113   - champignonkwekerijen (algemeen)   30   2  
0113   - champignonkwekerijen met mestfermentatie   100   3.2  
0163   - bloembollendroog- en prepareerbedrijven   30   2  
011   - witlofkwekerijen (algemeen)   30   2  
016   Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:      
016   - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m²   30   2  
016   - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. <= 500 m²   30   2  
016   - algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55      
016   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven   30   2  
0162   KI-stations   30   2  
       
10, 11   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANK      
1031   Aardappelproductenfabrieken:      
1031   - vervaardiging van aardappelproducten   300   4.2  
1031   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
1032, 1039   Groente- en fruitconservenfabrieken:      
1032, 1039   - jam   50   3.1  
1032, 1039   - groente algemeen   50   3.1  
1032, 1039   - met koolsoorten   100   3.2  
1032, 1039   - met drogerijen   300   4.2  
1032, 1039   - met uienconservering (zoutinleggerij)   300   4.2  
104101   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:      
104101   - p.c. < 250.000 ton / jaar   200   4.1  
104101   - p.c. >= 250.000 ton / jaar   300   4.2  
104102   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:      
104102   - p.c. < 250.000 ton / jaar   200   4.1  
104102   - p.c. >= 250.000 ton / jaar   300   4.2  
1042   Margarinefabrieken:      
1042   - p.c. < 250.000 ton / jaar   100   3.2  
1042   - p.c. >= 250.000 ton / jaar   200   4.1  
1051   Zuivelproductenfabrieken:      
1051   - gedroogde producten, p.c. >= 1,5 ton / uur   200   4.1  
1051   - geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >= 20 ton / uur   200   4.1  
1051   - melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton / jaar   50   3.1  
1051   - melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton / jaar   100   3.2  
1051   - overige zuivelproductenfabrieken   50   3.1  
1052   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   50   3.1  
1052   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   10   1  
1061   Meelfabrieken:      
1061   - p.c. >= 500 ton / uur   200   4.1  
1061   - p.c. < 500 ton / uur   100   3.2  
1061   Grutterswarenfabrieken   100   3.2  
1062   Zetmeelfabrieken:      
1062   - p.c. < 10 ton / uur   200   4.1  
1062   - p.c. >= 10 ton / uur   300   4.2  
1092   Vervaardiging van voer voor huisdieren   200   4.1  
1071   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:      
1071   - v.c. < 7.500 kg meel / week, bij gebruik van charge-overs   30   2  
1071   - v.c. >= 7.500 kg meel / week   100   3.2  
1072   Banket, biscuit- en koekfabrieken   100   3.2  
10821   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
10821   - cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²   500   5.1  
10821   - cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   100   3.2  
10821   - cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²   30   2  
10821   - suikerwerkfabrieken met suikerbranden   300   4.2  
10821   - suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. > 200 m²   100   3.2  
10821   - suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. <= 200 m²   30   2  
1073   Deegwarenfabrieken   50   3.1  
1083   Koffiebranderijen en theepakkerijen:      
1083   - koffiebranderijen   500   5.1  
1083   - theepakkerijen   100   3.2  
108401   Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   200   4.1  
1089   Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   200   4.1  
1089   Bakkerijgrondstoffenfabrieken   200   4.1  
1089   Soep- en soeparomafabrieken:      
1089   - zonder poederdrogen   100   3.2  
1089   - met poederdrogen   300   4.2  
1089   Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   200   4.1  
       
12   VERWERKING VAN TABAK      
120   Tabakverwerkende industrie   200   4.1  
       
13   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
131   Bewerken en spinnen van textielvezels   50   3.1  
132   Weven van textiel:      
132   - aantal weefgetouwen < 50   10   1  
132   - aantal weefgetouwen >= 50   50   3.1  
133   Textielveredelingsbedrijven   50   3.1  
139   Vervaardiging van textielwaren   10   1  
1393   Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   100   3.2  
139, 143   Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   10   1  
       
14   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
141   Vervaardiging kleding van leer   30   2  
141   Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief van leer)   10   1  
142, 151   Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   50   3.1  
       
