direct naar inhoud van 8.1 Artikel 3.1.1 Bro-overleg
Plan: Zeeheldenkwartier 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0227EZeeheldenkw-50VA

8.1 Artikel 3.1.1 Bro-overleg

Het voorontwerp is in kader van het over ex artikel 1.3.1. Bro op 31 mei 2010 gezonden aan:

  • 1. Provincie Zuid Holland, Directie Ruimte en Mobiliteit
  • 2. Politie Haaglanden
  • 3. Brandweer Den Haag, Afdeling VRH
  • 4. VROM Inspectie Regio Zuid-West
  • 5. Rijkswaterstaat, Dienst Zuid-Holland
  • 6. Duinwaterbedrijf Zuid-Holland
  • 7. Hoogheemraadschap van Delfland, Sector Beleid en Onderzoek
  • 8. HTM Infra
  • 9. Fietsersbond enfb
  • 10. Kamer van Koophandel Haaglanden
  • 11. Koninklijke Horeca Nederland
  • 12. Haags Monumentenplatform
  • 13. Stedin B.V.
  • 14. Tennet BV
  • 15. NV Nederlandse Gasunie
  • 16. Stichting BOOG
  • 17. Stichting Haagse Gracht
  • 18. Stadsgewest Haaglanden
  • 19. Stad en Milieu Haags Milieucentrum
  • 20. Stichting Vrienden van Den Haag
  • 21. Stichting Bewonersorganisatie “De Groene Eland”
  • 22. Stichting Wijkoverleg Zorgvliet
  • 23. Woonstichting Haag Wonen
  • 24. Ondernemersvereniging De Zeehelden
  • 25. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Van de onder nummers 1, 3, 4, 10, 12, 13, 14, 15 en 24 genoemde instanties zijn de hieronder vermelde reacties ontvangen. De overige instanties hebben (nog) niet gereageerd.

1. Provincie Zuid-Holland, Directie Ruimte en Mobiliteit

“Ik heb kennis genomen van het bovengenoemde voorontwerp bestemmingsplan. Het plan geeft aanleiding tot de volgende reactie.

Het provinciale beoordelingskader is per 1 juli 2008 vormgegeven in interim-beleid, bestaande uit de streekplannen en de nota Regels voor Ruimte. Het plan is op een enkel punt niet conform dit beleid.

Archeologie

Ik ga er van uit dat artikel 18, waarde archeologie, wordt aangevuld met een aanlegvergunning, omdat de discussie rond het archeologiebeleid in Den Haag inmiddels geresulteerd heeft in het opnemen van een aanlegvergunningenstelsel voor de diverse plannen.

Conclusie

Het plan houdt op bovengenoemd punt onvoldoende rekening met het provinciaal belang.

Ik verzoek u daarom het plan aan te passen.

Overgangsrecht toepassing artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

Op 26 juni 2008 hebben Gedeputeerde Staten u ter gelegenheid van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening een brief gestuurd waarin nader is ingegaan op de rol van de provincie onder de nieuwe wet. Daarin is ook aangegeven dat u, gelet op het overgangsrecht, voor verzoeken om vrijstelling ex artikel 19 WRO (oud) die bij u zijn ingediend voor 1juli 2008 nog gebruik kunt maken van de mogelijkheden voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO (oud) die GS bij hun besluit van 9 oktober 2007 daartoe hebben geboden. Met het oog daarop bericht ik u dat u, indien u over dergelijke verzoeken beschikt, vrijstelling kunt verlenen voor de planonderdelen waarover geen opmerkingen zijn gemaakt, voor zover die onderdelen ook de instemming hebben van de Inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening.

Dit is een gecoördineerde reactie van alle betrokken directies van de provincie.”

Reactie van de gemeente:

In het bestemmingsplan wordt binnen de regels voor de dubbelbestemming Waarde – Archeologie een omgevingsvergunningstelsel opgenomen. hiermee is het bestemmingsplan in lijn met de Provinciale Verordening Ruimte van 2 juli 2010. Voor het overige wordt de brief voor kennisgeving aangenomen.

3. Brandweer Den Haag, Afdeling VRH

“Naar aanleiding van uw verzoek d.d. 31 mei 2010 jl. om een advies uit te brengen in het kader van externe veiligheid over het voorontwerp bestemmingsplan Zeeheldenkwartier 2010, te Den Haag, kan ik het volgende berichten.

In het kader van fysieke en externe veiligheid is op 10 juni 2009 een advies geschreven (kenmerk HRH 2009/1029/AvdH) op basis van het eerdere bestemmingsplan voor dit plangebied (2009). Belangrijkste constatering was de aanwezigheid van het bedrijf Artrade D.S.S., waar onder andere kruit en munitie wordt opgeslagen. Vanwege de aanwezigheid van kwetsbare objecten (o.a. verzorgingstehuis) in de directe omgeving van dit bedrijf zijn maatregelen geadviseerd. Naar aanleiding van dat advies is er overleg geweest tussen de Juridische Zaken DSO, DSB afd. vergunningverlening en de regionale brandweer. Daarna is door de Dienst Stadsbeheer een traject in gang gezet om de milieuvergunning te toetsen en aanvullend onderzoek te laten uitvoeren. De laatste informatie die mij bekend is, dateert van februari 2010 en gaf aan dat dit traject nog niet is afgerond.

In het nu voorliggende bestemmingsplan wordt in de paragraaf over externe veiligheid aangegeven dat er nog een onderzoek gaande is. Voor de risicoanalyse en het opstellen van een nieuw advies is het van belang om de uitkomst van het onderzoek te ontvangen. In het nieuwe advies worden, naast een risicoanalyse, de maatregelen beschreven die van invloed kunnen zijn op de beheersbaarheid, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid van een incident in dit plangebied.

Graag ontvang ik van u de uitkomsten van het onderzoek. Na ontvangst van de gegevens verwacht ik het advies over het nieuwe bestemmingsplan binnen 4 weken te hebben afgerond.

Mochten er vragen zijn naar aanleiding van bovenstaande dan wordt u verzocht contact op te nemen met mevrouw I.L. Rijnhart (070-3539825 of 06-27083049).

Reactie van de gemeente:

De uitkomsten van het onderzoek dat de Dienst Stadsbeheer (DSB) laat uitvoeren, zullen zo spoedig mogelijk worden toegezonden.

4. VROM-Inspectie Regio Zuid-West

“Op 2 juni 2010 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerp bestemmingsplan “Zeeheldenkwartier”.

In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, - projectbesluiten en -structuurvisies richting gemeenten.

Het bovengenoemde plan geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen gelet op de nationale belangen zoals die zijn verwoord in de RNRB. Het nummer achter het nationaal belang verwijst naar het nummer in de RNRB.

Nationaal belang 09: Milieukwaliteit en externe veiligheid

Externe veiligheid

Uit de toelichting blijkt dat zich in de Zoutmanstraat een wapenhandel bevindt met een opslag voor kruit en munitie waarvoor veiligheidsafstanden in acht genomen dienen te worden ten opzichte van kwetsbare bestemmingen. Uit de informatie in de Provinciale Risicokaart, welke door u in juli 2009 is ingevoerd, blijkt dat rond deze opslag een Plaatsgebonden Risicocontour van 62 meter aangehouden dient te worden. De wapenhandel en de opslag zijn echter op (veel) kortere afstand gelegen van de naastgelegen woonbebouwing. Hierdoor is sprake van een saneringssituatie.

Uit de toelichting blijkt dat u deze situatie nader onderzoekt. Uit navraag bij de behandelende ambtenaar blijkt dat hierover nog geen uitsluitsel te geven is. Hierdoor is mijn vooroverlegreactie niet binnen de door u aangegeven inzage termijn voor het voorontwerp bestemmingsplan ingediend. Ik verzoek u de resultaten hiervan op te nemen in het ontwerpbestemmingsplan en indien nog steeds sprake is van een saneringssituatie aan te geven hoe u deze saneringssituatie denkt te beëindigen. Verder bevindt zich op het Prins Hendrikplein een gasdrukmeetregelstation, waarbij een veiligheidsafstand ten opzichte van kwetsbare bestemmingen aangehouden dient te worden. Ondanks de groenbestemming bevinden zich binnen deze afstand regelmatig grote groepen mensen, o.a. in de vorm van een terras/horecagelegenheid en wordt het plein regelmatig als festivalterrein gebruikt. Ik verzoek u aan te geven hoe u in deze situatie de veiligheid van deze activiteiten kunt garanderen.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de contactpersoon die in het briefhoofd is vermeld. Ik vertrouw erop dat u de opmerkingen op een adequate wijze zult verwerken in het bestemmingsplan.”

Reactie van de gemeente:

Ter plaatse van het gasdrukmeetregelstation op het Prins Hendrikplein zal de Plaatsgebonden Risicocontour op de plankaart worden aangegeven. Let op: op de risicokaart Zuid Holland staat het station niet op de juiste plaats ingetekend. Artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen is niet van toepassing: Het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier legt slechts de bestaande situatie vast, nieuwe ontwikkelingen op grond waarvan de bouw of vestiging van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten wordt toegelaten, worden niet mogelijk gemaakt, een verantwoording van het groepsrisico kan o.i. derhalve achterwege blijven.

