direct naar inhoud van Artikel 7 Woongebied
Plan: De Waterkanten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.bpdorpwaterkanten-vax1

Artikel 7 Woongebied

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen inclusief woonzorgcomplex;
  • b. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. maatschappelijke voorzieningen zoals facilitaire voorzieningen op gebied van zorg, comfort en veiligheid;
  • d. wegen, straten, paden en verblijfsgebieden;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'haven', tevens een sloepenhaven en de uitoefening van watersport, inclusief de daarbij behorende voorzieningen, zoals verhardingen, steigers, ontsluitingswegen, aanlegplaatsen en terreinafscheidingen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'water', tevens een waterpartij, watergang en/of overkluizing;
  • i. overige bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals tuinen en erven, boven- en ondergrondse parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, verblijfs- en speelvoorzieningen.
7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. de gebouwen moeten worden geplaatst binnen het bouwvlak, met uitzondering van die - gedeelten van - gebouwen die gelijk aan of beneden afgewerkt maaiveld zijn gelegen welke binnen het bestemmingsvlak het bouwvlak mogen overschrijden;
  • b. in afwijking van sub a zijn ter plaatse van de aanduiding 'haven' gebouwen en overkappingen toegestaan met een oppervlakte van in totaal ten hoogste 75 m2 en een goothoogte van ten hoogste 6 m;
  • c. de goothoogte bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte voor het desbetreffende bouwvlak;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte van het desbetreffende bouwvlak;
  • e. de goot- respectievelijk bouwhoogte bedragen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en respectievelijk bouwhoogte van het desbetreffende bouwvlak;
  • f. het hoofdgebouw wordt op ten minste 2 m afstand van de zijdelingse perceelsgrenzen gebouwd;
  • g. voor dakkapellen geldt het volgende:
    • 1. niet hoger dan 1,75 m gemeten vanaf de voet van de dakkapel;
    • 2. de onderzijde meer dan 0,5 en minder dan 1 m boven de dakvoet;
    • 3. de bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok;
    • 4. zijkanten meer dan 0,5 m van zijkanten van het dakvlak;
  • h. uitsluitend grondgebonden woningen kunnen worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' tevens gestapelde woningen zijn toegestaan;
  • i. woningen of andere gebouwen waarvoor een hogere waarde voor de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer in de zin van de Wet geluidhinder is vastgesteld, moeten voldoen aan:
    • 1. het gestelde in het betreffende hogere waarde besluit, en;
    • 2. de deelnota hogere waarden van het geluidsbeleid, gemeente Lisse (juni 2008), paragraaf 5.3.4 "aanvullende eisen hogere waarde nieuwbouw" dan wel paragraaf 5.4 "aanvullende eisen bijzondere gevallen".
7.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1 m achter de voorgevellijn gebouwd;
  • b. de totale oppervlakte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het bouwperceel;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' bedraagt de totale oppervlakte van erfbebouwing ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage vermeerderd met maximaal 200 m2;
  • d. voor erfbebouwing binnen een afstand van 2,5 m van het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
    • 1. de goothoogte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m;
    • 2. de bouwhoogte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste 5 m;
  • e. op erfbebouwing ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' is het bepaalde onder 1 en 2 van sub d van toepassing;
  • f. voor erfbebouwing op een afstand van meer dan 2,5 m van het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
    • 1. de afdekking vindt plaats met een plat dak of een lessenaarsdak;
    • 2. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevellijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bouwwerken en de toepassing van stedenbouwkundige accenten en kappen bij hoofdgebouwen en bijgebouwen ten behoeve van de:

  • a. de stedelijke en ruimtelijke kwaliteit;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Omgevingsvergunning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 7.2.1 en kan worden toegestaan dat:
    • 1. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens wordt verminderd tot 0 m;
  • b. 7.2.2 en kan worden toegestaan dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw wordt vergroot tot niet meer dan 100 m2, met dien verstande dat het de oppervlakte van het hoofdgebouw niet te boven mag gaan.
7.4.2 Afwegingskader

Een in 7.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid.
7.5 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan huis verbonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning;
  • b. de uit te oefenen functie van erfbebouwing zoals bedoeld in 7.2.2 strekt ten dienste van de woonfunctie, inclusief het onder a bedoelde gebruik;
  • c. het is niet toegestaan om bijgebouwen te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woning of woonruimte, tenzij sprake is van een woonzorgcomplex.