15   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)      
151, 152   Lederfabrieken   300   4.2  
151   Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel)   50   3.1  
152   Schoenenfabrieken   50   3.1  
       
16   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE      
16101   Houtzagerijen   50   3.1  
16102   Houtconserveringsbedrijven:      
16102   - met creosootolie   200   4.1  
16102   - met zoutoplossingen   30   2  
1621   Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   100   3.2  
162   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   30   2  
162   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²   30   2  
162902   Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   10   1  
       
17   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN      
1711   Vervaardiging van pulp   200   4.1  
1712   Papier- en kartonfabrieken:      
1712   - p.c. < 3 ton / uur   50   3.1  
1712   - p.c. 3 - 15 ton / uur   100   3.2  
1712   - p.c. >= 15 ton / uur   200   4.1  
172   Papier- en kartonwarenfabrieken   30   2  
17212   Golfkartonfabrieken:      
17212   - p.c. < 3 ton / uur   30   2  
17212   - p.c. >= 3 ton / uur   50   3.1  
       
58   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
1811   Drukkerijen van dagbladen   30   2  
1812   Drukkerijen (vlak- en rotatiediepdrukkerijen)   30   2  
18129   Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   10   1  
1814   Grafische afwerking   0   1  
1814   Binderijen   30   2  
1813   Grafische reproductie en zetten   30   2  
1814   Overige grafische activiteiten   30   2  
182   Reproductiebedrijven opgenomen media   0   1  
       
19   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN      
19202   Smeeroliën- en vettenfabrieken   50   3.1  
19202   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   300   4.2  
19202   Aardolieproductenfabrieken n.e.g.   300   4.2  
       
20   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN      
2011   Vervaardiging van industriële gassen:      
2011   - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 ton / dag lucht   100   3.2  
2011   - overige gassenfabrieken, niet explosief   100   3.2  
2011   - overige gassenfabrieken, explosief   300   4.2  
2012   Kleur- en verfstoffenfabrieken   200   4.1  
2012   Anorganische chemische grondstoffenfabrieken:      
2012   - niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'   300   4.2  
2012   - vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'   700   5.2  
20141   Organische chemische grondstoffenfabrieken:      
20141   - niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'   300   4.2  
20141   - vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'   1000   5.3  
20141   Methanolfabrieken:      
20141   - p.c. < 100.000 ton / jaar   100   3.2  
20141   - p.c. >= 100.000 ton / jaar   200   4.1  
20149   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische):      
20149   - p.c. < 50.000 ton / jaar   300   4.2  
20149   - p.c. >= 50.000 ton / jaar   500   5.1  
2015   Kunstmeststoffenfabrieken   500   5.1  
2016   Kunstharsenfabrieken en dergelijke   700   5.2  
202   Landbouwchemicaliënfabrieken:      
202   - fabricage   1000   5.3  
202   - formulering en afvullen   500   5.1  
203   Verf, lak en vernisfabrieken   300   4.2  
2110   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:      
2110   - p.c. < 1.000 ton / jaar   300   4.2  
2110   - p.c. >= 1.000 ton / jaar   500   5.1  
2120   Farmaceutische productenfabrieken:      
2120   - formulering en afvullen geneesmiddelen   50   3.1  
2120   - verbandmiddelenfabrieken   10   1  
2041   Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   300   4.2  
2042   Parfumerie- en cosmeticafabrieken   300   4.2  
2052   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:      
2052   - zonder dierlijke grondstoffen   100   3.2  
2052   - met dierlijke grondstoffen   500   5.1  
205902   Fotochemische productenfabrieken   50   3.1  
205903   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   50   3.1  
205903   Overige chemische productenfabrieken n.e.g.   200   4.1  
2060   Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   300   4.2  
       
22   VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF      
221101   Rubberbandenfabrieken   300   4.2  
221102   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:      
221102   - vloeroppervlak < 100 m²   50   3.1  
221102   - vloeroppervlak >= 100 m²   200   4.1  
2219   Rubberartikelenfabrieken   100   3.2  
222   Kunststofverwerkende bedrijven:      
222   - zonder fenolharsen   200   4.1  
222   - met fenolharsen   300   4.2  
222   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   50   3.1  
       