De op de risicokaart van de provincie Zuid Holland opgenomen contouren van Artrade zijn per 3 september 2010 verwijderd omdat ze een onjuist beeld gaven van het plaatsgebonden risico. Naar de externe veiligheid van de wapenhandel in de Zoutmanstraat zal een onderzoek gedaan worden om de Plaatsgebonden Risicocontour te bepalen. Deze zal te zijner tijd worden opgenomen op de provinciale risicokaart.

10. Kamer van Koophandel Den Haag

Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier, ons toegezonden in het kader van het artikel 3.1.1. Bro-overleg.

Wij hebben met voldoening geconstateerd dat u -binnen de beperkingen, die een oud woongebied nu eenmaal met zich meebrengt- het bedrijfsleven voldoende mogelijkheden biedt om te kunnen functioneren.

Met de dubbelfunctie, die u voor een aantal kantoorlocaties voortelt, kunnen wij eveneens instemmen.

Reactie van de gemeente:

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

12. Haags Monumentenplatform

I. Het bestemmingsplan heeft in de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) een centrale positie waar het gemeentelijke overheid, burgerij en direct betrokkenen bindt waar het de ontwikkelingen en het beheer in het gebied betreft.

Voor beschermde stads- en dorpsgezichten moet een bestemmingsplan een transparant, bindend beheerkader scheppen dat de waarden beschermt die tot de aanwijzing hebben geleid. Het bestemmingsplan is een uniek publiekrechtelijk middel dat eigenaren kan motiveren hun vastgoed te onderhouden en gebruikers kan motiveren hun bijdrage aan de buurt te leveren: het levert over en weer rechtszekerheid.

Zoals aangegeven in de WRO is het mogelijk in een bestemmingsplan desgewenst te regisseren: gewenste ontwikkelingen kunnen worden opgenomen in bestemmingsregels of bouwregels zodat de gewenste ontwikkelingen sneller op gang komen. Dit is met name van belang bij herstructureringswijken, waar bebouwing en bestemmingen gewijzigd gaan worden. In beschermde gezichten, waar beheer en onderhoud voorop staan, komt dit van pas wanneer ongewenste gaten in de straatwand zijn gevallen: door er het bouwrecht van een huis te vestigen kan er op termijn zonder veel procedures daadwerkelijk een huis komen.

Reactie van de gemeente:

Deze algemene beschouwing voor kennisgeving aangenomen.

II. Essentiële kritiek op het nu voorliggende ontwerp-bestemmingsplan is dat het als beheerscenario wordt gebracht, maar in zijn juridische uitvoering - door bouwrechten te vestigen voor grotere bouwvolumes - een ontwikkelingsscenario's vormt. En dat is in strijd met de Monumentenwet en het Provinciaal Beleid, maar ook met de Structuurvisie 2020, omdat het hier helemaal geen herstructureringsgebied betreft. Hiermee biedt het belanghebbenden geen andere zekerheid en bescherming dan de waan van de dag. Dit is overigens formeel in strijd met provinciaal cultureel beleid als vastgelegd in de nota Regels voor Ruimte die verwijst naar de Handreiking Cultuur Historische Hoofdstructuur Zuid Holland (CHS). Het gaat bovendien voorbij aan de rijke traditie die de gemeente heeft opgebouwd in opbouw, structuur en instrumentarium van de bestemmingsplannen voor beschermde stadsgezichten vanaf het bestemmingsplan van Stolkpark. Gevelwandregelingen, kappenplannen, individuele bestemmingsregelingen per pand, deelkaarten voor vrijstellingsregelingen, binnen DSO is alle know how en traditie aanwezig om dit goed te doen.

Bij bestemmingsplannen die stadsgezichten moeten beschermen en beheermaatregelen moeten aangeven kunnen onnauwkeurigheden in bouwregels en bestemmingen fataal uitpakken. Het advies van Welstandscommissie en RACM waar nu naar verwezen wordt, is geen veilige dam tegen de in dit ontwerp-bestemmingsplan vastgelegde bouwrechten en -regels.

Reactie van de gemeente:

B&W achten het onwenselijk om met de vaststelling van een beschermend bestemmingsplan voor een beschermd stadsgezicht een “bevriezing” van stads- en dorpsgezichten na te streven. Uiteraard richt de bescherming van het bestemmingsplan zich op de waarden zoals die in de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht zijn opgenomen. In het geval van het rijksbeschermde stadsgezicht Willemspark (voor dit bestemmingsplan grofweg van toepassing ten oosten van de Bilderdijkstraat en de Trompstraat) betreft dat hoofdzakelijk de historisch ruimtelijke structuur, dat wil zeggen: het historisch patroon van straten, stegen, open ruimten en waterlopen, in samenhang met de schaal van de bebouwing ter plaatse. Het doel van de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht is de karakteristieke met historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied te onderkennen als zwaarwegend belang bij de verdere ontwikkelingen binnen het gebied. In het geval van het rijksbeschermde stadsgezicht Duinoord (voor dit bestemmingsplan grofweg van toepassing voor de bebouwing langs de Laan van Meerdervoort van de Carnegielaan tot de Waldeck Pyrmontkade) betreft het goede bewaarde straatwanden in het kromlijnig stratenpatroon en het karakter van deze bijzondere laat 19e en vroeg 20e-eeuwse wijk. In de aanwijzingsbesluiten is dit nader beschreven. De hierin opgenomen waarden zijn in het bestemmingsplan vertaald. Op de plankaart en in de regels is aanvullend nog een dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie opgenomen. Op gronden waarop deze dubbelbestemming van toepassing is, mag slechts worden gebouwd met inachtneming van de cultuurhistorische waarden. Hiermee is voldaan aan de verplichting om een beschermend bestemmingsplan conform het aanwijzingsbesluit op te stellen.

III. Door al het sectorale beleid als beleidskaders op te nemen wordt de verwachting gewekt, dat beleid uiteindelijk per buurt geconcretiseerd en ingevuld wordt. Dit is hier helaas niet het geval. Met name waar het parkeren, luchtkwaliteit, speel- en sportruimte voor kinderen, groen en tuinen betreft maakt het ontwerp-bestemmingsplan duidelijk dat er nu te weinig of geen gemeentelijke plannen lopen om het voorzieningenniveau in dit binnenstedelijk gebied op eigentijds peil te brengen. Met andere woorden: er valt niets of weinig van de gemeente te verwachten alle ambitieuze beleidsnota's ten spijt. Constateringen dat in de wijk nauwelijks of geen openbaar groen bestaat gaan hand in hand met beleidsmaatregelen en bouwregels die verdere verharding van tuinen en binnengebieden ten behoeve van bijvoorbeeld parkeren stimuleren. De droge constatering dat er geen mogelijkheid is nog meer parkeerfuncties op te nemen, gaat hand in hand met de beleidsvoornemens dat woningen verder gesplitst moeten worden en voor de appartementenmarkt gebouwd moet worden, zodat ook het parkeertekort nog verder groeit.

Reactie van de gemeente:

Het sectoraal beleid in hoofdstuk 3 van de toelichting is opgenomen om aan te geven dat het bepaalde in het bestemmingsplan geen afbreuk doet aan het genoemde sectorale beleid.

IV. Niet alle overheidsbeleid is gelijkelijk opgenomen in dit ontwerp bestemmingsplan. Ernstig gekortwiekt en zónder enige culturele paragraaf komt het provinciaal beleid er karig én onvolledig af in dit ontwerp-bestemmingsplan Zeeheldenkwartier. Gezien het provinciaal beleid ten aanzien van de Cultuur Historische Hoofdstructuur een misser.

Reactie van de gemeente:

Al het provinciaal beleid waarmee een gemeente rekening dient te houden bij het opstellen van een bestemmingsplan is gebundeld in de provinciale Verordening Ruimte. Door de inwerkingtreding van de Verordening op 2 juli jl. geldt de Nota Regels voor Ruimte niet meer. Het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan het gestelde in de provinciale Verordening Ruimte. De tekst over de Nota Regels voor Ruimte is verwijderd.

V. Wat betreft de begrenzingen en hoogtes van de hoofdbebouwing en bijgebouwen bevat de ontwerpplankaart vele onjuistheden. Voor het juridisch vastleggen van (toekomstige) bouwrechten is dit niet aanvaardbaar. Ingeval van dit beschermde stadsgezicht leidt het tot het

juridisch vastleggen van bouwrechten die in de toekomst het voortbestaan van het stadsgezicht kunnen frustreren.

Reactie van de gemeente:

De hoogten zijn bepaald aan de hand van een stereokarteringssysteem. Er is geen reden om aan te nemen dat deze methode niet afdoende is. Mochten er desondanks met betrekking tot de bouwhoogten onjuistheden op de kaart van het ontwerpbestemmingsplan worden aangetroffen, dan worden wij daarvan - met vermelding van het betreffende adres - graag op de hoogte gesteld, zodat de kaart vóór vaststelling door de raad alsnog gecorrigeerd kan worden.

