Plan: | Olivier van Noortstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0534.wpovannoortstraat-VA01 |
het wijzigingsplan Olivier van Noortstraat met identificatienummer NL.IMRO.0534.wpovannoortstraat-VA01 gemeente van de gemeente Hillegom.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, ontwerptechnisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch of daarmee naar de aard gelijk te stellen gebied, dat ondergeschikt aan de woonfunctie kan plaatsvinden.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorgevelrooilijn, van het hoofdgebouw.
de van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
een aanbouw, uitbouw of bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten.
de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten.
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken.
de totale oppervlakte van alle bouwlagen van gebouwen met inbegrip van daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
de eerste bouwlaag van een gebouw.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, met een dak en ondergeschikt aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond. Hieronder wordt niet begrepen:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een op een schuin dakvlak uitgebouwde uitstulping met een eigen dak, met dien verstande dat de onderzijde van de dakkapel ten minste 0,5 m boven de dakvoet is gelegen.
hoogste punt van een schuin dak.
de ophoging van de goothoogte en/of bouwhoogte en/of de dakhelling.
het laagste punt van een schuin dak.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
zie achtererfgebied en voorerfgebied.
uitbouw in één bouwlaag aan de voor- en/of zijgevel van een woning die ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak op het gebied van sport, muziek, kunst, hobby, tuin, vrije tijd en sociaal-cultureel vlak.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
bouwgrens waarin de voorgevel van het hoofdgebouw dient te worden opgericht, danwel waar de voorgevel van het hoofdgebouw op georiënteerd dient te zijn.
aan één zijde aangebouwd.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf, dat in zijn algemeenheid is gericht op het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie en/of het verstrekken van nachtverblijf als hoofdzaak. In deze regels wordt de volgende indeling in categorieën aangehouden:
zelfstandige bewoning door een persoon of een groep van personen, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
een dragende bouwconstructie in, op of over een weg, spoorlijn of watergang, waaronder begrepen zijn viaducten, bruggen, tunnels alsmede hiermee vergelijkbare bouwwerken. Vliesconstructies en duikers daaronder niet begrepen. Niet te verwarren met voorwerp van beeldende kunst.
de binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek.
zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak en op vrijwillige basis.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, elektrische oplaadpunten, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie al dan niet ondergronds.
een buiten de gevel of dakvlak uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak.
een bijbehorend bouwwerk, geen gebouw zijnde, losstaand of aangebouwd aan het hoofdgebouw voor het stallen van voertuigen of goederen en/of schuilen van personen tegen weersomstandigheden.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
een document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een Programma van Eisen behoeft altijd goedkeuring door het college van burgemeester en wethouders.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.
een inrichting bestemd voor het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard. Onder seks- en of pornobedrijf wordt mede begrepen:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zijn bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
bouwwerken, zoals:
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de grens van een bouwvlak aan de zijde(n) vanwaar een gebouw of ander bouwwerk hoofdzakelijk toegankelijk is en/of aan de zijde(n) die op openbaar gebied georiënteerd is (zijn), al dan niet aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn'.
de snijlijn van de voorgevel van een woning of hoofdgebouw en het grondvlak waarop de woning of het hoofdgebouw zich bevindt alsmede de verlengde (denkbeeldige doorgetrokken lijn) ervan binnen het bouwperceel.
het product van creatieve menselijke uitingen die een duurzaam, optisch waarneembaar object voortbrengt en onafhankelijk van zijn schepper voort bestaat, bijvoorbeeld een beeldhouwwerk; niet te verwarren met kunstwerk.
een hoofdgebouw dat opgericht is op een bouwperceel waarvan de bestemming wonen van kracht is en dat bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder a sub 3 voor het bouwen van voorwerpen van beeldende kunst waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 m.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken op het voorerfgebied gelden in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2 de volgende regels:
Voor het bouwen van dakkapellen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van dakopbouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder h en toestaan dat de afstand van een vrijstaande woning tot de zijdelingse perceelgrens minder is dan 3 m.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder f sub 1 en toestaan dat er nog een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag worden gebouwd tussen 12,5 m en 15 m onder de voorwaarden, dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder k en toestaan dat er een kap mag worden gebouwd onder de voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.4 onder a en toestaan dat er een tweede dakkapel wordt gebouwd onder de voorwaarden dat:
Het gebruik van de gronden conform het bepaalde in artikel 5 is alleen dan toegestaan indien:
Rijwoning | 1,7 parkeerplaats per woning |
Twee-onder-een-kap (halfvrijstaand) woning | 1,8 parkeerplaats per woning |
met dien verstande dat er ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – twee parkeerplaatsen' 2 parkeerplaatsen op eigen erf worden gerealiseerd en ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – een parkeerplaats', 1 parkeerplaats op eigen erf wordt gerealiseerd.
Bij de realisatie van de hoofdgebouwen als bedoeld in artikel 5.2.1 mag de geluidsbelasting op de gevels van de woningen als gevolg van de aanwezige geluidsbronnen van de KPN centrale aan de Olivier van Noortstraat te Hillegom (beschreven in het “Akoestisch onderzoek industrielawaai” van Agel van 26 maart 2015, projectnummer 201303180, bijlage 5 bij de toelichting) niet meer bedragen dan de in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer opgenomen algemene geluidsgrenswaarden.
Te realiseren woningen in de bouwvlakken 1, 2 en 3, die in het akoestisch onderzoek van Agel van 26 maart 2015, projectnummer 20130318 (zie bijlage 5 Akoestisch onderzoek industrielawaai), in figuur 4.1. zijn aangeduid mogen in gebruik genomen worden indien de geluidsbelasting op de gevels als gevolg van de hiervoor genoemde geluidsbronnen voldoet aan de in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer opgenomen algemene geluidsgrenswaarden.
Is de geluidsbelasting op één of meerdere gevels van de te realiseren woningen hoger dan de in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer opgenomen algemene geluidsgrenswaarden dan mogen de woningen waar de algemene geluidsgrenswaarden bedoeld in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer overschreden worden pas in gebruik genomen worden nadat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 5.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen een woning en bijbehorende bouwwerken voor bedrijf aan huis als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en 5.2 en toe te staan dat een deel van de woning of bijbehorend bouwwerk bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning) wordt gebruikt, met dien verstande, dat:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de hierna onder 6.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen, dan wel te laten uitvoeren die dieper reiken dan 1 m beneden maaiveld en die tevens een (totale) terreinoppervlakte groter dan 500 m² beslaan.
Het vergunningvereiste betreft de volgende werken, dan wel werkzaamheden:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, dient bij het indienen van de aanvraag een archeologisch rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag, in voldoende mate is vastgesteld.
De werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.2 zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze werken of werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de desbetreffende gronden.
Het verbod zoals bedoeld in lid 6.3.1 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 6.3.6 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Het is verboden de gronden en/of bouwwerken zoals bedoeld in hoofdstuk 2 te gebruiken ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van woningsplitsing, mits:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan 'Olivier van Noortstraat'.
Aldus vastgesteld in de vergadering van | ||||||||
……………………… | ||||||||
De burgemeester, | De secretaris, | |||||||
………. | ……… | |||||||