23   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN      
231   Glasfabrieken:      
231   - glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton / jaar   30   2  
231   - glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton / jaar   100   3.2  
231   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton / jaar   300   4.2  
231   - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 ton / jaar   500   5.1  
231   Glas-in-loodzetterij   30   2  
231   Glasbewerkingsbedrijven   30   2  
232, 234   Aardewerkfabrieken:      
232, 234   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   10   1  
232, 234   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   50   3.1  
233   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   200   4.1  
233   Dakpannenfabrieken   200   4.1  
2351   Cementfabrieken:      
2351   - p.c. < 100.000 ton / jaar   300   4.2  
2351   - p.c. >= 100.000 ton / jaar   500   5.1  
235201   Kalkfabrieken:      
235201   - p.c. < 100.000 ton / jaar   200   4.1  
235201   - p.c. >= 100.000 ton / jaar   500   5.1  
235202   Gipsfabrieken:      
235202   - p.c. < 100.000 ton / jaar   200   4.1  
235202   - p.c. >= 100.000 ton / jaar   500   5.1  
23611   Betonwarenfabrieken:      
23611   - zonder persen, triltafels en bekistingtriller   100   3.2  
23611   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton / dag   100   3.2  
23611   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 ton / dag   200   4.1  
23612   Kalkzandsteenfabrieken:      
23612   - p.c. < 100.000 ton / jaar   50   3.1  
23612   - p.c. >= 100.000 ton / jaar   200   4.1  
2362   Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   50   3.1  
2363, 2364   Betonmortelcentrales:      
2363, 2364   - p.c. < 100 ton / uur   100   3.2  
2363, 2364   - p.c. >= 100 ton / uur   200   4.1  
2365, 2369   Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:      
2365, 2369   - p.c. < 100 ton / dag   50   3.1  
2365, 2369   - p.c. >= 100 ton / dag   200   4.1  
237   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
237   - zonder breken, zeven en drogen   30   2  
237   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton / jaar   100   3.2  
237   - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 ton / jaar   200   4.1  
2391   Slijp- en polijstmiddelenfabrieken   30   2  
2399   Bitumineuze materialenfabrieken:      
2399   - p.c. < 100 ton / uur   300   4.2  
2399   - p.c. >= 100 ton / uur   500   5.1  
2399   Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol):      
2399   - steenwol, p.c. >= 5.000 ton / jaar   200   4.1  
2399   - overige isolatiematerialen   200   4.1  
2399   Minerale productenfabrieken n.e.g.   50   3.1  
2399   Asfaltcentrales: p.c. < 100 ton / uur   100   3.2  
2399   Asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton / uur   200   4.1  
       
24   VERVAARDIGING VAN METALEN      
241   Ruwijzer- en staalfabrieken:      
241   - p.c. < 1.000 ton / jaar   700   5.2  
241   - p.c. >= 1.000 ton / jaar   1500   6  
245   Ijzeren- en stalenbuizenfabrieken:      
245   - p.o. < 2.000 m²   30   2  
245   - p.o. >= 2.000 m²   100   3.2  
243   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:      
243   - p.o. < 2.000 m²   30   2  
243   - p.o. >= 2.000 m²   50   3.1  
244   Non-ferro-metaalfabrieken:      
244   - p.c. < 1.000 ton / jaar   100   3.2  
244   - p.c. >= 1.000 ton / jaar   300   4.2  
244   Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke:      
244   - p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
244   - p.o. >= 2.000 m²   200   4.1  
2451, 2452   Ijzer- en staalgieterijen / -smelterijen:      
2451, 2452   - p.c. < 4.000 ton / jaar   100   3.2  
2451, 2452   - p.c. >= 4.000 ton / jaar   200   4.1  
2453, 2454   Non-ferro-metaalgieterijen / -smelterijen:      
2453, 2454   - p.c. < 4.000 ton / jaar   100   3.2  
2453, 2454   - p.c. >= 4.000 ton / jaar   200   4.1  
       