VI. Wat betreft de bebouwingstypologie moet het volgende worden opgemerkt. In beschermd stadsgezicht is niet alleen 'het aanzicht van de straat' beschermd: het gaat behalve om schoonheid ook om ruimtelijke en structurele samenhang en hun cultuurhistorische waarde. Inzicht in de ontwikkeling van de bedrijfspanden, winkelen woonhuistypes staat bij bescherming van stadsgezichten voorop om inhoud hieraan te geven. Er is een plaatselijke karakteristiek te geven van verkaveling, stratenpatroon en bebouwings- en huistypes. De wijk wordt getypeerd door relatief smalle en lange rechte straten met gesloten bouwblokken waarbij veel panden een kapverdieping hebben. Een luchtfoto laat zien dat vrijwel alle historische bebouwing in de wijk over typisch Haagse schildkappen beschikt: vier schuine dakvlakken met een nok. Een typische constructie die tussen 1790 en 1890 algemeen was in de stad. Door deze schildkappen ten onrechte te karakteriseren als 'kapverdiepingen' is er een fataal misverstand geïntroduceerd dat de kappen in de Zeeheldenbuurt vogelvrij verklaart onder het mom van bescherming. De gehele buurt mag de kappen immers wijzigen (bouwrecht ingevolge bestemmingsplan) tot 'kap- of kapverdiepingen'. Waarom geen kappenplan opgenomen, aangevuld met een karakteristiek van maatvoering, uitvoering, hellingshoeken en dekking van de schildkappen.

Reactie van de gemeente:

Onder II. is reeds beschreven hoe de waarden uit de beschermde stadsgezichten in het bestemmingsplan gewaarborgd zijn. Het opnemen van kapprofielen in het bestemmingsplan is bewust niet gedaan. Door op te plankaart alleen een maximale goot- en bouwhoogte op te nemen is gewaarborgd dat er een kap moet worden gerealiseerd. Dit is bewust niet nader gespecificeerd om binnen het profiel van de kapverdieping te kunnen sturen op de precieze verschijningsvorm van de kap. Het sturen op de precieze verschijningsvorm kan plaatsvinden aan de hand van de criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota.

VII. In 19e en 20e eeuwse buurten is altijd sprake van een rijke menging van bedrijven, ambacht, dienstverlening, winkels en woningen. In de bebouwing is dit neergeslagen in winkelpuien, hoekwinkels, gescheiden toegangen, leveranciers-achteringangen en aanbouwen en erven. In de bestemmingsplankaart is weergegeven of zich op dit moment op een zeker adres een bedrijf bevindt. Voor buurten en voor beschermde stadsgezichten is de rijke verscheidenheid in typologie (winkels met achterhuizen, werkplaatsen met bovenwoningen enzovoorts) een belangrijke troef om een rijke verscheidenheid aan economische ontwikkelingen te faciliteren. Door in de plankaart een momentopname vast te leggen, wordt de flexibiliteit van de wijk nodeloos beperkt.

Reactie van de gemeente:

Voor zover er in een pand een niet-woonfunctie aanwezig is, is dat pand voorzien van de bestemming Wonen met een functieaanduiding (gd). De functieaanduiding (gd) staat voor gemengd en houdt in dat de aanwezige functie omgezet mag worden in een aantal andere functies (zie artikel 16, 16.2, sub a). Van inperking van de flexibiliteit van functies is dus geen sprake. Daarnaast is de uitwisseling van functies ook mogelijk gemaakt in de bestemmingen Gemengd-1 tot en met 4.

VIII. De gemeenteraad heeft op 17 november 2005 ingestemd met de Structuurvisie 2020 als toekomstbeeld. De Structuurvisie stelt een kader van ambities. De structuurvisie werkt rechtstreeks door in het gemeentelijk beleid waar het gaat om de bouwhoogte langs doorgaande wegen en groen. In principe kan daar tot minimaal vijf lagen worden gebouwd. Een voorbeeld aan de Waldeck Pyrmontkade maakt duidelijk dat naar de slechtste en niet naar de beste voorbeelden is gekeken in de straatwand. De Waldeck Pyrmontkade/ Koningin Emmakade: afgezien van de voormalige HBS en sommige stadsvernieuwing is de in uitstekende staat verkerende fraaie bebouwing geen vijf lagen maar twee of drie lagen met kap. Wie wil dit weg hebben? Het lijkt erop dat de hele straatwand voor sloop is voorgedragen door er een bouwrecht te vestigen voor 15 meter – vijf lagen – met plat dak. En dat zonder dat Zeeheldenkwartier een herstructureringswijk is – wat de Structuurnota nog vooronderstelt.

Reactie van de gemeente:

De bouwhoogten aan de Waldeck Pyrmontkade zijn in het ontwerpbestemmingsplan aangepast en komen overeen met de huidige bouwhoogten. De bouwhoogten aan de Laan van Meerdervoort wijken niet af van de actuele waarden.

Samenvattend moet worden geconstateerd dat in het ontwerpplan vele onjuistheden zijn te constateren:

* hoogtematen onjuist

* bestemmingen onjuist (winkels en bedrijfspanden gemengd te bestemmen)

* kapvormen en goothoogtes onjuist.

Reactie van de gemeente:

Bovengenoemde punten zijn weerlegd in de passages onder I. t/m VIII.

Hieronder vindt u een opsomming van detailcommentaar per paragraaf.

1.1 Hier had een alinea gewijd moeten worden aan het bestemmingsplan Zeeheldenbuurt 2009.

Reactie van de gemeente:

Het raadsvoorstel voor de vaststelling van het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier 2009 is ingetrokken en wordt daarom niet meer genoemd.

1.3.1 Verordening Kortenbos is al lang niet meer geldig ondanks het feit dat BWT aan de hand hiervan nog graag vergunningen denkt te mogen verlenen. Bestemmingsplan Westeinde e.o. 2009 is van kracht maar er lopen nog procedures bij de Raad van State.

Reactie van de gemeente:

Verordening Kortenbos is inderdaad niet meer van kracht. De aangehaalde passage is aangepast.

2.2.2 Hier had een opmerking over de karakteristieke kroonlijsten en schildkappen gepast, zo typerend voor het straatbeeld. Ook de karakteristieke Haagse houtbouw aan de tuingevels - gestapelde serres, veranda's en balkons in wit vaak rijk gedecoreerd houtwerk - had hier vermeld moeten worden. In de versie 2010 is dit nog steeds niet opgenomen.

Reactie van de gemeente:

Deze paragraaf geeft op hoofdlijnen een beschrijving van het bebouwingsbeeld, stedenbouw en architectuur. Een passage als de bovenstaande begeeft zich op een detailniveau dat voor een bestemmingsplan niet relevant is.

2.2.3 Mooi dat hier de monumenten zijn benoemd.

Reactie van de gemeente:

Deze reactie wordt ter kennisgeving aangenomen.

2.2.4 Onder 'Fiets' vinden we geen woord over stallingsvoorzieningen: in een buurt zonder achterpaden en bergingen is dat een ernstige tekortkoming. Dit zou evenwaardig als het Parkeren moeten worden behandeld in bestemmings- en verkeersplannen.

Reactie van de gemeente:

Aangezien dit hoofdstuk alleen de beschrijving van het plangebied bevat, is een tekst over de bestaande situatie t.a.v. het stallen van fietsen opgenomen.

2.2.5 Het is onjuist dat hier niets over de naast de buurt gelegen wateren wordt geschreven: Veenkade, Toussaintkade, Kortenaerkade die alle grenzen aan brede singels. En natuurlijk de Zeestraat waar de Haagse Beek ondergronds doorloopt. Alle belangrijke schakels in het historische Haagse waterverband.

Reactie van de gemeente:

Hoofdstuk 2 heet beschrijving van het plangebied. In dit hoofdstuk worden alleen de wateren die binnen het plangebied liggen beschreven.

2.3.1 In het Zeeheldenkwartier blijkt de woningbezetting volgens de tekst 1,97 - en als je het uitrekent 1,99. De economische zelfredzaamheid van de buurt is niet in beeld gebracht en het is onduidelijk waarom overeenkomstige uitkomsten van demografisch onderzoek hier minder aanleiding zijn tot beleidswijziging dan in Westeinde. Het gemiddelde voor Den Haag wordt hier 2 genoemd (volgens bestemmingsplan Westeinde 2009 echter 2,06).

Reactie van de gemeente:

In deze paragraaf zijn de cijfers bij benadering gegeven. Sommige cijfers zijn afgerond, omdat ze voor het bestemmingsplan geen consequenties hebben. Ze zijn opgenomen om een indicatie te geven.

2.3.2 Hier past nog een opmerking hoe bedrijven expressie hebben in het stadsbeeld: Op straathoeken en doorgaande winkelstraten is een enorme rijkdom aan 19e eeuwse winkelpuien bewaard die van grote waarde zijn.

Reactie van de gemeente:

Zie beantwoording bij paragraaf 2.2.2. In paragraaf 3.5.1 wordt deze kwaliteit wel genoemd.

2.3.3 Hier past een alinea over de illegale maar gedoogde coffeeshops.

Reactie van de gemeente:

De paragraaf is aangevuld met een passage over coffeeshops.

2.3.4 Hier kan nog opgenomen worden het nieuwe archeologiemuseum aan de Prins Hendrikstraat.

Reactie van de gemeente:

De gemeente Den Haag heeft besloten om het rijksmonument De Tempel aan de Prins Hendrikstraat te laten verbouwen tot de nieuwe huisvesting voor de afdeling Archeologie van de dienst Stadsbeheer. Van een museum is geen sprake, het pand heeft daarom de bestemming GD-4 met de aanduiding "gd".

3.3.1 Niet nader onderbouwd voor deze wijk is de stelling dat een kleine toename van het aantal woningen wordt nagestreefd: er is immers ook behoefte aan andere functies (school, sport). De bewering over appartementen is niet onderbouwd: de herenhuizen in de buurt zijn juist zeer gevraagd en maken de parkeerdruk niet nog hoger dan deze nu al is. Over de vermeende noodzaak bebouwing in vijf lagen op te richten verwijzen we naar het gemaakte punt hierboven.

Reactie van de gemeente:

De reden voor de verwachte kleine toename van het aantal woningen staat in de zin erna. Het Zeeheldenkwartier is een populaire buurt en heeft een sterke positie op de woningmarkt. Voor de opmerking over vijf lagen langs doorgaande wegen verwijzen we naar de beantwoording onder VIII.

3.2.2 Zoals eerder al gesteld behoort hier opgenomen te zijn hoe de Provincie in haar Regels voor Ruimte en Handreiking Cultuurhistorische Hoofdstructuur 2007 sturende uitspraken doet hoe om te gaan met aaneengeschakelde beschermde stadsgezichten in 'topgebieden'.

Reactie van de gemeente:

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen we naar de beantwoording onder IV.

3.2.4 Voor wat betreft de onjuiste uitleg hier van inhoud en besluitvorming over de Gemeentelijke Structuurvisie verwijzen we naar de uitspraken hierboven en die van de Raad van State m.b.t. het bouwen langs doorgaande wegen en stedelijk groen. De dakopbouwenregeling is niet opgenomen in het bestemmingsplan en dient hier dan ook ongenoemd te blijven.

Reactie van de gemeente:

Voor wat de beantwoording van vijf lagen langs doorgaande wegen wordt verwezen naar de beantwoording onder VIII. De passage over dakopbouwen is een weergave van het beleid zoals het nu is, hoe dit beleid gestalte heeft gekregen in dit bestemmingsplan staat in 5.3.1.

3.2.5 Hier wordt gesteld dat langs Laan van Meerdervoort en Waldeck Pyrmontkade in vijf lagen gebouwd mag worden tot 15 meter. Er liggen echter geen bebouwings- en bezonningsstudie aan ten grondslag die deze bewering onderbouwt. Het is een aantasting van de kwaliteit van bestaande woningen en tuinen, van de rechtszekerheid van eigenaren en gebruikers aan de achterstraten. Het heeft een dramatische impact op beheer en onderhoudsinspanning wanneer een bouwrecht hier een slooppremie impliceert voor onderdelen van samenhangende straatwanden en beschermde stadsgezichten.

Er is bovendien geen sprake van 'reconstructie' waar de wijziging van dit bouwrecht op behoort te stoelen. 'Op wijkniveau' is er geen enkele inhoudelijke rechtvaardiging geformuleerd. 'Gemêleerde woonfunctie' wat wordt hier bedoeld? Mening van functies? Menging van huishoudens of etniciteit?

Voor wat betreft deze reactie betrekking heeft op vijf lagen langs doorgaande wegen wordt verwezen naar de beantwoording onder VIII. Met gemêleerde woonfunctie wordt bedoeld dat de woonfunctie in de wijk vele verschillende verschijningsvormen heeft. Met menging van functies wordt de menging van de verschillende functies als bedrijven, kantoren, wonen, winkels, dienstverlening etc. bedoeld.

3.3.3 Er is geen melding gemaakt van een lelijke terrasboot die een toegang, eigenaar en adres heeft aan de Toussaintkade.

Reactie van de gemeente:

De terrasboot ligt buiten het bestemmingsplangebied. Tevens verwijzen wij naar de beantwoording onder 2.2.5.

3.4 Met een 'Algemeen Toetsingskader' is geen inhoud gegeven aan de specifieke kwaliteit van het beschermd gezicht en de monumenten. In een bestemmingsplan dient de bescherming inhoud en verantwoording te vinden. De wijk heeft wel degelijk een planmatige aanpak gekregen door de interventies van de stadsarchitect Waayen Pietersz. De ingegroeide herenhuizen (vd Spiegelstraat, Laan van Meerdervoort) verdienen vermelding omdat ze herinneren aan het open land op de grens van de wildernis naar Scheveningen voordat Anna Paulowna de gronden verkocht aan particuliere ontwikkelingsmaatschappij en die er middenstandwoningen realiseerden.

Reactie van de gemeente:

In deze paragraaf is beschreven wat er in de welstandsnota staat over het Zeeheldenkwartier. Dit deel van de reactie is interessante aanvullende informatie, maar doet niets af aan hetgeen gesteld is als toetsingskader in de welstandsnota.

Blijkens door Monumenten- en Welstandscommissie goedgekeurde bouwplannen (onder meer voor glaspuien zonder borstwering aan de Toussaintkade, een doodzonde in deze grachtenwand) wordt regelmatig afgeweken van alle denkbare criteria zonder nadere onderbouwing. Ander sterk voorbeeld is de invulling op de locatie van de Tasmanstraat waar een door brand beschadigde school in zijn geheel is gesloopt. Zowel in zijn geleding als in zijn architectuur is het bouwplan van een Vinex-achtige hardheid die in de Zeeheldenbuurt volstrekt niet past. Dergelijk Welstandsbeleid kan nimmer een waarborg vormen in een bestemmingsplan voor de waarde als vastgelegd in de monumentenomschrijvingen en omschrijvingen van het beschermd stadsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet.

Reactie van de gemeente:

De welstandscommissie toetst of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan in overeenstemming is met redelijke eisen van welstand. Deze beoordeling vindt plaats aan de hand van criteria die zijn opgenomen in de welstandsnota en staat los van het gestelde in een bestemmingsplan.

3.5.1 De ordekaart dient opgenomen te zijn in de bestemmingsplannen: deze ontbrak geheel in de versie van 2009 inclusief nadere onderbouwing, beleidsregels en instrumentarium. 'Vervangingen dienen zorgvuldig te worden ingepast' in 1e en 2e orde straten. In een raadsadres heet het dat in 1e orde straten exact gelijk moet worden teruggebouwd: waar is hier de inbreng van de gemeenteraad gebleven? De kaarten op pagina's 24, 25, 26, 27, 28, 29 zijn onleesbaar, hebben geen legenda en zijn dus niet handhaafbaar.

Reactie van de gemeente:

In deze paragraaf zijn passages en illustraties opgenomen uit “Cultuurhistorische ordekaarten van de beschermde Haagse stadsgezichten” (mei 2008). Het is opgesteld als aanvulling op de toelichtende beschrijving behorend bij de aanwijzing. In dit document wordt nader gespecificeerd welke delen belangrijk en minder belangrijk zijn in het beschermde stadsgezicht. Het betreffende document kan worden opgestuurd.

3.5.2 Hier dient klip en klaar te staan wat de gevolgen zijn voor de classificatie van straten. We hebben verduidelijkende kaarten ten behoeve van ons commentaar gevraagd maar nog niet ontvangen. We komen hierop terug.

Reactie van de gemeente:

De classificatie van de straten wordt niet vertaald in het bestemmingsplan, hiervoor verwijzen we naar de beantwoording onder II.

3.6 Dit hele hoofdstuk is nu nauwelijks relevant voor de verkeersproblematiek van de wijk. Doorgaand auto- en fietsverkeer vindt met name langs Anna Paulownastraat, Zoutmanstraat-Vondelstraat en Elandstraat plaats. Het VCP heeft invloed hierop alsmede op het verkeer langs de Veenkade en Toussaintkade - Anna Paulownastraat. Hoe wordt hiermee omgegaan nu de Zeeheldenbuurt een deel van de binnenring binnen de binnenring is gaan vormen (Noordwal, Anna Paulownastraat)?

Reactie van de gemeente:

De verkeersstromen zijn veranderd in het Zeeheldenkwartier, maar wij zien daarin geen consequenties die relevant zijn voor het opstellen van dit bestemmingsplan. Komende maanden zal het VCP geëvalueerd worden. Aan de hand van de evaluatie kunnen er aanpassingen of toevoegingen komen op het VCP. 

Er is bovendien een plan in voorbereiding om de Noordwal-overkluizing te slopen en hier een ondergrondse parkeervoorziening te bouwen ten behoeve van belanghebbenden parkeren van Hofkwartier en Zeeheldenkwartier. Een heel onverstandig onderdeel is een brug te maken t.p.v. de overkluizing die het niet meer mogelijk maakt een andere verkeersontsluiting aan te leggen.