25, 31  
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES / TRANSPORTMIDDELEN)      
251, 331   Constructiewerkplaatsen:      
251, 331   - gesloten gebouw   30   2  
251, 331   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m²   30   2  
251, 331   - in open lucht, p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
251, 331   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m²   200   4.1  
2529, 3311   Tank- en reservoirbouwbedrijven:      
2529, 3311   - p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
2529, 3311   - p.o. >= 2.000 m²   100   3.2  
2521, 2530, 3311   Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   30   2  
255, 331   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   30   2  
255, 331   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke   50   3.1  
255, 331   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²   30   2  
2561, 3311   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:      
2561, 3311   - algemeen   50   3.1  
2561, 3311   - stralen   200   4.1  
2561, 3311   - metaalharden   50   3.1  
2561, 3311   - lakspuiten en moffelen   100   3.2  
2561, 3311   - scoperen (opspuiten van zink)   50   3.1  
2561, 3311   - thermisch verzinken en thermisch vertinnen   100   3.2  
2561, 3311   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   50   3.1  
2561, 3311   - anodiseren, eloxeren en chemische oppervlaktebehandeling   50   3.1  
2561, 3311   - emailleren   100   3.2  
2561, 3311   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke)   50   3.1  
2562, 3311   Overige metaalbewerkende industrie   30   2  
2562, 3311   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²   30   2  
259, 331   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:      
259, 331   - p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
259, 331   - p.o. >= 2.000 m²   100   3.2  
259, 331   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   30   2  
259, 331   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²   30   2  
       
27, 28, 33   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN      
27, 28, 33   Machine- en apparatenfabrieken, inclusief reparatie:      
27, 28, 33   - p.o. < 2.000 m²   30   2  
27, 28, 33   - p.o. >= 2.000 m²   50   3.1  
28, 33   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   50   3.1  
27, 28, 33   - reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren = 1 MW motoren   30   2  
       
26, 28, 33   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
26, 28, 33   Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie   30   2  
       
26, 27, 33   VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN      
271, 331   Elektromotoren- en generatorenfabrieken en dergelijke, inclusief reparatie   200   4.1  
271, 273   Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   200   4.1  
273   Elektrische draad- en kabelfabrieken   100   3.2  
272   Accumulatoren- en batterijenfabrieken   100   3.2  
274   Lampenfabrieken   300   4.2  
293   Elektrotechnische industrie n.e.g.   30   2  
2790   Koolelektrodenfabrieken   1500   6  
       
26, 33   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN -BENODIGDHEDEN      
261, 263, 264, 331   Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke inclusief reparatie   30   2  
2612   Fabrieken voor gedrukte bedrading   50   3.1  
       
26, 32, 33   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
26, 32, 33   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke inclusief reparatie   30   2  
       
29   VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS      
291   Autofabrieken en assemblagebedrijven:      
291   - p.o. < 10.000 m²   100   3.2  
291   - p.o. >= 10.000 m²   200   4.1  
29201   Carrosseriefabrieken   100   3.2  
29202   Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   30   2  
293   Auto-onderdelenfabrieken   30   2  
       
30   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS)      
301, 3315   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:      
301, 3315   - houten schepen   30   2  
301, 3315   - kunststof schepen   100   3.2  
301, 3315   - metalen schepen < 25 m   100   3.2  
301, 3315   - metalen schepen >= 25 m en / of proefdraaien motoren >= 1 MW   100   3.2  
301, 3315   - onderhoud / reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen   50   3.1  
3831   Scheepssloperijen   200   4.1  
302, 317   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:      
302, 317   - algemeen   50   3.1  
302, 317   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   50   3.1  
303, 3316   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:      
303, 3316   - zonder proefdraaien motoren   50   3.1  
303, 3316   - met proefdraaien motoren   100   3.2  
309   Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   30   2  
3099   Transportmiddelenindustrie n.e.g.   30   2  
       
31   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
310   Meubelfabrieken   50   3.1  
9524   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²   10   1  
321   Fabricage van munten, sieraden en dergelijke   30   2  
322   Muziekinstrumentenfabrieken   30   2  
323, 324   Sportartikelenfabrieken en speelgoedartikelenfabrieken   30   2  
32991   Sociale werkvoorziening   30   2  
32999   Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   30   2  
       