Reactie van de gemeente:

Ter plaatse van de Noordwal wordt de overkluizing verwijderd en wordt water met daaronder een parkeergarage teruggebracht. Dit is een project dat buiten dit bestemmingsplan ligt. Er wordt te zijner tijd voor dit project een omgevingsvergunning aangevraagd.

3.6.4 Hier dient een apart onderwerp te worden ingevoegd t.b.v. het stallen van fietsen in de buurt waar gelukkig veel op de fiets wordt vertrouwd. Stallen van fietsen behoort evenveel aandacht te krijgen als parkeren en stallen van auto's.

Reactie van de gemeente:

In het voorontwerp van de Haagse Mobiliteit is het stimuleren van het fietsgebruik als één van de zeven kernkeuzen genoemd. In het verlengde hiervan behoort het realiseren van stallingsvoorzieningen tot de aandachtspunten van verkeersbeleid. Er wordt momenteel gewerkt aan beleid voor het stallen van fietsen en projecten die het stallen van fietsen mogelijk maken. Aangezien het verkeersbeleid in deze paragraaf op hoofdlijnen is weergegeven, is hier niet nader op ingegaan.

3.6.5 De eis om parkeerplaatsen te realiseren op eigen grondgebied kent vele voorbehouden. De toegang aan de straat moet veilig en fraai zijn, de auto's mogen geen inbreuk maken op groene stille binnenterreinen waar de tuinen heersen. Maar gevoegd bij de bodemsamenstelling van de buurt werpt dit alles in concreto ernstige beletsels op voor parkeervoorzieningen in Zeeheldenkwartier, anders dan in de openbare ruimte! Ondergrondse garages zijn gezien de bodemsamenstelling riskant en dus ongewenst. Hier dient het bestuur een klip en klare keuze te maken voor verstilde tuinen en de auto's op straat.

Reactie van de gemeente:

Paragraaf 3.6.5 maakt duidelijk dat het realiseren van parkeerplaatsen in een stedelijke omgeving als die van het Zeeheldenkwartier een gecompliceerde opgave is die maatwerk vereist. Een klip en klare keuze voor een heel bestemmingsplan wordt daarom bewust niet gemaakt. Van geval tot geval moet bekeken worden hoe het parkeren kan worden opgelost.

3.7.1 Alle panden die een bedrijfsmatig karakter of bedrijfsonderbouw hebben moeten zonder bestemmingswijziging als bedrijf met woning of als woning gebruikt kunnen worden. We verwijzen naar de brief van de Kamer van Koophandel vorig jaar.

Reactie van de gemeente:

Dit is mogelijk gemaakt. In dit bestemmingsplan is het bestaande gebruik vastgelegd. Als er niet-woonfuncties in een pand aanwezig is, heeft het pand de bestemming GD of Wonen met een nadere functieaanduiding 'gemengd'. Binnen deze bestemmingen zijn bedrijven mogelijk, maar deze kunnen omgezet worden in andere niet-woonfuncties.

3.7.2 Hier verwachten we eerst een alinea die uiteenzet hoe de menging van functies in deze buurt plaatsvindt en welke problemen hiermee zijn. Een zin als 'Bij herstructurering van een wijk geldt (enz.)' hoort hier in het geheel niet thuis, omdat herstructurering niet aan de orde is in het Zeeheldenkwartier.

Reactie van de gemeente:

Deze regel geeft aan dat op het moment dat de kans zich voordoet deze ontwikkeling gefaciliteerd wordt. De zin wordt als volgt aangepast: “In zijn algemeenheid geldt dat bij herstructurering van een wijk geldt ….”.

3.7.3 Kantoorontwikkeling groter dan 2000 m2 wordt niet toegestaan: dat metrage is zeker 2x te groot: dus 1000 m2 max.

Reactie van de gemeente:

Dit metrage komt uit de nota Kantorenstrategie Den Haag 2010 – 2030. Het gaat hier om een citaat uit een vastgesteld beleidstuk.

3.7.5 Het Hilton-hotel ligt tegen het plangebied en heeft nog geen eigen parkeervoorziening. Het opzetten van hotels met een Bed and Breakfast-achtige opzet - intiem, klein - zou gestimuleerd kunnen worden in dit schilderachtige stadsdeel. Kleinschalige kwaliteitshotels zijn toch niet ondenkbaar aan Prins Hendrikplein?

Reactie van de gemeente:

Het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier 2010 is een conserverend bestemmingsplan. In de hotelnota wordt weliswaar aangegeven dat hotels in attractiegebieden mogelijk zijn, maar de afweging om op bepaalde plaatsen kleinschalige hotels toe te staan vindt van geval tot geval plaats.

3.8.3 Wat is de toekomst van 'De Laan'?

Reactie van de gemeente:

Op dit moment zijn er bij de gemeente geen plannen bekend van het woonzorgcentrum 'Op de Laan'

3.8.4 De term 'rommel'milieu dient te worden vervangen en past de wijk en de gemeente niet.

Reactie van de gemeente:

De aangehaalde term is de term zoals deze ook in de verschillende notities genoemd wordt. Dit citaat wordt niet gewijzigd.

3.8.5 Hier heeft de gemeente de sporters weinig tot niets te bieden en geen initiatieven in het verlengde van haar geventileerde ambities. Een beleid om in groter verband (Duinoord, Westeinde) iets tot stand te brengen lijkt er ook niet te zijn.

Reactie van de gemeente:

Deze constateringen zijn juist.

3.8.6 Hier worden weer mooie woorden uit sectorale nota's genoemd die in deze buurt niet gehaald, noch gerealiseerd gaan worden. Waarom is het hier dan genoemd? Hier dient een toets te zijn of de wijk in voldoende mate de moderne kwaliteit biedt die de gemeente in 'Samen Spelen' zegt te willen waarborgen.

Reactie van de gemeente:

Spelen wordt binnen het bestemmingsplan niet geregeld; slecht de beleidkaders worden hier aangehaald.

4.1.2 Dit was in 2009 een onzinnig hoofdstuk voor een buurt waarin een groot deel van de bebouwing uit de 19e eeuw stamt en dus een 10 voor duurzaamheid verdient. Alle uitgeschreven maatregelen hier horen niet in een bestemmingsplan thuis. Terminologie als Lucht Extra Basis Water Ambities per Poldereenheid is onbegrijpelijke new-speak wanneer dat niet in concreet beleid op bestemmingsplanniveau gebracht kan worden. In de versie 2010 is veel overbodigs gelukkig weggelaten. Bij de methode GPR kunnen monumenten en oudere huizen heel goed meekomen: dit aspect is in het geheel weggelaten.

Reactie van de gemeente:

Bedoeld wordt waarschijnlijk paragraaf 4.11.2. Deze paragraaf is opgenomen om te benadrukken dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied rekening gehouden moet worden met de genoemde milieuambities. De passage is niet overgenomen van Orwell, maar komt uit de gemeentelijke "Handleiding gebiedsgericht milieubeleid", verschenen in 2006.

4.6.5 Voor de woningbouw aan de Tasmanstraat ontbreekt een masterplan dat uitspraken doet over massa, goot en nokhoogtes, kapvorm, bebouwingstype en oriëntatie, parkeeroplossing en welstandscriteria. Het beoordeelde bouwplan door de Welstandscommissie toont aan hoe loos elke verwijzing is naar het hanteren van de bestuurlijk vastgestelde toetsingscriteria. Voorts zijn de onjuiste classificaties van het autoverkeer (doorgaand of bestemmingsverkeer) aanleiding tot speculaties over rijsnelheid en lawaaiproductie.

Reactie van de gemeente:

De aangehaalde stedenbouwkundige aspecten zijn hier niet aan de orde. Voor het bouwplan aan de Tasmanstraat is een bouwplan ingediend waaraan het college bereid is medewerking te verlenen. Het bestemmingsplan anticipeert op medewerking aan dit project.

4.5 Dit hoofdstuk geeft niet aan wanneer dit hoogwaardige gebied aan moderne eisen kan voldoen ten aanzien van luchtkwaliteit.

Reactie van de gemeente:

Dat is juist, want dat is niet de strekking van de regelgeving. De Wet Milieubeheer bepaalt dat er luchtkwaliteitsonderzoek moet worden uitgevoerd als er ontwikkelingen van een bepaalde omvang in een plangebied mogelijk gemaakt worden. Het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier maakt zulke ontwikkelingen niet mogelijk.

4.6.1 Hier heeft de gemeente weinig tot niets te bieden en geen initiatieven in het verlengde van haar geventileerde ambities. Het is onduidelijk waarom niet meer straatbomen kunnen worden toegepast. Het is niet duidelijk waarom berken (!) aan de Waldeck Pyrmontkade zijn aangeplant. Het is niet duidelijk waarom tuinen in het ontwerp-bestemmingsplan niet worden gevrijwaard van verdere verharding en verruwing door parkeerfuncties die daar niet horen. Tuinen zijn niet als groen aangeduid. De voortuinen aan de Waldeck Pyrmontkade zijn wegbestemd!