38   VOORBEREIDING TOT RECYCLING      
383201   Metaal- en autoschredders   100   3.2  
383202   Puinbrekerijen en -malerijen:      
383202   - v.c. < 100.000 ton / jaar   100   3.2  
383202   - v.c. >= 100.000 ton / jaar   200   4.1  
383202   Rubberregeneratiebedrijven   300   4.2  
383202   Afvalscheidingsinstallaties   200   4.1  
       
35   PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER      
35   Elektriciteitsproductiebedrijven (elektrisch vermogen >= 50 MWe)      
35   - kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth   700   5.2  
35   - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth   100   3.2  
35   - gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth   100   3.2  
35   - warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth   100   3.2  
35   Bio-energie-installaties elektrisch vermogen < 50 MWe:      
35   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen voedingsindustrie   100   3.2  
35   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   50   3.1  
35   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:      
35   - < 10 MVA   10   1  
35   - 10 - 100 MVA   30   2  
35   - >= 100 MVA   50   3.1  
35   Gasdistributiebedrijven:      
35   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   100   3.2  
35   - gascompressorstations vermogen >= 100 MW   200   4.1  
35   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A   10   1  
35   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C   10   1  
35   - gasontvang- en -verdeelstations, categorie D   50   3.1  
35   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:      
35   - stadsverwarming   50   3.1  
35   - blokverwarming   10   1  
       
36   WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER      
36   Waterwinning-/bereidingbedrijven:      
36   - met chloorgas   1000   5.3  
36   - bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en / of straling   30   2  
36   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:   10   1  
       
41, 42, 43   BOUWNIJVERHEID      
41, 42, 43   Bouwbedrijven / aannemers algemeen      
41, 42, 43   - bouwbedrijven / aannemers algemeen: b.o. > 1.000 m²   30   2  
41, 42, 43   - bouwbedrijven / aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m²   10   1  
432   Bouwinstallatie algemeen   30   2  
4322   Installatie sanitair / centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij   50   3.1  
4321   Elektrotechnische installatie   10   1  
       
45, 47   HANDEL / REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
451, 452, 454   Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   10   1  
451   Groothandel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie)   10   1  
45204   Autoplaatwerkerijen   30   2  
45204   Autobeklederijen   10   1  
45204   Autospuitinrichtingen   50   3.1  
45205   Autowasserijen   10   1  
453   Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   10   1  
       
46   GROOTHANDEL EN OPSLAG      
4621   Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders   30   2  

4621  
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton / uur of meer   100   3.2  
4622   Groothandel in bloemen en planten   10   1  
4623   Groothandel in levende dieren   50   3.1  
4624   Groothandel in huiden, vellen en leder   50   3.1  
46217, 4631   Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen   50   3.1  
4632, 4633   Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën   50   3.1  
4634   Groothandel in dranken   0   1  
4635   Groothandel in tabaksproducten   10   1  
4636   Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk   10   1  
4637   Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen   30   2  
4638, 4639   Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen   10   1  
464, 46733   Groothandel in overige consumentenartikelen   10   1  
46499   Groothandel in vuurwerk en munitie:      
46499   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   10   1  
46499   - munitie   30   2  
46711   Groothandel in vaste brandstoffen:      
46711   - klein, lokaal verzorgingsgebied   50   3.1  
46711   - kolenterminal, opslag oppervlak >= 2.000 m²   500   5.1  
46712   Groothandel in vloeibare brandstoffen:      
46712   - ondergronds, K1/K2/K3-klasse   10   1  
46712   - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³   50   3.1  
46712   - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³   100   3.2  
46712   - bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³   10   1  
46712   - bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³   50   3.1  
46712   - o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³   200   4.1  
46712   - o.c. >= 100.000 m³   500   5.1  
46712   - tot vloeistof verdichte gassen   300   4.2  
46712   Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)):      
46712   - bovengronds, < 2 m³   30   2  
46712   - bovengronds, 2 - 8 m³   50   3.1  
46712   - bovengronds, 8 - 80 m³   100   3.2  
46712   - bovengronds, 80 - 250 m³   300   4.2  
46712   - ondergronds, < 80 m³   50   3.1  
46712   - ondergronds, 80 - 250 m³   200   4.1  
46712   - o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³   200   4.1  
46712   - o.c. >= 100.000 m³   500   5.1  
46712   Gasvormige brandstoffen in gasflessen      
46712   - kleine hoeveelheden < 10 ton   10   1  
46712   - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau   30   2  
46712   - grote hoeveelheden (> 150 ton) en / of laag beschermingsniveau   500   5.1  
46712   Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld   50   3.1  
46713   Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen)   100   3.2  
46721   Groothandel in metaalertsen:      
46721   - opslag oppervlak < 2.000 m²   300   4.2  
46721   - opslag oppervlak >= 2.000 m²   700   5.2  
46722, 46723   Groothandel in metalen en -halffabrikaten   10   1  
4673   Groothandel in hout en bouwmaterialen:      
4673   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   10   1  
4673   - algemeen: b.o. <= 2.000 m²   10   1  
46735   Zand en grind:      
46735   - algemeen: b.o. > 200 m²   30   2  
46735   - algemeen: b.o. <= 200 m²   10   1  
4674   Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
4674   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   10   1  
4674   - algemeen: b.o. <= 2.000 m²   0   1  
46751   Groothandel in chemische producten   100   3.2  
46752   Groothandel in kunstmeststoffen   30   2  
46752   Groothandel in bestrijdingsmiddelen in emballage of in gasflessen      
46752   - kleine hoeveelheden < 10 ton   10   1  
46752   - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau   30   2  
46752   - grote hoeveelheden (>150 ton) en / of laag beschermingsniveau   500   5.1  
4676   Groothandel in overige intermediaire goederen   10   1  
4677   Autosloperijen: b.o. > 1.000 m²   30   2  
4677   - autosloperijen: b.o. <= 1.000 m²   10   1  
4677   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m²   30   2  
4677   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m²   10   1  
466   Groothandel in machines en apparaten:      
466   - machines voor de bouwnijverheid   10   1  
466   - overige   10   1  
466   - overig met oppervlak <= 2.000 m²   10   1  
466, 469   Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)   0   1  
       
47   REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN      
4791   Postorderbedrijven   0   1  
952   Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen)   10   1  
       
49   VERVOER OVER LAND      
493   Taxibedrijven   0   1  
493   Touringcarbedrijven   10   1  
494   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m²   30   2  
494   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1.000 m²   30   2  
       
52   DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER      
522   Loswal   30   2  
52241   Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van zeeschepen:      
52241   - containers   100   3.2  
52241   - stukgoederen   100   3.2  
52241   - ertsen, mineralen en dergelijke, opslagoppervlak >= 2.000 m²   700   5.2  
52241   - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 ton / uur   500   5.1  
52241   - steenkool, opslagoppervlak >= 2.000 m²   700   5.2  
52241   - olie, lpg, en dergelijke   1000   5.3  
52241   - tankercleaning   300   4.2  
52242   Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van binnenvaart:      
52242   - containers   50   3.1  
52242   - tankercleaning   300   4.2  
52242   - stukgoederen   50   3.1  
52242   - ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlak < 2.000 m²   200   4.1  
52242   - ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlak >= 2.000 m²   700   5.2  
52242   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 ton / uur   300   4.2  
52242   - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 ton / uur   500   5.1  
52242   - steenkool, opslagoppervlak < 2.000 m²   300   4.2  
52242   - steenkool, opslagoppervlak >= 2.000 m²   500   5.1  
52242   - olie, lpg, en dergelijke   700   5.2  
52102, 52109   Distributie, pak- en koelhuizen   50   3.1  
52109   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   10   1  
5221   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   30   2  
       
53   POST EN TELECOMMUNICATIE      
531, 532   Post- en koeriersdiensten   0   1  
61   Telecommunicatiebedrijven   0   1  
       