Reactie van de gemeente:

De voortuinen aan de Waldeck Pyrmontkade worden niet wegbestemd. Op de plankaart binnen de bestemming Wonen zijn bouwvlakken opgenomen waarbinnen de bebouwing dient te liggen. De gronden buiten de bouwvlakken mogen slechts beperkt worden bebouwd. Dit is af te leiden uit artikel 16 Wonen (16.3.1). Ten aanzien van de berken aan de Waldeck Pyrmontkade kan gesteld worden dat de “Nota Haagse bomen 2008-2017” met de daarbij behorende voorkeurslijst bepalend is voor het soort boom in een straat. Een bestemmingsplan heeft daar geen invloed op.

4.9.1 Archeologie en Monumenten. Zeeheldenbuurt maakt deel uit van ongebroken deel van beschermde stadsgezichten en is vernoemd in Regels voor Ruimte en Cultuur Historische Hoofdstructuur van de provincie. Het plangebied is onderdeel van een reeks die als topgebied is aangegeven.

Reactie van de gemeente:

Deze paragraaf heet Archeologie- en Monumentenbeleid, waarbij de term monumentenbeleid betrekking heeft op de ondergrondse monumenten.

5.1 De bouwactiviteiten aan de Elandstraat zijn zeker ingrepen die de hoofdstructuur aantasten. De achtererven krijgen hier structureel voorkanten. Er zijn bovendien initiatieven van de corporaties grootschalige delen van de 19e eeuwse bebouwing te slopen. Hier passen nadere bebouwingsregels, voorschriften betreffende de kappen, parkeren, tuinen en welstandscriteria die het beschermd gezicht ondersteunen. De woningen aan de Helmersstraat in de achtertuin van de pastorie zijn een bescheiden voorbeeld.

Reactie van de gemeente:

Er worden geen straten verlegd en aan de Elandstraat is bebouwing mogelijk die hoger mag worden dan de huidige bebouwing. De hoofdstructuur verandert niet, het bebouwingsbeeld wel. Mogelijke toekomstige initiatieven moeten voldoen aan het gestelde in de welstandsnota.

Het bestemmingsplan legt voor het overgrote deel de bestaande situatie vast. Sloop-nieuwbouw brengt vaak woonvergroting met zich mee waardoor er strijd met het bestemmingsplan is. Vervolgens moet een afweging gemaakt worden of medewerking verleend kan worden. Aspecten als parkeren en tuinen worden in deze afweging betrokken. Voor de beoordeling van de kappen en criteria in relatie tot het beschermde stadsgezicht zijn het aanwijzingsbesluit en de welstandsnota de toetsingsinstrumenten.

5.2.1 'Langs de doorgaande wegen binnen het plangebied (Laan van Meerdervoort, Waldeck Pyrmontkade) is de toegestane bouwhoogte zodanig dat aan de vijf bouwlagen - ambitie uit de structuurvisie kan worden voldaan.' Het is ongerijmd, ongewenst en in tegenspraak met de Structuurvisie om de nog gave geveldelen van beschermd stadsgezicht - 2-3 lagen met kap - weg te bestemmen door een bouwrecht te vestigen van 5 lagen met plat dak. Hierover hebben we elders uitgebreid geargumenteerd. De Raad van State heeft zich hierover inmiddels uitgesproken.

Reactie van de gemeente:

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij naar de beantwoording onder VIII.

5.2.2 Bij de woonhuizen die als kantoor in gebruik zijn, is een dubbelbestemming 'Gemengd' heel wel mogelijk zodat deze zonder problemen weer als woning in gebruik genomen kunnen worden. Zie ook de voormalige marechausseepanden aan de Laan van Meerdervoort die in de versie 2009 geheel verkeerd op de kaart stonden. Van woonhuizen tot kantoren tot woonhuizen: Laan van Meerdervoort. De appartementen rechts zijn op de plankaart van 2009 nog als kantoor opgenomen. De kantoorfunctie vertrok in 1999! Volgens de nieuwe plankaart hebben ze alle een plat dak (!)

Reactie van de gemeente:

Het is niet duidelijk wat met “De appartementen rechts …” bedoeld wordt. Het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier is hoofdzakelijk een conserverend bestemmingsplan waarbij reeds bestaande functies zijn toegestaan. Daarnaast is omzetting van woonfuncties naar kantoren niet gewenst, omdat er overaanbod aan kantoren is. Aan de appartementen die waarschijnlijk bedoeld worden, is nu een woonbestemming gegeven.

5.2.5 Hier wordt te weinig duidelijk welke verkeerssituatie men voor de wijk voor ogen heeft, hoe de wijk bereikbaar blijft en hoe men het parkeren en stallen van fietsen gaat oplossen.

Reactie van de gemeente:

In dit hoofdstuk wordt gemotiveerd waarom bepaalde gronden een bepaalde bestemming hebben gekregen. Het aangehaalde in dit deel van de inspraakreactie staat in paragraaf 3.6.

5.2.6 Hier moeten de tuinen worden genoemd als essentieel onderdeel voor de ecologische stadsstructuur (vogels, insecten, knaagdieren) en de verblijfskwaliteit van bewoners.

Reactie van de gemeente:

In dit hoofdstuk wordt gemotiveerd waarom bepaalde gronden een bepaalde bestemming hebben gekregen.

5.3.1 De bebouwingsmogelijkheden zijn nog niet conserverend, zie ons commentaar op de kappen en kapverdiepingen, de slooppremie-door-5laags- bouwrecht aan de gevelwanden Laan van Meerdervoort, Waldeck Pyrmontkade. In het ontwerp-bestemmingsplan Zeeheldenkwartier wordt de buurt onder 5.3 (blz. 47 van het ontwerp-bestemmingsplan) gekarakteriseerd. 'De wijk wordt getypeerd door relatief smalle en lange rechte straten met gesloten bouwblokken waarbij veel panden een kapverdieping hebben. Deze kapverdiepingen zijn karakteristiek voor de wijk en het behoud hiervan wordt in dit bestemmingsplan vastgelegd door naast een bouwhoogte ook een goothoogte op te nemen.' Een luchtfoto laat echter zien dat vrijwel alle historische bebouwing over typisch Haagse schildkappen beschikt: 4 schuine dakvlakken met een nok. Een typische constructie die tussen 1790 en 1890 algemeen was in de stad. Door deze schildkappen ten onrechte te karakteriseren als 'kapverdiepingen' is er een fataal misverstand geïntroduceerd dat de kappen in de Zeeheldenbuurt vogelvrij heeft verklaard onder Zeeheldenbuurt West: schildkappen zo ver het oog reikt - uitgezonderd de stadsvernieuwing… en dat geldt nog sterker voor het oostelijke deel van de Zeeheldenbuurt waar minder stadsvernieuwing is gepleegd. De gehele buurt mag de kappen immers wijzigen (bouwrecht ingevolge bestemmingsplan) tot 'kap- of kapverdiepingen'. En deze worden in het bestemmingsplan Zeeheldenbuurt bij begripsbepalingen onder 1.35 gedefinieerd als: 'een ruimte in een gebouw die door tenminste twee schuine dakschilden is afgedekt (...)'. Daarmee staat het een ieder vrij de Haagse schildkappen te wijzigen in een cake'je: een dakdoos met steile schuine dakschilden aan voor en achterzijde, of - minder praktisch - langs de bouwmuren. Door onjuist en onvolledig definiëren en vastleggen van de bestaande toestand schiet de gemeente hier in eigen voet. Hier had een kappenplan opgenomen moeten zijn, aangevuld met een karakteristiek van maatvoering, uitvoering, hellingshoeken en dekking van de schildkappen. Deze bouwregels zijn als eerder aangegeven in strijd met de Algemene Welstandscriteria die zijn vastgesteld door de Raad. Het ophogen van panden als nu gedaan in de lijst adressen leidt - zonder aanvullende voorwaarden, welstandscriteria en beleid om het beschermd stadsgezicht veilig te stellen - tot ongestuurde initiatieven en frustraties. Het is louter het werk van een boekhouder. Het is volstrekt nog niet duidelijk of ophoging in alle gevallen zonder dramatische gevolgen voor de architectonische compositie mogelijk is. Ophogen door contrasten toe te voegen (duiventillen, glazen kubussen, luchtgebonden bouwen) dient uitgesloten te zijn in beschermd stadsgezicht.

Reactie van de gemeente:

Bij de beantwoording van reactie III. is hier al op ingegaan.

5.3.3 Conserveren van de binnenterreinen met tuinen heeft onze warme steun, maar is een loze kreet in relatie tot de elders gefaciliteerde mogelijkheden om op binnenterreinen te kunnen parkeren en dit te verharden. Het bouwplan Tasmanstraat is een eerste testcase! Het zomaar 50% mogen bebouwen van de eigen tuinen is een slag in de lucht wanneer niet duidelijk wordt aangeknoopt bij bebouwingstypologie en tuinmaten. Er dient beleid te komen bij omvangrijke uitbouwen op de begane grond in hoeverre de daken hiervan als wandeldecks en dakterrassen in gebruik mogen worden genomen omdat hiermee de privacy van de omliggende woningen in het geding is.