77   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
7711   Personenautoverhuurbedrijven   10   1  
7712, 7739   Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)   10   1  
773   Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   10   1  
7733   Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers   10   1  
       
62   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
62   Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines   0   1  
58, 63   Datacentra   0   1  
       
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
812   Reinigingsbedrijven voor gebouwen   50   3.1  
74203   Foto- en filmontwikkelcentrales   10   1  
82991   Veilingen voor landbouw- en visserijproducten   50   3.1  
82992   Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke   0   1  
       
37, 38, 39   MILIEUDIENSTVERLENING      
3700   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:      
3700   - < 100.000 i.e.   200   4.1  
3700   - 100.000 - 300.000 i.e.   300   4.2  
3700   - >= 300.000 i.e.   500   5.1  
3700   Rioolgemalen   30   2  
381   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke   50   3.1  
381   Gemeentewerven (afvalinzameldepots)   30   2  
381   Vuiloverslagstations   200   4.1  
382   Afvalverwerkingsbedrijven:      
382   - mestverwerking / korrelfabrieken   500   5.1  
382   - kabelbranderijen   100   3.2  
382   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   50   3.1  
382   - oplosmiddelterugwinning   100   3.2  
382   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   300   4.2  
382   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   30   2  
382   Vuilstortplaatsen   300   4.2  
382   Composteerbedrijven:      
382   - niet-belucht v.c. < 5.000 ton / jaar   300   4.2  
382   - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton / jaar   700   5.2  
382   - belucht v.c. < 20.000 ton / jaar   100   3.2  
382   - belucht v.c. > 20.000 ton / jaar   200   4.1  
382   - gft in gesloten gebouw   200   4.1  
       
59   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
591, 592, 601, 602   Studio's (film, TV, radio, geluid)   10   1  
       
96   OVERIGE DIENSTVERLENING      
96011   Wasserijen en linnenverhuur   30   2  
96011   Tapijtreinigingsbedrijven   30   2  
96012   Chemische wasserijen en ververijen   30   2  
96013   Wasverzendinrichtingen   30   2  

Verklaring gebruikte afkortingen

- : niet van toepassing / niet relevant   o.c. : opslagcapaciteit  
< : kleiner dan   p.c. : productiecapaciteit  
> : groter dan   p.o. : productieoppervlak  
= : gelijk aan   b.o. : bedrijfsoppervlak  
cat. : categorie   v.c. : verwerkingscapaciteit  
e.d. : en dergelijke   u : uur  
i.e. : inwonereenheden   d : dag  
kl. : klasse   w : week  
n.e.g. : niet elders genoemd   j : jaar  

Bijlage 4 Nadere toelichting Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein'

De Staat van milieubelastende activiteiten is ontleend aan bijlage 1 van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (Sdu Uitgevers BV, 2009). Bijlage 1 omvat de milieubelastende activiteiten met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bij die activiteiten is rekening gehouden met de normaliter bij deze activiteiten voorkomende opslagen en installaties.

Richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar

De Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' wordt gehanteerd om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten op een gezoneerd industrieterrein te regelen. Het milieuaspect geluid is niet in de milieuzonering opgenomen, omdat geluid, vanwege de status als gezoneerd industrieterrein, is gereguleerd via de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer (onder andere met behulp van een zonebeheermodel en de omgevingsvergunning milieu).

Per milieubelastende activiteit zijn voor elk van de aspecten geur, stof en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen de activiteit en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van de milieubelastende activiteit en anderzijds de gevel van een woning. Uit de drie verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de drie. In de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' wordt de grootste afstand genoemd.

Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- of activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor gemengde gebieden gelden kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Bedrijfswoningen op een bedrijventerrein zijn in het algemeen minder milieugevoelig dan de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied.

Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.

Categorie

De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de richtafstanden voor geur, stof en gevaar. De milieucategorie is vermeld in de kolom 'categorie'. De Standaard onderscheidt tien mogelijke milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor de omgevingstype rustige woonwijk per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden:

Milieucategorie   1   2   3.1   3.2   4.1   4.2   5.1   5.2   5.3   6  
Richtafstand   10   30   50   100   200   300   500   700   1.000   1.500  

Bestemmingsplantoetsing

De in dit bestemmingsplan opgenomen standaard Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' komt in verregaande mate overeen met de voorbeeld Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen uit de VNG-publicatie. Conform de aanbevelingen van de VNG-publicatie is de Staat aangepast aan de specifieke kenmerken van dit bestemmingsplan. Dit betekent dat activiteiten die niet passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van het bestemmingsplan niet zijn opgenomen. Dit geldt ook voor activiteiten die vanuit planologische overwegingen niet gewenst zijn op een bedrijventerrein.

Het milieuaspect geluid is niet in de Staat van milieuactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' opgenomen. Het aspect geluid wordt op een gezoneerd industrieterrein via de Wet geluidhinder gereguleerd. De milieuzonering via de Staat van milieuactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' heeft om deze reden geen betrekking op het aspect geluid. Hiermee wordt een dubbele regeling via zowel de Wet ruimtelijke ordening als de Wet geluidhinder voorkomen. Tevens wordt enerzijds voorkomen dat de milieuzonering met richtafstanden onnodige geluidsbeperkingen opleveren ten opzichte van de specifieke geluidsmogelijkheden die de Wet geluidhinder voor het industrieterrein biedt. Anderzijds wordt voorkomen dat de te hanteren richtafstanden voor andere milieuaspecten in de verdrukking komen wanneer in de milieuzonering zo veel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de geluidsmogelijkheden conform de Wet geluidhinder.

De opsomming in de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' wil niet zeggen dat alle daarin voorkomende activiteiten ook gerekend moeten worden tot milieubelastende activiteiten in de zin van dit bestemmingsplan. Daarmee is deze systematiek toepasbaar op iedere bestemming waarin functies voorkomen die milieubelastend kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten.

Voor een juiste toepassing van deze lijst is het van belang dat eerst wordt bepaald of een bepaalde activiteit passend is binnen de het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik. Daarna volgt een tweede toets aan de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein', in welke mate belast de passende milieubelastende activiteit de milieugevoelige activiteit (het wonen). Dit betreft een dubbele toetsing met cumulatieve voorwaarden.

Voor activiteiten die een zwaardere milieubelasting kennen dan de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie, maar waarvan de functie wel overeenkomst met het bestemmingsplan, is in sommige gevallen een binnenplanse afwijking mogelijk. Dit betreft activiteiten die op grond van de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' weliswaar worden ingedeeld in een hogere categorie dan is toegelaten, maar in de praktijk een milieubelasting hebben die valt binnen de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie. In dergelijke gevallen zal aan de hand van onderzoeken aangetoond moeten worden dat de milieufactor die bepalend is voor de indeling in een categorie voor deze specifieke activiteit naar beneden kan worden bijgesteld.

Bijlage 5 Inventarisatie van bedrijfswoningen

De in het plangebied aanwezige bedrijfswoningen zijn allen op de verbeelding aangeduid met de aanduiding 'bedrijfswoning'. In de navolgende tabel is per bedrijfswoning aangegeven bij welk bedrijf(sperceel) deze behoort. Afsplitsing van de bedrijfswoning van het bedrijf(sperceel) is niet toegelaten.

Adres   Adres bijbehorend bedrijf  
Admiraal Lucashof 12 (verdieping)   Admiraal Lucashof 12 (begane grond)  
Admiraal Lucashof 15 (verdieping)   Admiraal Lucashof 15 (begane grond)  
Admiraal Lucashof 16 (verdieping)   Admiraal Lucashof 16 (begane grond)  
Jan Evertsenweg 20   Jan Evertsenweg 18  
Jan Evertsenweg 28 (verdieping)   Jan Evertsenweg 28 (begane grond  
Jan Evertsenweg 30 (verdieping)   Jan Evertsenweg 30 (begane grond)  
Jan Evertsenweg 32 (verdieping   Jan Evertsenweg 32 (begane grond)  
Jan Evertsenweg 34   Jan Evertsenweg 36  
Karel Doormanweg 37   Karel Doormanweg 39