Reactie van de gemeente:

Het bebouwingspercentage van 50% sluit aan bij het percentage voor vergunningvrij bouwen zoals dat is opgenomen in het Besluit bouwvergunningplichtige en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken en de regelgeving uit het Besluit Omgevingsrecht die met inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht per 1 oktober 2010 van kracht zijn geworden.

OPMERKINGEN OP DE PLANKAART

1. De plankaart dient een weergave te zijn van alle legale, dus vergunde bouwplannen, erfscheidingen en gebruiksdoeleinden. Blijkens de plankaart is veel genoteerd 'al wandelend' dat wil zeggen dat illegale, niet vergunde be- en verbouwingen, gebruik en erfscheidingen zo dreigen te worden gelegaliseerd. Dat is niet aanvaardbaar.

Reactie van de gemeente:

Sommige bouwwerken kunnen illegaal gebouwd zijn of gebruikt worden, maar dat houdt enkel in dat er geen vergunning is. Desondanks kan het gebruik of de bebouwing passend zijn in de voorgestelde regeling. Voor die gevallen geldt dat het gewenste functies of bebouwing is, die na indiening van een aanvraag gelegaliseerd worden.

2. De plankaart dient een weergave te zijn van de werkelijke maatvoering van kavels en hoogtes. Omdat de gemeente ongelimiteerd toegang heeft tot kadaster en haar eigen archieven van bouwaanvragen, dient dat hierop te zijn gebaseerd en niet op incidentele waarneming van burgers.

Reactie van de gemeente:

De gemeente raadpleegt de aangegeven bronnen, maar maakt voor een bestemmingsplan een generieke regeling die bestaande situatie voor het overgrote deel afdekt. Incidentele afwijkingen van de generieke regeling kunnen onder het overgangsrecht vallen en daarmee mogen ze blijven staan mits de strijdigheid met de regeling niet toeneemt.

3. Aan de Bazarlaan ligt een groot roze vlak waar geen bouwrechten gelden. Toch zou het beter zijn wanneer hier een (al dan niet ondiepe) straatwand zou komen. Waarom wordt de markt hier niet verleid tot bebouwing?

Reactie van de gemeente:

Het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier is in hoofdzaak een conserverend plan, dat de bestaande situatie vastlegt. Als een marktpartij zich bij de gemeente meldt met een bouwvoornemen op deze locatie moet de aanvraag van een omgevingsvergunning worden overwogen.

4. Tot op de dag van vandaag zijn er bestemmingsplannen waar kapplannen en

gevelwandregelingen geleding, parcellering en verfijning waarborgen. In de plankaart is daar geen enkel middel voor aangewend: zie bijvoorbeeld de vergroving aan de Zeestraat, Laan van Meerdervoort. Dit heeft niet aanvaardbare consequenties voor het stadsgezicht.

Reactie van de gemeente:

Voor de beantwoording van deze reactie wordt verwezen naar de beantwoording onder II. en VI.

5. De tuin van de ouderenhuisvesting aan Toussaintkade is niet als tuin aangegeven: ten onrechte voor een ieder die er wel eens is geweest.

Reactie van de gemeente:

Op de plankaart is een bouwvlak aangegeven. Hierbinnen mag alleen hoofdbebouwing gebouwd worden (zie artikel 11.2.1 onder a.). Hieruit blijkt indirect dat de overige gronden buiten het bouwvlak niet bebouwd mogen worden en dus ook als tuin gebruikt kunnen worden zoals uit de bestemmingsomschrijving (artikel 11.1 nà g) duidelijk moge zijn.

6. Hetzelfde geld voor de tuinen om de kerken in de 1e de Riemerstraat en de Elandstraat.

Reactie van de gemeente:

Zie de beantwoording onder 5.

7. Wanneer er geconstateerd wordt dat er een tekort aan groen is, kan dan wellicht Elandplein, het pleintje aan de van Brakelstraat, Crispijnstraat en Dorus Rijkersplein meer het karakter van een plantsoen krijgen?

Reactie van de gemeente:

De ruimtelijke uitstraling van de genoemde pleinen is stenig of ze zijn in gebruik als speelruimte. Daarom hebben deze pleinen een bestemming V-4 gekregen. Als de mogelijkheid zich voordoet, kan er groen gerealiseerd worden op basis van het bepaalde in artikel 15, 15.1 in de alinea na het bepaalde onder d. Andersom bestaat de mogelijkheid niet. Betracht is een flexibele bestemming aan genoemde pleinen te geven.

8. Op zeer veel punten kloppen hoogtematen en dakvormen niet.

Reactie van de gemeente:

De hoogten zijn bepaald aan de hand van een stereokarteringssysteem. Er is geen reden om aan te nemen dat deze methode niet afdoende is. Dakvormen zijn bewust niet opgenomen in dit bestemmingsplan, zie hiervoor de beantwoording onder VI.

9. De plankaart werk de stellige indruk er een woonwijk van te willen maken waarbij de gemengde zones beperkt zijn tot de winkelstraten in Z-vorm en de doorgaande straten. Dat doet de verscheidenheid in de straten tekort, en de potenties die winkelwoonhuizen door de hele buurt hebben.

Reactie van de gemeente:

In deze gebieden faciliteert het bestemmingsplan een behoorlijk aantal functies en de wisselwerking tussen verschillende niet-woonfuncties. Het vastleggen van specifieke vormen van gebruik staat de uitwisseling van deze functies in de weg.

Namens het Haags Monumentenplatform, teken ik met vriendelijke groet,”

13. Stedin B.V.

Naar aanleiding van uw brief met betrekking tot het Artikel 3.1.1 Bro overleg: bestemmingsplan Zeeheldenkwartier” kunnen wij u meedelen dat wij, voor zover dat betrekking heeft op de openbare gas- en elektriciteitsvoorziening, in principe geen bezwaar hebben tegen dit plan.

Mogelijk zou er voor de energiebehoefte binnen dit bestemmingsplan rekening gehouden moeten worden met het stichten van een transformatorstation c.q. gasstation t.b.v. distributie van elektriciteit en/of gas.

Indien voor elektriciteit- en/of gasdistributienet bouwkundige voorzieningen, kabels en/of leidingen moeten worden gelegd, zullen de hieronder genoemde voorwaarden gelden.

1. De situering van een transformatorstation en/of gasstation dient zodanig te zijn, dat deze zoveel mogelijk langs de openbare weg is geplaatst, zodat te allen tijde vanaf de openbare weg de bereikbaarheid gewaarborgd is voor personeel en materieel.

2. Onder gasleidingen wordt verstaan de lage- en hogedrukgasleidingen die samen het gasdistributienet vormen, waarop de gasaansluitleidingen worden aangesloten. Op de gasleidingen zijn van toepassing de NEN 7244 met de normatieve verwijzingen.

3. Onder elektriciteitskabels wordt verstaan de middenspanning- en laagspanningskabels en de openbare verlichtingskabels, die samen het elektriciteitsnet vormen. Hierop zijn van toepassing de NEN 1738 en NEN 1739.

4. De gasleidingen en of elektriciteitskabels dienen te liggen in voor de openbare dienst bestemde grond. De bestemming van deze grond moet zijn: trottoir, fietspad of eventuele groenstrook langs de straten en wegen.

5. Bij gasleidingen en/of elektriciteitskabels in een groenstrook mag slechts laagblijvende, ondiep wortelende beplanting worden aangebracht. Bij het projecteren van diepwortelende, tot grote omvang uitgroeiende struiken en bomen, dient minimaal een afstand ten opzichte van gasleidingen en elektriciteitskabels van 1,50 meter in acht worden genomen. Worte?groei binnen het tracé van gasleidingen en elektriciteitskabels moet te allen tijde worden voorkomen, waar nodig door het aanbrengen van een verticaal scherm.

6. De grondsamenstelling van de kabel- en leidingstroken moet zodanig zijn dat de aanwezige kabels en leidingen zonder gevaar van aantasting en beschadiging kunnen worden gelegd en beheerd.

7. In een trottoir en/of fietspad moet de gasleiding en/of elektriciteitskabel liggen in een zandbed onder eenvoudig opneem baar doorlatend wegdek. Fundatiemateriaal met een grove korrel en/ of agressieve eigenschappen kan in de kabel- en leidingstrook niet worden toegestaan, evenals PS - platen boven leidingen en kabels.

Wij vertrouwen erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.

Reactie van de gemeente:

Het bestemmingsplan legt slechts de bestaande planologische situatie vast. Er is dan ook geen rekening gehouden met de mogelijke oprichting van een energie-distributiestation. Daarvoor zal, indien e.e.a. niet binnen de het kader van het bestemmingsplan kan worden gerealiseerd, bij het bevoegd gezag een omgevingsvergunning moeten worden aangevraagd. Voor het overige wordt de brief voor kennisgeving aangenomen.

14. Tennet TSO-B.V.

“Met uw brief van 31 mei2010, kenmerk DSO/2010.908 1, ontvingen wij in het kader van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening een exemplaar van het voorontwerp- bestemmingsplan Zeeheldenkwartier 2010.

Aan de ontvangen bijlagen ontlenen wij dat bij dit plan geen eigendommen van ons bedrijf zijn betrokken.

Wij danken u voor het toezenden van het plan.”

Reactie van de gemeente:

De brief wordt voor kennisgeving aangenomen.

15. NV Nederlandse Gasunie

10 06 11/13.30 uur

De heer Van Dalen van de Gasunie heeft gebeld. Hij maakte volgende opmerkingen.

- Zeeheldenkwartier: geen belangen

[de overige gemaakte opmerkingen hebben geen betrekking op het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier 2010]

Reactie van de gemeente:

De brief wordt voor kennisgeving aangenomen.

24. Ondernemersvereniging De Zeehelden

“Na inzage van het voorgestelde nieuwe bestemmingsplan voor het Zeeheldenkwartier willen wij uw aandacht vragen voor de volgende punten:

1. Het toestaan van bewoning van winkelpanden in de Zoutmanstraat tussen de Laan van Meerdervoort en het Prins Hendrikplein achten wij onwenselijk. Bewoning van winkelpanden leidt over het algemeen tot geblindeerde ramen. Dit komt de samenhang in het straatbeeld niet ten goede. Het karakter van een winkelstraat staat of valt met de uitstraling. Bovendien is er het gevaar dat deze oneigenlijke invulling van winkelpanden zich stilzwijgend uitbreidt naar andere gedeelten van de straat waar hier geen bestemming voor is. Reeds bij het concept bestemmingsplan 2009 hebben wij hierop gewezen met betrekking tot de Prins Hendrikstraat. Vanwege voornoemde argumenten is die bestemming aldaar in het nu voorliggende plan veranderd. Het bevreemdt ons dat op een andere locatie, een deel van de Zoutmanstraat, in hetzelfde winkelgebied dezelfde verkeerde bestemming wordt gegeven die het gemeentelijke beleid gericht op versterking van de economische levensvatbaarheid van het Zeeheldenkwartier frustreerd.

2. In het concept bestemmingsplan 2009 was onder de bestemming GD-1 en GD-2 dienstverlening toegestaan mits “de uitstraling van het bedrijf met een winkel vergelijkbaar is”. Deze laatste zinsnede is in de regels (pagina 76, 1.37 dienstverlening) van het huidige voorontwerp bestemmingsplan weggelaten. In de praktijk leidt dienstverlening vaak tot gesloten etalages met geblindeerde ramen, waardoor de uitstraling van de winkelstraat sterk achteruitgaat. De panden hebben dan de uitstraling van een kantoor en dat is een andere bestemming. Wij vragen de gemeente de genoemde zinsnede alsnog toe te voegen. Tevens vragen wij deze strikt uit te leggen en er op toe te zien en waarnodig de uitbaters aan te schrijven mits de uitstraling niet met een winkel vergelijkbaar is. Handhaving is een belangrijk instrument tegen een rommelig straatbeeld.

3. Volgens de ondernemersvereniging De Zeehelden is het een goed idee om een onderscheid te maken tussen verschillende soorten dienstverlening. Er zou een bestemming “consument verzorgende dienstverlening” moeten zijn, en een bestemming “maatschappelijke dienstverlening”. Dit onderscheid zou beter aansluiten bij de tegenwoordige problemen die ontstaan in een bestemmingsgebied met deze naar aard en uitstraling verschillende soorten dienstverlening. Zo ontstaat een handvat om hier beter op te kunnen sturen.

4. Er is in het Zeeheldenkwartier sprake van overconcentratie van bepaalde soort bedrijvigheid. Het verdiend aanbeveling via het bestemmingsplan de volgende soorten bedrijven voor nieuwe vestiging uit te sluiten: coffeeshops, belwinkels, minimarkten, souvenirwinkels en massagesalons.

5. Het Prins Hendrikplein heeft de functie “groenvoorziening” gekregen. Wij vragen ons af hoe dit zich verhoudt tot de aangegeven bestemming GD-4, welke horeca op en rond het Prins Hendrikplein toestaat. Om hier levensvatbare horeca te laten ontstaan zal het noodzakelijk zijn mogelijkheiden voor terrassen op het plein te creëren. Het Prins Hendrikplein is de spil van het gebied waar bewoners en bezoekers nu samenkomen en dient als huiskamer van Zeehelden. Deze functie wordt versterkt door de terrasfunctie op dit plein uit te breiden. De mogelijkheden voor een kiosk en weekmarkt bespraken wij al eerder met u. Deze functies zouden allen in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt moeten worden.

6. Het unieke karakter van het Zeeheldenkwartier wordt mede bepaald door de vele groenvoorzieningen (hofjes, achterbouwen e.d.) in min of meer gesloten binnengebieden. Het voorliggende bestemmingsplan zou moeten voorkomen dat, zoals nu al dikwijls gebeurd, deze oneigenlijk worden gebruikt of verbouwd tot bijvoorbeeld parkeerplaatsen.

7. Het is wenselijk de nu aanwezige horeca op de plankaart aan te geven alsmede het maximale aantal toegestane horeca-vestigingen. Dit wordt weliswaar geregeld in het detailhandelsbeleid, maar het komt de duidelijkheid ten goede als dit ook via het bestemmingsplan aangegeven wordt.

Bovengenoemde opmerkingen zijn in lijn met het plan van aanpak winkelstraten Zeehelden, dat is vastgesteld door het college van B&W in 2009. Dit plan versterkt de leefbaarheid en economische kracht van het Zeeheldenkwartier en heeft draagvlak van de ondernemers en ook bewoners uit de wijk. Voor uitvoering is de doorvertaling naar het bestemmingsplan essentieel.

Graag zijn wij bereid onze zienswijze waarnodig nader toe te lichten. Bovendien willen wij het gesprek met u aan gaan over hoe het nieuwe bestemmingsplan, het detailhandelsbeleid, het horecabeleid en het plan van aanpak winkelstraten Zeehelden op elkaar af te stemmen zijn om zo tot optimale resultaten van gemeentelijk beleid en investeringen te komen.

Reactie van de gemeente:

ad 1. Voor het kernwinkelgebied dat de lijn Prins Hendrikstraat tussen de Waldeck Pyrmontkade en het Prins Hendrikplein, de Zoutmanstraat tussen het Prins Hendrikplein en de Piet Heinstraat, en de Piet Heinstraat volgt, is met de bestemming GD-1 de keuze gemaakt om wonen in de plint niet toe te staan. In overleg met de afdeling Economie is besloten om ook delen van de Zoutmanstraat tussen het plein en de laan van Meerdervoort de bestemming GD-1 te geven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0227EZeeheldenkw-50VA_0012.jpg"

ad 2. In de bestemmingsplannen van de gemeente Den Haag wordt uitsluitend de bestemming van een perceel vastgelegd en niet de uitstraling die een pand moet hebben. De uitstraling van een winkel als criterium is o.i. subjectief en lastig te hanteren. Hoe definieert men bijvoorbeeld de uitstraling van sommige AH-winkels waarvan de ramen geheel en al zijn dichtgeplakt ?

ad 3. Onderscheid maken tussen de verschillende soorten dienstverlening zoals onder 3. genoemd, beperkt de mogelijkheden van ondernemers om van een pand gebruik te maken. De gemeente Den Haag streeft er in zijn algemeenheid naar om bestemmingen zo ruim mogelijk te definiëren, zodat niet voor elke wijziging van het gebruik een aanpassing van het bestemmingsplan noodzakelijk is. In winkelstraten geldt als enige criterium dat het om consumentgerichte dienstverlening moet gaan.

ad 4. Regulering van de (legale) bedrijvigheid wordt binnen dit bestemmingsplan, anders dan door het aangeven van de bestemming van percelen, op dit moment niet wenselijk geacht. Binnen het plan worden slechts bestaande bestemmingen vastgelegd, en er wordt niets wegbestemd.

ad 5. Het Zeeheldenkwartier kent weinig groenvoorzieningen. De gemeente is daarom tegemoet gekomen aan de wensen van vele buurtbewoners om het Prins Hendrikplein de bestemming groen te geven. Binnen deze bestemming is een kiosk toegestaan. Het al dan niet vergunnen van terrassen en een weekmarkt valt buiten het kader van dit bestemmingsplan.

ad 6. Binnen de planregels is het inmiddels verboden op binnenterreinen parkeervoorzieningen te realiseren. Zie hiervoor bijvoorbeeld artikel 4, lid 3, onder 2.

ad 7. De percelen met een (legale) horeca-inrichting zijn op de plankaart aangegeven met de aanduiding “h” van horeca. In de planregels is extra aandacht gegeven aan horecavestiging binnen een woonbestemming. Regulering van nieuwe horeca-inrichtingen vindt plaats middels de procedure rond de afwijkingsbevoegdheid van B&W zoals opgenomen in de planregels. Bij die afweging wordt ook het actuele horecabeleid betrokken.